• No results found

Tenuitvoerlegging van de Europese milieuwetgeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tenuitvoerlegging van de Europese milieuwetgeving"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DT\470383NL.doc PE 319.422

NL NL

Tenuitvoerlegging van de Europese milieuwetgeving

Vragen aan de Commissie voor behandeling tijdens de vergadering van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid van 27 en 28 januari 2003

ALGEMENE VRAGEN

1. Naleving van milieuwetgeving (Chris Davies)

Welke voorstellen zal de Commissie voorleggen aan de Conventie voor de toekomst van Europa betreffende de noodzaak de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving te

verbeteren?

2. Inbreukprocedures (Eluned Morgan)

Op welke grondslag besluit de Commissie een inbreukprocedure in te leiden? Stelt de Commissie in de loop van de inbreukprocedure nieuwe termijnen vast voor lidstaten die niet voldoen aan de EU-wetgeving, zonder het Parlement of de Raad te raadplegen? Hoe worden de besluiten over deze termijnen genomen? Welk recht heeft de Commissie om unilateraal deze termijnen vast te stellen? Hoeveel lidstaten die inbreuk hebben gemaakt op EU-wetgeving hebben ook een boete opgelegd gekregen voor die inbreuk? Waarom legt de Commissie pas een boete op aan een lidstaat na de datum van het tweede arrest van het Hof van Justitie?

SPECIFIEKE VRAGEN

Tenuitvoerlegging van wetgeving - horizontaal 1. Naleving nitraatrichtlijn (Bart Staes)

Op 27 mei 2002 - in antwoord op mijn vraag van 30 april 2002 - laat Commissaris

Wallström weten dat de diensten van de Commissie hebben aangegeven "dat Commissaris Fischler zich heeft voorgenomen alle relevante lidstaten aan te schrijven om na te gaan hoe zij hun verbintenissen in verband met de nitraatrichtlijn hebben waargemaakt die zij in hun plattelandsontwikkelingsplannen hebben aangegaan". Kan de Commissie een overzicht geven van de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van de nitraatrichtlijn 676/91 en kan zij

(a) een overzicht geven van de toepassing in de lidstaten en hun regio's;

(b) mededelen welk oordeel zij heeft over de al dan niet correcte uitvoering ervan;

(c) meedelen ten aanzien van welke lidstaten of regio's zij een procedure voor het Hof van Justitie heeft opgestart;

(d) meedelen ten aanzien van welke lidstaten of regio's zij een procedure voor het Hof van Justitie alsnog zal opstarten?

(2)

PE 319.422 2/6 DT\470383NL.doc

NL

2. Tenuitvoerlegging van de habitats-richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 (Torben Lund)

(i) ARTIKEL 12 – intensievere bescherming van bepaalde soorten

Hoe staat het, in het licht van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 30 januari 2002 (Commissie van de Europese Gemeenschappen vs. de Helleense Republiek (Zaak C-103/00)), met de tenuitvoerlegging van artikel 12 van de richtlijn in de overige lidstaten? Welke maatregelen heeft de Commissie getroffen (en zal zij treffen) om ervoor te zorgen dat de lidstaten waarin de in bijlage IV, letter a) vermelde diersoorten voorkomen, niet alleen de noodzakelijke bepalingen integreren in hun nationale wetgeving, maar ook een systeem van strikte

bescherming instellen ten behoeve van de betreffende gebieden?

(ii) ARTIKEL 6, LID 2 – bescherming van gebieden tegen verslechtering en storende factoren

In zijn arrest tegen de Republiek Ierland heeft het Europese Hof van Justitie (EHJ) duidelijk verklaard dat artikel 6, lid 2, waarin bepaald wordt dat de lidstaten passende maatregelen dienen te treffen om te voorkomen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones verslechtert en er storende factoren optreden voor de soorten, eveneens van toepassing is op bestaande activiteiten. Activiteiten die onverenigbaar zijn met de doelstellingen van artikel 6, lid 2, dienen derhalve beëindigd te worden, ongeacht de vraag of zij tot de huidige praktijk behoren en ook wanneer zij legaal verricht werden voordat de richtlijn in werking trad. Welke stappen gaat de Commissie ondernemen opdat de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van artikel 6, lid 2, ten volle rekening houden met de uitspraak van het EHJ?

3. Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken (Caroline Jackson, Robert Goodwill, Bernd Lange)

(i) De lidstaten werden geacht richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken vóór 21 april 2002 ten uitvoer te hebben gelegd. Wat is de stand van zaken ten aanzien van de tenuitvoerlegging van richtlijn 2000/53/EG in de lidstaten? Heeft de

Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen de lidstaten die verzuimd hebben de richtlijn ten uitvoer te leggen? Welke aanvullende maatregelen is de Commissie van plan te treffen met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van richtlijn 2000/53/EG?

(ii) Artikel 5, lid 4, van deze richtlijn bepaalt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de laatste houder van een voertuig het zonder kosten kan overdragen ("gratis terugname"-beginsel) en dat de producenten alle of een aanzienlijk deel van de kosten voor de uitvoering van dit voorschrift voor hun rekening nemen. Hebben de lidstaten deze bepaling correct uitgevoerd?

(3)

DT\470383NL.doc 3/6 PE 319.422

NL

(iii) Welke vorderingen heeft het Comité voor aanpassing aan de technische vooruitgang (TAC) gemaakt om een tijdige aanpassing van Bijlage II van de richtlijn te kunnen realiseren? Meer in het bijzonder, heeft het TAC zich beziggehouden met de kwestie van een mogelijk verbod van loden

wieluitbalanceringsgewichten op 1 juli 2003? Is de Commissie zich ervan bewust dat dit waarschijnlijk een praktisch en juridisch implementatieprobleem zal opleveren en overweegt zij niet om een dergelijk verbod op een latere datum te doen ingaan, om de mogelijkheid te bieden dat alternatieve

uitbalanceringsgewichten voor wielen worden ontwikkeld, getest en gedistribueerd?

4. Richtlijn 1999/94/EG betreffende consumenteninformatie over de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's (Bernd Lange)

Sinds 18 januari 2001 is de termijn voor de omzetting van richtlijn 1999/94/EG betreffende consumenteninformatie over de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's afgelopen. Nog steeds hebben enige lidstaten deze richtlijn, die de tweede pijler van de CO2- strategie voor personenauto's vormt, niet omgezet. Wat doet de Commissie om een einde te maken aan deze onhoudbare toestand?

5. IPPC-richtlijn 96/61/EG (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (Mihail Papayannakis)

De vijftien lidstaten van de EU hadden tot eind oktober 1999 de tijd om hun nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de vereisten van de IPPC-richtlijn.

Hebben de lidstaten de Europese Commissie in kennis gesteld van hun

omzettingsmaatregelen? Zo ja, hebben zij bovengenoemde richtlijn correct omgezet? Zo neen, in welke landen zijn de ernstigste vertragingen opgetreden? Heeft de Commissie juridische stappen ondernomen tegen deze landen?

6. Richtlijn 2001/42/EG betreffende strategische milieueffectbeoordeling (John Bowis) Welke vorderingen zijn gemaakt door de lidstaten bij het implementeren van de nieuwe richtlijn betreffende strategische milieueffectbeoordeling?

7. Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffect-beoordeling (MEB) en IPPC- richtlijn 96/61/EG (Emilia Franziska Müller)

De MEB-richtlijn 85/337/EEG en de IPPC-richtlijn 96/61/EG regelen voor een deel dezelfde zaken (d.w.z. de goedkeuring van bepaalde projecten), maar ze zijn noch inhoudelijk, noch wat betreft de eruit voortvloeiende procedurele vereisten volledig op elkaar afgestemd.

(i) Hoe beoordeelt de Commissie de moeilijkheden die door deze overlapping ontstaan bij de implementatie?

(ii) Welke maatregelen zal de Commissie nemen om de juridische toepassing van dergelijke elkaar overlappende rechtsinstrumenten in de toekomst te vergemakkelijken?

(4)

PE 319.422 4/6 DT\470383NL.doc

NL

(iii) Is gedacht aan een harmonisatie van de MEB-richtlijn en de IPPC-richtlijn, waarbij ook de SEVESO II-richtlijn (96/82/EG) wordt betrokken?

Implementatie van wetgeving - specifieke gevallen

1. Mühlenberger Loch, Duitsland - Habitats-richtlijn (92/43/EEG) / Verordening 1049/2001/EG inzake de toegang van het publiek tot documenten (Jorge Moreira da Silva)

Verordening 1049/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad was bedoeld om meer openheid en legitimiteit te brengen in het werk van de instellingen door toegang te verlenen tot de door hen opgestelde en ontvangen documenten, tenzij deze wettelijk beschermd zijn of indien openbaarmaking gevaar zou opleveren voor de veiligheid of de privacy. Het Internationaal Fonds voor het Welzijn van Dieren (IFAW) heeft om toegang verzocht tot documenten in verband met het positief advies dat de Commissie heeft afgegeven inzake goedkeuring van het industrieel uitbreidingsplan ten behoeve van de eindassemblage van de nieuwe Airbus in het gebied van het Mühlenberger Loch, bij Hamburg, dat uit hoofde van de habitats-richtlijn 92/43/EEG is aangemerkt als prioritair gebied voor het Natura 2000-netwerk. De Commissie verleende toegang tot alle

documenten, behalve die welke afkomstig waren van de Duitse autoriteiten, zulks op verzoek van de Duitse autoriteiten.

Is de Commissie niet van mening dat de eindbeslissing over openbaarmaking van niet- geclassificeerde documenten bij haar moet liggen en dat, als men toestaat dat nationale transparantieregels worden toegepast voor documenten die in het bezit zijn van

instellingen van de EU, dat ongelijkheid creëert bij de toegang tot zaken die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en zou kunnen leiden tot 15 verschillende niveaus van transparantie, terwijl de verordening juist is gemaakt om een grotere aansprakelijkheid in het kader van een democratisch stelsel te waarborgen? Is de Commissie niet verder van mening dat, als haar advies ten gunste van de industriële ontwikkeling van dit beschermd gebied gemotiveerd werd door dwingende redenen van algemeen belang, de openbaarmaking van documenten die dit besluit rechtstreeks betreffen, eveneens duidelijk in het algemeen belang is?

2. Spoorwegproject Ijzeren Rijn - Habitats-richtlijn 92/43 EEG (Alexander de Roo en Ria Oomen-Ruijten)

Er bestaan op het ogenblik plannen, die verstrekkende gevolgen hebben voor het milieu, om het goederenvervoer op de spoorlijn Roermond-Duisburg te reactiveren. Er wordt zelfs gedacht aan 43 goederentreinen per dag. Er lijkt een tegenstelling te bestaan, die mogelijk van grote betekenis is, tussen de verklaring van de Europese Commissie dat de laatste goederentreinen op dit traject in 1994 hebben gereden en die van de Nederlandse overheid dat hier geen goederentreinen meer rijden sinds 1991, d.w.z. vóór de

goedkeuring van de habitats-richtlijn in 1992. Hoe verklaart het Commissie deze

verwarring over cruciale data en welke conclusies kunnen daaruit worden getrokken? Is de Commissie op de hoogte van de studie die is uitgevoerd door "Alterra", volgens welke

(5)

DT\470383NL.doc 5/6 PE 319.422

NL

een frequentie van 43 goederentreinen per dag aanzienlijke schade voor het milieu zou veroorzaken?

Motivering

In haar antwoord van 17 oktober 2002 op schriftelijke vragen van mevrouw Oomen- Ruijten van 2 september 2002 over het spoorwegproject Ijzeren Rijn verklaart de Commissie dat de laatste goederentrein op het traject Roermond - Duisburg heeft gereden in 1994. De Limburgse Milieufederatie heeft op 5 juli 2002 een identiek

antwoord ontvangen. Echter, op de website van het Nederlands ministerie van Verkeer en Waterstaat (website: www.projectijzerenrijn. nl) is de volgende passage te vinden:

