• No results found

Van Joodse tot Russische diaspora

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Joodse tot Russische diaspora"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van Joodse tot Russische diaspora

Remigratie van Russische Joden vanuit Israël

Masterscriptie Slavische Taal-, en Letterkunde Rijksuniversiteit Groningen

Augustus 2008

Naam: Tom van Hout

Afstudeerrichting: Midden en Oost Europakunde Studentnummer: S1083341

(2)

Voorwoord

(3)

Inhoud

Inleiding 3

Hoofdstuk 1 9

- Definiëring van het begrip migratie 9

- Theoretische benadering van internationale migratie 11

- Een meer integrale benadering 16

- Migratie en ontwikkeling 17

- Praktische aanvullingen en definities 18

Hoofdstuk 2 21

- Sovjet migratiebeleid 1948-1990 21

- Russisch migratiebeleid 1991-heden 26

- Israëlisch immigratiebeleid 29

- Push en pull factoren 32

- De gevolgen van migratie 35

Hoofdstuk 3 37

- Russisch leven in Israël 37

- De beslissing om Israël te verlaten 45

- Aanzwellende remigratie 49

- Migratietheorie toegepast 51

Conclusie 54

(4)

Inleiding

Toen ze weggingen, vervloekten ze dit land. Ze zeiden: “Ik zal nooit meer voet zetten op deze bodem”. Zo veel haat en onvrede… Maar we moeten toegeven dat er het één en ander is veranderd.1

Deze uitspraak is van Berl Lazar, de belangrijkste rabbijn van Rusland en woordvoerder voor vele Joodse organisaties in Rusland. Hij suggereert hiermee dat de situatie voor Joden in Rusland de laatste jaren zodanig is verbeterd, dat Russische Joden serieus zouden moeten overwegen om naar hun geboorteland terug te keren. Joodse organisaties in Rusland propageren deze visie actief via websites en nieuwsbrieven: Russische Joden zouden massaal terugkeren vanuit Israël naar Rusland, omdat ze in Rusland tegenwoordig net zo Joods kunnen zijn als in Israël.2

Joden in Rusland en de Sovjetunie hebben het altijd moeilijk gehad. Tijdens het tsarisme werden ze behandeld als tweederangs burgers; het was voor hen verboden zich te vestigen buiten het Vestigingsgebied, een brede band van de Oostzee tot de Zwarte Zee, ze werden religieus gediscrimineerd en ze waren uitgesloten van vele beroepen en verschillende vormen van onderwijs.

fig.1: Het Vestigingsgebied

1 Changing fortunes lead Soviet Jews from Israel to Russia, CBC News, 20-6-2004,

http://www.cbc.ca/world/story/2004/06/20/russianjews040620.html

2 zie verschillende publicaties op de website van FJC, de Federatie van Joodse Gemeenschappen in het GOS,

(5)

Met de oprichting van de Sovjetunie leek hun situatie te verbeteren, maar ook binnen dit regime werden ze steeds meer als paria gezien en onderdrukt. De Russische Joden keken dan ook met argusogen keken naar de stichting en de ontwikkeling van de staat Israël vanaf 1948.3 Na de Zesdaagse oorlog van 1967 werd de neiging steeds sterker om zich bij hun geloofsbroeders te voegen in de opbouw van het Beloofde Land en hun onderdrukte positie in de Sovjetunie te verruilen voor de vrijheid en economische mogelijkheden in Israël. De groeiende repressie van het Sovjetregime had hier vanzelfsprekend een toenemende invloed op. Echter, de binnenlandse politiek van de Sovjetunie liet nagenoeg geen emigratie toe.

Alle etnische groepen (Kazachen, Oekraïners, Oezbeken, enz.) hadden officieel een eigen autonoom gebied binnen de grenzen van de Sovjetunie; zo ook de Joden. Het was de bedoeling dat elke van de vele nationaliteiten binnen de Sovjetunie een eigen nationaal gebied hadden, waarheen ze zich konden terugtrekken om zich op te laden; vervolgens konden ze zich dan weer volop inzetten voor de communistische staat. In het grote Nationaliteitenplan van Stalin kregen de Joden uiteindelijk een gebied toegewezen in Oost-Siberië, Birobidzjan genaamd.4 Dit was het gebied tussen de rivieren de Biro en de Bidzjan, in het zuiden grenzend aan de rivier de Amoer en de Chinese regio Mantsjoerije. De meeste Sovjetjoden waren tot die tijd woonachtig in het Vestigingsgebied (zie fig. 1) of de grote steden en konden zich niet of nauwelijks aanpassen aan de barre omstandigheden waar ze mee geconfronteerd werden in het Verre Oosten, noch wisten ze hoe ze land moesten bewerken of huizen moesten bouwen.5 Hierdoor viel de beoogde massamigratie van Russische Joden naar Birobidzjan in het water. Op het hoogtepunt, halverwege de jaren ’30 van de twintigste eeuw, was slechts 23 procent van de inwoners van Birobidzjan van Joodse afkomst. Vergeleken met de andere etnische autonome regio’s, waar het percentage autochtonen op dat moment tussen 75 en 95 procent lag, was dit zeer weinig.

De meeste Russische Joden bleven wonen in het Vestigingsgebied, dat ze min of meer als thuisland beschouwden, of in toenemende mate in de grote steden, waar ze zich blootstelden aan toenemende discriminatie en antisemitische regeringspropaganda. Zionisme was na de Tweede Wereldoorlog en na de stichting van de staat Israël een term die veelvuldig door de communisten werd gebezigd, en de politieke en maatschappelijke lading van de term ‘kosmopolitisme’ had overgenomen. Zionisme was in de ogen van Sovjetpropagandisten niet

3 Potok, Chaim, De Familie Slepak (Den Haag, 2000).

4 eerdere pogingen om de Joden in de Oekraïne en op de Krim te vestigen, stuitten op verzet bij de lokale

bevolking.

5

(6)

te rijmen met de staatsvorm die de Sovjetunie nastreefde: een goed sovjetburger had geen gedeelde agenda wat betreft zijn collectieve sentimenten.

In de grondwet van Israël werd in 1950 een wet opgenomen die alle Joden (op de definitie van “Joden” zal ik later nog terugkomen) over de hele wereld in staat stelde om naar Israël te emigreren, de zogenaamde “Wet op de Terugkeer” (Law of Return). In principe had deze wet ook betrekking op de Sovjetjoden, maar dit feit was voor hen in het begin van zuiver theoretische betekenis. In de praktijk kregen ze van de Sovjetautoriteiten nauwelijks toestemming om te emigreren, omdat dit het zichtbare succes van de Sovjetstaat zou ondermijnen. In de loop van de jaren ’70 kwam de emigrantenstroom desalniettemin langzaam op gang, na aanhoudende druk van het buitenland en Joodse lobby’s in Israël, Europa en de Verenigde Staten.

Deze emigratie geschiedde op een hoogst merkwaardige, indirecte, maar vindingrijke, manier, die typisch was voor het Sovjetsysteem. Naar aanleiding van een officiële uitnodiging door een “familielid” in Israël, werd een uitreisvisum voor Oostenrijk uitgegeven. De bemiddeling hiertoe werd gedaan door de Nederlandse ambassade in Moskou; hier konden de emigranten hun visum ophalen. Tevens werden de Joodse emigranten hier ingelicht over de reis en konden ze een lening krijgen om de treinreis naar Wenen te bekostigen.6 Na aankomst per trein of vliegtuig in Wenen kon men daar vervolgens bij de Amerikaanse of de Israëlische consul een visum voor het desbetreffende land aanvragen. Hoewel veel Sovjet emigranten – soms meer dan 90 procent van het totale jaarlijkse aantal Sovjet emigranten – er na aankomst in Wenen voor kozen om naar de Verenigde Staten te gaan, aangemoedigd door Amerikaanse belangorganisaties in Oostenrijk en Italië, was dit dé aangewezen manier om Israël te bereiken.7 De meeste aanvragen voor uitreisvisa naar Oostenrijk werden echter al in een vroeg stadium afgewezen. Er was vaak iets “niet in orde” met de papieren of met de redenen voor emigratie. Zoals veel zaken tijdens het Sovjetregime was ook deze overheidsdienst overgeleverd aan de hopeloze bureaucratie, de willekeur van ambtenaren en de structurele afwezigheid van logische richtlijnen.

