Master Class Politiek 2015
Ontwikkelingssamenwerking
10 november 2007 Ton Dietz
Hoogleraar sociale geografie Universiteit van Amsterdam, oud-directeur van de onderzoekschool CERES en lid van de
Stuurgroep van de Worldconnectors
Score Nl
aid trade
Investm.
Migrat.
environ security Technol.
Cetre for Global Development www.cgdev.org
EERST: HET GOEDE NIEUWS: NL WEER NR 1
Sterke positie Nederland
• Door breed gedragen ‘commitment’ voor
ontwikkelingssamenwerking, zij het onder druk, zich uitend in grote OS sector
• Met o.a. sterke, geografisch en sectoraal brede NGO sector
• Door sterke handels- en investeringspositie Nederlandse bedrijven, met daarbij innovatieve rol in maatschappelijk verantwoord ondernemen
• Door internationaal zichtbare Nederlandse IS- wetenschap en regio-expertise
• Door genereuze steun vanuit Nederland aan VN en BW instituties, aan CGIAR en - tot voorkort - aan een aantal toonaangevende mondiale NGOs
Landelijk: ontwikkelingsstudies
• Bijeengebracht in de onderzoekschool Ceres (kantoor Utrecht, zie http://ceres.fss.uu.nl)
• Verder belangrijke plekken bij het Institute of Social Studies in Den Haag, bij het Cidin in Nijmegen en bij AMIDSt in Amsterdam
• Wereldpositie Wageningen Universiteit en Wageningen International
• Interessante organisaties in Maastricht: ECDPM en UNU-MERIT
• Koninklijk Instituut voor de Tropen Amsterdam (heel goede bibliotheek)
• En regionale kenniscentra: Afrika = ASC Leiden, Latijns Amerika = Cedla Amsterdam en Utrechtse antropologen, Cariben en Indonesie
= KITLV. Leiden, Azie: IIAS Leiden/Amsterdam, islamitische wereld:
ISIM Leiden/Amsterdam/Utrecht/Nijmegen, Oceanie en Indonesie:
Nijmeegse antropologen; Oost Europa/Centraal Azie: ISS Den Haag.
• Binnen NWO: speciale aandacht bij NWO-WOTRO, met grote onderzoeksprogramma’s
Info
• Europees: European Association of
Development Institutes www.eadi.org
• Expertiseoverzicht in Nederland: zie
www.dprn.nl onder publikaties en
www.globalconnections.nl
• Zie ook www.worldconnectors.nl
• Absolute aanrader: abonneer je op the
Broker (via www.thebrokeronline.eu)
Ontwikkeling: het concept
• Ontwikkeling = proces van verbeterende
levensomstandigheden, maar hoe breed
gedefinieerd?
• Vaak ook: ontwikkeling = interventies die
zouden moeten leiden tot betere
leefomstandigheden,
Interventies van wie?
- van mondiale inter-goevernementele organisaties (VN, Wereldbank, IMF, WTO) en mondiaal opererende NGOs (bv Oxfam, IUCN)
- Van bilaterale donororganisaties (bv DGIS, DFiD, USAID, GTZ, etc etc)
- Van nationale overheden
- Van nationaal, of lokaal opererende NGOs
- Van NGO-ondersteunende organisaties uit het Noorden (in Nederland: de medefinancieringsorganisaties Oxfam- NOVIB, HIVOS, ICCO, Cordaid, Plan, Terre des
Hommes), en de thematische
medefinancieringsorganisaties, bv Woord en Daad, Rode Kruis, Both Ends, ETC Foundation en vele andere
steunende organisaties uit gemeentes, bedrijven, etc.
Mondiale ontwikkelingshulp
• Wereld: nu: 110 miljard dollar per jaar officiele ontwikkelingshulp (in 2001 nog maar 52 miljard)
• Donoren (2005):
- Europese Unie: 56 miljard - USA: 27 miljard
- Japan: 13 miljard
- Overige OECD-DAC landen: 10 miljard - Opkomend: China!
Binnen Europese Unie:
1 UK 11 mrd, 2 Frankrijk 10 mrd, 3 Duitsland 10 mrd, 4 Nederland 5 mrd, 5 Italie 5 mrd.
De Nederlandse
Ontwikkelingsindustrie
• Nederland: 4-5 miljard euro, waarvan ca 35%
multilateraal, 40% bilateraal, 25% via NGOs:
samen 0,8% van BNP van Nederland (topgroep,
samen met Luxemburg, Denemarken, Zweden
en Noorwegen; rijke wereld bij elkaar: slechts 0,2
% van hun BNP, ondanks ‘belofte’ 0,7%)
• In Nederland onderdeel van Ministerie van
Buitenlandse Zaken
• Steeds meer harmonisatie donoren, rondom
Europese Unie (Europaid); belangrijke rol OECD
(‘Paris Declaration’)
Actoren in Nederland
• DGIS, ambassades, FMO
• SNV em PSO
• De brede en thematische (‘medefinancierings’)
organisaties op het terrein van Internationale
Ontwikkeling
• Ontwikkelingsconsultants (bv MDF, KIT)
• Internationaal opererend bedrijfsleven, deels
werkend met ‘Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen’ principes
• Migrantenorganisaties
• WOTRO en andere onderdelen van NWO
Controverses
• Ontwikkeling: illusie van maakbaarheid
• Ontwikkeling: “neokolonialisme in
cadeauverpakking”
• Ontwikkeling: bestendigt arhankelijkheid
• Ontwikkeling: illusie van duurzaamheid
• Ontwikkeling: van de ene mode naar de andere
• Ontwikkeling: slechte meetbaarheid van
resultaten en/of onvoldoende verantwoording
• Ontwikkeling: i.p.v. noden elders, eigen volk
eerst (“Er is ook armoede in Nederland”)
Procesgang
• 1945-1962: wederopbouw Europa zelf; dekolonisatie
• 1963-1973: modernisatie, diffusie van innovaties, technische hulp
• 1973-1987: dependencia (structuralisme), anti-
imperialisme, anti-apartheid, ‘self reliance’, grassroots development, empowerment, gender & development;
maar ook : opkomst “tijgers” en lage-lonen industrialisatie
• 1987-2000: duurzame ontwikkeling; strukturele aanpassing, neoliberale agenda van
handelsliberalisering en privatisering; teloorgang sovjet- imperium: transitielanden en communistische “wezen”;
opening China; maar ook ‘post-colonialism’
Na 2000
• Nadruk op mondialisering (plus antiglobalisme, en radikaal mondialisme)
• Aandacht voor migranten en ‘remittances’ (nu > 200 miljard $ per jaar)
• Aandacht voor de Millennium Development Goals
• Beleidsaandacht voor ‘coherentie’ (bv verminderen landbouwsubsidies; mensenrechten)
• Harmonisatie tussen (westerse) donoren
• ‘Allignment’ met plannen nationale overheden, rondom (afgedwongen?) Poverty Reduction Strategy Plans
• Centrale plaats voor ‘good governance’ en voor
‘maatschappelijk verantwoord mondiaal ondernemen’.
Sterke verschuivingen in de
Nederlandse IS-inspanningen
• Tot 2000 veel Nederlandse OS inspanningen in marginale rurale gebieden (‘integrated rural development’)
• Daarna nadruk op sector- en budgetsteun ‘good governance’
landen: directe steun aan centrale overheden, ten koste van (marginaal) platteland en landbouw
• 2002-2006 veel nadruk op basisonderwijs en
basisgezondheidszorg, maar ook: integratie met veiligheid, mensenrechten, coherentie
• Vanaf 2007 meer aandacht voor fragiele staten, energie, vrouwenrechten en eerlijke handel
• Verwacht: grotere aandacht (weer) voor rurale ontwikkeling en landbouw (World Development Report 2007!).
Maar ook mondiale context
verandert drastisch:
• Vanaf 2001 enorme expansie
wereldhandel (exportinkomsten
ontwikkelingslanden nu 4.600 miljard $)
• Sterke groei overmakingen migranten naar
‘zuiden’ (> 200 miljard $)
• Sterke groei investeringen in
ontwikkelingslanden (2006: >600 miljard $)
• Armste landen: rentekwijtscheldingen; veel
andere landen: versnelde aflossing
En:
• Sterke groei vraag naar produkten uit China en India en sterke toename productie en export biobrandstoffen: prijsexplosies
• Mede door impact climate change aandacht
• Resultaat: nieuwe politiek-economische actoren, ook in ontwikkelingsindustrie (China!)
• Afgeleide groei ook tot diep in Afrika
• Nieuwe aandacht voor landbouw en plattelandsontwikkeling
• Maar nu ook veel armoede in de sterk groeiende megasteden
• Wereldverhoudingen grondig op de schop
• Hulp voor een deel weer sterk politieke rol (Afghanistan, Iraq, Pakistan), m.n. vanuit de VS:
• US-motto: foreign policy = defence+diplomacy+development
Mondiaal-politieke consequenties
• Verminderde macht/belang Wereldbank
• In groeiregio’s steeds minder betekenis hulp, in plaats daarvan handel, investeringen en ‘remittances’
• Maar: grote delen van de wereld nog geisoleerd van deze ontwikkelingen, ook delen van India en China!
Zones of poverty/zones of stagnation/zones of disasters and violent conflict
• En: gooi geen instituties weg die je mondiaal nodig hebt bij een volgende recessie en bij noodsituaties (bv: wees zuinig op de Wereldbank en op de VN).
• Discussiepunt: schaalniveau: Nederlandse hulp of EU- hulp of VN hulp?
Net FDI flows 2006
• Totaal: 325 miljard $
• Daarvan:
– China 76
– Rusland 28
– Turkije 19
– Brazilie 19
– Mexico 19
– India 8
8 Millennium Development Goals
1990-2015 periode
• 1 halveer de armoede (<1$/d van 30% naar 15%) en halveer de ondervoeding
• 2 ieder kind naar lagere school
• 3 evenveel jongens als meisjes in het onderwijs en ‘empower’
vrouwen
• 4 reduceer kindersterfte met 2/3
• 5 reduceer moedersterfte met 2/3
• 6 verminder het aantal mensen met HIV-AIDS en bestrijd tbc en malaria
• 7 zorg voor betere milieuduurzaamheid: alle landen hebben een milieubeleid, halveer aantal mensen zonder toegang tot drinkwater, verbeter het leven van 100 miljoen slumbewoners
• 8 zorg voor een mondiaal ontwikkelingspartnerschap; verhoog de ODA (maak er nu echt 0,7% van) en verbeter de toegang tot
markten
Armoede: < 1$/dag,
in miljoenen mensen
• Regio 1990 2001 2004
• Oost + ZO Azie 472 271 192
• Europa en C.Azie 2 17 5
• Latijns Am. & Car 49 50 48
• Midd Oosten & NAfr 6 7 9
• Zuid Azie 462 431 460
• SS Afrika 227 313 316
• Totaal 1219 1089 1030
• % ontw.landen 29 23 20
2004
• De spreiding van de armoede in de wereld
• Zuid Azie: 45%
• Sub-Sahara Afrika: 31%
• Oost Azie: 19%
Armoedebegrip steeds ruimer
gedefinieerd
• 1$/day = inkomen en consumptie (PPP
dollars)
• Inkomen + bezit (‘assets’)
• + vaardigheden (human capital)
• + sociaal-culturele waardigheid
• + politieke zeggenschap
• + veiligheid
Relatieve armoede
• Ten opzichte van nabije anderen
• Ten opzichte van nationale of
internationale gemiddeldes/standaarden
• Ten opzichte van beelden van elders
• Ten opzichte van vroeger (vorig jaar,
vorige generatie)
• Ten opzichte van persoonlijke ambitie
Meten van ‘rijkdom’
• Bruto inkomen versus netto inkomen:
investeringen eraf,
• Green accounting: ook milieu-uitputting en
milieuschade meerekenen
• Social accounting: ook aandacht voor
sociale inputs (kosten opleiding), sociale
misstanden meeberekenen,
inkomensongelijkheid, exploitatie
Meten van inkomen
• Monetaire transacties, met koopkrachtcorrectie
• Deels ook productie voor zelfvoorziening, m.n.
voedsel
• Maar: illegale inkomsten? Smokkel? Drugs?
Prostitutie?
• Zelfvoorziening in de fysieke sfeer? Brandhout?
Huizenbouw? Waterplekken?
• Zelfvoorziening in de sociale sfeer? Kinderzorg?
Opvoeding? Opleiding? Ouderenzorg?
Huishoudelijke arbeid? Sexualiteit? Religieuze
functies? ‘Álternatieve’ medische zorg?
Inkomensverschillen
• Meten met Lorentzcurves
• Rijkste 10%:
• Meer dan 40% van het totale inkomen in
bv Brazilie (48%), Kenya (48%), Zuid
Afrika (47%)
• Laagst: Slowakije: 18%
• Nederland: 25% (UK 25%, VS 29%, India
25%, China 31%)
Armste 10%
• Minder dan 1% in Brazilie, Guatemala,
Guinee, Lesotho, Guinee Bissao,
Mauretanie, Panama, Sierra Leone
• Relatief veel in Slowakije: 5%
• In Nederland: 2,9%
Waarom hebben mensen een lage
consumptie-1?
