• No results found

Bijlage hoofdstuk 4.2 Volledige inhoudsanalyses openheid 1. Tramkrant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage hoofdstuk 4.2 Volledige inhoudsanalyses openheid 1. Tramkrant"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage hoofdstuk 4.2

Volledige inhoudsanalyses openheid

1. Tramkrant

Tramkrant Nr. 2 woensdag 4 maart 2009 Doel

Deze Tramkrant of informatiekrant is bestemd voor de inwoners van regio Groningen - Assen. Hieronder vallen bedrijven, ondernemers en gewone inwoners. Hij wordt huis- aan- huis bezorgd en de oplage van deze editie is 2000 stuks. De oplage van De oplage van de Tramkrant edities in 2008 en 2010 echter, is 265.000 exemplaren. Aan de hand van een aantal eigenschappen van de Tramkrant bespreek ik in deze paragraaf de mate van openheid die de krant verschaft over het trambeleid en het inspraakproces.

1.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces) Bladzijde 1 voorpagina

Beleid: De tramkrant spreekt over de twee tramlijnen die in Groningen komen te rijden en met name de geplande eerste tramlijn die al op de agenda staat van de informatiebijeenkomsten van gemeente Groningen. Ook spreekt de krant over de aanleiding en het doel voor het verbeteren van het openbaar vervoersnetwerk. Negatieve gevolgen voor de regio, de economie en de leefbaarheid worden nauwelijks besproken. Het verplaatsen van winkels en kiosken is genoemd. Proces: Op de voorpagina staat ook een kort artikel over het van start gaan van de inspraak over tramlijn 1 en de voorgestelde route van tramlijn 1. Ook is aangegeven dat iedere inwoner van de Regio Groningen -Assen zijn of haar mening kan geven over het voorkeurstracé.

Bladzijde 2

Beleid: Deze bladzijde kopt met ‘Niet omdat we groot willen lijken, maar omdat we groot zijn’. Een citaat van Jacques wallage op dat moment nog burgemeester van Groningen. Het artikel gaat over een zeer enthousiaste Jacques Wallage, die er vast van overtuigt is dat de tram er gaat komen. Hij onderbouwd in het artikel waarom de tram er moet komen. Hij vergelijkt het eventueel afblazen van de tramplannen met het afblazen van de Zuiderzeelijn in de Randstad. Hij bespreekt de positieve betekenis van de tram voor de toekomst van Groningen.

Proces: Het eerste artikel van Jacques Wallage onderstreept het belang van de inspraak van buurtbewoners over de beste inpassing van de tram in de stad. In het tweede artikel op de pagina getiteld ‘inbreng bevolking heeft resultaat’, spreekt men over de succesvolle inspraakperiode rondom het Schetsboek in mei 2008 en de Regiotram manifestatie in de Martinikerk. Positieve gevolgen in aanpassingen van het trambeleid door inspraak van bevolking zijn onderstreept in dit artikel.

Beleid: Op deze bladzijde staat een artikel over de ‘uitstekende’ bereikbaarheid van het UMCG, van begin af aan is dit volgens dit artikel een belangrijk aandachtspunt geweest. In dit artikel is toegelicht waarom tramlijn 1 toch niet langs het UMCG komt. Het bleek technisch niet goed mogelijk. Tramlijn 2 komt wel langs het UMCG te lopen.

Bladzijde 3

(2)

verbindingen tussen Groningen en Veendam en Heerenveen, rechtstreeks verbindingen met Leeuwarden, Assen en Zwolle en twee tramlijnen in de stad Groningen.

Beleid: Op bladzijde drie staat ook een artikel waarin Henk Bleker, gedeputeerde Verkeer en Vervoer van provincie Groningen aan het woord is. De onderkop is ‘Een heel goed plan op een stevig financieel fundament’. Het artikel vertelt over het enthousiasme van Henk Bleker en compagnons over de tramplannen en de financiële onderbouwing. Hij gaat verder niet in op het hoe en het waarom, maar houdt het bij de uitspraak dat de tramplannen de grootste impuls ooit zijn voor het regionale treinverkeer. Hij spreekt over het RegioRail plan, waar volgens hem iedereen enthousiast over is.

Bladzijde 4

Beleid: Hier gaat het over de drie mogelijke tracés die in 2008 in het Schetsboek gepresenteerd zijn. In dit artikel getiteld ‘drie tracés gewikt en gewogen’ bespreekt men de maanden waarin de drie tracés grondig onderzocht en besproken zijn. Dit heeft geleid tot een belangrijke bijdragen aan de uiteindelijke afwegingen voor het besluit. Het tracé door de binnenstad scoort volgens dit artikel het beste. Winst voor leefbaarheid, impuls voor economie, bereik van regio naar stad, verkeerskundig de beste keus, voorkeur van bevolking en ondernemers. Er wordt al met al één nadeel genoemd van dit tracé. Op deze pagina bespreekt het artikel ‘waar blijven de bussen’ het busbeleid en de nieuwe busroutes als de tramlijn er komt. Het laatste artikel op deze pagina bespreekt de mogelijke routes van de tram door de binnenstad. Het artikel bevat ook een impressie (toekomst) foto van een vrij liggende dubbele baan op het Boterdiep.

Bladzijde 5

Beleid: ‘De tram verbindt stad en regio’ aldus wethouder Karin Dekker van de Gemeente Groningen, zo kopt deze pagina. Ze geeft een argument voor de tram in Groningen: ‘de tram is voor zowel Groningen als de regio erg belangrijk’. De onderstreept het belang van de Regiotram plannen voor de gehele regio. Ze hoopt dat de tram er komt maar benadrukt dat het nog geen gelopen koers is. De financiën moeten eerst goed geregeld zijn. In het tweede artikel ‘Lijn 1: Knelpunten en oplossingen’ bespreekt men de keuze voor het voorkeurstracé en onderbouwd men de keuze met de constatering dat alle plus- en minpunten besproken zijn. In dit artikel zijn de knelpunten voor de keuze van dit tracé opgesomd met de mogelijke oplossingen erbij. Dit artikel bespreekt puur de knelpunten op ontwerp van straat- en wijkniveau (bochten, smalle straten, bevoorrading winkels, fietsers). In een groen vierkant blokje heeft voor staat ‘overleg bewoners en bedrijven’, waarin men benadrukt dat de tramlijn gevolgen heeft voor omwonenden en bedrijven langs de route. Project RegioTram informeert hen daarom steeds tijdig en zorgvuldig en er komt een schaderegeling. Op deze bladzijde staat een verwijzing naar het volledige rapport ‘Voorkeurstracé 1e lijn’, dat te downloaden en te raadplegen is. Het artikel op deze pagina is onder andere ondersteund door een afbeelding van de route van het voorkeurstracé lijn 1 met mogelijke haltes.

Inspraakproces: In dit artikel onderstreept Karin Dekker dat het woord nu aan de inwoners van regio Groningen -Assen is. Ze hoopt dat iedereen zich geroepen voelt zijn inspraakreactie te geven op het voorkeurstracé van lijn 1. Daar worden de plannen volgens mevrouw Dekker alleen maar beter van.

Bladzijde 6 en 7

(3)

staan de ondernemers van Groningen in schijnwerpers. Het artikel legt verslag van een overwegend enthousiaste voorzitter van de ondernemers vereniging Winkelcentrum Paddepoel. De Groninger City Club steunt volgens een tweede artikel ook de plannen voor de tram, aldus de voorzitter van de club. Ze vragen bijzondere aandacht voor een gelijktijdige aanleg van lijn 1 en 2, om zo de hinder op straat te beperken. Het artikel is ondersteund door een foto van Bert Jan Hakvoort van de Groninger City Club met daaronder het citaat ‘tram goed voor economische activiteit’. Professor dr. Sibrand Poppema, voorzitter van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen meldt in een artikel dat het bestuur blij is met de komst van de tram. Hij onderbouwt dit door in te gaan om de bereikbaarheid van de gebouwen, vooral op het Zernike. In het artikel zegt hij ook voor een direct tracé Hoofdstation – UMCG – Kardinge te zijn. Hij zegt wel bezorgd te zijn over de bereikbaarheid van het UMCG, want te tramlijn ligt er nog lang niet.

Bladzijde 8

Beleid: Op deze bladzijde bevindt zich een artikel over de geschiedenis van de eerste Regiotramlijn. Een nostalgische beschrijving van toenmalige paardentramlijn, tramlijn, cafés e.d. Proces: In een halve pagina groot artikel kondigt deze tramkrant de inspraakperiode rondom het voorkeurstracé van lijn 1 aan. ‘Mondelinge reacties’, ‘informatiebijeenkomsten’, ‘schriftelijk reageren’, ‘meer lezen’ en ‘hoe verder na de inspraakperiode?’ zijn de tussenkopjes van dit artikel. Een schema geeft aan welke informatiebijeenkomsten er de komende tijd in stad en regio, wanneer, hoe laat, voor wie en waar. Op de deze laatste pagina staat een colofon en een contactblokje met informatie (e-mail, website, telefoon).

1.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen?