Met de komst van Michaïl Gorbatsjov als Secretaris-Generaal van de Opperste Sovjet, en zijn politiek van glasnost en perestrojka, werd de bureaucratie iets opgerekt en werd het makkelijker voor Joden om een uitreisvisum te bemachtigen. In die tijd was er een

6 Nederland werd in deze periode naast de Verenigde Staten als belangrijkste bondgenoot van Israël beschouwd;

Buwalda, P., They did not dwell alone, (Washington, 1997), 24-25

7 Dit dropout (afvaller) fenomeen werd door Israël verfoeid; de Israëlische en Amerikaanse regeringen

beschuldigden elkaar ervan een slag te slaan uit deze situatie. Gitelman, Z., “From a northern country”: Russian

(7)

indrukwekkende en veelzeggende toename van het aantal emigraties. Emigreerden tot deze periode maximaal 5.000 Sovjetburgers per jaar naar Israël (1981), eind jaren ‘80 en begin jaren ’90 groeide dit aantal naar gemiddeld 30.000 per jaar.8 Voor veel Joden was de tijd gekomen om hun stormachtige verleden in Rusland en de Sovjetunie vaarwel te zeggen en te verruilen voor een leven zonder onderdrukking. Na de val van het communistische regime was het hek van de dam: elk jaar emigreerden meer en meer Joden naar Israël om daar hun geluk te zoeken en zich te herenigen met hun familie en vrienden die de stap al eerder hadden gemaakt. Tegelijkertijd werd de toegang tot de Verenigde Staten nagenoeg geheel afgesneden, waardoor het aantal dropouts drastisch werd teruggedrongen, en de stroom immigranten zich uitsluitend op Israël richtte. De Israëlische regering verwelkomde de immigranten met open armen; ze waren hard nodig om de Israëlische economische groei door te zetten. De houding van Israël tegenover Russische immigranten was in eerste instantie weinig kritisch. Er werd niet of nauwelijks gekeken naar de mate van joodsheid of de redenen voor immigratie. Mede hierdoor vonden naast de Joodse immigranten op den duur ook veel niet-Joodse Russen hun weg naar Israël.

Anno 2000 leefden er ongeveer één miljoen voormalige Sovjetburgers in Israël. Sommigen van hen doen hun uiterste best om zich aan te passen aan hun omgeving: ze leren Ivriet, verdiepen zich in Joodse religieuze rituelen en zoeken interactie met de ontvangende bevolking. De meerderheid vestigt zich echter in bestaande Russisch sprekende steden en wijken, geconcentreerd rond Russische gemeenschapscentra. Mede hierdoor worden ze door de Israëli’s als buitenstaanders gezien en ook als dusdanig behandeld. Dit zorgt voor een wisselwerking die in alle aspecten van de maatschappij merkbaar is. In de pers, de politiek en op het internet worden de Russische gojim (een pejoratieve term voor ‘ongelovigen’) afgeschilderd als improductieve, onaangepaste lastpakken, die eerder een rem zijn op de ontwikkeling van Israël dan een positieve aanvulling.

Op hun beurt tonen de Russische immigranten zich weinig vatbaar voor deze kritiek en vegen ze de vloer aan met het lage cultureel-wetenschappelijke ontwikkelingsniveau van het ontvangende land en hun bevolking. Dit laatste wordt vooral duidelijk na een bezoek aan de talrijke Russisch-Israëlische chatrooms die op internet bestaan, waar gepeperde kritiek aan het adres van de ontvangende samenleving aan de orde van de dag is. Binnen deze context ontstond de remigratiebeweging onder Russische immigranten. Meerdere bronnen bevestigen dat ex-Russen Israël verlaten en de weg terug vinden naar hun geboorteland. De meningen

8

(8)

zijn verdeeld over de aantallen, en de uitstroom van ex-Russen vanuit Israël naar de Verenigde Staten en Duitsland is omvangrijker en beter waarneembaar, maar ook Rusland zelf is de bestemming van Joodse en niet-Joodse Russisch sprekende Israëli’s.

Opbouw van het onderzoek

Het eerste hoofdstuk bestaat uit een aantal theoretische benaderingen en discussies over het begrip migratie op macro-, en microniveau. Tevens zal ik hier een aantal termen definiëren die belangrijk voor het verdere onderzoek. Het tweede hoofdstuk is een overzicht van het migratiebeleid van respectievelijk de Sovjetunie/Rusland en Israël. Ik zal hierin ingaan op de verschillende push en pull factoren die een verklaring kunnen bieden voor migratie naar Israël. Ook de effecten van deze migratiestroom op de ontwikkeling van beide landen komt hier aan bod. In hoofdstuk drie schets ik een beeld van de leefomstandigheden van Russische Joden in Israël en de redenen die zij hadden/hebben om dat land te verlaten. Ik vergelijk hierin de praktische voorbeelden met de bestaande theorie; ook zal ik verschillende bronnen raadplegen om het onderzoek van de nodige cijfers te voorzien. In de loop van het onderzoek zal ik de volgende vragen beantwoorden.

Allereerst: Wat voor invloed hebben de Russische en Israëlische regeringen op migratie en welke rol speelt de publieke opinie in de twee landen? En de tweede kernvraag is: Waarom emigreren de ex-Russen terug naar Rusland? Ik ga ervan uit dat het veiligheidsprobleem in Israël een belangrijke reden is en wellicht het feit dat de integratie stroef verloopt, maar in mijn ogen zijn er in Israël meer mogelijkheden voor persoonlijke economische ontwikkeling en religieuze vrijheid dan in Rusland. Wat speelt er nog meer? Vervolgens, samenhangend met de tweede vraag: Zijn het alleen Joden die terugkeren, of zijn het de niet-Joodse immigranten die via Israël hoopten geluk te vinden, die nu terugkeren naar Rusland? Tevens zal ik aandacht besteden aan de demografische en economische gevolgen die deze remigratie heeft. Om uiteindelijk de remigratiebeweging terug naar Rusland te kunnen duiden, kijk ik eerst naar de omstandigheden rond de initiële migratie naar, en naar de levensomstandigheden van Russische Joden in Israël.

(9)
(10)

Hoofdstuk 1

Het doel van dit hoofdstuk is om een beeld te scheppen van het begrip migratie en de verschillende theoretische benaderingen en discussies die met dit begrip samenhangen. Op deze manier wordt een theoretisch raamwerk gecreëerd waarin het verdere onderzoek kan worden geplaatst. Eerst komt de definiëring van het begrip migratie aan de orde, waarna er aandacht zal zijn voor verschillende theoretische concepten met betrekking tot internationale migratie. De hoeveelheid literatuur over dit onderwerp is overweldigend en daarom heb ik er voor gekozen een overzicht te geven van de belangrijkste benaderingen.

Definiëring van het begrip migratie

Migratie is een vrij bekende term, maar dit neemt niet weg dat het een complex begrip is met vele facetten dat zich hierdoor niet eenvoudig laat definiëren. Algemeen gezegd is migratie een beweging van een persoon tussen twee plaatsen voor een bepaalde periode. Maar hoe ver moet iemand zich verplaatsen en hoe lang moet diegene ergens blijven om die beweging ‘migratie’ te kunnen noemen? Het antwoord op deze vraag zal per persoon en per onderzoek verschillen en daarom is het onmogelijk een beknopte definitie van migratie te geven. Desondanks zijn er wel een aantal componenten van migratie te onderscheiden die in vrijwel elke definitie terugkomen, namelijk ruimte, tijd en motivatie.9

Ruimte

Migratie omvat een beweging van een bepaalde plaats naar een andere plaats, maar niet elke verplaatsing wordt migratie genoemd. Om migratie te onderscheiden van het veel algemenere begrip mobiliteit, geldt als voorwaarde dat er een grens moet worden overgestoken. Dit kan bijvoorbeeld een dorps- of stadsgrens zijn, een provinciale grens of een landsgrens. Wanneer een grens binnen een land wordt overgestoken, wordt gesproken van interne migratie. Verplaatsing over landsgrenzen wordt internationale migratie genoemd. Degenen die het land verlaten worden emigranten genoemd en zij die het land binnen komen immigranten. De soort grens die wordt overgestoken, zegt echter niet per definitie iets over de daadwerkelijke afstand die wordt afgelegd.10

9 Boyle, et al., Exploring contemporary migration (New York 1998), 34. 10

(11)

Samenhangend met de ruimte waarbinnen de beweging plaats vindt, is de richting van de beweging. Een voorbeeld hiervan zijn de verschillende migratiestromen tussen rurale en urbane gebieden, namelijk ruraal-rurale, ruraal-urbane, urbaan-rurale en urbaan-urbane migratie.11 Deze begrippen worden veelal gebruikt waar het gaat om interne migratie, maar ze kunnen ook van betekenis zijn voor internationale migratie.

