• No results found

BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer: 4048/ 12.b541

Betreft zaak: 4048/ Interpolis - Careon

Openbare versie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Openbare versie I. MELDING

1. Op 6 mei 2004 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat N.V. Interpolis Schade (hierna:

Interpolis),onderdeel van het Interpolis-concern dat deel uitmaakt van de Rabobank Groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de

Mededingingswet, over de verzekeringsportefeuille van Careon Schadeverzekeringen N.V. (hierna: Careon) op het terrein van de risico’s die voor werkgevers voortvloeien uit de wetgeving op de terreinen van loondoorbetaling bij ziekte (Ziektewet) en arbeidsongeschiktheid (Wet Pemba) en de daarbij behorende activa. De Stichting Pensioenfonds voor de Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke Belangen (hierna: PGGM) heeft middellijk zeggenschap in Careon. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 89 van 11 mei 2004. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. BEOORDELING EN CONCLUSIE

2. Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens, is de d-g NMa tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, aangezien op grond van de ter beschikking staande gegevens met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat er geen sprake is van een door de concentratie te onderzoeken markt in de zin van artikel 1, sub i, van het Besluit

gegevensverstrekking Mededingingswet.

3. Gelet op het bovenstaande deelt de d-g NMa mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft, geen vergunning is vereist.

(2)

Openbare versie

2 Openbare versie III. NEVENRESTRICTIES

4. Partijen hebben verzocht een non-concurrentiebeding en een bepaling die als doel heeft PGGM te beschermen aan te merken als nevenrestricties. Zowel het non-concurrentiebeding als de bepaling ter bescherming van PGGM zijn opgenomen in artikel 16 van de bij de melding overgelegde ‘Intentieovereenkomst’.

5. Het non-concurrentiebeding houdt in dat Careon, PGGM en hun dochtermaatschappijen zich verplichten om gedurende een periode van drie jaar na de datum van overdracht van de verzekeringsportefeuille, in Nederland geen activiteiten te ontplooien met betrekking tot

producten die gelijk of soortgelijk zijn aan de producten binnen de over te dragen portefeuille en evenmin zulke activiteiten te zullen uitoefenen via of in samenwerking met een derde.

Beleggingsactiviteiten zijn van deze verplichting uitgezonderd.

6. Partijen beargumenteren dat de voorgenomen overdracht de overdracht van goodwill en knowhow omvat. Interpolis neemt niet alleen de verzekeringsportefeuille over, maar ook de aan deze activiteit verbonden werknemers van Careon. Deze werknemers hebben, aldus partijen, over vele jaren een bijzondere ervaring en expertise op het gebied van de in de over te dragen

portefeuille opgenomen verzekeringen opgebouwd. Het gaat hierbij met name om het koppelen van vaktechnische expertise van inkomensverzekeringen aan specifieke kennis van

bedrijfsomstandigheden en reïntegratiemogelijkheden binnen de sectoren zorg en welzijn. Partijen geven aan dat de kennis en ervaring van de werknemers van Careon van toegevoegde waarde voor de verzekeringsportefeuille is en niet algemeen bekend of eenvoudig verkrijgbaar is. De kennis is bovendien van wezenlijk belang om de volledige waarde van de over te dragen verzekeringsportefeuille te verkrijgen, aldus partijen.

7. De bepaling ter bescherming van PGGM houdt in dat Interpolis zich gedurende een termijn van drie jaar na de datum van overdracht van de verzekeringsportefeuille zal onthouden van het actief benaderen van verzekeringnemers van de in de over te dragen portefeuille opgenomen verzekeringen met een aanbod van collectieve en aanvullende individuele pensioenproducten.

8. Partijen geven aan dat de voorgenomen transactie voor PGGM enkel aanvaardbaar en mogelijk is, indien Interpolis het over te dragen klantenbestand niet gebruikt om daarmee de eigen pensioenactiviteiten verder te ontwikkelen. Met de in het vorige punt beschreven bepaling wordt de afname van pensioenproducten van PGGM voor een bepaalde periode tot op zekere hoogte beschermd. Partijen geven aan dat de voorgestelde bepaling de enige mogelijkheid is om te voorkomen dat Interpolis de informatie omtrent het klantenbestand van PGGM gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is overgedragen. Deze bepaling houdt naar de mening van

(3)

Openbare versie

3 Openbare versie partijen derhalve rechtstreeks verband met en is noodzakelijk voor de totstandbrenging van de concentratie.

