1 Introductie t-0
Normaliter krijgt de systeembeheerder kosten gerelateerd aan investeringen terug via de tarieven nadat de investeringen in gebruik zijn genomen (t+2). Kosten die worden gemaakt tijdens de aanleg van het systeem moeten dus worden voorgefinancierd. De systeembeheerder moet daarvoor een beroep doen op vermogensverschaffers. In STROOM wordt bepaald dat voor bepaalde
investeringen vermogenskosten op het onderhanden werkkapitaal al tijdens de aanleg in de tarieven verwerkt worden (t-0). Ook na ingebruikname van de investeringen zullen kosten hetzelfde jaar waarin zij zijn gemaakt, worden terugverdiend via de tarieven. Deze systematiek wordt van toepassing op investeringen van systeembeheerders in het kader van de aanleg van infrastructuurprojecten waarop de rijkscoördinatieregeling van toepassing is, waaronder het transmissiesysteem op zee.
Het voordeel van deze systematiek voor de systeembeheerders is dat minder voorgefinancierd hoeft te worden. Hiermee wordt het beslag op het vermogen van de systeembeheerder verminderd. Ook betekent het dat minder rentelasten hoeven worden afgedragen op aangetrokken vreemd vermogen. De regeling wordt ingevoerd in artikel 6.12, derde lid, onderdelen b en c en in het vierde lid,
onderdeel a (zie onderstreepte en schuingedrukte gedeeltes). Het derde en vierde lid luiden als volgt:
3. De Autoriteit Consument en Markt betrekt bij het vaststellen van de tarieven:
a. de op grond van het inkomstenbesluit vastgestelde toegestane inkomsten toegerekend aan dat jaar,
b. de geschatte vermogenskosten die een systeembeheerder in het jaar waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft zal maken met betrekking tot nog niet in gebruik genomen investeringen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is,1 c. de geschatte kosten die een systeembeheerder heeft voor investeringen die in het jaar
waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft, in gebruik worden of zijn genomen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is,
d. de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex.
4. De Autoriteit Consument en Markt betrekt bij het vaststellen van de tarieven correcties met betrekking tot:
a. gerealiseerde efficiënte kosten die afwijken van de schattingen, bedoeld in het derde lid, onderdeel b en c;
b. tarieven uit dat jaar of voorgaande jaren die in een bezwaarprocedure, bij rechterlijke uitspraak of door een herziening van een besluit door de Autoriteit Consument en
1
Markt zijn gewijzigd. De t-0 regeling heeft twee onderdelen:
• Artikel 6.12, derde lid, onderdeel b, dat bepaalt dat vermogenskosten al tot vergoeding komen voordat de investering in gebruik wordt genomen. Met andere woorden: de kapitaalkosten voor activa in aanbouw worden niet als bouwrente bij ingebruikname geactiveerd, maar in plaats daarvan wordt de geschatte bouwrente vergoed in het jaar dat deze kosten zich voordoen. • Artikel 6.12, derde lid, onderdeel c, dat bepaalt dat wanneer een actief in jaar t+1 in gebruik is of
zal worden genomen, in jaar t voor het tarievenbesluit jaar t+1 al rekening wordt gehouden met de kosten die voort zullen vloeien uit de investering na ingebruikname in jaar t+1.
De t-0 regeling vervangt de regelingen in bestaande E-&G-wet voor vergoeding van niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen.
Het eerste lid van artikel 41b E-wet luidt als volgt (in de Gaswet is een soortgelijke bepaling opgenomen):
1. Iedere netbeheerder zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de Autoriteit Consument en Markt een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid, met uitzondering van onderdeel p, en voor zover het betreft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, de taken, genoemd in artikel 16, tweede lid, met inachtneming van:
[….]
e. de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 20d2 of 20e3, tweede of derde lid, voor zover de kosten doelmatig zijn;
Wanneer STROOM tijdig in werking treedt, zijn er daarom drie relevante ontwikkelingen waar ACM in het kader van de tussentijdse vergoeding van bepaalde uitbreidingsinvesteringen in de tarieven rekening mee moet houden:
1. Vergoeding van kosten gaat eerder plaatsvinden (t-0)
2. De reikwijdte van de aparte bepalingen wijzigt: de regeling voor bijzondere
uitbreidingsinvesteringen vervalt en alleen nog RCR-investeringen vallen onder een apart wettelijk regime.
3. Vanaf 2017 e.v. worden investeringen in Wind op Zee verwacht
Wanneer STROOM niet tijdig in werking treedt, is er één relevante ontwikkeling waar ACM in het kader van de tussentijdse vergoeding van bepaalde uitbreidingsinvesteringen in de tarieven rekening mee moet houden:
1. Vanaf 2017 e.v. worden investeringen in Wind op Zee verwacht
2
Dit betreft de zogenoemde Rijkscoördinatieregeling. De Wet ruimtelijke ordening kent deze regeling voor grote projecten van nationaal belang, waarvoor snelle ruimtelijke inpassing wenselijk is.
3