Jargon

Veel moeilijke woorden zijn in de tekst niet eerst geïntroduceerd of toegelicht. De schrijvers van de krant gaan er vanuit dat de gemiddelde lezer wel begrijpt wat er bedoeld wordt. Woorden als ‘gedeputeerde’, ‘het regionale vervoersconcept’, ‘gelopen koers’, ‘het capaciteitsprobleem’, ‘inspraaknotitie’, ‘het Schetsboek’, ‘Kiel- Winderweer’, ‘Borgercompagnie’, bureau’, ‘OV-plan’, kunnen voor sommige leden van de doelgroep een barrière voor begrip vormen.

Moeilijke zinnen

In de krant zijn veel zinnen met lastige beeldspraak gebruikt. Sommige zinnen zijn hierdoor dubbelzinnige en lastig. Hier geef ik een aantal voorbeelden:

‘Rails als ruggengraat voor openbaar vervoer in Regio Groningen – Assen’ ‘We hoeven niet meer eenzijdig te leunen op de auto’.

‘Juist vanwege het structurerende effect van een tramlijn is het belangrijk goed na te denken over het tracé’

1.3 Is het taalgebruik stimulerend? Mix emotioneel vs. argumentatief

Veel artikelen bevatten emotionele én argumentatieve elementen. In zeventien van de tweeëntwintig artikelen zijn gezagsdragers aan het woord. Deze artikelen zijn vooral emotioneel van aard. Meningen over de tramplannen en een positieve houding van de sprekers zijn besproken. Grote positieve citaten zoals ‘een heel goed plan op een stevig financieel fundament’ zijn emotionele uitspraken over de positieve kanten van de tramplannen en ontwikkelingen in het trambeleid. Voorbeelden van deze citaten zijn:

(4)

‘De tram verbindt stad en regio’ ‘De spoorlijn is doorslaggevend’

‘Een toekomstvast openbaarvervoer netwerk’

De citaten en kopjes van de overige artikelen zijn ook vaak emotioneel of argumentatief van aard. Hier volgen een aantal van deze kopjes:

‘Inbreng bevolking heeft resultaat’ ‘UMCG: Blij met de tram’

‘Rijksuniversiteit verwelkomt tram’

‘Enthousiasme én vragen bij ondernemers binnenstad’ ‘Wat vindt u van het tracé van lijn 1?

(Tramkrant woensdag 4 maart 2009: blz. 2-8) De ondertitel van Tramkrant is ‘dé informatiekrant van de Regiotram’. Dit suggereert dat de Tramkrant informatief is. Maar de berichtgeving blijkt zowel informatief als argumentatief en emotioneel.

Veel voorbeelden van declaratief taalgebruik bevinden zich ook in de Tramkrant. Op bladzijde drie is het artikel ‘Het spoor als ruggengraat voor een bereikbare regio Groningen- Assen geplaatst. Dit artikel gaat over alles ‘wat er gaat komen’: nieuwe stations, nieuwe verbindingen tussen Groningen en Veendam en Heerenveen, rechtstreeks verbindingen met Leeuwarden, Assen en Zwolle en twee tramlijnen in de stad Groningen. Voorbeelden van declaratieve zinnen zijn:

‘De trein komt niet overal. In de gebieden die met het spoor onvoldoende goed ontsloten worden, tijden Q-liners.’ (Tramkrant woensdag 4 maart 2009: blz. 3)

‘Met de tram naar de binnenstad van Groningen, en door naar Zernike. Dat kan vanaf 2014 met lijn 1. Uiterlijk 2016 komt er ook een tram via het UMCG naar Kardinge.’ (Tramkrant woensdag 4 maart 2009: blz. 1)

‘De stad Groningen krijgt twee tramlijnen: Lijn 1 van het Hoofdstation naar Zernike én lijn 2 naar Kardinge.’ (Tramkrant woensdag 4 maart 2009: blz. 3)

1.4 Is het informatie aanbod overzichtelijk? Gerelateerde informatie bij elkaar

De meeste informatie die bij elkaar hoort, zoals informatie over de regio, over voorkeurstracé of mening van gedeputeerden, staat bij elkaar. De informatie over het proces van inspraak over lijn 1 staat verspreid over de krant. Als de lezer de oproep voor de inspraakperiode leest, is niet meteen duidelijk waar hij nu precies over mee mag praten (beleid). De afbeeldingen en foto’s in de Tramkrant staan altijd goed bij de artikelen waar ze bij horen (in hetzelfde kader). Sommige informatie over eenzelfde thema staat verspreid in de tramkrant. Op de voorpagina en in diverse artikelen worden korte introducties over een bepaald gedaan. Vervolgens zijn kleine blokjes gebruikt die de lezer door verwijzen naar meer informatie over dit thema. Voorbeelden zijn:

‘Meer over het spoor in de Regio Groningen – Assen vindt u op pagina 3. Meer over het tracé van lijn 1 op pagina 4 en 5’

‘Met de tram naar de binnenstad van Groningen, en door naar Zernike. Dat kan vanaf 2014 met lijn 1. Uiterlijk 2016 komt er ook een tram via het UMCG naar Kardinge’ (Tramkrant woensdag 4 maart 2009: blz. 1)

(5)

Verhulling en afzwakking van informatie Slechts één van de tweeëntwintig artikelen bespreekt ook knelpunten voor de tram (Tramkrant 2009: blz. 5. Lijn 1: knelpunten en oplossingen). De overige artikelen bespreken de mogelijkheden en de positieve kanten van de tram en de geplande tracés. Positieve informatie wordt in de verschillende artikelen ook altijd eerst genoemd, daarna volgt meestal ook nog een punt van kritiek. Een voorbeeld hiervan geeft het artikel ‘De tram verbindt stad en regio’ (Tramkrant 2009: blz. 5). Door het citaat dat erbij staat en de eerste twee zinnen van het artikel is te zien dat positieve informatie vooraan staat. Het citaat is:

‘Misschien wel het sterkste argument voor de tram in Groningen is dat de tram voor allebei zo belangrijk is: voor stad en regio’, zegt de Groningse wethouder van Verkeer en Financiën Karin Dekker.

Vervolgens begint het artikel met de volgende twee zinnen:

‘In het begin is de tram vooral bekeken als de oplossing voor de drukte in de stad. Nu is het plan uitgegroeid tot een regionaal OV-plan. Dat is een grote stap vooruit.’

Pas aan het einde van het artikel komen ook de nadelen van de tram aanbod, waaronder de financiële gevolgen. In de krant worden veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt die de informatie vaak positief kleuren. Voorbeelden zijn: sterk, fors, geheel nieuw.

Tussenkopjes De indeling in blokken is redelijk overzichtelijk door regelmatig gebruik van goede tussenkopjes. De tussen dekken de lading van de alinea die erbij hoort. Bijvoorbeeld op pagina zes van de Tramkrant is het volgende artikel afgedrukt: ‘De opmerkelijke comeback van de tram’. Dit artikel bevat drie tussenkopjes: ‘minder ruimte nodig’, stiller en schoner’ en ‘veiliger’. Vervolgens bespreekt de onderstaande alinea precies wat het bovenstaande kopje suggereert.

1.5 Is de hoeveelheid informatie goed?

Overbodige informatie

De krant is in deze vorm (acht pagina’s) uitgebreid. Er staat informatie in de krant die overbodig is om te begrijpen wat de essentie van het beleid is en het inspraakproces inhoud. Dit zijn de artikelen die meer emotioneel en argumentatief van aard zijn, dan informatie. Voorbeelden hiervan zijn de artikelen waarin gedeputeerden uit de provincie, hun (positieve) mening over de tramlijn geven. Het artikel over de historie van de paardentram is niet van belang voor inzicht in de huidige tramplannen, het is meer een nostalgisch artikel. De doelgroep van deze tramkrant is de ondernemer, de inwoner of het bedrijf, in Regio Groningen – Assen. De vraag is in hoeverre deze doelgroep de informatie relevant vindt voor eigen situatie. Er zijn ook publieksgroepen die niet veel weten over het bestuur van stad en regio, een lager opleidingsniveau hebben, minder weten over alle straten en de inrichting van de stad. Voor deze groep is het lastig de Tramkrant te lezen en hierdoor ook om zinvol in te spreken op de voorgestelde tracévarianten. Veel artikelen zijn gericht op hetzelfde thema: emotionele reacties op de komst van de tram. Deze artikelen zijn overbodig voor inzicht in het trambeleid en inspraakproces.

2. Advertentie

Gezinsbode 23 februari 2010 rubriek stadsberichten aankondiging informatie- en inspraakbijeenkomsten lijn 2 en VO lijn 1

Doel

(6)

mensen varieert, maar ook de hoeveelheid kennis van de mensen over de tramplannen is gevarieerd. Het doel van het middel is informeren over de inspraakperiode en de inspraakmogelijkheden. Het is een aankondiging van de inspraakperiode. De IM’ers dienen ter aankondiging voor het verschijnen van de Tramkrant.

2.1 Welke onderwerpen zijn besproken (beleid vs. proces)

Beleid: Deze advertentie beschrijft het kader voor inspraak over de twee geplande tramlijnen in Groningen: het Voorkeurstracé lijn 2 en het Voorlopig Ontwerp van lijn 1 en de Koppelingsvariant. In het artikel worden het begin- en eindpunt van beide lijnen vermeld. Meer informatie over dit voorkeurstracés lijn 2, het VO lijn 1 en de Koppelingsvariant is niet gegeven. Over het beleid wordt ook gezegd dat het standpunt over de tracés door het college van B&W en GS pas wordt ingenomen na voltooiing van de inspraaknotie. Het definitieve besluit door B&W wordt pas genomen na voltooiing van een voorstel dat ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de Gemeenteraad en Provinciale staten.

