Woord vooraf 9
Verantwoording 10
Proloog: 1958 21
Deel I: tot 1967: Pogingen tot transnationale convergentie 25
1 Moeizame politieke consensus 31
Internationale contacten: de nei 31
‘Europa’ als bindende factor 34
Eerste aanzetten voor Europese partijvorming 39
Sociaal-economische divergentie 41
Hahn en het Nederlandse beeld van ‘een cdu’ 45
Ideologische aanzetten in nei-verband 1958-1962 48
2 Christen-democraten en conservatieven 52
Britse christen-democraten 52
Het conservatieven-debat verbreedt zich 55
De cdu en de gaullisten 58
Intermezzo: Exclusief-protestantse contacten in Zwitserland
en Noorwegen 63
Het conservatieve probleem: discussie voortgezet 66
Aanvraag van de Tories 70
Intermezzo: relaties met Latijns-Amerikaanse christen-democraten 75 Tegenstelling tussen Duitsers en Italianen: de Nederlanders kiezen partij 77 Deel II: 1968-1978: Verdeeldheid over de Europese partij 87 1 Gevecht om de uitgangsposities in de
EUCD95 Geen conservatieve Duitse opvolging van Rumor 95
Machtswisseling in Bonn 102
Ontknoping in de strijd om het eucd-leiderschap: Rumor herkozen 105
5
Inhoudsopgave
Veranderingen in de cdu: ‘maar allemaal zijn ze wel wat konservatief!’ 108 Nederlandse pleidooien voor aansluiting van ‘nieuwe’ christen-democraten 115 Voortgezette strijd om de eucd-leiding tussen Italianen en Duitsers 120
Bonn november 1973: ‘coup’ van de cdu 122
2 Ideologische plaatsbepaling 126
De commissie-Van Niftrik 127
Discussie in eigen kring 131
Werkgroep ‘La pensée et l’action’ 136
Europees Manifest en Carácas Document: moeizame
ideologische convergentie 140
3 Naar de oprichting van de Europese Volkspartij 150
Kooijmans’ peiling over de Europese partij 151
Perspectieven voor samenwerking met conservatieven in het
Europees Parlement? 154
Nieuwe verhoudingen in het Europees Parlement 159 Debat om het karakter van de Europese partij 163
Discussie over samenstelling en naam 167
Programmatische verwikkelingen 177
4 Europese Volkspartij versus Europese Democratische Unie 192 Britse, Duitse en Oostenrijkse plannen voor een Europees
democratisch centrum 192
Naar de oprichting van de Europese Democratische Unie 205
Een modus vivendi overeengekomen 211
evp en edu in het Europese-partijenlandschap 217 Deel III: Na 1979: De nederlaag van het
CDAvoltrokken 221 1 De jaren tachtig: behoud van de status quo 226 Onverminderde tegenstellingen tussen cdu/csu en cda 228
Combines in het Europees Parlement 231
Kanttekeningen bij de groepsdiscipline 234
Voortgaande discussie over de programma’s 237
Uitbouw van de edu 241
Christen-democratische antwoorden op de Internationale
Democratische Unie 247
Stoelendans: de voorzitterszetels van evp en eucd 250 Scandinavische en mediterrane aanwinsten voor de eucd 253
Fusie tussen evp en eucd? 256
6
2 Conservatieve toetredingen 259
Uitbreiding evp met Griekse conservatieven 260
Toetreding van de Partido Popular: de conservatieve kwestie
terug op de agenda 262
Juni 1989: aanvraag van de edg 271
Meningsverschil tussen het cda en Jansen 275
Jeugdig verzet tegen aansluiting van conservatieven 279
Nuances in cda-eurodelegatie en partij 284
Versterkte positie cdu en leiderswissel Tories: isolement cda dreigt 287 Pogingen tot afstemming vóór de partijleidersconferentie van april 1991 290
Hertoginnedal 302
Interpretatieverschillen naar aanleiding van een moeizaam
bereikt compromis 305
Arbeid in het overlegcomité 307
Maastricht en Tindemans: de laatste kansen voor de Nederlanders? 310
Hertoginnedal II 313
De fractie beslist anders 317
Toetreding van de Scandinavische conservatieven en christen-democraten 325 3 Ideologische verdieping: bunkerstrategie 331
Ideologische verkenningen door cda en cdu 331
Een beginselprogramma 334
Tussenbalans 1992: het cda en zijn zusterpartijen 342
Mondiale verwikkelingen 344
Europese verkiezingen 1994: samenwerking op fractieniveau bevestigd 346 Deconfiture van een bondgenoot: ondergang van de dc 350
4 Uitbreiding oostwaarts 353
Midden- en Oost-Europa: kansen voor de christen-democratie? 353
Een nieuwe rol voor de eucd 355
Rivaliteit in steunverlening 359
Voorkeuren in Hongarije, Polen en Tsjecho-Slowakije 361
Nog meer toetredingskwesties 368
Fusie eucd – edu? 373
Oost-Europese ‘christen-democraten’ en de evp 376
5 Het
CDAen de
EVPna 1995 378
De Tories houden afstand 378
Toetreding Forza Italia 380
Christen-democratisch terreinverlies in West-Europa 382 Terreinverlies in Oost-Europa; liquidatie eucd 386 Europese verkiezingen van 1999: evp de grootste 388
Eindspel: samensmelting evp en edu 391
7
Enige conclusies 397
Bijlagen 403
Noten 407
Afkortingen 451
Documentatie 454
Zusammenfassung 470
Personenregister 476
Curriculum vitae 483
8