Vraag nr. 244 van 12 juli 1996
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS
Koepels ouderverenigingen VCOV en EVO – Subsidies De verenigingen VCOV (Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen) en EVO (Educatieve Vereniging voor Ouderwerking in het Officieel Onder-wijs), beide koepels van ouderverenigingen, krijgen een jaarlijkse subsidie in het kader van het decreet op het sociaal-cultureel vormingswerk.
1. Welk bedrag werd voor beide verenigingen inge-schreven op de begrotingen van 1993, 1994, 1995 en 1996 ?
2. Welk bedrag werd in 1993, 1994, 1995 en eventueel al in 1996 uitbetaald ?
3. Voor welke taken worden deze verenigingen gesub-sidieerd ?
Antwoord
1. Uit de jaarverslagen 1992, 1993 en 1994 van de afde-ling Volksontwikkeafde-ling en Bibliotheken blijken voor de bedoelde verenigingen volgende subsidie-toekenningen :
1992 1993 1994
VCOC 9.892.479 10.659.280 10.779.077 EVO 3.944.246 4.404.321 4.507.651 Voor het werkjaar 1995 is via de basisallocatie 33.01 van Programma 43.2 een subsidie van 10.659.280 frank berekend voor VCOC en van 4.507.651 frank voor EVO, waarvan op dit ogenblik het saldo , dit is de totale subsidie min de reeds uitbetaalde voor-schotten of respectievelijk 1.448.638 en 775.485 frank, nog moet worden uitbetaald. De uitbetaling hiervan is gepland voor 22 augustus 1996.
Voor het werkjaar 1996 werden voor VCOV en EVO reeds drie voorschotten ten belope van tel-kens respectievelijk 2.398.338 en 1.014.221 frank uit-betaald. Ingevolge artikel 38 van het decreet van 19 april 1995 werd aan VCOV en EVO eveneens een bijkomende subsidie van 1,8 miljoen frank toege-kend, waarvan de uitbetaling eveneens voor 22 augustus 1996 gepland is.
Voor 1996 rest dus nog de uitbetaling van een vier-de voorschot, eveneens ten belope van 2.398.338 (VCOV) en 1.014.221 frank (EVO) (waarvan de uitbetaling is gepland voor 26 september 1996) en één nog op basis van het in te dienen werkings- en financieel verslag te berekenen saldo.
2. Deze verenigingen worden gesubsidieerd op basis van het decreet van 19 april 1995 houdende een subsidieregeling voor verenigingen van volksont-wikkelingwerk. Voorheen gebeurde dit op basis van het decreet van 4 juli 1975.
Een vereniging voor volksontwikkelingswerk ver-vult in de samenleving vier functies : een ontmoe-tingsfunctie, een sociale actiefunctie, een educatieve functie en een culturele functie. In de werking van de vereniging moeten die functies tot uiting komen. Vertaald in concrete taken betekent dit voor de ver-eniging :
– de begeleiding en stimulering van aangesloten afdeling/kernen,
– het organiseren van kaderopleiding,
– het uitwerken en ter beschikking stellen van documentatie, hulp- en leermiddelen ,