Proces: De advertentie is getiteld: ‘Inspraakaankondiging’. Het artikel bespreekt dan ook achtereenvolgens de volgende onderwerpen betreffende de inhoud en het verloop van het inspraakproces:

- Wanneer de inspraakperiode is (wanneer)

- Kaders voor inspraak (lijn 1, 2 en de Koppelingsvariant) (wat) - Waarom reacties en adviezen van burgers gewenst zijn (waarom) - Wie er mag inspreken. (voor wie)

- De mogelijkheden tot het opvragen van informatie (rapporten over RegioTram) (hoe) - Mogelijkheid tot indienen van mondelinge of schriftelijke reacties (hoe)

- Mogelijkheid tot het bezoeken van inspraak- of informatiebijeenkomsten (wat) - Data, tijden, locatie en contactgegevens (waar)

- De gevolgde procedure na de inspraakperiode (en dan) - Overzichtschema informatie- en inspraakbijeenkomsten 2.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen?

Jargon

De aankondiging bevat veel afkortingen. Deze afkortingen worden niet eerst in een volledig woord geïntroduceerd. Voorbeelden hiervan zijn:

- het college van B&W’ - dienst RO/EZ

- het GS van Groningen

Ook zijn termen gebruikt waarvan niet duidelijk is wat ze precies inhouden. Voorbeelden hiervan zijn: - direct belanghebbenden - zienswijze - inspraaknotitie - stukken - voorkeurstracé - de Koppelingsvariant Moeilijke zinnen

In de tekst staat een aantal lastige en omslachtige zinnen. Voorbeelden zijn:

(7)

Deze zin is lastig omdat er woorden instaan die niet duidelijk maakt wat er precies gaat gebeuren. Wat betekent ‘na vaststelling’. Is dit een goedkeuring, of wordt bedoeld dat het college van B&W het rapport in elkaar zet?

De volgende zin is lastig omdat het een samenstelling van twee informatieve zinnen is. Ook is hij lastig omdat hij informatie bevat waar niet eerder over geschreven is (niet geïntroduceerde informatie.) De projectgroep gaat er in deze inspraakaankondiging vanuit dat de lezer al weet wat ‘het in juni vastgestelde tracé’ inhoudt:

‘Bij het Voorkeurstracés van lijn 2 gaat het om de voorkeursroute van de tram van Hoofdstation naar Kardinge, en bij het Voorlopig Ontwerp van lijn 1 over de nadere invulling en uitwerking van het in juni 2009 vastgestelde tracé.’

Als laatste voorbeeld van een moeilijke zin, citeer ik de zin onder het kopje ‘stukken’:

‘U kunt alle beschikbare documenten downloaden van www.regiotram.nl of aanvragen bij het projectbureau via tel. (050) 402 35 50 of e-mail info@regiotram.nl’

Deze zin is lastig omdat het kopje ‘stukken’ en de woorden ‘beschikbare documenten’, niet duidelijk maken wat deze stukken of documenten inhouden. Laat staan dat de lezer weet wat hij ermee moet. Onder deze woorden verstaat de projectgroep ‘onderzoeksrapporten over de tracés’, ‘startnoties’ en dergelijke. Deze stukken bevatten dieper gaande informatie over de voor- en nadelen van de tram en onderbouwen de keuze voor de tramtracés. Dit is in de inspraakaankondiging niet duidelijk.

2.3 Is het taalgebruik stimulerend? Mix emotioneel vs. argumentatief

Het taalgebruik in deze aankondiging is beschrijvend. In de gehele advertentie is slechts één emotioneel element te vinden dat tevens een argument is voor omwonenden om in te spreken. Dat is de volgende zin:

‘Ook wil het College van B&W van Groningen graag weten wat u vindt van Koppelingsvariant.’

De rest van de advertentie is puur beschrijvend. Alle mogelijkheden voor inspraak, inspraakreacties en informatiebijeenkomsten zijn beschreven in informatieve vorm. Hier volgen een aantal voorbeelden van deze schrijfstijl:

‘U kunt uw zienswijze mondeling toelichten tijdens twee openbare inspraakbijeenkomsten. Die vinden plaats in de Martinikerk in Groningen.

‘De inspraakavonden beginnen om 20.00 uur. De zaal is open vanaf 19.30 uur.’ ‘De bijeenkomsten staan onder leiding van een onafhankelijk voorzitter.’

‘U kunt alle beschikbare documenten downloaden van www.regiotram.nl of aanvragen bij het Project RegioTram via tel. (050) 402 35 50 of e-mail info@regiotram.groningen.nl’

‘Hieronder vindt u een overzicht van de informatie- en inspraakbijeenkomsten’

Herhaaldelijk beginnen zinnen met ‘u kunt’. Deze vorm onderstreept de mogelijkheden voor belanghebbenden. Emotionele elementen en argumenten ontbreken in dit artikel.

(8)

Gerelateerde informatie bij elkaar Informatie in dit artikel is onsamenhangend weergegeven. Dat begint al bij de inleiding. Een inleiding geeft een beeld van de achtergrond van het artikel, de context en hoort een idee te geven van wat de inhoud van een artikel is. Uit de inleiding van deze advertentie is niet op te maken voor wie de advertentie of inspraakaankondiging bestemt is. Ook geeft de inleiding geen beeld van de opbouw en inhoud van de advertentie. Tevens is het verband tussen alinea’s onderling slecht aangegeven.

Deze onsamenhangendheid licht ik toe aan de hand van de volgende alinea ‘stukken’: Stukken

U kunt alle beschikbare documenten downloaden van www.regiotram.nl of aanvragen bij het Project RegioTram via tel. (050) 402 35 50 of e-mail info@regiotram.groningen.nl.

U kunt zowel schriftelijk als mondeling reageren. De stukken liggen ook ter inzage in de gemeentehuizen in de Regio Groningen – Assen, bij het Gemeentelijk Informatie Centrum (Kreupelstraat 1, Groningen) en de Dienst RO/EZ (Gedempte Zuiderdiep 98, Groningen) van de gemeente Groningen, en in de bibliotheek van het Provinciehuis (Sint Jansstraat 4, Groningen). Allereerst ontbreekt een verband tussen deze alinea en de voorgaande (‘wie kan inspreken?). De alinea’s staan op zichzelf. Hierdoor is het onduidelijk over welke stukken hier wordt gesproken en wat de lezer er mee moet. Ook binnen de alinea ontbreken verbanden. In de alinea ‘stukken’ die ik hieronder herhaal, ontbreekt enig verband. Dit komt mede door de plaatsing van een zin die niet thuishoort in deze alinea. In het voorbeeld is deze zin rood gemaakt. Deze zin hoort later in de advertentie thuis, bij de alinea’s over schriftelijk- en mondeling reageren. Ook de witregel tussen de twee tekstgedeelten zorgt ervoor dat informatie die bij elkaar hoort, niet bij elkaar staat.

Verhulling en afzwakking van informatie

De advertentie heeft de titel ‘inspraakaankondiging’, met als ondertitel ‘Voorkeurstracé lijn 2 Hoofdstation – UMCG – Kardinge – Voorlopig Ontwerp lijn 1 Hoofdstation – Grote Markt – Zernike. Deze titel en ondertitel bevatten geen woorden als ‘tram’, ‘tramplannen’ of ‘tramlijn’, terwijl het artikel daar wel over gaat. De advertentie bevat in principe alle elementen over het inspraakproces zoals besproken bij punt 1: besproken onderwerpen. Maar door de hoeveelheid informatie en door dubbel informatie krijgt de lezer in dit artikel weinig sturing. Het proces van informatie – insturen inspraakreactie – bezoeken inspraakbijeenkomst – vervolg is daardoor onduidelijk. Dit artikel verwijst naar allerlei mogelijkheden tot inspraak, maar ook tot allerlei mogelijkheden tot het opvragen van informatie. Wat minder duidelijk wordt besproken is de precieze inhoud van deze inspraakreacties of de inhoud van deze informatie.

Tussenkopjes

Onder het kopje ‘stukken’ staat dat mensen alle beschikbare documenten kunnen downloaden van www.regiotram.nl of aanvragen bij het Project Regiotram via telefoon of e-mail. Dit kopje is onduidelijk. Wat verstaat de schrijven van dit artikel over ‘stukken’ of ‘documenten’? Het kopje boven de overzichtstabel is ‘informatiebijeenkomsten Voorkeurstracé lijn 2’ . Vervolgens staan in de tabel niet alleen de informatie bijeenkomsten over Voorkeurstracé lijn 2, maar ook informatiebijeenkomsten over lijn 1 en 2 samen en zelfs een informatiebijeenkomst over het Voorlopig Ontwerp van Lijn 1. De kopjes in de overzichtstabel zelf, zijn wel duidelijk. Een stukje verdwaalde informatie over het verschijnen van de Tramkrant, staat onder het kopje ‘informatiebijeenkomsten’. De kopjes zijn dikgedrukt.

2.5 Is de hoeveelheid informatie goed?

(9)

onderdelen van het inspraakproces zoals besproken in de eerste paragraaf: ‘besproken onderwerpen’. De aankondiging bestaat uit ongeveer tien alinea’s en een overzichtstabel met tien rijen en vier kolommen. De informatie in de aankondiging is soms dubbel opgeschreven. Een voorbeeld hiervan is het aantal keren dat er in de tekst staat dat je zowel mondeling als schriftelijk kunt reageren (drie keer.) In de lopende tekst staan allerlei zaken toegelicht, die vervolgens ook in de overzichtstabel weer vermeldt staan. Verwijzingen binnen de tekst worden niet tot nauwelijks gebruikt, maar informatie wordt gewoon herhaald. Voorbeelden van dubbele informatie zijn:

- website www.regiotram.nl (drie keer)

- u kunt zowel schriftelijk als mondeling reageren (drie keer)

- u kunt een brief met uw reactie schrijven, de schriftelijke reacties moeten uiterlijk 2 april 2010 binnen zijn, uw schriftelijke reactie kunt u sturen naar

In dit artikel wordt verteld dat de informatiebijeenkomsten ook in de Tramkrant aangekondigd zijn en op www.regiotram.nl. De doelgroep die deze aankondiging leest heeft daar in principe niks aan, want beschikt al over de informatie door de aankondiging. Deze advertentie is op 23 februari in de Regiokrant geplaatst. Echter in de lopende tekst is verwezen naar de datum 22 februari, die reeds geweest is:

‘U kunt een brief met uw reactie schrijven aan het College van B&W van Groningen. Daarnaast vindt u vanaf 22 februari a.s. op de website www.regiotram.nl een inspraakformulier, dat u kunt printen en invullen.’

3. Brief/uitnodiging

Informatiebijeenkomst vrijdag 12 maart 2010 over het Voorkeurstracé Lijn 2 UMCG, Aan bewoners langs het Voorkeurstracé Lijn 2: Oostersingel, Turfsingel, Bloemsingel e.o. Brief geschreven op 24 februari 2010.

Doel

Deze brief is rond eind februari verstuurd aan de mensen die langs het voorkeurstracé van Lijn 2 wonen (UMCG, Oostersingel, Turfsingel, Bloemsingel). De brief dient als informatiebrief en uitnodiging voor de inspraakperiode.

3.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces)

Beleid: De brief gaat over de presentatie van ‘het Voorkeurstracé voor de tweede tramlijn. Dat wordt duidelijk uit het volgende tekstgedeelte waar de brief mee begint:

‘De colleges van Burgemeester en wethouders en Gedeputeerde staten van Groningen hebben op 12 februari 2010 het voorkeurstracé van de tweede tramlijn gepresenteerd.’

Ook bespreekt de brief een rapport dat de voorkeur uitspreekt voor het tracé over het Kattendiep en de Oostersingel en traject Oosterhamrikkade of Vinkenstraat. Aan beide varianten van de tramtracés zitten voor- en nadelen, daarom onderzoekt project Regiotram deze nog. Er is niet uitgelegd hoe dit beleid verder tot stand is gekomen.

(10)

3.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen?

Jargon

De hele eerste alinea is in vaktaal geschreven. Sommige mensen die deze brief ontvagen weten nog niks over de tramplannen. Zij krijgen wel de volgende inleidende alinea voor hun neus:

‘De colleges van Burgemeester en wethouders en Gedeputeerde staten van Groningen hebben op 12 februari 2010. het voorkeurstracé voor de tweede tramlijn gepresenteerd. Het Voorkeurtracé lijn 2 bevat een afweging van een groot aantal criteria die van invloed zijn op het voorkeurstracé. Het tracé voor lijn 2 kon op een aantal manieren door de stad Groningen. In het rapport spreken we de voorkeur uit voor het tracé over het Kattendiep en de Oostersingel. Het antwoord op de vraag ‘’Oosterhamrikkade of Vinkenstraat?’’ laat nog even op zich wachten. Aan beide varianten zitten voor- en nadelen. Dit stuk van het tracé wordt door het project RegioTram nader onderzocht.’

Onderstreepte zinsdelen bevatten vaktermen en begrippen waarbij geen toelichting is gegeven. Voorbeelden zijn: ‘de colleges van Gedeputeerde Staten van Groningen’, ‘het Voorkeurstracé’, ‘de voorkeursroute’, ‘Het Voorkeurstracé lijn 2’. Deze begrippen zijn niet toegelicht, terwijl ze eerder in de brief ook nog niet ter sprake zijn gekomen.

Moeilijke zinnen

Ook bevat de brief moeilijke zinnen. Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van moeilijke zinnen. De moeilijkheid van deze zinnen schuilt in verschillende elementen (moeilijke woorden en zinsstructuur) die ik zal bespreken:

‘Het Voorkeurstracé van Lijn 2 bevat een afweging van een groot aantal criteria die van invloed zijn op het voorkeurstracé’.

De volgorde van de informatie in deze zin is lastig. Wat deze zin duidelijk moet maken is dat een afweging tussen criteria, de basis heeft gevormd voor het voorliggende plan voor Het Voorkeurstracé van lijn 2. In de brief staan meer zinnen waarin de volgorde van de informatie niet klopt. Een andere voorbeeldzin is:

‘Het tracé voor lijn 2 kon op verschillende manieren door de stad Groningen’

‘In het rapport spreken de voorkeur uit voor het tracé over het Kattendiep en de Oostersingel. Het antwoord op de vraag ‘’Oostenhamrikkade of Vinkenstraat?’ laat nog even op zich wachten.’ 3.3 Is het taalgebruik stimulerend?

Mix emotioneel vs. argumentatief

Het onderwerp van de brief is: ‘Informatiebijeenkomst over het Voorkeurstracé lijn 2’. Deze titel verschaft nog geen duidelijk over of de brief al dan geen uitnodiging is. Er is geen sprake van een oproep tot actie. Uit de brief wordt duidelijk dat hij gericht is op de doelgroep bewoners en ondernemers, deze doelgroep is aangesproken met ‘u’. Ook bevinden zich in deze zinnen emotionele elementen zoals ‘wij nodigen u graag uit’ en ‘u bent van welkom’. Voorbeelden van de doelgroepgerichtheid en de emotionele elementen staan in de volgende zinnen:

‘Wij betrekken u als bewoners en ondernemers van de straten waar de tram doorheen of langs komt graag bij de plannen. Bij het Voorkeurstracé van Lijn 2 gaat het om de voorkeursroute van de tram van Hoofdstation naar Kardinge. Wat vindt u van het tracé dat nu voorligt?’

(11)

In deze brief zijn geen argumenten gegeven voor omwonenden om in te spreken op de tramplannen.

3.4 Is de informatie aanbod overzichtelijk?

Gerelateerde informatie bij elkaar

Gerelateerde informatie staat in deze brief niet altijd bij elkaar. Vaak komen niet geïntroduceerde onderwerpen aan de orde. Een voorbeeld is de volgende zin:

‘U kunt tot en met 2 april 2010 inspreken op de verschillende rapporten. Dit kunt u zowel schriftelijk als mondeling doen.’

Deze zin suggereert dat de lezers van deze brief weten dat er verschillende rapporten over de tramlijn in omloop zijn, die zij kunnen raadplegen. De brief zelf maakt dit alleen niet duidelijk. Waar kan de lezer deze rapporten vinden en waar ze over gaan. Een zakelijke brief bestaat gewoonlijk uit een inleiding, een middenstuk en een slot. In deze brief komt deze opbouw niet duidelijk naar voren. Als toelichting bespreek ik de eisen aan een zakelijk brief en deze relateer ik aan de informatie uit de brief van de projectgroep.

De inleiding geeft de aanleiding voor het schrijven van de brief weer. In de inleiding van deze brief zou moeten staan dat deze brief een uitnodiging is om in te spreken o.i.d. maar dat is niet het geval. Deze inleiding bevat alleen geen aanleiding en een beschrijving van twee variaties voor de route van tramlijn 2. Een inleiding hoort ook een globaal beeld te geven van de inhoud van de brief. Dat is hier ook niet het geval. In de inleiding wordt niet gerept over de inhoud van deze brief.

Het middenstuk moet een bespreking bevatten van het inspraakproces en de inspraakmogelijkheden voor burgers. Dat is in deze brief het geval. De indeling van het middenstuk in alinea’s is alleen niet logisch. Het middenstuk bestaat uit de vraag wat inwoners van de plannen vinden, een uitnodiging voor de informatie bijeenkomst, de mogelijkheden om in te mondeling en schriftelijk in te spreken en de procedure rondom de mondelinge- en schriftelijke inspraak.

Het slot zou een bespreking moeten bevatten van het vervolg van de inspraak. Dat is in deze brief niet het geval. Het slot van deze brief bevat uit drie zinnen over het opvragen van aanvullende gegevens en een verwijzing naar de website.

Verhulling en afzwakking van informatie

Door gebruik van een aantal vage zinnen is informatie afgezwakt of verhult weergegeven. Een voorbeeld van zo’n vage zin is deze:

‘Het Voorkeurstracé van Lijn 2 bevat een afweging van een groot aantal criteria die van invloed zijn op het voorkeurstracé’.

De volgorde van de informatie in deze zin is lastig. Wat deze zin duidelijk is moet maken is dat een afweging tussen criteria, de basis heeft gevormd voor het voorliggende plan voor Het Voorkeurstracé van lijn 2. Bij het lezen van deze zin is niet duidelijk over welke afwegingen in criteria het gaat.

Deze brief is bestemd voor ‘bewoners langs het Voorkeurstracé lijn 2, UMCG, Oostersingel, Turfsingel, Bloemsingel e.o.’, zo staat er in de adresseringsbalk. Deze mensen ontvangen deze brief en beginnen met lezen:

‘De colleges van Burgemeester en wethouders en Gedeputeerde staten van Groningen hebben op 12 februari 2010. Het Voorkeurstracé voor de tweede tramlijn gepresenteerd.’

(12)

informatie. Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van informatie die als ‘gegeven’ wordt beschouwd:

‘In het rapport spreken we de voorkeur uit voor het tracé over het Kattendiep en de Oostersingel. Het antwoord op de vraag ‘Oosterhamrikkade of Vinkenstraat? laat nog even op zich wachten’. Vragen die bij het lezen van deze zin op kunnen spelen zijn: Over welk rapport gaat het hier? Wie is we in deze brief? En wat is bedoeld met ‘Het antwoord op de vraag Oosterhamrikkade of Vinkenstraat? laat nog even op zich wachten? In de brief is nog niet eerder gesproken over een rapport, de afzender van de brief is nog niet duidelijk en de tramtracés zijn nog niet toegelicht.

Tussenkopjes In deze brief zijn geen tussenkopjes gebruikt. Wel bestaat de informatie in de brief uit diverse onderdelen. De opbouw van de brief is namelijk als volgt:

- Aanleiding: presentatie Voorkeurstracé door B&W en GS - Vervolg: betrekken inwoners en ondernemers

- Uitnodiging informatiebijeenkomst

- Inspraakproces: start inspraakperiode, mondeling of schriftelijk inspreken - Inspraakprocedure (mogelijkheden: inspraakformulier, mondeling inspreken) - Contact en verwijzing naar website

De brief van 1.5 a4 bevat zoals toegelicht veel verschillende informatie. De verschillende onderdelen die de brief beschrijft kunnen best een tussenkop gebruiken om de lezer te sturen. Voor deze brief is het standaard model voor correspondentie van de Bestuursdienst gebruikt. Deze bevat de volgende onderdelen:

Afdeling

Onderwerp

Telefoon – Bijlage – Ons Kenmerk Datum – Uw brief van – Uw kenmerk Bezoekadres- Postadres –buslijnen – e-mail – website

Bovenstaande onderdelen maken niet duidelijk wat het doel van de brief is (onderwerp) maar ook niet wie de afzender is. Er is nu sprake van dubbele contactmogelijkheden voor mensen die reactie willen geven. Zij kunnen per ongeluk contact opnemen met de bestuursdienst, terwijl reacties op de tramlijn naar de projectgroep moeten. Na het lezen van de brief blijkt dat belanghebbenden contact moeten zoeken met project Regiotram. De afzenders van de brief echter, zijn wel de burgemeester en wethouders, en niet deze Projectgroep.

3.5 Is de hoeveelheid informatie goed? Overbodige informatie

Deze brief bestemd voor omwonenden van de Voorkeurstracés. De brief bevat geen informatie over het vervolg van de inspraakreacties (inspraakperiode). De vraag is wat er dus met de inspraak gebeurt. De brief bevat veel informatie op detailniveau, bijvoorbeeld over de mogelijke routes van het tramtracé. Deze informatie is nog steeds niet voldoende om de exacte beleidsplannen te begrijpen. Aanvullende informatie uit de rapporten en noties is nodig om een beeld te vormen over de tracés. Een voorbeeld van deze detailinformatie staat in de inleiding:

(13)

4. Persbericht

Persbericht Groningen 13 mei 2009 ‘Versnelde aanleg van lijn 2 naar UMCG en Hardingen. Tramlijn 1 door binnenstad en de Donderstraalt

Het doel van een persbericht is om de regionale pers te informeren over de ontwikkelingen in het trambeleid en inspraakproces. Zodat zij hier artikelen over publiceren in diverse media (kranten en internet). In deze paragraaf bespreek ik in hoeverre dit persbericht van de projectgroep, openheid verschaft over het trambeleid en het inspraakproces. Wederom aan de hand van de vijf criteria uit de analysetabel.

4.1 Onderwerpen: bespreking trambeleid en inspraakproces

Beleid: Dit persbericht bestaande uit 1 a4 tekst, bericht over de huidige (actuele) besluiten van B&W over de tramplannen voor tramlijn 1 en de versnelde aanleg van tramlijn 2. De besluiten zijn genomen door B&W op basis van de inspraakperiode over het Voorkeurstracé. De tracés zijn besproken maar ook de afwegingen voor de besluiten die hieraan ten grondslag liggen. Het grootste deel van het bericht gaat over de aanleg van enkelspoor in plaats van dubbelspoor door de Oosterstraat. Alleen de meest in het oog springende besluiten (belangrijkste) zijn genoemd. Proces: Het persbericht meldt dat deze besluiten zijn genomen op basis van het voorstel van de Projectgroep, wat weer gebaseerd is op de inspraakperiode over het voorkeurstracé van lijn 1. Het persbericht spreekt uitvoerig over de wensen die zijn ingesproken tijdens de inspraakperiode tussen 23 februari en 23 maart, en wat het B&W met deze inspraak heeft gedaan. Aan het einde van dit persbericht is ruimte voor een korte zin over het vervolg (bespreking en besluit) na deze inspraakperiode en gewijzigde plannen door B&W.

4.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen? Jargon

Dit persbericht bevat een aantal lastige voorbeelden. Door de context wordt wel duidelijk wat het jargon betekend. Voorbeelden zijn:

‘strengel- in plaats van dubbelspoor’ ‘gebundeld spoor’

Verder is het persbericht met makkelijke woorden geschreven. Het medium (krant, internet) waar de persberichten naar verzonden worden zullen van dit persbericht hun eigen artikel maken. Het is de vraag op welke manier zij de informatie in hun eigen woorden zullen opschrijven.

Moeilijke zinnen

In het persbericht staan weinig moeilijke zinnen. Wel bevatten een aantal zinnen beeldspraak de lezer afhoudt van waar het echt om gaat:

‘Voor lijn 1 zal een deel van de portiekflat op de hoek van de Kastanjelaan en de Eikenlaan moeten wijken, als het aan B&W ligt.’ (moet gesloopt worden)

‘Dat zijn de meest in het oog springende maatregelen die Burgemeester en Wethouders van Groningen willen treffen op voorstel van de Stuurgroep Regiotram.’ (maatregelen met de grootste gevolgen of rigoureuze maatregelen?)

(14)

4.3 Stimulerend taalgebruik

Mix emotioneel vs. argumentatief

Het taalgebruik in dit middel is zowel informatief als argumentatief. Ook emotionele elementen komen in het artikel voor. In onderstaande passages is een mix van emotioneel en argumentatief taalgebruik aanwezig. In de tekst heb ik aangegeven welke elementen dat kenbaar maken:

‘De plannen voor de introductie van de tram in Groningen zijn door veel insprekers met instemming begroet (emotioneel), maar ondernemers uit de Oosterstraat zijn tegen (emotioneel) de geplande dubbele trambaan door hun straat. Zij verwachten dat bedrijven schade zullen lijden door de komst van de tram (argument).’

‘Aan de wens van onder het UMCG (emotioneel) tot spoedige aanleg van lijn 2 komt B&W tegemoet door de aanleg te versnellen. Met de aanleg van tramlijn 1 wil het college niet wachten, omdat (argument) de verkeersproblematiek op de route Hoofdstatoon- Zernike geen uitstel verdraagt.’

Meer emotioneel taalgebruik is onderstreept in de volgende passages:

‘Een andere veel gehoorde inspraakreactie is de wens van de geplande tweede tramlijn, naar UMCG en Kardinge, aan te leggen vóór de tramlijn van Hoofdstation Groningen naar Zernike.’ Het artikel bevat heel veel argumenten en afwegingen voor de besluiten die B&W hebben genomen. Voorbeelden hiervan zijn:

‘Hierdoor wordt de ruimte die de trambaan inneemt een stuk kleiner en is er meer ruimte voor voetgangers en laden en lossen.’

‘Met de aanleg van tramlijn 1 wil het college niet wachten, omdat de verkeersproblematiek op de route Hoofdstation- Zernike geen uitstel verdraagt.’

‘Dit naar aanleiding van de inspraak over het voorkeurstracé van lijn 1, van Hoofdstation naar Zernike’.

4.4 Overzichtelijkheid informatieaanbod

Verhulling en afzwakking van informatie Dit persbericht toont de maatregelen die zijn voorgesteld door de Projectgroep, naar aanleiding van de inspraakperiode. In dit persbericht wordt als eerste de inspraakperiode geëvalueerd (aantal reacties, commentaar, wensen burgers). Vervolgens wordt besproken wat B&W aan de hand van deze inspraakperiode hebben besloten. In dit artikel ontbreekt de stap van inspraakperiode (burger) naar Projectgroep (rapport/aanbeveling) naar het College van B&W. De mogelijkheid die de Projectgroep geeft om de samenvatting van het Inspraakrapport te lezen, zorgt voor volledigheid van informatie. De vraag is alleen in hoeverre de pers dit ook oppikt en bericht aan de burgers. Een element dat wel afzwakkend of verhullend werkt is de volgende zin:

Voor lijn 1 zal een deel van de portiekflat op de hoek van de Kastanjelaan en de Eikenlaan moeten wijken, als het aan B&W ligt.

Moeten wijken betekend eigenlijk gewoon dat deze portiekflat afgebroken of gesloopt moet worden. Op deze manier klinkt het allemaal wat minder ernstig, terwijl dit gegeven voor omwonenden wel grote gevolgen heeft.

(15)

elementen. Een kop boven de laatste alinea zou moeten zijn: ‘Sloop portiekflat Eikenlaan en Kastanjelaan.’ Het weglaten van deze kop kan met opzet gebeurt zijn.

Gerelateerde informatie bij elkaar

Het persbericht is helder opgebouwd. Het bestaat uit een dikgedrukte inleiding waarin de belangrijkste maatregelen worden genoemd, waartoe het B&W besloten heeft. Het persbericht is vervolgens opgedeeld in korte alinea’s waarin gerelateerde informatie bij elkaar staat. Als voorbeeld citeer ik één alinea dat één onderwerp bespreekt:

‘Voor lijn 1 zal een deel van de portiekflat op de hoek van de Kastanjelaan en Eikenlaan moeten wijken, als het aan het B&W ligt. Op deze kruising komt een ovale rotonde, die voldoende ruimte biedt voor alle verkeer: naast de team ook bussen, auto’s, voetgangers en fietsers. Het college verkiest deze oplossing boven een alternatief plan van Project RegioTram voor het kruispunt Kastanjelaan- Eikenlaan, waarbij de flat wordt gespaard.’

Deze alinea is goed gestructureerd omdat de belangrijkste informatie vooraan staan, de eerste zin gaat over het besluit van B&W. Vervolgens is er een toelichting over wat het besluit inhoudt. De alinea eindigt met de bespreking van een alternatief plan voor het genomen besluit. Informatie over beleid, proces en besluitvorming staat bij elkaar. Ook het vervolg van het proces en de contactgegevens van de projectgroep staan bij elkaar in het slot van het bericht.

Tussenkopjes In dit artikel is gebruik gemaakt van één hoofdkop getiteld: ‘Versnelde aanleg van lijn 2 naar UMCG en Kardinge. Tramlijn 1 door binnenstad en de Oosterstraat. Vervolgens is er een dikgedrukte inleiding. Na de inleiding volgt een stuk tekst zonder kopje, deze tekst gaat over de inspraakperiode. Vervolgens is er één tussenkopje. Dit kopje is getiteld: ‘meer ruimte voor voetgangers en laden en lossen’. Het stuk tekst onder dit kopje gaat echter ook over de versnelde aanleg van tramlijn 1. Deze aanleg heeft geen relatie met dit kopje. Dit artikel bespreekt achtereenvolgens de volgende onderwerpen die geen eigen kopje hebben:

- Inleiding (maatregelen)

- De evaluatie van de inspraakperiode - De maatregelen die het B&W neemt

- De gevolgen van deze maatregelen voor verkeer en burgers - Het vervolg (besluit)

Door het gebruiken van slechts één kopje over één onderwerp. Lijkt het of dit stukje belangrijker is dan de rest van het artikel. Dit stukje is wel een positieve kop ‘meer ruimte voor laden en lossen’. De overige besproken onderwerpen in de alinea’s bevatten ook negatieve informatie, deze hebben geen kop.

4.5 Hoeveelheid informatie Overbodige informatie

In dit artikel is het inspraakproces (de evaluatie) besproken. Vervolgens toont dit artikel de maatregelen (beleid) die het college van B&W nemen. Ook bespreekt dit artikel het vervolg van het proces (wanneer het besluit valt.) In dit artikel is niet meer informatie gegeven dan nodig is te begrijpen wat de ontwikkelingen zijn in de beleidsvorming.

5. Poster/paneel

(16)

Het doel van de posters is om de diverse bezoekers van de inspraak- en informatiebijeenkomsten over lijn 1 en 2, te informeren over de veranderingen in bus- en fietsroutes als de twee tramlijnen er komen.

5.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces)

Beleid: De poster over de fietsroutes bij lijn 1, bespreekt de manier waarop de tram de fietsroutes van de stad beïnvloedt. De poster moet duidelijk maken welke fietsroutes er zijn nu er nog geen tramlijn is, maar ook de toekomstige fietsroutes die er gaan komen als tramlijn 1 er ligt. De poster verteld dat er een vrijwel rechtstreekse Noord-zuidroute voor doorgaand fietsverkeer door de binnenstad komt, die grotendeels vrij ligt van de trambaan. De poster meldt dat het resultaat van deze nieuwe fietsroutes een heldere en veilige verkeersstructuur is. Het ontbreekt aan argumenten voor deze keuzes.

Proces: Op deze poster wordt niet gesproken over inspraak. 5.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen?

Jargon

De inhoud van sommige begrippen op de posters is onduidelijk. Wat is bedoeld met een compact stad en een fietsstructuur? Lastige woorden zijn:

‘compacte stad’ ‘fietsstructuur’ Moeilijke zinnen

De zinnen op de posters bevatten veel begrippen waarvan de inhoud niet direct duidelijk is. Hierdoor zijn sommige zinnen omslachtig. Vragen die bij het lezen van onderstaande zin opspelen zijn: ‘Wat betekend vrijwel rechtstreeks?’ en ‘is deze Noord-zuidroute alleen voor doorgaande verkeer dan?’

‘Er komt een vrijwel rechtstreekse Noord-zuidroute voor doorgaand verkeer door de binnenstad.’ 5.3 Is het taalgebruik stimulerend?

Mix emotioneel vs. argumentatief De begeleidende tekst van de posters is declaratief geschreven. Een voorbeeld van een stukje tekst dat declaratief is en gaat over de gevolgen van de tram voor de verkeersstructuur is de volgende:

‘Er komt een vrijwel rechtstreekse Noord-zuidroute voor doorgaand verkeer door de binnenstad. De fietsroute komt zoveel mogelijk vrij te liggen van de trambaan. Resultaat: een heldere en veilige fietsstructuur.’

Is bovenstaande passage is een conclusie getrokken over de plannen, die positief van aard is. Volgens deze passage is het gevolg van de plannen dat er een heldere en veilige fietsstructuur ontstaat. Argumenten hiervoor zijn gegeven.

5.4 Is het informatie aanbod overzichtelijk?

Gerelateerde informatie bij elkaar

(17)

Verhulling en afzwakking van informatie Posters zijn uitermate geschikt om gedetailleerde overzichtskaarten op uit te vergroten. Bezoekers hebben door de posters inzicht in de veranderingen in de verkeersstructuur.

Afbeelding1 : Posters op panelen tijdens bijeenkomst Bron: Project RegioTram

Het is onduidelijk waarom wijken als Vinkhuizen en Helpman op de kaarten niet te zien zijn. Tussenkopjes/legenda De titels van de posters zijn helder. Op de posters is uiteraard geen sprake van tussenkopjes, wel van een volledige legenda.

5.5 Is de hoeveelheid informatie goed?

Overbodige informatie

Op de posters staat slechts vijf a zes regels tekst, hierin is geen sprake van jargon. De posters zijn gebruikt in combinatie met andere middelen (maquettes, presentaties en andere posters) tijdens inspraak- en informatiebijeenkomsten. De afbeeldingen op de posters vertellen hoe de verkeersstructuur bij de geplande tramlijnen er uit komt te zien. De begeleidende tekst op de posters stuurt te kijker naar bepaalde elementen van de poster, deze tekst is niet nodig om de plattegronden te begrijpen en dus overbodig. De plattegronden op de posters zijn erg druk en op straatniveau is slecht te zien waar de bussen en fietsroutes precies langs lopen. Voor de bezoekers van de inspraakbijeenkomst die inzicht willen hebben in de gevolgen van één van de twee tramlijnen op wijkniveau, zijn deze posters nuttig. Om inzicht te krijgen in de gevolgen op straatniveau zijn deze posters vrij lastig te interpreteren.

6. Inspraakrapport

Inspraakrapport Voorkeurstracé 1e lijn Hoofdstation – Zernike, Sporen naar de toekomst, van

Project RegioTram Doel

Het inspraakrapport dient ter informatie, evaluatie en verantwoording over vormgeving en het verloop van de inspraakperiode. Het inspraakrapport is bestemd voor alle mensen die hebben ingesproken. Maar ook voor overige geïnteresseerden.

6.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces)

(18)

leiden, toegelicht. In het rapport zijn alle reacties per thema samengevat en van een antwoord voorzien. Thema’s waarover gesproken is zijn:

- Raamwerk RegioRail

- Tracékeuze en alternatieve systemen

- Effecten op het voorkeurstracé (verdeeld in straten)

- Overige thema’s (vrachttram, materieelkeuze, tarieven, toegankelijkheid) - Financiën

In de bijlage bevinden zich ten slotte nog een aantal kaarten van het buslijnennet in de Noordelijke stadswijken.

Proces:

In de inleiding van dit rapport is de inspraakprocedure besproken. In hoofdstuk drie is de inspraakprocedure besproken (wie er mocht inspreken, procedure, organisatie). Hoofdstuk vier vermeldt alle inspraakreacties. De inspraakreacties zijn in deze hoofdstukken van een reactie door de Projectgroep voorzien. In het rapport is toegelicht wat er verstaan is onder ‘inspraakreacties’. Alleen deze reacties zijn als formele inspraakreactie opgevat en bevinden zich in dit rapport. Deze keuze wordt ook onderbouwd. Het laatste hoofdstuk bespreekt het vervolg na dit inspraakproces. In dit vervolg hoofdstuk wordt ook het spreekrecht van burgers genoemd tijdens de commissievergadering waarin het definitieve besluit wordt genomen.

