Vraag nr. 94 van 19 januari 2001
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN
Gewestelijk expresnet – Mobiliteitsproject V l a a m s-Brabant
De provincie V l a a m s-Brabant heeft zopas een eigen mobiliteitsproject uitgewerkt.
1. Wat is de stand van zaken van het dossier be-treffende het GEN (gewestelijk expresnet) rond Brussel ?
2. Wat zijn de implicaties van het standpunt van de provincie Vlaams-Brabant op dit dossier ?
Antwoord
1. De Interministeriële Conferentie voor Mobili-t e i Mobili-t , Infrastructuur en Te l e c o m m u n i c a t i e (ICMIT) van 30 november 1999 besliste de werkgroep op hoog niveau, opgericht door de vorige regering, opnieuw en met dezelfde op-dracht samen te roepen. Deze werkgroep moest een ontwerpakkoord tussen de federale over-heid en de drie gewesten opstellen. L a t e r (ICMIT 25 februari 2000) kreeg deze werk-groep ook de opdracht om de toegankelijkheid van de luchthaven van Zaventem met het open-baar vervoer te bestuderen.
Aanvankelijk dienden de werkzaamheden afge-rond te zijn tegen einde mei 2000, later werd dit einde oktober 2000. De werkgroep vergaderde een laatste maal op 12 oktober 2000, zonder dat er een echt ontwerp van akkoord op tafel lag. De discussie rond het GEN werd intussen ge-koppeld aan een schema waarin eerst de orga-nisatie van de NMBS aan bod komt en vervol-gens de financiering van het geheel en van de diverse projecten (Ti e n j a r e n p l a n ) . Dit speelt zich uitsluitend op federaal niveau af, zodat het Vlaams Gewest momenteel formeel niet be-trokken is.
Intussen heeft de Vlaamse regering echter een standpunt ingenomen over het gewestelijk ex-presnet en de ontsluiting van de luchthaven en de Vlaamse rand rond Brussel (Vlaamse rege-ring 25 juli 2000). Volgens de Vlaamse regerege-ring moet het GEN een aantal bijkomende doelstel-lingen vervullen, onder andere ontsluiting van de luchthaven, betere bereikbaarheid van de Vlaamse rand rond Brussel en inspelen op ont-wikkelingen in stationsomgevingen. Daarin is
ook aangenomen dat de Vlaamse regering voor de verdere uitwerking en de onderbouwing van het GEN-Brussel andere studies, onder meer deze uitgevoerd door of in opdracht van de pro-vincie V l a a m s-B r a b a n t , mee in overweging zou nemen.
2. Het standpunt van de provincie V l a a m s-B r a-bant wordt momenteel door de administratie o n d e r z o c h t . Uit een eerste lezing blijkt wel dat dit standpunt in belangrijke mate overeenstemt met het reeds vermelde standpunt van de Vlaamse regering.
Dit sterkt mijn overtuiging dat er in V l a a n d e r e n een vrij duidelijke eensgezindheid bestaat om-trent het GEN.