9. Het in punt 5 genoemde non-concurrentiebeding houdt verband met het feit dat de kopers tot op zekere hoogte en gedurende een zekere termijn beschermd wensen te worden tegen het concurrerend handelen van de verkopers, teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Een non-concurrentiebeding kan als rechtstreeks

verbonden met en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden beschouwd, indien het dienstig is aan het legitieme doel een concentratie te verwezenlijken en de duur, het territoriale toepassingsgebied en de materiële draagwijdte ervan niet verder gaan dan wat daartoe redelijkerwijs nodig kan worden geacht. Wanneer de overdracht zowel goodwill als knowhow-bestanddelen bevat, zijn non-concurrentiebedingen in het algemeen gerechtvaardigd voor een periode van maximaal drie jaar; wanneer die bedingen uitsluitend betrekking hebben op goodwill zijn zij in het algemeen gerechtvaardigd voor een periode van maximaal twee jaar.1

10. In het onderhavige geval kan het non-concurrentiebeding slechts gedurende twee jaar als noodzakelijk voor en rechtstreeks verbonden aan de verwezenlijking van de onderhavige

concentratie worden beschouwd, aangezien partijen niet aannemelijk hebben gemaakt dat de voorgenomen transactie knowhow-bestanddelen bevat die het concurrentieverbod in dit geval voor een langere duur dan twee jaar rechtvaardigen. Hierbij wijst de d-g NMa op het gegeven dat met de overdracht van werknemers van Careon naar Interpolis de kennis en ervaring van deze werknemers overgaat naar de koper en derhalve niet achterblijft bij de verkoper.

11. Gelet op de punten 9 en 10 is de d-g NMa van oordeel dat, voor zover het in punt 5 omschreven beding een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor dit beding met

inachtneming van de beperking als omschreven in punt 10.

12. De in punt 7 beschreven bepaling houdt een bescherming van de verkoper in.

Beperkingen die de verkoper ten goede komen, houden in het algemeen niet rechtstreeks verband met en zijn evenmin noodzakelijk voor de totstandkoming van de concentratie, of hun reikwijdte en/ of duur dient beperkter te zijn dan die van de clausules die de koper ten goede komen.2

1 Zie paragraaf III van de Bekendmaking van de Commissie betreffende beperkingen die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van concentraties (2001/ C 188/ 03).

2 Zie punt 12 van de Bekendmaking van de Commissie betreffende beperkingen die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van concentraties (2001/ C 188/ 03).

(4)

Openbare versie

4 Openbare versie 13. De d-g NMa meent dat in het onderhavige geval aannemelijk is gemaakt dat een

bepaalde mate van bescherming van de verkoper rechtstreeks verbonden is aan en noodzakelijk is voor de totstandkoming van de concentratie. Als gevolg van de transactie krijgt Interpolis de beschikking over een klantenbestand dat ook gebruikt zou kunnen worden als een

marketinginstrument voor de afzet van pensioenproducten aan bestaande afnemers van PGGM. De totale premieomzet die gemoeid is met de afzet van pensioenproducten aan de in de portefeuille opgenomen verzekeringnemers behelst een veelvoud van de koopprijs van de portefeuille. Gelet hierop en op het feit dat het voor verzekeringnemers aantrekkelijk kan zijn om pensioenproducten en verzuimverzekeringen bij dezelfde maatschappij onder te brengen, geldt dat bescherming van de verkoper voor een bepaalde periode in dit specifieke geval

gerechtvaardigd is. Deze bescherming blijft beperkt tot de pensioenproducten van de

verzekeringnemers die deel uitmaken van de over te dragen portefeuille. Tot slot kan nog worden opgemerkt dat de strekking van deze bepaling beduidend beperkter is dan het eerder genoemde non-concurrentiebeding. Er is immers slechts sprake van een verplichting om zich te onthouden van het actief benaderen van de verzekeringnemers. Het staat verzekeringnemers derhalve geheel vrij om naar een andere aanbieder van pensioenproducten over te stappen.

14. Gelet op de overwegingen in punt 13 is de d-g NMa van oordeel dat, voor zover de in punt 7 omschreven bepaling een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de

Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor deze bepaling.

Datum: 29 juni 2004

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:

W.g. Mr. J. Schönau

Directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals reeds in punt 13 is aangegeven, overlappen de activiteiten van partijen indien de markt voor IT-dienstverlening nader wordt onderscheiden naar competitive service categories,

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

uitgaande van de kleinste geschatte marktomvang voor 2002 van circa EUR 275 miljoen behalen de winkels Boerenbond/ Welkoop inclusief de eigen filialen en de door franchisenemers

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Ook de markt voor platformen ten behoeve van de handel in certificaten die strekken tot bewijs van de opwekking van groene stroom zou volgens partijen vooralsnog nationaal zijn,

Op 28 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Op 4 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen