1.3 fruit en groente
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Uienfamilie
• Koolfamilie
• Peulvruchten
• Solanine in aardappelen
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Uienfamilie – Uien
– Prei
– Bieslook – knoflook
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Koolfamilie – Spruiten, – sluitkool, – mosterd, – broccoli
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Peulvruchten – Erwten
– Bonen – Peultjes – soja
1.3 fruit en groente
Groetensoorten die die bij veel gebruik schadelijk kunnen zijn.
• Solanine in aardappelen
1.3 fruit en groente
Dierlijke producten
• Vlees
• Hele prooi
• Karkassen
• Insecten en andere ongewervelde
• vis en schaaldieren
• Melk
• eieren
1.3 dierlijke producten
Bouwstoffen van eiwitten zijn aminozuren.
Biologische waarde eiwitten dierlijke producten is hoog.
Voereiwit afbraak tot aminozuren opname in het dieren lichaam opbouw lichaamseiwit.
1.3 dierlijke producten
Slecht verteerbaar eiwit:
Collageen (in botten en pezen)
Keratine (hoofdbestanddeel van haar, veren en nagels
1.3 dierlijke producten
Hoe meer de samenstelling van voereiwit lijkt op dat van het lichaamseiwit hoe hoger de biologische waarde.
De eiwitten in eieren en melk
hebben de hoogste biologische waarde.
WAAROM???????
1.3 dierlijke producten
Vlees en organen zijn arm aan veel nutriënten Voor ons betekent vlees over
het algemeen spier- of orgaanvlees
Hoog eiwitgehalte met hoge biologische waarde, maar laag in mineralenvoorziening.
1.3 dierlijke producten
1.3 dierlijke producten
Kalfsbot
1.3 dierlijke producten
1.3 dierlijke producten
Hoe vollediger het voederdier hoe beter de voederwaarde voor carnivoren
1. via de geopende buikholte eerst de organen opgegeten.
2. grote spieren in de achterhand
3. de kleinere spieren verbonden aan huid en skelet.
4. als laatst gegeten delen zijn de huid en de hersenen.
5. Uiteindelijk blijft alleen een deel van het skelet, de haren en de (voor)maaginhoud over.
1.3 dierlijke producten
Zorgvuldige omgang met dierlijke producten en de overblijfselen daarvan is belangrijk!
Dierlijke producten kunnen besmet zijn met voor de mens schadelijke bacterie
1.3 dierlijke producten
Zorgvuldige omgang met dierlijke producten en de overblijfselen daarvan is belangrijk
Resten van dierlijke prooi vormen zogenaamd artikel 3 materiaal.
1.3 dierlijke producten
Melk en eieren zijn hoogwaardige
voedermiddelen maar daarmee nog niet geschikt voor alle diersoorten
Melk is zoet van smaak melksuiker op lactose Lactose wordt afgebroken door lactase
Oude dieren hebben geen Lactase meer.
Lactose wordt niet afgebroken suikers in de
dikke darm bacteriën breken suikers af veel vetzuren samen met onttrekking water uit de darmwand door suikers voedingsdiarree
1.3 dierlijke producten
Kippeneieren zijn rijk aan zeer hoogwaardig eiwit en bevatten daarnaast nog essentiële vetzuren
Buitenkant maar ook de binnenkant van eieren kan besmet zijn met Salmonella
1.3 dierlijke producten
Ook voor vis geldt dat hoe completer het product is hoe hoger de voederwaarde
Vetzuren zijn in vis voornamelijk onverzadigd (omega-3 vetzuren)
Hoewel vis en vlees voor wat betreft de chemische samenstelling op het eerste gezicht grote
overeenkomsten vertonen lijkt het vanwege het verschil in vetzuursamenstelling niet verstandig een viseter vlees aan te bieden.
1.5 Vis en verwante producten
De variatie in de gehalten is ook bij vis zeer groot
Binnen dit geringe aantal bepalingen valt ook nog eens de enorme variatie in gehalten op.
1.5 Vis en verwante producten
Vitamine B1 en vitamine E verdienen extra aandacht bij het voeren van vis
Na de dood van een vis kan het enzym thiaminase actief worden. Dit is een zogenaamde antagonist, in dit geval van vitamine B1 (of thiamine)
Een antagonist in de voeding is een stof die de werking van een nutriënt tegengaat.
Hierdoor ontstaat een secundaire deficiëntie.
Daarom wordt er vrijwel altijd B1 toegevoegd
1.5 Vis en verwante producten
Vis is rijk aan onverzadigde vetzuren Reageert gemakkelijk met zuurstof
is oxidatie hierdoor worden vetzuren ranzig Ranzig vet is onsmakelijk, minder goed
Verteerbaar, mogelijk zelfs toxisch
Vit. E is een antioxidant gaat ranzig worden van vet tegen.
1.5 Vis en verwante producten
Insecteneters bestaan niet insecteneters eten:
• Insecten
• Spinachtige
• Kreeftachtige
• Slakken
• wormen
Zijn allemaal ongewervelden!