Tijd

Naast een ruimtelijk aspect wordt migratie ook gedefinieerd aan de hand van een tijdscomponent. In de praktijk blijkt het erg lastig te zijn te bepalen hoe lang het tijdsbestek moet zijn om van migratie te kunnen spreken. Volgens Boyle et al. zijn theoretici het erover eens dat er altijd een element van permanentie meespeelt bij het begrip ‘migratie‘.12 Een beweging is dus pas migratie wanneer er sprake is van ‘enige permanentie’. Deze term is erg vaag – en het valt te betwisten wat ‘enige permanentie’ inhoudt – , maar is bedoeld om aan te geven wat de ondergrens is. Een Nederlands gezin dat op vakantie gaat naar Frankrijk is bijvoorbeeld geen migratie. Soms kiest een onderzoeker ervoor een veel concretere tijdsbepaling te geven. Een voorbeeld hiervan is de definiëring van internationale migratie van Muus: de migrant moet de bedoeling hebben zich voor minstens een jaar elders te vestigen.13

Aan de hand van de verblijfsduur kan migratie worden ingedeeld in onder andere circulaire migratie, tijdelijke migratie en permanente migratie. Migratie is circulair wanneer men niet permanent blijft, maar men herhaaldelijk heen en weer beweegt tussen dezelfde of vergelijkbare plaatsen. Een voorbeeld hiervan is seizoensmigratie, waarbij men in het oogstseizoen migreert om te helpen bij de oogst in een ander gebied en na beëindiging van de oogst weer terug keert. Tijdelijke migratie is zoals het woord al zegt niet-permanente migratie. Maar wat is tijdelijk? En kan tijdelijke migratie ook circulaire migratie blijken te zijn? Bovendien is het zo dat veel migranten zeggen van plan te zijn terug te keren, maar dat uiteindelijk niet doen; de zogenaamde ‘myth of return’. En zo kan het ook zijn dat iemand die van plan is permanent te migreren toch terugkeert.

11

Béneker, T., Buscar major ambiente. Migratie naar, uit en langs een kleine stad in Costa Rica (Utrecht 1997), 18.

12 Boyle, et al. (1998), 35.

13 Muus, P.J., De wereld in beweging. Internationale migratie, mensenrechten en ontwikkeling (Utrecht 1995),

(12)

Motivatie

Tot slot kan bij de definiëring van het begrip migratie het motief van de migratie een rol spelen. Zo is een onderscheid te maken tussen gedwongen en vrijwillige emigratie. Bij gedwongen migratie kan gedacht worden aan vluchtelingen. Gedwongen migranten hebben vaak weinig andere keuzes dan te migreren, vanwege oorlog, vervolging of honger. Vrijwillige emigranten daarentegen kiezen er zelf voor te migreren. Toch moeten deze termen voorzichtig worden gebruikt. Weinig mensen verhuizen zuiver uit vrije wil, en in veel gedwongen migratiebewegingen is een vrijwillig element aanwezig.14 Een ander voorbeeld van een motief is arbeid; deze variant wordt dan ook arbeidsmigratie genoemd.

Theoretische benaderingen van internationale migratie

Nu we een beter beeld hebben van de (problemen bij de) definiëring van het begrip migratie, wordt in deze paragraaf ingegaan op de verschillende migratietheorieën. Hierbij zal specifiek gekeken worden naar theoretische benaderingen met betrekking tot internationalemigratie, oftewel migratie over landsgrenzen. Er zijn verschillende manieren om het concept migratie te benaderen en daarom is er geen algemene migratietheorie. Zo kunnen theorieën worden onderscheiden die proberen te verklaren waarom migratie ontstaat en theorieën die juist kijken naar het voortduren ervan.15 Naast deze benaderingen die verschillende aspecten van het migratieproces uitleggen, bestaan er ook theorieën waarbij voor een bepaalde analyse-eenheid of analyseniveau wordt gekozen. Bij de eerste categorie is een onderscheid te maken tussen theorieën die zich richten op de migratiestroom en theorieën die focussen op het individu.16

Deze indeling hangt samen met de verschillende analyseniveaus. Zo kan er naar migratie worden gekeken vanuit een macroperspectief: de migratiestroom en haar ontstaan aan de hand van macrostructuren. Ook kan migratie worden benaderd op microniveau: het individu en de redenen die het heeft om te migreren. Het mesoniveau tot slot, is het niveau waar individuele actoren en macrostructuren in elkaar overvloeien. Boyle et al. (1998) maakt ook nog een onderscheid tussen deterministische en humanistische benaderingen. Deterministische theorieën bagatelliseren de rol van het individu bij zijn actieve keus om wel of niet migreren. Ze doen dit door aan te nemen dat migratie een min of meer onvermijdelijke

14 Boyle, et al. (1998), 38.

15 Klaver, J., From the land of the sun tot the city of angels. The migration process of Zapotec Indians from

Oaxaca, Mexico to Los Angeles, California (Utrecht/Amsterdam 1997), 31.

16

(13)

reactie is op een rationele situatie. Het maakt dan niet uit of deze situatie objectief wordt bekeken, of vanuit de positie van de migrant in kwestie.17 De humanisten daarentegen zijn van mening dat een migrant een actieve rol heeft bij de keuze omwel of niet te migreren en dat deze keuze alleen kan worden verklaard door middel van dieptestudie van het leven van de migrant en migratiegeschiedenissen.

Uit bovenstaande zal duidelijk geworden zijn dat er een heel scala aan migratietheorieën bestaat. Deze scriptie biedt echter geen ruimte om op al deze theorieën in te gaan. Daarom heb ik er voor gekozen om in het volgende gedeelte slechts een globaal overzicht te geven van de meest invloedrijke theoretische benaderingen. In navolging van Massey et al. (1998) heb ik hierbij een onderscheid gemaakt tussen economische theorieën, structuralistische theorieën en voortduringstheorieën.

Economische theorieën

De grondlegger van het migratieonderzoek is de 19e-eeuwse geograaf Ravenstein, die elf statische “wetten van migratie” formuleerde. In de visie van Ravenstein zijn de voornaamste redenen voor migratie van economische aard.18 Deze gedachtegang vormde de basis voor de neoklassieke economische benadering van migratie. Volgens de neoklassieke theorie ontstaat migratie doordat vraag en aanbod van arbeid en de hoogte van de lonen tussen landen verschillen. Door migratie zullen deze verschillen verdwijnen en ontstaat er weer evenwicht, waarna het migratieproces automatisch tot stilstand komt.19 Hiermee samen hangt de human capital theorie, die migratie ziet als een besluit om te investeren in human capital.20 De beslissing om wel of niet te migreren wordt door een individu gemaakt aan de hand van een kosten/batenanalyse. Migranten worden dus gezien als inkomensmaximaliserende individuen die reageren op loonsverschillen tussen regio’s.21

De neoklassieke theorie bedient zich van de indeling van migratiefactoren in zogenaamde ‘push en pull’ factoren. Deze geven aan dat er zowel een afstotende kracht is in het land van herkomst, als een aantrekkende kracht in het land van bestemming, die ervoor zorgen dat de migrant van twee kanten naar het land van bestemming geleid wordt. Push factoren kunnen zijn: een slechte economische situatie in het land van herkomst; een

17 Boyle, et al. (1998), 57.

18 Castles, S. & M. Miller, The age of migration. International population movements in the modern world

(Londen 2003), 22.

19 Massey, D., et al. (ed.), Worlds in motion. Understanding international migration at the end of the millennium

(Oxford 1998), 18; Boyle, et al. (1998), 61.

20 Sjaastad (1962), als geciteerd in: Massey, et al. (1998), 18. 21

(14)

dominante politieke macht die ideologische vrijheid onmogelijk maakt; of geografische en klimatologische factoren die het leven in het land van herkomst onaangenaam maken. Onder pull factoren kan men verstaan: gunstige economische vooruitzichten in het land van bestemming; een voertaal in het land van bestemming die overeenkomt met de taal in het land van herkomst; of een bestaande minderheid van voormalige landgenoten in het land van bestemming.

Push en pull factoren zijn volgens Massey een intrinsiek onderdeel van de neoklassieke economische theorie.22 Hij stelt dat push en pull factoren tot de typische terminologie behoren van migratie op macroniveau, en daarmee een te eenvoudige weergave van de werkelijkheid weergeven. Ook gaat dit neoklassieke push en pull systeem altijd uit van een evenwicht tussen economische groei en inkrimping op verschillende plaatsen, en de navenante migratiestromen (inwoners van gebieden waar de economie inkrimpt, migreren naar gebieden met economische groei). Een systeem van push en pull factoren an sich is mijns inziens echter niet per definitie onnauwkeurig, en hoeft geen evenwicht in stand te houden. Daarentegen geeft een dergelijk systeem een goed overzicht van de afwegingen die migranten moeten maken. Ook migratieredenen op individueel niveau kunnen worden bekeken vanuit deze push en pull optiek; daarom zal ik zowel macro-, als microstructuren op deze manier indelen.