• Omdat ze weinig bezit hebben van waaruit
inkomen wordt gevormd en omdat ze een lage
bruto opbrengst, lage lonen hebben
• Omdat ze een relatief lage capaciteit hebben:
slechte gezondheid, ondervoeding, slechte
opleiding, verslavingen, handicaps
• Omdat ze weinig toegang hebben tot
assistentienetwerken van overheid, familie of
vrienden (lage sociale zekerheid); vaak sociaal
isolement (onzichtbaarheid, schaamte,
zelfverwijt, ‘culture of poverty’)
Waarom hebben mensen een lage
consumptie-2?
• Omdat ze weinig toegang hebben tot de macht
om dingen te veranderen
• Omdat ze slecht beschermd zijn tegen geweld,
afpersing, diefstal, natuurrampen
• Omdat ze hoge prijzen moeten betalen voor
consumptiegoederen en diensten die ze van de
‘markt’ moeten betrekken (slechte ‘ruilvoet’,
‘terms of trade’); hoge transactiekosten, bv door
geografisch isolement
Hoe komt het dat mensen een laag
productieinkomen hebben-1?
• Omdat ze weinig (effectieve) arbeidsuren
hebben (bv veel inactieven, veel
‘vermorste’ tijd, lage arbeidsethos, veel
niet-productieve tijdsbesteding
• Omdat ze per uur gewerkte tijd weinig
opbrengst hebben, bv door slechte
productieomstandigheden, slechte
arbeidsorganisatie, gebrek aan
hulpmiddelen, gebrek aan steun
Hoe komt het dat mensen een laag
productieinkomen hebben-2?
• Omdat ze per gewerkt uur heel weinig betaald
krijgen: door lage reele lonen (deels door
afroming), door uitsluiting van de lucratieve
banen (afstand, discriminatie, illegaliteit), door
slechte markttoegankelijkheid, duur transport,
hoge handelsmarges
• Omdat ze in hun onderhandeling met
werkgevers alleen staan, geen vakbonden, geen
boerenbonden, geen vrijheid van associatie
• Veel recente nadruk op effectiviteit van de hulp: output, effect/outcome en impact.
• Grote discussie over geeigende methodes
• IS-organisaties: lerende organisaties met eigen
onderzoeksactiviteiten naar relevantie, effectiviteit, efficiency, duurzaamheid van interventies
• Methodologisch probleem: attributie
• Nieuwe allianties IS organisaties-academie (bv DGIS-IS academie;
VU-economen en DGIS-DEK; CIDIN en Cordaid; ISS en HIVOS;
AMIDSt/UvA en ICCO/Prisma/Woord en Daad
• Evalueren = waarderen, waardetoekennen: aandacht voor de culturele duiding van verandering en nastrevenswaardige doelen.
• Concurrerende wereldbeelden en scenarios
Terug naar de ontwikkelingssamenwerking: veel recente nadruk op het meten van ‘impact’
Basisvragen-1
• Verdere mondialisering lijkt onontkoombaar, maar welke richting gaat dat uit?
• Alleen maar opening markten en vrijere speelruimte private belangen en m.n. grote bedrijven?
• Mondiale economische regelgeving vanuit USA als metropool, of meerdere economische machtsblokken (EU, Russische regio, China, India, Zuid Amerika,
Islamblok)?
• Of ook mondiale sociale en veiligheidspolitiek om ongelijkheid en oorlogsdreiging in te dammen?
• En hoe democratisch en gelegitimeerd wordt de besluitvorming daarover dan?
Basisvragen-2
• En moet dan niet alleen de goederen-, kennis- en kapitaalstroom worden geliberaliseerd, maar ook de mensenstroom?
• En wat doen we met de spanning tussen verdere mondiale groei en de mondiale en lokale
milieubedreigingen die daaruit voortkomen (climate change as an inconvenient truth)?
• En wat met de wens om lokale identiteiten te borgen, ruimte te geven aan diversiteit in wereldbeelden en religies, en ruimte te geven aan afwijkende systemen van ‘governance’?
• En hoe gaat de ‘ontwikkelde wereld’ dan om met de
wens van ontwikkelingslanden om een grotere toegang tot de hulpbronnen in de wereld
En Nederland?
• Mondiale hub en innovatie-voorloper in mondiale
activiteiten, rondom een cosmopolitische elite,
gedragen door een cosmopolitieke publieke
opinie?
• Of terugtrekken in de parochiale schulp; ‘eigen
identiteit’ centraal stellend; afgekeerd van de
wereld; angstig wegkruipend voor de gevaren
van mondialisering en multi-cultureel
transnationalisme?
Tegenstellingen
• De links-rechts
tegenstelling (meer vs minder overheid;
democratische controle op kapitaal vs vrijheid voor ondernemers)
• De tegenstelling cosmopolitisch vs
lokalistisch (‘parochiaal’)
• Geeft een matrix van vier cellen: