• No results found

0) (1) (a) Toon aan dat de functies y1 en y2, die gegeven worden door: y1(t

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "0) (1) (a) Toon aan dat de functies y1 en y2, die gegeven worden door: y1(t"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Technische Universiteit Delft

Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Mekelweg 4, Delft

Opgaven 1. Gegeven is het stelsel, eerste orde, differentiaalvergelijkingen:

dy dt =

0 1

−2 t2

2 t

y (t > 0) (1)

(a) Toon aan dat de functies y1 en y2, die gegeven worden door:

y1(t) =

"

t 1

#

en y2(t) =

"

t2 2t

#

oplossingen zijn van (1).

(b) Toon aan dat deze oplossingen lineair onafhankelijk zijn.

(c) Toon aan dat de functie:

y = c1y1 + c2y2 (c1, c2∈ R) (2)

voor alle c1, c2∈ R een oplossing is van (1).

Voeg aan het stelsel differentiaalvergelijkingen (1) de beginvoorwaarde:

y(1) =

"

α β

#

(3)

toe.

(d) Leg uit waarom het beginwaardeprobleem (1), (3) voor alle waarden van α, β precies ´e´en oplossing heeft en geef een zo groot mogelijk interval waarop deze oplossing bestaat.

(e) Leg uit waarom die oplossing van de vorm (2) is.

(f) Bepaal de oplossing van het beginwaardeprobleem (1), (3) voor α = 3 en β = 2.

2. Gegeven is het stelsel, eerste orde, differentiaalvergelijkingen:



 dy1

dt = 5y1 + 3y2

dy2

dt = −6y1 − 4y2

(4)

(a) Laat u =

"

y1

y2

#

en schrijf (4) in de vorm:

du

dt = Au (5)

voor zekere matrix A.

(2)

(b) Toon aan dat de functies u1 en u2 op R die gegeven worden door:

u1(t) = e−t

"

1

−2

#

en u2(t) = e2t

"

1

−1

#

, lineair onafhankelijke, oplossingen zijn van (5).

(c) Toon aan dat de functie:

u = c1u1 + c2u2 (c1, c2∈ R) (6)

voor alle c1, c2∈ R een oplossing is van (5).

Voeg aan het stelsel differentiaalvergelijkingen (5) de beginvoorwaarde:

u(0) =

"

α β

#

(7)

toe.

(d) Leg uit waarom het beginwaardeprobleem (5), (7) voor alle waarden van α, β precies ´e´en oplossing heeft en geef een zo groot mogelijk interval waarop deze oplossing bestaat.

(e) Leg uit waarom die oplossing van de vorm (6) is.

(f) Bepaal de oplossing van het beginwaardeprobleem (5), (7) voor α = −1 en β = 0.

(g) Bepaal de functies y1en y2 die oplossing zijn van het stelsel differentiaalvergelijkingen (4) en boven- dien voldoen aan y1(0) = 0 en y2(0) = −1.

3. Gegeven is het stelsel, eerste orde, differentiaalvergelijkingen:



 dy1

dt = y1 − 2y2

dy2

dt = 2y1 + y2

(8)

(a) Laat u =

"

y1

y2

#

en schrijf (4) in de vorm:

du

dt = Au (9)

voor zekere matrix A.

(b) Toon aan dat de functies u1 en u2 op R die gegeven worden door:

u1(t) = et

"

− sin(2t) cos(2t)

#

en u2(t) = et

"

cos(2t) sin(2t)

#

, lineair onafhankelijke, oplossingen zijn van (9).

Beantwoord nu opnieuw de vragen (c) t.m. (g) uit de vorige opgave waarbij natuurlijk de verwijzingen moeten worden aangepast.

(3)

4. Gegeven is het stelsel, eerste orde, differentiaalvergelijkingen:

dy dt =

0 1

−2 t2

2 t

y +

"

t3 t4

#

(t > 0) (10)

(a) Toon aan dat yp =

 1 20t6 + 1

6t4 + 1 4t2 − 7

15t 3

10t5 − 1 3t3 + 1

2t − 7 15

een oplossing is van (10).

(b) Bepaal de algemene oplossing van (10).

(c) Bepaal de oplossing van (10) die voldoet aan de beginvoorwaarde:

y(1) =

"

0 0

#

(Hint: Kijk eens naar Opgave 1.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Einstein was zich hiervan bewust, en gebruikte dit gegeven om een model van het heelal te construeren dat statisch was: hij introduceerde een positief gekromde Robertson-Walker

(c) Laat zien dat als ~ξ en ~η Killing velden zijn, dan is α~ξ+β~η ook een Killing veld voor constante α en β. (d) Toon aan dat Lorentztransformaties van de velden in (b) de

3p 19 † Bereken dit andere tijdstip in twee decimalen nauwkeurig.. In figuur 9 is de grafiek getekend van V als functie van t op dit

In figuur 6 zijn twee van deze verbindingslijnstukken als

De grafiek van f deelt de rechthoek ABCD in twee stukken met gelijke oppervlaktes... Deze figuur staat ook op de bijlage bij

[r]

• Elk antwoord dient gemotiveerd te worden met een (korte) berekening, redenering of een verwijzing naar de theorie1. • Dit tentamen bestaat uit vier opgaven die allevier even

Als je de antwoorden niet op de logische volgorde opschrijft, vermeld dan duidelijk waar welk antwoord staat..