• No results found

Opgave 1: Dit is het vervolg van opgave 1 van week 7, waarbij we het oppervlak van een bol beschouwen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opgave 1: Dit is het vervolg van opgave 1 van week 7, waarbij we het oppervlak van een bol beschouwen."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Gravitatie en kosmologie donderdag 3 november 2011

OPGAVEN WEEK 8

Opgave 1: Dit is het vervolg van opgave 1 van week 7, waarbij we het oppervlak van een bol beschouwen.

(a) Hoeveel onafhankelijke componenten heeft de Riemanntensor? Gebruik hierbij de symmetrie- eigenschappen van dit object.

(b) Bereken de componenten van de Riemanntensor.

(c) Bereken de componenten van de Riccitensor.

(d) Bereken de scalaire kromming (Riccikromming).

(e) Bereken de componenten van de Einsteintensor op het oppervlak van de bol.

Opgave 2: In deze opgave beschouwen we behouden grootheden. De geodetenvergelijking is

U ~ U = 0 ~ en omdat ook τ/m een goede parameter langs een geodeet is, kunnen we deze verge- lijking ook schrijven als

~ p ~ p = 0 → p α p β;α = 0 → p α p β,α − Γ γ βα p α p γ = 0 → m dp β

dτ = Γ γ βα p α p γ . (1) De term rechts van het laatste gelijkteken is relatief eenvoudig, er geldt

Γ γ αβ p α p γ = 1 2 g γν (g νβ,α + g να,β − g αβ,ν )p α p γ

= 1 2 (g νβ,α + g να,β − g αβ,ν )g γν p γ p α

= 1 2 (g νβ,α + g να,β − g αβ,ν )p ν p α .

(2)

Het product p ν p α is symmetrisch in ν en α, terwijl de eerste en derde term binnen haakjes samen antisymmetrisch zijn in ν en α. Deze moeten daarom tegen elkaar wegvallen, waardoor alleen de middelste term overblijft,

Γ γ αβ p α p γ = 1

2 g να,β p ν p α . (3)

Een volledig algemene uitdrukking voor een geodeet is dus ook m dp β

dτ = 1

2 g να,β p ν p α . (4)

Dit levert het belangrijke resultaat: als alle componenten van g αν onafhankelijk zijn van x β voor een bepaalde index β, dan is p β constant langs de baan van het deeltje.

Beschouw de volgende metrieken gegeven in termen van het lijnelement:

1. ds 2 = −dt 2 + dx 2 + dy 2 + dz 2 ;

2. ds 2 = −(1 − 2M/r)dt 2 + (1 − 2M/r) −1 dr 2 + r 2 (dθ 2 sin 2 θdφ 2 ) , met M een constante;

3. ds 2 = − ∆−a ρ

22

sin

2

θ dt 2 − 2a 2M r sin ρ

2 2

θ dtdφ + (r

2

+a

2

)

2

−a ρ

22

∆ sin

2

θ sin 2 θdφ 2 + ρ

2

dr 2 + ρ 22 , met M en a constanten. Verder hebben we de verkorte notatie ∆ = r 2 − 2M r + a 2 , ρ 2 = r 2 + a 2 cos 2 θ ingevoerd;

4. ds 2 = −dt 2 +R 2 (t) h

dr

2

1−kr

2

+ r 2 (dθ 2 + sin 2 θdφ 2 ) i, met k een constante en R(t) een willekeurige

functie van t.

(2)

2

De eerste vergelijking wordt bekend verondersteld. De andere vergelijkingen komen we later nog tegen. Hun namen zijn achtereenvolgens de Schwarschild, Kerr, en Robertson-Walker metrieken.

(a) Geef voor elke metriek zoveel mogelijk behouden grootheden p α van de vierimuls van een vrijvallend deeltje.

(b) Schrijf de eerste metriek in de vorm

ds 2 = −dt 2 + dr 2 + r 2 (dθ 2 + sin 2 θdφ 2 ). (5) Maak hiervan gebruik en beargumenteer dat ook de Schwarzschild en de Robertson-Walker (RW) metriek sferisch symmetrisch zijn. Neemt hierdoor het aantal behouden grootheden p α toe?

(c) We kunnen laten zien dat voor bovenstaande metriek en voor de Schwarschild, Kerr en RW metrieken, een geodeet die begint met θ = π/2 en p θ = 0, dus een die tangentiaal aan het equatoriale vlak begint, altijd geldt dat θ = π/2 en p θ = 0 . Hint: gebruik de vergelijking

~

p · ~ p = m 2 om p r te vinden uitgedrukt in m, andere behouden grootheden, en bekende functies van positie.

(d) Voor de RW metriek geldt dat sferische symmetrie impliceert dat als een geodeet begint met p θ = p φ = 0 , deze dan gelijk aan nul blijven. Laat zien dat de geodetenvergelijking in het geval dat k = 0, dan p r een behouden grootheid is.

Opgave 3: In deze opgave werken we het onderwerp behouden grootheden nog wat verder uit.

(a) Laat zien dat als een vectorveld ξ α voldoet aan de Killing vergelijking

α ξ β + ∇ β ξ α = 0, (6)

dan langs een geodeet geldt dat p α ξ α = const. Dit is een coördinaten-onafhankelijke wijze om de behoudswet die we uit vergelijking (4) hebben afgeleid, te karakteriseren. We hoeven enkel te weten of een metriek Killing velden toelaat.

(b) Vind tien Killing velden van de Minkowskimetriek.

(c) Laat zien dat als ~ξ en ~η Killing velden zijn, dan is α~ξ+β~η ook een Killing veld voor constante α en β.

(d) Toon aan dat Lorentztransformaties van de velden in (b) de lineaire combinaties genoemd in opgave (c) produceren.

(e) Gebruik de resultaten van (a) om de Killing vectoren van de metrieken in opgave 2 te bepalen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij worden geacht op te komen voor het belang van de Europese Unie in zijn geheel en niet voor de. belangen van een deel daarvan

Mensen die via de televisie dezelfde informatie en programma's zien (bijvoorbeeld over nationale evenementen en cultuur), kunnen elkaar beter begrijpen en beschikken over

Daarom (moet het E-veld naar beneden zijn gericht. Omdat het E-veld van positief naar negatief gericht is,) moet plaat 1 op de positieve pool worden aangesloten en plaat 2 op

3p 9 Geef de vergelijking voor de reactie waarbij onder andere uit oliezuur de methylester van oliezuur wordt gevormd.. De koolwaterstofrest van oliezuur mag worden weergegeven als

− Dit mengsel van absint en stof A wordt ook in de gaschromatograaf geanalyseerd, en de oppervlaktes van de pieken in het chromatogram worden gemeten (bepaling 2). Uit de

Aan de andere kant van de kern moet (symmetrie!) de hoek van inval dan ook 31E zijn.. Daar heb je de omgekeerde situatie als aan het

Deze passeren de opening in P met een te verwaarlozen snelheid, waarna ze het elektrische veld tussen de elektroden P en Q doorlopen (zie figuur 8).. De ionen die de opening in

Bij het oplossen van raakproblemen bij cirkels gebruik je de eigenschappen dat een raaklijn loodrecht staat op de cirkel naar het raaklijn EN dat de afstand van het middelpunt van