6.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen? Jargon

De vragen van de bewoners over beleid en consequenties zijn toegankelijk verwoord, omdat ze gewoon letterlijk de vraag van bewoners weergeven. Dit is automatisch de taal van de burgers. Alleen de reacties van de project zijn vaak lastig geschreven met veel moeilijke termen en jargon. Lastige woorden afkomstig uit een antwoord van de projectgroep zijn de volgende: prognosticeren, modal split, calamiteiten, stremmingen, frequentieverhoging, nijpend, halteren (stoppen), tevens i.p.v. ook, het ontvlechten van de treinstromen. Vage termen als ‘een keervoorziening’ komen regelmatig voor.

Moeilijke zinnen

In het rapport staan veel moeilijke zinnen. Dat komt mede door de informatiedichtheid van deze zinnen, door samenstelling en gebruik van bijzinnen. Als voorbeeld citeer en bespreek ik een aantal passages uit de conclusie van dit inspraakrapport (Hoofdstuk 5; pag. 58-63):

‘Sommige insprekers noemen als alternatief kleine busjes die de binnenstad bedienen’ (pag. 58) Deze zin is lastig omdat het taalgebruik vaag is. De zin bevat de uitspraak ‘busjes die de binnenstad bedienen’. Het gaat hier om kleine busjes die het openbaar vervoer verzorgen in de binnenstad.

‘Daarmee zijn al met al de genoemde alternatieven voor lijn 1 stuk voor stuk minder aantrekkelijk dan het voorstel dat op tafel ligt: een tram door de binnenstad, over de Grote Markt.’ Door de zinsgedeelten al met al en stuk voor stuk wordt de zin vaag. Deze zinsgedeelten zijn niet nodig om de inhoud van de zin te begrijpen en kunnen worden weggelaten.

‘Voorgestelde verbeteringen ten aanzien van het huidige bussysteem voor de verbinding tussen Hoofdstation en Zernike zijn geen goed alternatief voor het tramsysteem’

(19)

‘Op deze plaats passen ook een paar relativerende opmerkingen over de vrees van sommige insprekers dat de Oosterstraat per definitie hinder zal ondervinden van de komst van de tram en het verdwijnen van het doorgaande fietsverkeer.’

Ook deze zin is een samenstelling. Hij is erg lang en lastig te lezen. Tussenkomma’s of opsplitsing maakt de informatie begrijpelijker.

‘Dichter bij huis wijst de praktijk uit dat straten zonder doorgaand fietsverkeer heel goed kunnen floreren: zie de Herestraat, de Zwanestraat en de Poelestraat.’

Met dichter bij huis wordt in bovenstaande zin bedoeld: in de stad Groningen. Het zinsgedeelte dat hierboven onderstreept is bevat een vage verwijzing. Straten kunnen niet floreren. De onderneming in de straten wel, en dat is ook wat in deze zin bedoeld is.

‘als dat niet zo is, dringen ze aan op snelle duidelijkheid’

Snelle duidelijkheid, zoals geciteerd uit de zin hierboven, bestaat niet. In deze zin is bedoeld dat men snel duidelijkheid wil (wenst).

6.3 Is het taalgebruik stimulerend? Mix emotioneel en argumentatief

Het taalgebruik in het inspraakrapport is overwegend informatief en beschrijvend. Maar het rapport bevat ook een vraag antwoord structuur, waarin vragen van insprekers worden beantwoord. Deze vragen bevatten ook emotionele elementen. Voorbeelden hiervan noem ik hier kort:

‘Ook de heren Groenewold, Drent en Hoven vinden de Regiotram te groot en stellen een minder brede tram, de Translohr voor.’

‘A. Doorslag maakt zich zorgen over de veiligheid.’

‘Ze geeft aan bang te zijn dat veel kwaliteitswinkeliers gaan vertrekken en dat Oosterstraat verloedert.’

Het inspraakrapport bevat ook veel beargumenterend taalgebruik. In de inleiding, de procedure bespreking en in de conclusie zijn veel argumenten en afwegingen te vinden. Een aantal tekstpassages met daarin beargumenterend taalgebruik citeer ik hier:

‘Om die reden worden reacties die te maken hebben met het Raamwerk Regiorail opgevat als een (participatie)reactie’ (Inleiding, blz. 3)

‘De keuze voor het Voorkeurstracé is het resultaat van een zorgvuldige afweging van alle voors en tegens’ (Voorkeurstracé lijn 1, blz. 4)

‘Het idee om de tram om de binnenstad heen te leiden en de Grote Markt te bedienen via kleine busjes, stuit op extra kosten. Bovendien betekent dit voor reizigers een extra overstap, en extra reistijd.’ (Conclusies en wijzigingen t.o.v het voorkeurstracé, blz. 58)

6.4 Is het informatie aanbod overzichtelijk? Gerelateerde informatie bij elkaar

De opbouw van het inspraakrapport standaard. Het inspraakrapport heeft de volgende opbouw: - Inhoudsopgave

- 1. Inleiding

(20)

- 4. Inspraakreacties per thema

- 5. Conclusies en wijziging t.o.v. het voorkeurstracé - ?

- 7. Vervolg - Bijlagen

Alle vragen over een bepaald thema met alle antwoorden over een bepaald thema staan in de bespreking (hoofdstuk 4) bij elkaar. De inspraakreacties per thema staan in verhalende vorm bij elkaar, waarna één overkoepelend antwoord van de projectgroep volgt. Je moet per inspraakreactie zoeken naar het bijhorende antwoord, dat in deze lap tekst staat.

Verhulling en afzwakking van informatie

In het inspraakrapport zijn vragen van alle insprekers uitgeschreven. Vervolgens geeft het Project uitvoerig antwoord op de vragen aan de hand van argumenten op basis van onderzoeksgegevens. Het inspraakrapport wordt ook aan alle insprekers ingezonden, zij moeten alleen hun inspraakreactie kunnen terugvinden in dit rapport. Dit kunnen zij doen door te zoeken bij het thema waar hun inspraakreactie over ging. In dit inspraak rapport springt in de inhoudsopgave de nummering van hoofdstuk 5 (conclusies) naar hoofdstuk 7 (vervolg). Ook in het rapport is dit zo. Het is de vraag of hier een hoofdstuk mist.

Tussenkopjes

Het rapport bevat diverse tussenkopjes. De inspraakreacties zijn verdeeld over verschillende thema’s. Voorbeelden hiervan zijn: Bouw en Schade, Oosterstraat/Gelkingestraat, parkeren en inrichting straten. In het rapport zijn deze thema’s genummerd en bevatten zij een tussenkop. Onder een thema dat besproken is in het inspraakrapport (bijvoorbeeld thema 20. Bouw en Schade), zijn alle reacties van insprekers over dit onderwerp, in één alinea opgesomd. De reactie van het project dat daarop volgt is ook een aaneenschakeling van antwoorden op de vragen, zonder overzichtelijke tussenkopjes. Alleen de kopjes inspraakreacties en reactie van het project staan tussen de alinea’s om deze op te delen.

6.5 Is de hoeveelheid informatie goed?

Overbodige informatie

Het inspraakrapport is geschreven ter vastlegging van alle inspraakreacties en de bijhorende antwoorden van de projectgroep. De insprekers hebben dit rapport toegezonden gekregen, zodat ze alles nog eens uitvoerig door kunnen lezen. Het Project geeft in dit rapport antwoord op alle vragen van de insprekers. Het inspraakrapport bestaat uit alle onderdelen waar een rapport uit dient te bestaan. Zo is er een inleiding, een beschrijving van het tracé, de gevolgde procedure, een bespreking, een conclusie en een hoofdstuk ‘Vervolg’ aanwezig.

7. Tram e-mail

Trammail nummer 14 en 15 (nov. En dec. 2009) Doel

Deze tram e-mails zijn verstuurd naar alle mensen die zich online hebben ingeschreven als nieuwsbrief abonnee. Het doel van het middel is om geïnteresseerden (abonnees/belanghebbenden) inzicht te geven in de vorderingen in het trambeleid en het tramproces.

7.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces)

(21)

knooppuntenplan voor Groningen en de projectplanning van begin 2010. De nieuwsbrief bericht ook over een persbericht van provincie en gemeente Groningen. In dit persbericht staat geschreven dat de Regiotram ten opzichte van de onderzochte alternatieven voordelen heeft voor de bereikbaarheid, economie, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Aan de hand van vragen die via de website zijn binnengekomen en vragen die tijdens het publieke debat gesteld zijn, creëert de Projectgroep in trammail 15 een vraag en antwoord trammail. Vragen van mensen uit stad en regio zijn uitvoerig beantwoordt.

Proces: De Projectgroep bericht in tram e-mail 14 over de uitkomsten van de participatie over lijn 2 Hoofdstation – UMCG – Kardinge en het gepubliceerde participatieverslag over lijn 2. Deze nieuwsbrief bevat ook een aankondiging voor de presentatie van het Voorkeurstracé van deze lijn 2. Over de planning van het beleidsvormingsproces (uitloop) e.d. bericht deze trammail ook. In alle trammails is er ruimte voor de rubriek ‘tram in de media’. Alle artikelen die in de media verschijnen over de tramplannen zijn ook verzamelt in de rubriek ‘nieuws’ op de website. 7.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen?