De new economics of migration theorie stelt het volgende:

“migration decisions are not made by isolated individual actors, but by larger units of related people – typically families or households, but sometimes communities, in which people act collectively not only to maximize expected income, but also to minimize risk and to loosen constraints associated with various kinds of market failures, apart from those in the labour market”.23

De hier genoemde market failures hebben vooral betrekking op ontwikkelingslanden. Voorbeelden hiervan zijn de gebrekkige toegang tot kapitaal en het ontbreken van mogelijkheden voor met name armere huishoudens om zich te verzekeren. Door het diversifiëren van de aanwending van de bronnen van het huishouden, in dit geval arbeid, worden risico’s beperkt. Migratie is dan een onderdeel van de overlevingsstrategieën van

22 Massey, et al. (1998), 12-14. 23

(15)

huishoudens. Meestal wordt dit idee in verband gebracht met tijdelijke en circulaire migratie.24

De laatste economische theorie die ik hier wil behandelen is de segmented labour market theorie. Poire, aanhanger van deze benadering, beredeneert dat internationale migratie wordt veroorzaakt door de permanente vraag naar arbeid uit het buitenland, die inherent is aan de economische structuur van ontwikkelde landen.25 Duale arbeidsmarkten, opgedeeld in een moderne en een traditionele sector, zijn volgens Massey et al. een kenmerk van moderne industriële economieën.26 In de traditionele sector is vraag naar laaggeschoolde of ongeschoolde arbeid tegen lage lonen; werk dat de autochtonen vaak niet willen doen, onder andere omdat er geen status aan ontleend kan worden. Migranten worden beschouwd als zogenaamde ‘target-earners’, waarvoor vooral het inkomen van belang is en niet zozeer de status. Omdat de lonen hoger liggen dan in het land van herkomst en ze (nog) geen deel uitmaken van de maatschappij van het bestemmingsland hebben ze veel minder problemen met het accepteren van laaggeschoold werk.

Structuralistische theorieën

De structuralistische benaderingen komen in de jaren vijftig op, maar gaan pas twee decennia later een rol spelen in het migratiedebat. De historical-structural theorie verklaart migratie door de uitbuitende politieke en economische relaties die bestaan tussen landen van herkomst en landen van bestemming. Een theorie die hieruit voortkomt, is de afhankelijkheidstheorie. De afhankelijkheidstheorie begint bij het idee dat er één enkel wereldwijd kapitalistisch systeem bestaat, waarbinnen de periferie (ontwikkelingslanden) verbonden is met de kern (kapitalistische grootmachten) op basis van afhankelijkheid, resulterend uit koloniale en neoclassicistische relaties.27

Deze afhankelijkheidsrelaties houden een duale arbeidsmarkt op wereldniveau in stand, waarbij ontwikkelingslanden voorzien in goedkope arbeid voor de kapitalistische landen. Enige tijd later komt een tweede lijn ‘historical-structural’ benaderingen tot stand, gebaseerd op de afhankelijkheidstheorie, zoals de world systems theorie. Deze richt zich meer op algemene structuren die samenhangen met de expansie van het internationale kapitalisme en de trend naar een totstandkoming van een globale economie.28

24

Klaver (1997), 36; Massey, et al. (1998), 21-22; Skeldon (1997), 23.

25 Poire (1979), als geciteerd in: Massey, et al. (1998), 28. 26 Massey, et al. (1998), 28-30.

27 Frank (1967), als geciteerd in: Klaver (1997), 34-35. 28

(16)

Voortduringstheorieën

Met name de economische theorieën gaan ervan uit dat wanneer de verschillen tussen landen zijn verdwenen, migratie vanzelf tot stilstand zal komen en de migranten weer naar het land van herkomst terug zullen keren. In de praktijk blijkt echter niets minder waar. Volgens de aanhangers van de voortduringtheorieën spelen sociale netwerken hier een belangrijke rol bij:

The conditions that initiate international movement may be quite different from those that perpetuate it across time and space. Although wage differentials, relative risks, recruitment efforts, and market penetration may continue to cause people to move, new conditions that arise in the course of migration come to function as independent causes themselves: migrant networks spread, institutions supporting transnational movement develop, and the social meaning of work changes in receiving societies.29

Naar het idee van de social capital theorie neemt door de netwerken van migranten (de banden tussen migranten, voormalige migranten en niet-migranten in herkomst- en bestemmingsgebieden) de waarschijnlijkheid van migratie toe, omdat ze de risico’s en kosten verbonden aan migratie verlagen. Via netwerken kunnen potentiële migranten bijvoorbeeld informatie en financiering verkrijgen en in het bestemmingsland worden opgevangen. Dit maakt migratie extra aantrekkelijk als strategie om de risico’s van het huishouden te verlagen. Elke nieuwe migrant zorgt voor verspreiding van het netwerk en daarmee voor het reduceren van de risico’s van migratie voor degenen met wie deze migrant in verbinding staat. Het idee van kettingmigratie, waarbij migratie van de eerste stroom migranten de migratie van een tweede groep bevorderd, is hier eigenlijk een voorloper van.30

De cumulative causation theorie tot slot stelt dat migratie zichzelf naar verloop van tijd in stand houdt op een dusdanige manier, dat verdere migratie veel makkelijker kan plaatsvinden. Het cumulatieve aspect ligt in het feit dat elke migratiebeweging de sociale context wijzigt waarbinnen de beslissing om te migreren wordt genomen. Een volgende migratiebeweging wordt daardoor aannemelijker.31 Een voorbeeld van een dergelijke migratiebeweging is de hierboven beschreven uitbreiding van netwerken onder migranten.

29 Massey, et al. (1998), 42.

30 Boyle, et al. (1998), 36; Massey, et al. (1998), 42-43. 31

(17)

Ook kunnen gezinnen die hun inkomen verbeteren met behulp van migratie een stimulans zijn voor meer migratie, omdat ze een gevoel van terughoudendheid wegnemen bij andere huishoudens in de gemeenschap en daarmee migratie bij deze gezinnen motiveren.

Een meer integrale benadering

Deze theoretische benaderingen bevatten belangrijke handvaten voor onderzoek, maar geen van alle sluit aan bij de complexe realiteit van internationale migratie. De traditionele theorieën geven vaak een te simplistisch beeld van de werkelijkheid en laten bepaalde processen buiten beschouwing. Om een goed beeld van hedendaagse migratie te krijgen, is het echter van belang om migratie niet slechts te benaderen vanuit één discipline, analyseniveau of conceptueel model. Dit besef heeft geleid tot meer dynamische formuleringen die mogelijk maken dat beslissingen op microniveau invloed hebben op macroprocessen en vice versa.32 Benaderingen op microniveau moeten dus worden gecombineerd met macroniveau benaderingen en migratie moet worden gezien als een dynamisch proces waarbij interactie plaatsvindt tussen sociaal-economische structuren, huishoudstrategieën en individuele beslissingen.

Een eerste aanzet naar een allesomvattende theorie is gegeven door Mabogunje, de zogeheten migration systems theorie.33 Bij deze theorie wordt geprobeerd zoveel mogelijk disciplines te betrekken en alle dimensies van het migratieproces te omvatten. Zo wordt de migratiestroom vanuit zowel het herkomst- als het bestemmingsgebied bestudeerd. Verder worden niet alleen migratiestromen bekeken, maar ook de economische, sociale, politieke en demografische context waarin migratie plaatsvindt. Elke migratiebeweging wordt gezien als het resultaat van samenspel tussen macrostructuren, zoals relaties tussen landen en migratiebeleid, en microstructuren, bijvoorbeeld sociale netwerken. Deze twee structuren worden onderling verbonden door een aantal tussenliggende mechanismen, die mesostructuren worden genoemd.34

Er is echter niet alleen een trend naar meer holistische benaderingen te ontdekken, ook is er de laatste jaren aandacht gekomen voor een nieuwe manier om het fenomeen emigratie te benaderen, namelijk de transnationale theorie. Deze theorie raakt aan het idee van sociale netwerken, waarbij emigratie als een dynamisch proces wordt gezien waarin het gebied van herkomst en bestemming met elkaar in verbinding staan. Het dagelijks leven van migranten

32 Massey, et al. (1998), 15.

33 Mabogunje (1987), als geciteerd in: Klaver (1997), 42. 34

(18)

hangt volgens Glick Schiller et al. af van meervoudige en constante relaties die reiken voorbij internationale grenzen, waardoor identiteit wordt geassocieerd met meerdere landen tegelijk.35 Een belangrijke rol hierin speelt de snelle verbetering van transport- en communicatiemiddelen, waardoor het voor emigranten steeds makkelijker wordt om nauwe banden met het herkomstgebied te behouden.36 De transnationale theorie veronderstelt dus een vorm van eenheid tussen verschillende locaties waarin mensen hun leven leiden.

Door haar dynamiek is emigratie constant aan veranderingen onderhevig. Zo constateren Castles en Miller een aantal tendensen die zich momenteel afspelen binnen de internationale migratie.37 Een daarvan is de globalisatie van migratie; er zijn steeds meer landen betrokken bij migratiebewegingen. Bovendien krijgen landen te maken met steeds meer verschillende typen migratie. Daarnaast vindt er ook een verandering plaats in de samenstelling van de migratiestromen. Werden deze voorheen gedomineerd door mannen, sinds de jaren zestig is de rol van vrouwen binnen migratiebewegingen toegenomen. Tot slot is er een groeiende politieke belangstelling voor migratie. Staatsbeleid wordt meer en meer beïnvloed door internationale migratie. Denk hierbij aan het debat dat plaatsvindt in Nederland met betrekking tot de integratie van migranten.

