Voeding
Wat is voeding?
Voedermiddelen
Voeding = eten
Voedermiddelen
Alle dieren en mensen moeten eten om in leven te blijven!!
Goed voer is belangrijk voor een goede conditie en
gezondheid
Voedermiddelen
Voedermiddelen
• Vit. A
• Vit. B 1-12
• Vit. C
Voedermiddelen
voedermiddelen
Waar wordt het voer /eten voor gebruikt in het lichaam?
• Onderhoud
• Herstel
• Groei
• Productie
• Arbeid
• lichaamsprocessen
Voedermiddelen
• Producten die eetbaar zijn
• Noodzakelijke energie bevatten
• Noodzakelijke nutrieten bevatten
1.1 Indeling voedermiddelen
Voedermiddelen
• Ruwvoer
• Fruit en groente
• Dierlijke producten behalve vis
• Vis en vergelijkbare producten
• Insecten en andere ongewervelden
• Krachtvoer
• Supplementen
• Overige voeders
1.1 Indeling voedermiddelen
Ruwvoeders
1.2 Ruwvoeders
Ruwvoeders
• Belangrijkste energieleveranciers voor herbivoren (planteneters)
• Belangrijk voor natuurlijk voedselopnamegedrag
• Belangrijk voor gezond houden maagdarmstelsel
1.2 Ruwvoeders
Ruwvoeders
• Altijd plantaardig
• Vaak de hele plant of een groot gedeelte
• Relatief weinig energie
• Relatief goedkoop
• Bevat ruwe celstof (wand van de plantencel)
1.2 Ruwvoeders
Natuurlijk voedselopnamegedrag
Ruwvoer (her)kauwen kost veel tijd
Weinig ruwvoer = weinig vreet en kauwtijd =
• verveling afwijkend gedrag
• afwijkend gebit door verkeerd afslijten kiezen.
(haken op tanden)
1.2 Ruwvoeders
Ruwvoeders
1.2 Ruwvoeders
Grazers
1.2 Ruwvoeders
1.2 Ruwvoeders
Browsers
1.2 Ruwvoeders
1.2 Ruwvoeders
Ruwvoeders
Ruwvoer moeten voldoende structuur (prik) hebben.
• Grof stengelig
• Veel ruwe celstof (celwandbestanddelen) Bij te weinig prik vermindert of stopt zelfs de herkauwactiviteit van herkauwers.
1.2 Ruwvoeders
structuur
1.2 Ruwvoeders
Herkauwers
Grazende herkauwers (Bulk and roughage feeders) herkauwers die vooral
gras eten
Browsers (concentrate selectors)
herkauwers die vooral bladeren en takken eten.
1.2 Ruwvoeders
Grazende herkauwers (brede bek)
Opdracht:
Schrijf 5 grazende herkauwers op
1.2 Ruwvoeders
Browsers (smalle bek)
Opdracht:
Schrijf 5 browsers op
1.2 Ruwvoeders
1.2 Ruwvoeders
Kwaliteit ruwvoer afhankelijk van:
• Vruchtbaarheid van de bodem
• Groeistadium van het gewas
• oogstomstandigheden
• bewaaromstandigheden
1.2 Ruwvoeders
Gras
1.2.1 Gras
Gras
Vers gras
Voordroog/ kuilgras
Hooi
1.2.1 Gras
Vers gras meestal niet beschikbaar in dierenpark.
1.2.1 Gras
Grasproducten
• Vezelrijk (belangrijk voor ????
– Herkauwproces
– Gezonde spijsvertering achterdarmverteerders
• Veel eiwit (vooral in voorjaarsgras)
1.2.1 Gras
Grasproducten
Gras 15% droge stof (ds)
1.2.1 Gras
Grasproducten
Kuilgras 50 – 60% ds
1.2.1 Gras
Grasproducten
Hooi 85% ds stof
1.2.1 Gras
Hooi
Hooi wordt gemaakt door een weide te maaien en het gemaaide gras enige tijd te laten liggen om het te laten drogen in de zon. Wel moet het gras enkele malen
geschud worden om het goed droog te krijgen. Hooi is dus gedroogd gras.
Als het gras droog genoeg is wordt het geharkt en daarna in kleine of grote pakken geperst.
1.2.1 Gras
Kuilgras
Kuilgras wordt gemaaid en geschud zoals hooi.
Kuilgras wordt in grote balen geperst en gewikkeld of
In een rijkuil opgeslagen
1.2.1 Gras
1.2.1 Gras
Hoe ouder het gras is….