Jargon

In deze tram e-mail is bijna geen jargon te vinden. De vaktermen die worden gebruikt (straatsessies, participatieperiode, tracévoorstellen) zijn uitgelegd en toegelicht in de diverse artikelen.

Moeilijke zinnen

De nieuwsbrief is voor digitaal gebruik. Dat is te zien door gebruik van korte stukjes tekst met de mogelijkheid om meer te lezen of om door te klikken. De tekstjes zijn zeer toegankelijk geschreven. Een voorbeeld van een toegankelijke (doelgroepgerichte) passage is de volgende:

‘Sinds de zomer wordt op het projectbureau RegioTram gewerkt aan het Voorlopig Ontwerp van het tracé van lijn 1. Dat is de nadere uitwerking van tracéschetsen die eerder zijn gemaakt. Waar komen de rails en de haltes te liggen, en waar de ondergrondse kabels en leidingen? Hoe gaan de bochten er precies uitzien, en de bruggen en de kades? Waar komt de ruimte voor laden en lossen en waar komen bomen? Om dat soort vragen gaat het in het VO.’

De zinnen in deze passage zijn niet lang. In deze passage wordt precies toegelicht wat een ingewikkelde term als ‘Voorlopig Ontwerp’ (VO) precies inhoudt.

7.3 Is het taalgebruikstimulerend? Mix emotioneel en argumentatief

Er bevinden zich zowel emotionele als argumentatieve elementen in de nieuwsbrief. Ook kan de titel van artikel: ‘weer participatie met resultaat’, kan als een motiverende zin worden gezien. Ook richt de nieuwsbrief zich op persoonlijke vragen (emotioneel) van geïnteresseerden en omwonenden, en beantwoordt deze gericht. De tram e-mail bevat ook persoonlijk taalgebruik, de lezer wordt aangesproken met ‘u’.

Een voorbeeld van emotioneel taalgebruik is te zien in de volgende zin:

‘’Dit was de laatste nieuwsbrief van 2009. Het project RegioTram wenst u prettige feestdagen en een goed begin van 2010’’

‘’Ook alternatieve voorstellen waren van harte welkom’

Titels van artikelen als ‘’wat heeft de participatie over tramlijn 2 opgeleverd?’’ geven als aan dat het volgende artikel argumenten zal geven voor de participatieperiode. Argumentatief taalgebruik is ook regelmatig te vinden in de nieuwsbrieven. Een voorbeeld zijn de volgende zinnen:

(22)

‘Dan kunnen we u meer melden over de planning van de bekendmaking van het Voorkeurstracé van lijn 2 en de daarop volgende inspraakperiode’

7.4 Is de informatie aanbod overzichtelijk?

Gerelateerde informatie bij elkaar

Gerelateerde informatie staat in deze nieuwsbrieven bij elkaar. De nieuwsbrief start met een inleiding over de inhoud van de nieuwsbrief. Vervolgens is er een digitale inhoudsopgave van de nieuwsbrief (doorklik linkjes). Dan volgen de artikelen één voor één. Bij deze artikelen is er de mogelijkheid om te klikken op ‘lees meer’, alleen dan krijgt de ontvanger het gehele artikel te zien. Ook de datum van elke artikel is vermeldt. De artikelen staan gesorteerd van meest actueel naar ouder. Elke tram e-mail sluit af met het blokje ‘contact’.

Verhulling en afzwakking van informatie

In de tram e-mail bericht de Projectgroep over allerlei zaken. In veel artikelen vind de lezer linkjes naar uitgebreide rapporten, verslagen en de online bibliotheek. Op deze manier is de informatie snel te vinden. Van verhulling of afzwakking is geen sprake, deze nieuwsbrief is zeer informatief opgezet.

Tussenkopjes

In de tram e-mail is gebruik gemaakt van diverse duidelijke kopjes, die aangeven waar het artikel over gaat. De lezer wordt door het kopje ‘inhoud’ direct geïnformeerd over de volledige inhoud van de voorliggende nieuwsbrief. Ook is er sprake van een korte inleiding en een overzichtelijke inhoudsopgave (met het kopje ‘inhoud’.)

7.5 Is de hoeveelheid informatie goed?

Overbodige informatie

De tram e-mails informatief over het beleid en proces rondom te tram. De meest actuele informatie over ontwikkelingen worden bericht. In de e-mail staan korte stukjes tekst die al erg helder zijn, met daaronder een linkje ‘lees meer’, voor de mensen die meer over een bepaald thema meer willen weten.

8. Participatieverslag

Participatieverslag Lijn 2 Hoofdstation- UMCG- Kardinge, december 2009: Stap in Denk mee

Dit participatieverslag is een brochure waarin verantwoording is afgelegd over de inspraakperiode van 1 oktober tot 1 november 2009. Deze brochure bespreekt welke activiteiten zijn georganiseerd, op welke wijze betrokkenen konden inspreken, de inhoud van de reacties en de invloed van de reacties op het vervolg onderzoek.

8.1 Welke onderwerpen zijn besproken? (beleid vs. proces) Beleid:

(23)

verslag nieuwe suggesties voor tracévarianten die door van inspraakreacties naar voren zijn gekomen In het laatste hoofdstuk gaat de projectgroep in op het tijdstip waarop het voorkeurstracé gepresenteerd zal worden. Foto’s en visualisaties in dit verslag gaan ook over beleid (tracévarianten)

Proces:

In dit participatieverslag is verantwoording afgelegd over de gehele inspraakperiode. Dit was vanaf ‘’de presentatie van het Schetsboek van lijn 2 (waarbij iedereen uitgenodigd is om te reageren op de plannen voor de tweede tramlijn of om met eigen ideeën te komen voor de voorgestelde tracévarianten). De maand van de participatie is besproken. De manieren waarop burgers konden insprekers worden besproken (expositie, het invullen van een reactieformulier, een e-mail sturen of een mening geven tijdens inspraakbijeenkomsten). Ook het vervolgproces van besluitvorming van B&W en nader onderzoek is besproken. Telkens komt ook de rol van de burgers aan bod. Daarmee bedoel ik dat sommige inspraakreacties van burgers leiden tot bepaalde tracévoorkeuren en nieuwe tracévarianten die in dit rapport genoemd worden.

Onderdelen van bespreking van inspraakproces in dit verslag zijn:

- Wijze van inspraak (onderdelen van participatieperiode, feiten bezoekers en reacties) - Inhoud van inspraakreacties

- Wat was de invloed van deze reacties op vervolgonderzoek naar de beste route?

Foto’s en visualisaties in dit verslag gaan ook over proces (onderdelen van de participatieperiode bijvoorbeeld de expositie in de Martinikerk.)

8.2 Bevat de tekst jargon en moeilijke zinnen? Jargon

In het participatieverslag is weinig jargon aanwezig. Een aantal woorden die kunnen leiden tot verwarring zijn de volgende:

- Op voordracht van het college van B&W - Is uiteen gezet

Verder is jargon toegelicht door tussen haakjes te vermelden wat deze term inhoudt. Een voorbeeld is deze:

- Trammails (digitale nieuwsbrieven)

Moeilijke zinnen

Het participatieverslag bevat ondanks dat er weinig jargon in staat, toch vaak moeilijke zinnen. Dit komt vaak doordat er zinnen zijn samengesteld uit twee losse zinnen. De informatiedichtheid per zin wordt dan hoog. Voorbeelden hiervan zijn de volgende zinnen uit het verslag:

‘Er zijn enkele reacties binnengekomen die naast ideeën voor lijn 2 ook ingrijpende wijzigingen op de route van lijn 1 voorstellen, dan wel waar een geheel nieuw netwerk van tramlijnen is bedacht.’

‘Daarnaast was de krant bedoeld om op hoofdlijnen uiteen te zetten welke tracévarianten er voor de tweede lijn zijn, wat de stand van zaken met lijn 1 is, en te verwijzen naar verdere informatiebronnen’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Ja, want in beide teksten wordt gesteld dat politici zich bij besluitvorming niet achter anderen moeten verschuilen.. Eindexamen Nederlands havo 2011

Koos: Ik zie daar geen rook of vuur.. kees: ik

Heeft het kind een voldoende op de schriftelijke toetsen thema van 4, 5 en 6 en de wintersignalering (na thema 6) voor letters lezen, woorden lezen en tekst lezen.. Dan blijft

Omdat het ’s winters te koud is voor de dieren, staan ze in de stal.. • Voor veel planten is het te koud in de herfst

landen België Duitsland Frankrijk Oostenrijk Portugal Spanje plaatsen Antwerpen Barcelona Berlijn Bordeaux. Brussel Hamburg Keulen Lissabon Lyon Madrid Marseille München Parijs

• Boeren zijn afhankelijk van de soort grond en het klimaat, behalve in de kassen.. Daar kun je met de techniek het

Toets thema 2 Het Lichaam Pagina 1 Toets thema 2: Het lichaam.. Kiezen

Toets thema 4 Eten en Drinken Pagina 1 Toets thema 4: Eten en drinken.. Vul de