Migratie en ontwikkeling

Onlosmakelijk verbonden met het migratievraagstuk is het debat over de invloed van migratie op de ontwikkeling van de herkomstlanden. De belangrijkste visie hieromtrent richt zich voornamelijk op de effecten van emigratie op macroniveau. Deze benadering is gebaseerd op de ‘historical-structural’ theorie, en stamt uit de jaren zeventig en tachtig. Centraal hierin staat de vraag of emigratie goed dan wel slecht is voor de ontwikkeling van de herkomstgebieden van migranten. Veel onderzoekers zijn erg pessimistisch over de voorzichten van ‘ontwikkeling door migratie’.38 Zo staat emigratie volgens hen een autonome economische groei in de weg, zowel op lokaal als internationaal niveau, en bevordert zij economische afhankelijkheid.39

Uit kritiek op deze opvattingen komen in de jaren negentig nieuwe benaderingen op die hun oorsprong vinden in de denkbeelden van de neoklassieke theorie. Deze functionalistische

35 Glick Schiller, et al. (1995), als geciteerd in: Klaver (1997), 45-46. 36 Castles & Miller (2003), 29.

37

Castles & Miller (2003), 7-9.

38 Kabki, M., et al.,“Wo benane a eye bebree”. The economic impact of remittances of Netherlands-based

Ghanian migrants on rural Ashanti, Population, Space and Place, Vol. 10 (2004), 86.

39 Durand, J., et al., Migradollars and development. A reconsideration of the Mexican case, in: International

(19)

(Binford, 2003) of gebalanceerde (Koc & Onan, 2004) benaderingen hebben een wat positievere visie op de impact van migratie op ontwikkeling van de herkomstlanden. Door emigratie neemt de werkeloosheid en onvolledige werkgelegenheid af. Verder zullen door het wegvloeien van laagopgeleide arbeidskrachten de lonen stijgen, waardoor de inkomensverschillen tussen herkomst- en bestemmingslanden verdwijnen.

Praktische aanvullingen en definities

Met bovenstaand theoretisch raamwerk wil ik de plaats van de Joodse emigratie naar Israël, en later de remigratie van Russische Joden terug naar Rusland, binnen de wereldwijde migratiedynamiek bepalen. Om die plaats op waarde te schatten, heb ik een aantal aanvullingen.

Allereerst zal ik de termen ‘Joden’, ‘Russische Joden’ en ‘Jodendom’ toelichten. Volgens de Joodse Wet ben je officieel Joods als je moeder Joods is, of als je volgens de vereiste rituelen bent bekeerd tot het Jodendom. Omtrent de geldigheid van deze bekeringsrituelen bestaat een eeuwenoude discussie, maar in principe worden alle gedocumenteerde bekeringen geaccepteerd.40 De Israëlische regering houdt echter binnen haar absorptiebeleid een veel ruimere definitie van ‘Joods’ aan. De personen die zich onder de ‘Wet op de Terugkeer’ in Israël mogen vestigen zijn: Joden, hun kinderen, kleinkinderen, en alle bijbehorende echtgenote(s)(n). De communistische definitie van ‘Joods’ werd daarentegen bepaald door het Sovjetsysteem van etnische classificatie. Iedereen met Joodse ouders had geen andere keus dan als Jood geregistreerd te worden, vaak zonder dat zelf te willen. Alleen kinderen uit gemengde huwelijken hadden een keus; vaak kozen ze dan de etniciteit van de niet-Joodse ouder.41 Onder ‘Russische Joden’ versta ik alle Joden (volgens de officiële Israëlische definitie) die langdurig in Rusland woonden onder het tsaristische regime, in de Sovjetunie tijdens het communistische bewind en in Rusland na de val van het Communisme. In de desbetreffende literatuur wordt ook de term ‘Sovjetjoden’ vaak aangewend, maar dit legt teveel nadruk op de Communistische periode. De term ‘Russische Joden’ is mijns inziens duidelijker en vollediger. Waar het verschil van doorslaggevend belang is, zal ik dat duidelijk aangeven. Ook de term ‘Jodendom’, als verzamelterm voor alle Joden ter wereld, behoeft enige uitleg: de term suggereert dat het een uniform geheel van

40 Dominitz, Y., Israel’s immigration policy and the dropout phenomenon, in: Lewin-Epstein, N., Yaacov Ro’I,

en Paul Ritterband (ed.), Russian Jews on three continents. Migration and resettlement (London, 1997), 114.

41 Tolts, M., Mixed marriage and post-Soviet Aliyah (december 2003), 1;

(20)

gelijkdenkenden betreft, maar in feite zijn er evenveel variaties als er Joden zijn. Er wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen religieuze en seculiere Joden.

Vervolgens was de Sovjetunie een gesloten systeem, dat van overheidswege geen emigratie of immigratie toestond. Hierdoor stond het de Russische Joden niet vrij om te gaan waarheen of wanneer ze wilden. Hoewel vanaf de Tweede Wereldoorlog sporadische, en vanaf de jaren ’70 gestaag groeiende, migratie werd toegestaan, zorgde de drang tot emigratie onder Joden voor een situatie die te vergelijken is met een drukventiel dat af en toe opengedraaid wordt. Op het moment dat de sovjetregering enige armslag toeliet, werd deze ruimte gelijk opgevuld met een aanzwellende migratiestroom. Zichtbare golfbewegingen in de statistieken bevestigen deze constatering.42 Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat (een deel van de) Russische Joden de beslissing om te emigreren al eerder genomen hadden, maar dat de uitvoering van hun plannen veelal gesluierd ging onder de staatsrepressie. Daarentegen gaan de genoemde migratietheorieën er vanuit dat migranten te allen tijde vrij zijn om op elk gewenst tijdstip te migreren.

Tevens zal ik in dit onderzoek de term ‘Zionisme’ gebruiken als een specifiek migratiemotief voor het Joodse volk. Zionisme is een term die vanaf de 19e eeuw werd geïntroduceerd binnen Duitse en Oostenrijkse intellectuele kringen, en werd al snel gezien als dé gangbare theorie over de stichting van een Joodse staat in Palestina, het gebied waar zich volgens de Bijbel het Beloofde Land bevindt. Onder de Joodse gemeenschap bevinden zich zowel voor-, als tegenstanders van deze theorie, maar feit is dat Zionisme regelmatig werd aangehaald door Russische Joden als motivatie om naar Israël te emigreren.43 Het is hier van belang een onderscheid te maken tussen religieuze en seculiere Joden. Voor met name de orthodoxe Joden druiste Zionisme juist in tégen de profetieën in de Bijbel: Israël zou pas ontstaan als de Messias weer op aarde was, niet als gevolg van wereldse diplomatieke en politieke onderhandelingen. Des te meer het Zionistische principe bovendien door de Sovjetstaat werd aangevallen, hoe vaker Joodse emigranten het noemden als reden voor emigratie. In het geheel van push en pull factoren voor migratie, die in het volgende hoofdstuk aan bod zullen komen, zal ik ook Zionisme betrekken.

Tenslotte laat het dropout fenomeen zien dat veel Russische Joden zich op weg naar Israël “bedachten” en afbogen naar (voornamelijk) de Verenigde Staten. Vooral de ontwikkelde Joodse bevolking, afkomstig uit de grote steden in de Sovjetunie, namen de

42 Wassersteun, B., Vanishing Diaspora. The Jews in Europe since 1945 (Cambridge, 1996), 200.

43 Lewin-Epstein, N., Introduction, in: Lewin-Epstein, N., Yaacov Ro’I, en Paul Ritterband (ed.), Russian Jews

(21)

beslissing om naar de Verenigde Staten te gaan.44 Dit impliceert dat hun motivatie om te emigreren tijdens de reis veranderde, of dat ze onder valse (niet-religieuze) voorwendselen emigreerden. Op het hoogtepunt, in 1988, zwaaide 97 procent van de emigranten die een uitreisvisum naar Israël hadden verkregen, tijdens hun reis af naar de Verenigde Staten.45 In de Verenigde Staten hadden Russische Joden een vluchtelingenstatus, waardoor ze daar eenvoudig toegang kregen. Nadat de vluchtelingenstatus voor Russische immigranten in het begin van de jaren ’90 werd afgeschaft, richtte de immigranten zich pas volledig op Israël. Deze dropout-episode had merkbare invloed op de houding van Israël tegenover deze afvallers, en tegenover de regeringen die Joodse migranten overtuigden om niet naar Israël te gaan. Zowel op micro-, als op macroniveau werden de verhoudingen hierdoor verstoord, wat weer invloed had op verdere migratie. Tevens zou het dropout fenomeen later invloed uitoefenen op de Russischtalige diaspora.46

44 Gitelman, in: Lewin-Epstein (1997), 29. 45 Buwalda (1997), 173

46

(22)

Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk schets ik eerst een beeld van het Russische emigratiebeleid, tijdens en na het sovjetregime, en van het Israëlische immigratiebeleid. Vervolgens zet ik de verschillende push en pull factoren voor emigratie vanuit de Sovjetunie en Rusland op een rij. Tenslotte zal ik ingaan op de veranderingen die deze emigratiestroom teweeg bracht in de demografische en sociaal-economische situatie in respectievelijk Rusland en Israël. De bedoeling van dit hoofdstuk is om de praktijk in kaart te brengen, waarbinnen de migratiebewegingen tussen de Sovjetunie / Rusland en Israël plaatsvonden.