"Tussen Roermond en de Duitse grens rijden sinds 1991 geen treinen meer." De habitats- richtlijn (92/43/EEG) werd door de Raad vastgesteld op 21 mei 1992. Tot 1991 reden er 4 goederentreinen per week over het historisch tracé door het nationaal reservaat "De Meinweg". Volgens de Belgische plannen moet dit aantal toenemen - als de lijn opnieuw in gebruik wordt genomen- tot 43 treinen per dag. In de vroegere situatie (tot 1991) was er geen sprake van significante milieuschade of negatieve effecten. Volgens de studie van het onderzoeksinstituut "Alterra" (Evaluatie van de milieu-effecten van reactivering van de Ijzeren Rijn in het gebied de Meinweg, Wageningen 2000) zal permanente

reactivering met een frequentie van 43 goederentreinen aanzienlijke milieuschade veroorzaken (blz. 99).

3. Havenproject inVuosaari, Helsinki, Finland - Habitats-richtlijn 92/43/EEG (Heidi Anneli Hautala)

Het havenproject in Vuosaari vormt een zeer belangrijk precedent met betrekking tot het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden in Finland, vooral gelet op de effecten die het project zal hebben op het bos van Mustavuori, dat rijk aan plantensoorten is, en de vogelrijke wetlands van Östersundom (gebied F 1010065) en gezien de wijze waarop de nationale autoriteiten in dit specifieke geval het communautair recht hebben

geïnterpreteerd en toegepast. Volgens NGO's en indieners van verzoekschriften bij het Europees Parlement staan de grondbeginselen zelf van het systeem van beoordeling en besluitvorming, zoals neergelegd in de leden 3 en 4 van artikel 6 van de habitats-richtlijn, op het spel. Niettemin heeft het hoogste administratief gerechtshof van Finland bepaald dat het bij deze zaak niet gaat om interpretatie van communautair recht. Het hof

motiveerde zijn afwijzing van het verzoek om een prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie met de verklaring, inter alia, dat de richtsnoeren van de Commissie voor de interpretatie van artikel 6, leden 3 en 4 van de habitats richtlijn "alleen de opinie van de Commissiediensten weergeven".

(i) Is de Commissie het eens met deze verklaring, of is zij van mening dat deze richtsnoeren wel degelijk de stand van het communautair recht weerspiegelen?

(ii) Acht de Commissie het passend de effecten van een project overeenkomstig lid 3 van artikel 6 van richtlijn 92/43 opnieuw te beoordelen, na een eerste negatieve beoordeling van het project, met als argument dat de uitzonderingsregeling van lid 4 niet kan worden toegepast?

(6)

PE 319.422 6/6 DT\470383NL.doc

NL

(iii) Kan de Commissie zorg dragen voor een adequaat en tijdig onderzoek betreffende de verenigbaarheid van het Vuosaari-project met het communautair recht en betreffende de evaluatie door de nationale autoriteiten, overwegende dat de werkzaamheden van dit project op 7 januari van start zijn gegaan?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de oudste leeftijdsgroep is het verschil tussen EU-15 en de nieuwe lidstaten vrij groot waardoor België en Vlaanderen niet meer het laagste aandeel werkende ouderen van de

(Hebben stoffen altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) Soms lijkt er sprake te zijn van een

De Raad van State doet woensdag uitspraak in een zaak tegen een windpark in Delfzijl, die verstrekkende gevolgen kan hebben voor alle windparken op land.. De zaak draait om

Het onderzoeksinstituut Kieskompas wordt dan ook gevormd door een groep betrokken en enthousiaste wetenschappers die betrouwbare informatie leveren aan kiezers en besluitvormers..

„dat voor recht zal worden verklaard, dat de Italiaanse Republiek, door het wijnbouwkadaster niet binnen de termijn van artikel 1 der Verordening no.. 2239/63) in te stellen, de op

Binnen de categorie “voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen” worden subcategorieën onderscheiden: dieetvoeding voor medisch gebruik is een voor bijzondere voeding

De Belgische rechter wenst van het Hof van Justitie te vernemen of het Vlaams taaldecreet inbreuk maakt op het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie,

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft, conform artikel 3 van de procedureregeling over het behandelvoorbehoud en de subsidiariteitstoets bij haar Reglement van Orde, op basis