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Er is een enorme variatie in ongewervelden
Er wordt echter slechts een beperkt aantal soorten ongewervelden gevoerd!
Vooral plaagdieren worden commercieel gekweekt Dit omdat deze dieren zich snel voorplanten, niet omdat ze zo voedzaam zijn!
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Commercieel wel interessant zijn;
• Meelwormen,
• moriowormen,
• treksprinkhanen,
• krekels en
• fruitvliegen
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Calcium is het grootste struikelblok
Ongewervelden geen inwendig skelet maar een Exoskelet
(skelet bestaat uit een groot gedeelte uit Ca en P) Gevolg? (extreem) lage calciumgehalte en
ongunstige calcium: fosfor verhouding.
Ideaal calcium : fosforverhouding is:
1,5 : 1 tot 2 : 1
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Calcium en Fosfor verhouding
Alleen Ca : P verhouding regenworm is goed, Ca : P verhouding insecten is slecht
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Dieet dat bestaat uit grotendeels insecten moet gesupplementeerd worden met Ca.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Hoe supplementeren?
• Buitenkant van dieren bepoederen – Nadeel, veel variatie in opname
– Watergebonden dieren kans op afspoelen
• Voedselinsecten waardevolle voeding geven Gutlaoden.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De insecten die we voeren zijn opportunisten zij accepteren een veelzijdig dieet
Hierdoor is het mogelijk een zeer diverse maagvulling mee te geven.
Bruikbare producten zijn
• commerciële voeders (honden/kattenvoer, legmeel, visvoer etc.),
• diverse soorten fruit en groenten kunnen worden gebruikt
• bloemen, stuifmeel en wilde kruiden.
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De voedingsbehoefte van ongewervelden is een grotendeels onontgonnen terrein.
ze leven simpelweg niet lang genoeg om duidelijke gebreken te vertonen
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Agaatslak veel Ca nodig voor slakkenhuis
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Gunstig Ca : P verhouding
• Regenwormen
• Slakken (geen aquatisch waarom?)
• Kreeftachtige
Ook overschot uit dierentuincollectie kan gevoerd worden (wandelende takken, tropische
kakkerlakken).
1.6 Insecten en andere ongewervelden
Ook geschikt………Weideplankton
insecten en andere ongewervelden die met behulp van een vlindernet uit middelhoog grasland
kunnen worden weggevangen.
Uiteraard moeten deze vangsten niet naast drukke wegen gedaan worden
1.6 Insecten en andere ongewervelden
De term ‘krachtvoer’ is afkomstig uit de Veehouderij
Krachtvoeders zijn voeders met een hogere concentratie energie per kilo
Voordeel is dat dieren veel energie in een relatief klein volume krijgen aangeboden
De inhoud van maag en darmen is dus een minder beperkende factor voor de energieopname.
1.7 Krachtvoer
Cavia mix
1.7 Krachtvoer
Paardenbrok
Paardenmuesli
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
Gerst
1.7 Krachtvoer
Rogge
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
pellets of brokken
1.7 Krachtvoer
Krachtvoer is op te delen in:
Enkelvoudige krachtvoeders Samengestelde krachtvoeders
1.7 Krachtvoer
Enkelvoudige krachtvoeders
producten die
slechts uit 1 ingrediënt bestaan
• Granen
• Olie houdende zaden
• Vlees zonder toevoegingen
Enkelvoudige voeders kunnen nooit de complete behoefte van een dier dekken zelfs als dit een
gespecialiseerde zaadeter is.
1.7 Krachtvoer
Samengestelde krachtvoeders
zijn mengsels van meerdere (soms wel meer dan 20) ingrediënten
• evenwichtige nutriëntensamenstelling mogelijk
• Toevoeging premix mogelijk Voorbeelden:
• Zadenmengsels
• Geperste of geëxtrudeerde brokken
1.7 Krachtvoer
Persen extruderen
Bij het persen of extruderen van voer wordt
warmte gebruikt. Hierdoor worden bestanddelen van het voer vaak beter verteerbaar, worden van nature in planten aanwezige gifstoffen
onwerkzaam en bacteriën gedood
1.7 Krachtvoer
Etiket krachtvoer = wettelijk verplichting
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
1.7 Krachtvoer
Wees terughoudend met het gebruik van krachtvoer
Het gebruik van krachtvoer in de veehouderij is vaak heel logisch WAAROM????
Belangrijke argumenten om krachtvoer te voeren
gehalten, waaronder die van mineralen en vitaminen zijn behoorlijk zeker
1.7 Krachtvoer
Bij dieren waar een hoog gehalte aan
plantcelwandbestanddelen noodzakelijk is in de voeding (zeg maar alle planteneters) kan
krachtvoer meestal niet bieden wat nodig is. Dit komt omdat een hoog % ruwe celstof het
produceren van een samenhangende brok vrijwel onmogelijk maakt.
1.7 Krachtvoer
Belangrijkste kenmerk krachtvoer
Hoge energiedichtheid =
Veel energie in een klein volume
1.7 Krachtvoer