Sovjet migratiebeleid 1948-1990

De Sovjetunie heeft altijd actief meegewerkt aan de stichting van Israël. In 1948 was de Sovjetunie na de Verenigde Staten dan ook het tweede land dat Israël officieel erkende.47 Tegelijkertijd met de erkenning van de staat Israël, en daarmee de erkenning van Zionisme, groeiden echter de antikosmopolitische sentimenten binnen de Sovjetunie. De communistische partijtop wilde duidelijk stellen dat diplomatieke steun voor de stichting van Israël niet betekende dat Zionistische activiteiten binnen de eigen landgrenzen werden toegestaan. De uitleg was dat Russische Joden beter mee konden helpen aan de opbouw van de socialistische staat dan emigreren naar Israël.48 Bovendien ontkenden de communisten stelselmatig de aanwezigheid van religieuze Joden binnen de staatsgrenzen, omdat religie er officieel niet bestond; de Joden werden gezien als een nationale etnische eenheid, niet als religieuze groep.49

In 1950 werd in Israël de ‘Wet op de Terugkeer’ aangenomen, die alle leden van de Joodse diaspora toestond zich bij hun broeders te voegen in het Beloofde Land. Door deze wet kwam in de Sovjetunie ook de discussie over Joodse repatriëring op gang. Moskou kreeg dientengevolge een langzaam toenemende hoeveelheid emigratieaanvragen te verwerken, maar deze werden stuk voor stuk op ideologische gronden afgewezen.50 Emigratie werd door de communisten uitgelegd als landverraad en de onwil om bij te dragen aan de opbouw van het Socialisme. Ondertussen verslechterde het antisemitische klimaat in de Sovjetunie, wat

47

Brown, P.M., The recognition of Israel in: The American Journal of International Law, Vol. 42, No.3 (juli 1984), 620-627.

48 Wasserstein (1996), 51. 49 Ibidem, 204.

50

(23)

zich onder meer uitte in de arrestaties rondom het Artsencomplot (1952) – een gefingeerde Joodse samenzwering, zogenaamd bedoeld om een deel van de communistische leiders van het leven te beroven. Hiermee werd de publieke opinie over Joden in de Sovjetunie slechts bevestigd: ze waren ‘niet te vertrouwen’ en ‘erop uit om de Communistische machtsstructuren te gronde te richten’.51 Joodse etnische zuiveringen binnen de partijtop waren de meest in het oog springende maatregel, maar ook de Joodse bevolking ondervond de gevolgen van dit “complot”. Ondanks de openlijke excuses aan het adres van de Joodse artsen na de dood van Stalin, is het niet moeilijk voor te stellen dat Russische Joden zichzelf door deze affaire nog meer dan voorheen als tweederangs burger beschouwd voelden.52

Naar aanleiding van deze toename in antizionistische en antisemitische tendensen waren de diplomatieke verhoudingen tussen Israël en de Sovjetunie even bekoeld, maar begin 1954 werden deze weer aangehaald; in dit jaar werden ook de eerste uitreisvisa naar Israël uitgegeven. Nog steeds werden nagenoeg alle aanvragen afgewezen. Om dit proces van binnenuit te versnellen, riep de Israëlische regering het Joods Agentschap (Jewish Agency for Israel) in het leven. Vanuit een kantoor in Moskou trachtte het Agentschap de Joodse bevolking aan te moedigen om te emigreren. Toen duidelijk werd dat de internationale gemeenschap, mede dankzij de werkzaamheden van het Agentschap, met argusogen naar de menswaardigheid van het communistische emigratiebeleid keek, moest de Sovjetunie wel met een compromis komen. Mondjesmaat kwam de migratie op gang: als eerste mochten kleine hoeveelheden bejaarde en mindervalide Joden naar Israël emigreren, onder het mom van familiehereniging.53 Ondanks de inzet van het Joodse Agentschap vielen de resultaten echter tegen: in de periode 1954 – 1964 emigreerden in totaal slechts 1.452 Russische Joden rechtstreeks vanuit de Sovjetunie naar Israël.54

Vanaf het einde van de jaren ’60 was er sprake van een golfbeweging in het jaarlijks aantal emigranten. De meest voorkomende opvatting hierover is dat de Sovjetunie van tijd tot tijd wilde laten zien dat zij wel degelijk reageerde op internationale druk, om sympathie te winnen. Dit wordt door Salitan de ‘barometertheorie’ genoemd.55 Hoewel de fluctuerende

51 Kostyrchenko, G., Государственный антисемитизм в СССР (Moskou, 2005), 461-462. 52

Clarfield, M., The Soviet doctor’s plot – 50 years on, BMJ Journal, Vol. 325, December 2002, 1487-1489;

www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?artid=139050 .

53 Domitz, in: Lewin-Epstein, et al. (1997), 115.

54 Hierbij zijn de joodse repatrianten naar Polen en Tsjechoslowakije niet meegerekend. Dit waren ongeveer

175.000 personen, van wie het grootste deel gelijk doorreisde naar de Verenigde Staten of Israël; Wasserstein (1996), 200.

55 Salitan, L., Ethnic and related factors in Soviet emigration policy, 1968-1989, in: Lewin-Epstein, N., Yaacov

(24)

migratiecijfers ruwweg verband hielden met de Oost-West verhoudingen, was het détentebeleid volgens haar echter niet de belangrijkste drijfveer achter de versoepeling van het emigratiebeleid. Daarentegen was het toestaan van Joodse emigratie een middel om binnenlandse sociale, economische en politieke problemen onder de duim te houden. Deze theorie van Salitan wordt door meerdere onderzoekers ondersteund.56 Teneinde de emigratiebeweging lam te leggen, mochten invloedrijke voorvechters van emigratie en een beperkte groep Joden die openlijk weigerde te assimileren, naar Israël vertrekken, vóórdat hun ‘provocaties’ weerklank vonden in de Russische Joodse gemeenschap. Om te onderstrepen dat emigratie geen internationaal onderhandelingsmechanisme was, maar voortkwam uit binnenlandse overwegingen, nam de repressie jegens Joodse dissidenten zelfs toe terwijl de emigratieaantallen stegen.57

Waar de communistische beleidsmakers níet op hadden gerekend, was een toename van het aantal emigratieaanvragen als gevolg van de versoepeling van het emigratiebeleid; men was er juist vanuit gegaan dat de angel inmiddels uit de migratiebeweging was gehaald. De initiële beslissing om de Joden te laten gaan was genomen voordat het werkelijke aantal potentiële migranten bekend was. Langzamerhand begon men de controle over de situatie te verliezen.58 In een poging de schade te beperken, werden middelen aangewend als ‘diplomabelasting’: hoogopgeleide aspirant-emigranten moesten een vergoeding aan de communistische staat betalen voor de opleiding die ze hadden genoten – anders mochten ze niet vertrekken.

De eerste neerwaartse golfbeweging vond plaats vanaf het midden van de jaren ’70. De Amerikaanse regering probeerde de Sovjetunie extra druk op te leggen met het Jackson-Vanik amendement dat er in feite op gericht was repressief emigratiebeleid te bestraffen met handelsbelemmeringen. Hoewel deze ingreep weinig tot geen effect had op de migratiecijfers, en weinig andere Westerse regeringen het amendement steunden, viel de aanname ervan samen met een scherpe terugval in emigratieaantallen. Aanhangers van de ‘barometertheorie’ wijden deze terugval aan een agressieve reactie van sovjetzijde op de Amerikaanse bemoeienissen. Een meer plausibele verklaring ligt wellicht in het feit dat Russische Joden, inmiddels ontdaan van de meest actieve Zionisten, afgeschrikt waren door de Arabisch-Israëlische (Yom Kippoer) oorlog van 1973. Hierdoor zagen ze voorlopig af van een

56

o.a. door Yaacov Ro’i, Robert J. Brym en Victor Zaslavsky: Ro’i, Y., Soviet policy towards Jewish emigration

– an overview, in: Lewin-Epstein, N., Yaacov Ro’I, en Paul Ritterband (ed.), Russian Jews on three continents. Migration and resettlement (London, 1997), 66.

57 Salitan, in: Lewin-Epstein, et al. (1997), 69. 58

(25)

aanvraag.59 Tevens was er een hernieuwde antizionistische staatscampagne gestart, die vooral de ideologische aspecten van Zionisme bekritiseerde. De hoeveelheid emigranten naar Israël nam af van ongeveer 33.000 (1973) tot ongeveer 8.000 in 1977.60 De emigratie naar de Verenigde Staten liet echter een tegenovergestelde trend zien; de emigrantenstroom nam dus niet zozeer af, maar kreeg een andere bestemming.61

De eerste helft van de jaren ’80 betekende het dieptepunt in Oost-West relaties. De communistische inval in Afghanistan (vanaf 1979), het mislukken van de SALT II antiproliferatie onderhandelingen (1979), en de boycot van de Olympische Spelen in Moskou (1984) zijn hiervan enkele voorbeelden. Emigratiecijfers daalden in deze periode bijna tot het nulpunt. Salitan wijdt deze afname aan de conservatieve, isolationistische lijn die de sovjetregering aanhield sinds het aantreden van Brezjnev; de verslechterde internationale situatie leidde tot onenigheid binnen regeringskringen en om de grip niet te verliezen, werd emigratie nagenoeg opgeschort. Deze afname betrof niet allen de Joodse emigratie; het fenomeen had eveneens invloed op de emigratiecijfers van etnische Duitsers, na de Russische Joden de grootste groep emigranten binnen de Sovjetunie.62 Van 1982 tot 1987 emigreerden gemiddeld 400 Joden per jaar naar Israël.63 In navolging van groeiende binnenlandse demografische en economische problemen, stak bovendien een ander aspect van het sovjetbeleid tijdens crisisperiodes de kop op: het wantrouwen jegens alles dat met het buitenland te maken heeft. Hierbij werd sterk de nadruk gelegd op het collectief, in plaats van individuele doeleinden of de naleving van burgerrechten. In combinatie met een isolationistische buitenlandpolitiek vormde deze optiek een ongunstig klimaat voor emigratie.64 De destijds in Rusland levende Joodse socioloog-psycholoog Leonid Gozman vergelijkt een aanvraag voor een uitreisvisum onder Brezjnev met een vorm van Russische roulette.65

Hoewel de binnenlandse situatie bij het aantreden van Michail Gorbatsjov in 1985 nog steeds onveranderd was, bewerkstelligde hij binnen twee jaar een ingrijpende politieke omslag. Ook het emigratiebeleid werd radicaal anders ingericht. Gorbatsjov liet de ‘refuseniks’ massaal gaan (ze vormden 77 procent van het totaal aantal emigranten in 1987),

59

Salitan, in: Lewin-Epstein (1997), 71-75.

60 Wasserstein (1996), 200.

61 Het aantal emigranten naar de VS steeg van ca. 1.500 in 1973 tot bijna 29.000 in 1979; Wasserstein (1996),

200; Ro’i, in: Lewin-Epstein (1997), 53.

62

Salitan, in: Lewin-Epstein (1997), 76-77.

63 Wasserstein (1996), 200.

64 Dowty, A., Closed borders: the contemporary assault on freedom of movement (New Haven, 1987), 63-67. 65 Gozman, L.J., Is living in Russia worthwile?, in: Lewin-Epstein, N., et al. (ed.), Russian Jews on three

(26)

en maakte de emigratieprocedures simpeler en sneller. Het heeft er alle schijn van dat hij het emigratieprobleem van ondergeschikte waarde vond, en dat het snel moest worden opgelost, zodat hij zich kon richten op belangrijkere problemen. De algemeen geldende overtuiging was dat de emigratiestroom slechts familiehereniging betrof, en dat zij vanzelf zou afnemen zodra de sociaal-economische leefomstandigheden binnen de Sovjetunie beter werden.66 Opnieuw vergiste de sovjetregering zich echter in de aantallen. In de periode 1987 – 1989 verlieten in totaal meer dan 100.000 Joden de Sovjetunie, waarvan ongeveer een kwart met Israël als eindbestemming.67

Versoepeling van het emigratiebeleid stond in het teken van Gorbatsjovs glasnost en perestrojka politiek. Enerzijds druiste een stijging in emigratieaantallen tegen de doelstellingen van deze politiek in: vanwege hun hoge opleidingsniveau konden veel Joden een belangrijke rol spelen in het opbouwproces – hun emigratie kon leiden tot een ‘braindrain’. Bovendien kon de versoepeling van emigratieregels voor één groep leiden tot protesten van andere etnische groepen, om ook van deze nieuwe regelgeving gebruik te mogen maken. Anderzijds waren de verhoogde emigratieaantallen een indicatie van toenemende liberalisatie en democratisering; vasthouden aan een repressief emigratiebeleid zou een ondermijning van glasnost betekenen. Veel aspirant-emigranten, die reeds lange tijd wachtten op een kans om te emigreren en zich vanuit historisch perspectief geen illusies maakten over de houdbaarheid van het versoepelde emigratiebeleid, kozen eieren voor hun geld en emigreerden massaal. Het was de bedoeling dat de nieuwe sfeer van openheid en de verbeterde sociaal-economische vooruitzichten bijdroegen aan de keuze om in de Sovjetunie te blijven, maar in 1990 kozen meer dan 185.000 Joden voor emigratie naar Israël.68

Deze periode wordt gekenmerkt door een nieuw fenomeen in de geschiedenis van het sovjetemigratiebeleid: waar de omvang van de emigratiestroom voorheen altijd in functie stond van het geldende staatsbeleid, werd deze nu bepaald door de emigranten zelf. Nagenoeg elk aangevraagd uitreisvisum werd thans toegekend, waardoor de migratiecijfers voor het eerst de feitelijke situatie weergaven. Het aantal emigranten naar Israël bereikte in 1990 het zevenvoudige van het niveau van 1989; dit werd niet alleen veroorzaakt door het versoepelde emigratiebeleid.

De nieuwe vrijheden van glasnost en perestrojka hadden tevens een gevoel van onzekerheid binnen de sovjetbevolking teweeg gebracht, die zich – naast economische bezorgdheid – uitte

66 Salitan, in: Lewin-Epstein (1997), 78.

67 Het merendeel van de overage 75.000 emigranten vond zijn weg naar de Verenigde Staten; Wasserstein

(1996), 200.

68

(27)

in discussies over o.a. etniciteit, regionale ongelijkheid en religieuze verdraagzaamheid. Dit noodde de Joodse bevolking ertoe een snelle beslissing te nemen over emigratie en droeg bij aan de complexiteit van het emigratieprobleem.69 Het lukte de regering niet om de Russische Joden ervan te overtuigen dat er wel degelijk een toekomst voor hen was weggelegd in de Sovjetunie. Toen de Sovjetunie ophield te bestaan en Rusland een onafhankelijke staat werd, een liberale democratie stichtte, en de transitie naar een markteconomie inzette, werd weinig aandacht geschonken aan het migratiebeleid of andere demografische trends. Voorzover ze vooruit keken, verwachtten de beleidsmakers dat er eenvoudigweg een herconcentratie zou plaatsvinden van de verschillende etnische groepen in hun navenante thuislanden.70 Het Russische migratiebeleid zou enkele grote veranderingen doormaken in de loop van de jaren ’90.

Russisch migratiebeleid 1991-heden

Na het uiteenvallen van de Sovjetunie, en het begin van de economische transitie in 1992, moest de Russische regering het migratiebeleid drastisch hervormen, aangezien de wetgeving omtrent vluchtelingen, internationale arbeidsmigratie en vrijheid van beweging ernstig tekort schoot. Teneinde zich te conformeren aan de internationale migratienormen, nam het Russische parlement in 1993 een aantal nieuwe wetten aan. Het interne paspoortsysteem werd afgeschaft en de vrijheid van beweging werd gegarandeerd, inclusief het recht om voorgoed te emigreren of immigreren. In 1992 was in verband hiermee reeds een wet aangenomen die Russisch staatsburgerschap garandeerde aan iedereen die permanent in Rusland woonde, en aan alle inwoners van de ex-Sovjetunie (inclusief niet-Russen) die op dat moment in één van de voormalige sovjetrepublieken woonden, mits ze hun immigratieaanvraag vóór het jaar 2000 indienden. Deze wet was er niet op gericht om een massale terugkeer naar het Russische moederland te veroorzaken, maar eerder om de rechten van Russen te garanderen in de nieuwe landen waar ze zich bevonden. In 1997 werd een nieuwe vluchtelingenwet van kracht; deze wet bevatte meer restricties voor vluchtelingen om te immigreren en bepaalde dat de staat verminderd verantwoordelijk was voor hun welzijn – voornamelijk om de kosten van immigratie enigszins te drukken.71

Sinds het aantreden van president Poetin in 2000, is er door de Russische regering veel aandacht besteed aan de schrijnende Russische demografische situatie, en de

69 Salitan, in: Lewin-Epstein (1997), 81-82.

70 Heleniak, T., Migration dillemas haunt post-Soviet Russia, Migration Information Source, Oktober 2002,

http://www.migrationinformation.com/Profiles/display.cfm?id=62

71

(28)

migratieproblematiek die hiermee gepaard ging. Hoewel de netto migratie reeds sinds 1975 positief was – meer immigranten dan emigranten – zorgde de natuurlijke bevolkingsafname – meer sterftegevallen dan geboorten – ervoor dat de totale bevolkingsomvang vanaf 1992 negatief groeide.