• Des te lager is de voederwaarde
• Des te slechter is de vertering
• Des te groter is de structuur (grofstengeligheid en aandeel RC) van het gras.
1.2.1 Gras
Hooi
Goed hooi is
• Licht groen van kleur
• Ruikt fris (zeker niet muf)
• Is niet stoffig
• Bevat geen verontreinigingen (plastic, touwen etc.)
1.2.1 Gras
Kuilgras
Gras maaien drogen op het land (1 á 2 dagen)
40 – 60% ds samenpersen (rijkuil/ pakken)
luchtdicht verpakken (anaeroob)
melkzuurbacteriën conserveren het gras kuilgras wordt zuur.
1.2.1 Gras
Luzerne (alfalfa)
1.2.2 Luzerne
1.2.2 Luzerne
Luzerne = vlinderbloemige
Vlinderbloemige halen stikstof uit de lucht d.m.v.
Bacteriën die in wortelknolletjes leven.
Stikstof wordt omgezet in eiwitten.
1.2.2 Luzerne
Luzerne
Luzerne is vezelrijk en stengelig …….dus?
Bladerige luzernehooi is een geschikt alternatief voor browsers mits voldoende blad.
Prijs hoger dan gras
Voedingswaarde lager dan gras
1.2.2 Luzerne
1.2.2 Luzerne
Browse
Bladeren en twijgen
1.2.3 Browse
Browse
Veel gegevens uit de Tweede Wereldoorlog Browse bevat meet:
Suikers
Lignine (houtstof) Eiwit
Dan gras
1.2.3 Browse
Browse kan gifstoffen bevatten Bijvoorbeeld:
Tannine (o.a. eik) Salicylzuur ( wilg)
Daar af te wisselen beperk je de schade!
Pas op met, vooral groen eikels. Deze bevatten namelijk erg veel tannine
1.2.3 Browse
Browse
Dieren passen zich aan door:
• verschillende soorten planten als voedselbron
• stoffen in het darmstelsel afgescheiden die gifstoffen neutraliseren (bijv. speeksel)
• Opname van kleimineralen die gifstoffen binden
1.2.3 Browse
Moeilijkheden met browse
• In de winter slecht verkrijgbaar
• Slecht te conserveren
• Aan het einde van het groeiseizoen neemt de verteerbaarheid af
• Tijdens het groeiseizoen mag je (bijna) nooit snoeien i.v.m. broedende vogels
1.2.3 Browse
1.2.3 Browse
Wat zijn groente en wat is fruit?
http://en.wikipedia.org/wiki/Fruit
1.3 fruit en groente
Wat zijn groente en wat is fruit?
Biologisch gezien is fruit het deel van de plant wat de zaden bevat.
• peultjes,
• sperziebonen,
• pompoenen,
• tomaten,
• ongepelde noten
1.3 fruit en groente
Wat zijn groente en wat is fruit?
Bij voeding verstaan we onder fruit
plantaardige producten die zoet en vlezig zijn en rauw eetbaar
1.3 fruit en groente
Meest gegeten fruitsoort in het wild is de vijg
1.3 fruit en groente
Fruit in het wild is niet gelijk aan fruit beschikbaar voor voeding in gevangenschap.
1.3 fruit en groente
In fruit zitten minder vitamines dan dat wij denken
1.3 fruit en groente
gemiddelde gehalten in de droge stof van wild fruit, gekweekt fruit en groenten
1.3 fruit en groente
Groente komt qua samenstelling iets meer overeen met natuurlijk fruit,
1.3 fruit en groente
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Uienfamilie
• Koolfamilie
• Peulvruchten
• Solanine in aardappelen
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Uienfamilie – Uien
– Prei
– Bieslook – knoflook
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Koolfamilie – Spruiten, – sluitkool, – mosterd, – broccoli
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Peulvruchten – Erwten
– Bonen – Peultjes – soja
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Solanine in aardappelen
1.3 fruit en groente
Dierlijke producten
• Vlees
• Hele prooi
• Karkassen
• Insecten en andere ongewervelde
• vis en schaaldieren
• Melk
• eieren
1.3 dierlijke producten
Bouwstoffen van eiwitten zijn aminozuren.
Biologische waarde eiwitten dierlijke producten is hoog.
Voereiwit afbraak tot aminozuren opname in het dieren lichaam opbouw lichaamseiwit.
1.3 dierlijke producten
Slecht verteerbaar eiwit:
Collageen (in botten en pezen)
Keratine (hoofdbestanddeel van haar, veren en nagels
1.3 dierlijke producten
Hoe meer de samenstelling van voereiwit lijkt op dat van het lichaamseiwit hoe hoger de biologische waarde.
De eiwitten in eieren en melk
hebben de hoogste biologische waarde.
WAAROM???????
1.3 dierlijke producten
Vlees en organen zijn arm aan veel nutriënten Voor ons betekent vlees over
het algemeen spier- of orgaanvlees
Hoog eiwitgehalte met hoge biologische waarde, maar laag in mineralenvoorziening.
1.3 dierlijke producten
1.3 dierlijke producten
Kalfsbot
1.3 dierlijke producten
1.3 dierlijke producten
Hoe vollediger het voederdier hoe beter de voederwaarde voor carnivoren
1. via de geopende buikholte eerst de organen opgegeten.
2. grote spieren in de achterhand
3. de kleinere spieren verbonden aan huid en skelet.
4. als laatst gegeten delen zijn de huid en de hersenen.
5. Uiteindelijk blijft alleen een deel van het skelet, de haren en de (voor)maaginhoud over.
1.3 dierlijke producten
Zorgvuldige omgang met dierlijke producten en de overblijfselen daarvan is belangrijk!
Dierlijke producten kunnen besmet zijn met voor de mens schadelijke bacterie
1.3 dierlijke producten
Zorgvuldige omgang met dierlijke producten en de overblijfselen daarvan is belangrijk
Resten van dierlijke prooi vormen zogenaamd artikel 3 materiaal.
1.3 dierlijke producten
Melk en eieren zijn hoogwaardige
voedermiddelen maar daarmee nog niet geschikt voor alle diersoorten
Melk is zoet van smaak melksuiker op lactose Lactose wordt afgebroken door lactase
Oude dieren hebben geen Lactase meer.
Lactose wordt niet afgebroken suikers in de
dikke darm bacteriën breken suikers af veel vetzuren samen met onttrekking water uit de darmwand door suikers voedingsdiarree
1.3 dierlijke producten
Kippeneieren zijn rijk aan zeer hoogwaardig eiwit en bevatten daarnaast nog essentiële vetzuren
Buitenkant maar ook de binnenkant van eieren kan besmet zijn met Salmonella
1.3 dierlijke producten
Ook voor vis geldt dat hoe completer het product is hoe hoger de voederwaarde
Vetzuren zijn in vis voornamelijk onverzadigd (omega-3 vetzuren)
Hoewel vis en vlees voor wat betreft de chemische samenstelling op het eerste gezicht grote
overeenkomsten vertonen lijkt het vanwege het verschil in vetzuursamenstelling niet verstandig een viseter vlees aan te bieden.
1.5 Vis en verwante producten
De variatie in de gehalten is ook bij vis zeer groot
Binnen dit geringe aantal bepalingen valt ook nog eens de enorme variatie in gehalten op.
1.5 Vis en verwante producten
Vitamine B1 en vitamine E verdienen extra aandacht bij het voeren van vis
Na de dood van een vis kan het enzym thiaminase actief worden. Dit is een zogenaamde antagonist, in dit geval van vitamine B1 (of thiamine)
Een antagonist in de voeding is een stof die de werking van een nutriënt tegengaat.
Hierdoor ontstaat een secundaire deficiëntie.
Daarom wordt er vrijwel altijd B1 toegevoegd
1.5 Vis en verwante producten
Vis is rijk aan onverzadigde vetzuren Reageert gemakkelijk met zuurstof
is oxidatie hierdoor worden vetzuren ranzig Ranzig vet is onsmakelijk, minder goed
Verteerbaar, mogelijk zelfs toxisch
Vit. E is een antioxidant gaat ranzig worden van vet tegen.
1.5 Vis en verwante producten
Insecteneters bestaan niet insecteneters eten:
• Insecten
• Spinachtige
• Kreeftachtige
• Slakken
• wormen
Zijn allemaal ongewervelden!
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Er is een enorme variatie in ongewervelden
Er wordt echter slechts een beperkt aantal soorten ongewervelden gevoerd!
Vooral plaagdieren worden commercieel gekweekt Dit omdat deze dieren zich snel voorplanten, niet omdat ze zo voedzaam zijn!
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Commercieel wel interessant zijn;
• Meelwormen,
• moriowormen,
• treksprinkhanen,
• krekels en
• fruitvliegen
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Calcium is het grootste struikelblok
Ongewervelden geen inwendig skelet maar een Exoskelet
(skelet bestaat uit een groot gedeelte uit Ca en P) Gevolg? (extreem) lage calciumgehalte en
ongunstige calcium: fosfor verhouding.
Ideaal calcium : fosforverhouding is:
1,5 : 1 tot 2 : 1
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Calcium en Fosfor verhouding
Alleen Ca : P verhouding regenworm is goed, Ca : P verhouding insecten is slecht
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Dieet dat bestaat uit grotendeels insecten moet gesupplementeerd worden met Ca.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Hoe supplementeren?
• Buitenkant van dieren bepoederen – Nadeel, veel variatie in opname
– Watergebonden dieren kans op afspoelen
• Voedselinsecten waardevolle voeding geven Gutlaoden.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De insecten die we voeren zijn opportunisten zij accepteren een veelzijdig dieet
Hierdoor is het mogelijk een zeer diverse maagvulling mee te geven.
Bruikbare producten zijn
• commerciële voeders (honden/kattenvoer, legmeel, visvoer etc.),
• diverse soorten fruit en groenten kunnen worden gebruikt
• bloemen, stuifmeel en wilde kruiden.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De voedingsbehoefte van ongewervelden is een grotendeels onontgonnen terrein.
ze leven simpelweg niet lang genoeg om duidelijke gebreken te vertonen
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Agaatslak veel Ca nodig voor slakkenhuis
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Gunstig Ca : P verhouding
• Regenwormen
• Slakken (geen aquatisch waarom?)
• Kreeftachtige
Ook overschot uit dierentuincollectie kan gevoerd worden (wandelende takken, tropische
kakkerlakken).
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Ook geschikt………Weideplankton
insecten en andere ongewervelden die met behulp van een vlindernet uit middelhoog grasland
kunnen worden weggevangen.
Uiteraard moeten deze vangsten niet naast drukke wegen gedaan worden
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De term ‘krachtvoer’ is afkomstig uit de Veehouderij
Krachtvoeders zijn voeders met een hogere concentratie energie per kilo
Voordeel is dat dieren veel energie in een relatief klein volume krijgen aangeboden
De inhoud van maag en darmen is dus een minder beperkende factor voor de energieopname.
1.7 Krachtvoer
Cavia mix
1.7 Krachtvoer
Paardenbrok
Paardenmuesli
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
Gerst
1.7 Krachtvoer
Rogge
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
pellets of brokken
1.7 Krachtvoer
Krachtvoer is op te delen in:
Enkelvoudige krachtvoeders Samengestelde krachtvoeders
1.7 Krachtvoer
Enkelvoudige krachtvoeders
producten die
slechts uit 1 ingrediënt bestaan
• Granen
• Olie houdende zaden
• Vlees zonder toevoegingen
Enkelvoudige voeders kunnen nooit de complete behoefte van een dier dekken zelfs als dit een
gespecialiseerde zaadeter is.
1.7 Krachtvoer
Samengestelde krachtvoeders
zijn mengsels van meerdere (soms wel meer dan 20) ingrediënten
• evenwichtige nutriëntensamenstelling mogelijk
• Toevoeging premix mogelijk Voorbeelden:
• Zadenmengsels
• Geperste of geëxtrudeerde brokken
1.7 Krachtvoer
Persen extruderen
Bij het persen of extruderen van voer wordt
warmte gebruikt. Hierdoor worden bestanddelen van het voer vaak beter verteerbaar, worden van nature in planten aanwezige gifstoffen
onwerkzaam en bacteriën gedood
1.7 Krachtvoer
Etiket krachtvoer = wettelijk verplichting
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
Wees terughoudend met het gebruik van krachtvoer
Het gebruik van krachtvoer in de veehouderij is vaak heel logisch WAAROM????
Belangrijke argumenten om krachtvoer te voeren
gehalten, waaronder die van mineralen en vitaminen zijn behoorlijk zeker
1.7 Krachtvoer
Bij dieren waar een hoog gehalte aan
plantcelwandbestanddelen noodzakelijk is in de voeding (zeg maar alle planteneters) kan
krachtvoer meestal niet bieden wat nodig is. Dit komt omdat een hoog % ruwe celstof het
produceren van een samenhangende brok vrijwel onmogelijk maakt.
1.7 Krachtvoer
Belangrijkste kenmerk krachtvoer
Hoge energiedichtheid =
Veel energie in een klein volume
1.7 Krachtvoer