Vraag nr. 7
van 13 december 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Migrantenbeleid – Doelgroep
Nu er hoe langer hoe meer "migranten" genatura-liseerd zijn, is het niet eenvoudig om hen admini-stratief te herkennen. Dit is nochtans nodig om de engagementen van de Vlaamse regering in het kader van het minderhedenbeleid te kunnen uit-voeren.
Sommige beleidsmaatregelen zijn immers zowel op de oorspronkelijke migrant, als op de tweede- o f derdegeneratiemigranten gericht, en dus eventueel op genaturaliseerde Belgen.
1. Welke concrete invulling van het begrip "mi-grant" geeft de minister als hij/zij specifieke maatregelen neemt met betrekking tot zijn/haar bevoegdheden ten aanzien van deze doelgroep ? 2. Hoe kan de minister of zijn/haar administratie
de eventuele genaturaliseerden die onder de doelgroep vallen, onderscheiden ?
NB. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (vraagnummers : Dewael nr. 7 , Stevaert nr. 1 4 9 , Vogels nr. 5 9 , Vanderpoorten nr. 3 6 , L a n-duyt nr. 2 5 , Dua nr. 6 5 , Van Mechelen nr. 5 2 , Van Grembergen nr. 4 1 , Gabriels nr. 3 2 , Va n-hengel nr. 8).
Antwoord