fig. 2: netto migratie tegenover natuurlijke bevolkingsgroei

Aan het einde van het communistische bewind werd dit fenomeen grovelijk onderschat, mede omdat men er niet van uit was gegaan dat de Sovjetunie uiteen zou vallen. De regering Poetin werd echter geconfronteerd met enkele kolossale problemen: een ‘braindrain’ naar het Westen, een toestroom van etnische Russen vanuit de voormalige Sovjetstaten, ontvolking van Siberië en het Verre Oosten, en grootschalige immigratie vanuit Azië.72

In verband met deze problemen kwam een migratiedebat op gang: hoeveel migranten moesten worden toegelaten? De pro-migratie lobby pleitte voor een ‘vervangingsimmigratie’ die de natuurlijke bevolkingsafname moest compenseren; het feit dat meer dan 20 miljoen ex-sovjetburgers in de omringende staten de Russische taal uitstekend beheersten, was voor hen een reden om aan te nemen dat deze groep eenvoudig zou kunnen integreren in de Russische maatschappij. De anti-migratie lobby was echter faliekant tegen het idee van grote hoeveelheden immigranten. Buitenlanders zouden zich vooral bezig houden met criminele activiteiten, en integratie in de samenleving zou zeer problematisch worden. De anti-migratie lobby had schijnbaar de grootste invloed in regeringskringen, want de Federale Migratiedienst werd in de loop van 2000 omgedoopt in het Ministerie van Federale Zaken, Nationaliteiten en Migratiebeleid en tegen 2002 ondergebracht in het Ministerie van Binnenlandse Zaken (waaronder ook het politieapparaat valt). De opvatting was dat de oorspronkelijke

72

(29)

Migratiedienst te zwak was om de immigratiestromen te reguleren; de politiemacht had wél de middelen om het kaf van het koren te scheiden.73

Omdat de oude wet te laks werd bevonden en illegale immigratie zou bevorderen, werd in mei 2002 een nieuwe immigratiewet aangenomen, waarin duidelijkere voorwaarden werden gesteld aan het verkrijgen van Russisch staatsburgerschap. Men moest nu minstens vijf jaar ononderbroken in Rusland hebben gewoond, de Russische taal vloeiend beheersen, en legaal werk hebben. Onderdeel van deze wet was een nieuw registratiesysteem om immigratieaantallen in kaart te brengen. De immigrant heeft hierbij één deel van het tweeledige document in handen, terwijl het andere deel wordt beheerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.74 Terwijl deze wet vooral de regulering van de immigratiestroom moest garanderen, bood hij geen oplossing voor de demografische problemen.

In de loop van 2006 kondigde Poetin een staatsprogramma aan ter bevordering van vrijwillige immigratie, dat op 1 januari 2007 van kracht werd. Onderdeel van dit programma zijn een baangarantie in Rusland, ondersteuning bij de verhuizing, financiële compensaties (100.000 roebel per gezin), en sociale garanties voor alle gezinsleden.75 In principe gold deze regeling voor mensen die reeds het Russische staatsburgerschap bezaten, maar ook de procedures aangaande naturalisatie werden versoepeld. Geïnteresseerden konden zich hiervoor inschrijven bij het filiaal van de Russische Migratiedienst in het desbetreffende land. Volgens specialisten zou dit 5-6 miljoen Russischtalige immigranten moeten genereren in de periode 2006-2012, voornamelijk uit de GOS-landen. Voor het jaar 2007 werd in eerste instantie een voorzichtige schatting gemaakt van 50.000 immigranten76; de cijfers van het Russische bureau voor Statistieken (GKS) geven echter aan dat in 2007 het migratiesaldo op ca. 240.000 uitkwam. Het grootste deel hiervan kwam inderdaad op het conto van de GOS-landen.77 Nog steeds was dit geen volledige compensatie voor de natuurlijke bevolkingsafname. Het geboortesaldo in 2007 bedroeg -477.700 – overigens een sterke verbetering met voorgaande jaren, toen het saldo gemiddeld rond -800.000 lag.

73 Heleniak (Oktober 2002), http://www.migrationinformation.com/Profiles/display.cfm?id=62 74 Een systeem dat sterk doet denken aan het interne paspoort tijdens de Sovjetunie; Ibidem.

75 Путин указал поддержать переселение в Россию, информационное агентство REGNUM (26.06.2006),

http://www.regnum.ru/news/district-fareast/evrei/society/663221.html (28-8-2008).

76 Shavochlova, M., А. Саргин, Великое переселение в Россию, "Газетa" № 187, 13.10.2006,

http://www.gzt.ru/politics/2006/10/12/213020.html (27-8-2008).

77 Russische Bureau voor de Statistiek, www.gks.ru/bgd/regl/b08_11/IssWWW.exe/Stg/d01/05-09.htm

(30)

Israëlisch immigratiebeleid

De raison d’être van de staat Israël is altijd de vestiging van het Joodse volk in hun historische thuisland geweest. Het eerste artikel van de ‘Wet op de Terugkeer’ luidt: “Elke Jood heeft het recht om naar Israël te immigreren.”78 Het Joods Agentschap was vanaf het begin in feite verantwoordelijk voor de mobilisatie van de Joodse diaspora. De Israëlische overwinning in de Zesdaagse Oorlog ontketende een ware euforie binnen het wereldwijde Jodendom, wat resulteerde in sterk toenemende immigratieaantallen. De Israëlische regering maakte onderscheid tussen ontwikkelde immigranten (uit het Westen) en minder ontwikkelde immigranten (overlevenden van de holocaust en Joden uit moslimlanden en Oost-Europa). Om deze toestroom goed te kunnen verwerken werd een nieuw overkoepelend regeringsorgaan opgericht: het Ministerie van Absorptie. Het Joods Agentschap voelde zich hierdoor enigszins buiten spel gezet, maar de regering vond het noodzakelijk dat de verantwoordelijkheid voor verwerking van de immigratiestroom bij de regering lag. Medewerkers van het Agentschap namen desalniettemin nog steeds de honneurs waar.79

Na aankomst in Israël werden de immigranten ingedeeld in twee categorieën: ‘indirecte’ en ‘directe absorptie’. Indirecte absorptie betekende een verblijf van zes maanden in een absorptiecentrum (vergelijkbaar met hedendaagse asielzoekercentra), waar de immigrant Hebreeuws kon leren, kon wennen aan het nieuwe thuisland en van waaruit hij kon zoeken naar een baan en huisvesting. Veel immigranten maakten misbruik van deze voorzieningen en bleven langer dan toegestaan in de absorptiecentra hangen, ook al hadden ze reeds werk gevonden. Directe absorptie hield in dat de immigrant gelijk de beschikking kreeg over een huurwoning en werd voorzien van een baan. De taal kon hij leren via avondstudie, en eventuele kinderen werden gelijk ingeschreven bij de lokale school. Bij deze variant was er geen aanpassingsperiode, en de gesubsidieerde huurwoningen bevonden zich vaak in buitenwijken van de grote steden, waar reeds een groot aantal immigranten van voorgaande lichtingen woonden. In die gebieden was een chronisch tekort aan banen; laaggeschoold werk was vaak de enige optie. Veel nieuwe immigranten vonden het dan ook moeilijk om financiële voet aan de grond te krijgen. Over het algemeen is integratie volgens de directe absorptiemethode succesvoller gebleken dan de indirecte variant.80

78

Law of Return 5710-1950, www.jewishvirtuallibrary.org/source/Immigration/Text_of_Law_of_Return.html .

79 Adler, S., Israel’s absorption policies, in: Lewin-Epstein, N., Yaacov Ro’I, en Paul Ritterband (ed.), Russian

Jews on three continents. Migration and resettlement (London, 1997), 135-136.

80 Neuman, S., Aliyah to Israel: Immigration under conditions of adversity, IZA Discussion paper No. 89,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aanleiding voor deze discussie was de precaire financiële situatie waarin het merendeel van de studenten zich rond deze tijd bevond en meer in het bijzonder het hoge zelfmoordcijfer

15-21 Tisjri (7 de maand) September-oktober Herdenkt Gods grote verlos- sing en bescherming tijdens de wildernisomwandelingen van de Israëlieten. Chanoeka of herinwij-

In Amsterdam mochten de joden hun eigen geloof belijden en hadden ze meer rechten dan joden in andere landen.. Veel van de nieuw-christenen namen daarom het geloof van hun

In de eerste plaats was voor de joden in de stad Groningen de afkondiging van reglementen belangrijk; niet alleen nam hierdoor de organisatiegraad toe, maar sommige op

Het aantal belasting betalende leden van de Joodse Gemeente Groningen kan niet zonder meer gelijkgesteld worden met het aantal joodse gezinnen in de stad Groningen, want ook buiten

In februari treedt Nicolaas II af, maar het lukt de Voorlopige Regering die voor hem in de plaats komt niet om het land onder controle te krijgen.. Arbeiders, boeren en

Sinds de Europese Unie en de Russische Federatie aan elkaar grenzen, zijn we behalve vrienden ook buren geworden.. De afgelopen jaren werden onze banden

Dit bepaalt de gehele verdere strijd der feministen, een vooruitstrevende beweging zonder oog voor de politieke belan- gentegenstellingen, hetgeen enigszins