• No results found

HARDWARE GEBRUIKERSHANDLEIDING. Micro Version 2.1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HARDWARE GEBRUIKERSHANDLEIDING. Micro Version 2.1"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Version 2.1 14/05/2019 H16-NL

HARDWARE GEBRUIKERSHANDLEIDING

Micro 5000

(2)

H16-NL Micro 5000 PAGE 2/35

Inhoud

1 Voorwoord ... 5

1.1 Voorwoord ... 5

1.1 Beschrijving van de beschikbare tests ... 6

1.2 Lijst van standaard en facultatieve tests ... 7

1.3 Gebruikers ... 7

1.4 Omgevingsomstandigheden ... 7

2 Waarschuwingen ... 8

2.1 Locatie van de apparaat ... 8

2.2 Gasfles ... 9

3 Algemeen overzicht ... 10

3.1 Voorpaneel ... 10

3.1.1 Basisversie ... 10

3.1.2 Provo 4 optie ... 11

3.1.3 RINT, MIP/MEP, P01 of compliance optie ... 12

3.1.4 NEP optie ... 13

3.1.5 SNIP optie... 14

3.2 Achter paneel ... 15

3.3 Handheld pneumotachograph ... 16

4 Verbindingen... 17

4.1 Verbindingen op de voorpaneel ... 17

4.1.1 Alle versies ... 17

4.1.2 Provo 4 optie ... 18

4.1.3 MIP/MEP of RINT optie ... 18

4.1.4 NEP optie ... 19

4.1.5 SNIP optie... 19

4.2 Verbindingen op de achter paneel ... 20

5 Kalibratie ... 21

5.1 Voorwoord ... 21

5.2 Het apparatuur voorbereiden ... 21

5.3 De kalibratie modus initialiseren ... 22

5.4 Volume kalibratie... 24

5.4.1 Kalibreren van de pneumotachograph ... 24

5.4.2 Controle van de pneumotachograph kalibratie ... 30

6 Onderhoud ... 32

(3)

H16-NL Micro 5000 PAGE 3/35

6.1 Voorwoord ... 32

6.2 Onderhoud planning ... 33

6.3 Onderhoudsprocedures voor de gebruiker ... 34

6.3.1 Reiniging ... 34

6.3.2 Vervanging van het pneumotachograph gaas ... 34

(4)

H16-NL Micro 5000 PAGE 4/35

Revisie

Datum Versie Wijzigingen 01/06/2018 2.0

14/05/2019 2.1 Wijziging van de CE-markering

(5)

H16-NL Voorwoord PAGE 5/35 1

1 Voorwoord

1.1 Voorwoord

Het Micro 5000 apparaat is een bureau spirometer ontworpen voor standaard spirometrie testen en respiratoire functie test (optional) op luchtweg druk/weerstand metingen voor gebruik buitenshuis en praktijk in kleine kantoorruimte. De handheld spirometer is geschikt voor spirometrie in klinische context, farmacologie en epidemiologie studies.

De Micro 5000 wordt geëxploiteerd door ExpAir, een software programma ontwikkeld door Medisoft S.A. dat functioneert op Windows gebaseerde PC-systemen.

De Micro 5000 wordt vervaardigd, gekalibreerd en toegepast conform de nieuwste technische eisen en officiële aanbevelingen van ATS en ERS. De Micro 5000 spirometer werkt met de de Lilly-type pneumotachograph technologie voor flow/volumemeting. Met de spirometrie, is er een volledig weerstation (temperatuur, vochtigheid en barometersensor) voor de correcte bepaling van de BTPS correctie factor inbegrepen.

Op de volgende pagina's vindt u de instructies die nodig zijn om uw instrument effectief te bedienen voor praktisch gebruik. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt.

De inhoud van dit document is onderworpen aan periodieke update en revisie. Houd er rekening mee dat sommige items enigszins kunnen worden gewijzigd in de nieuwste versie van de software.

(6)

H16-NL Voorwoord PAGE 6/35

1

1.1 Beschrijving van de beschikbare tests

De Micro 5000 apparaat maakt het mogelijk verschillende soorten van de meting:

• Conventionele spirometrie

• Luchtweg weerstand

• Ademhalingsspieren functie testen Spirometrie

De conventionele spirometrie omvat:

• Langzame spirometrie met meting van Long-volume onderverdelingen (VC, IC, ERV, VT, RR, VE)

• Gedwongen uitademings manoeuvre (FEV1, FVC, PEF, Intermediate flows, FEF25- 75...)

• Maximale volume ventilatie test (MVV)

• Ventilatie test (VE) Luchtweg weerstand

De Micro 5000 apparaat maakt het meten van de luchtwegen weerstand met behulp van de technieken voor flowonderbreking (Rint). Deze techniek is gebaseerd op de meting van de mond druk tijdens de luchtflow occlusie.

Ademhalingsspieren functie testen

De Micro 5000 apparaat maakt het uitvoeren van een van de volgende tests:

• Volitional technieken voor het bestuderen van ademhalings spierfuncties (MIP/MEP en SNIP). Deze technieken zijn gebaseerd on meting van de mond druk tijdens maximale inspiratie/expiratie manoeuvres en nasale sniff inspiratoire druk.

• Volitional technieken voor het bestuderen van neuromusculaire drive (P0.1). Deze techniek is gebaseerd on meting van de mond druk tijdens de luchtflow occlusie.

• De beperking van de ventilator flow door NEP (negatieve uitademingsdruk). Deze techniek combineert een flow-volume en een venturi geïnduceerde negatieve druk.

(7)

H16-NL Voorwoord PAGE 7/35

1

1.2 Lijst van standaard en facultatieve tests

SPIROMETRIE Afkorting Standaard/

Optionele

Vitale capaciteit VC Standaard

Gedwongen vitale capaciteit FVC Standaard

Maximalevolume ventilatie MVV Standaard

Volume ventilatie VE Standaard

Reversibiliteit (pre/post) Standaard

Challenge (alleen software) Standaard

MECHANICA

Weerstand door Flow Onderbreking RINT Optionele

Maximale Inspiratoire/Uitademings mond druk MIP/MEP Optionele

Spontane neus Inspiratoire druk SNIP Optionele

Long compliance (statisch, quasi statisch en dynamisch) Compliance Optionele

P01

Occlusie druk P01 Optionele

ANDERE TESTS

Automatische nebuliser voor bronchoprovocation Provo 4 Optionele

Negatieve druk NEP Optionele

1.3 Gebruikers

Dit apparaat wordt gebruikt door physiologisten, artsen, ademhalings therapeuten of verpleegkundigen, of onder toezicht van dergelijke. Verkregen gegevens moeten worden geïnterpreteerd en gerapporteerd door opgeleid medisch personeel.

1.4 Omgevingsomstandigheden

Dit apparaat is voor klinisch gebruik in ziekenhuizen, prive-arts kantoren, medische scholen, sportgeneeskunde faciliteiten of universiteiten.

De omgevingsvoorwaarden moeten binnen het opgegeven bereik:

• Temperatuur: 10 tot 35°C

• Vochtigheid: 25 tot 85% (niet-gecondenseerd)

(8)

H16-NL Waarschuwingen PAGE 8/35

2

2 Waarschuwingen

2.1 Locatie van de apparaat

Locatie van de Micro 5000

De Micro 5000 module mag niet gebruikt worden op natte of stoffige omstandigheden.

De koelventilator op de achter paneel mag niet worden belemmerd die leiden tot een oververhitting van de module.

(9)

H16-NL Waarschuwingen PAGE 9/35

2

2.2 Gasfles

Als optie NEP beschikbaar is, in uw systeem, de Micro 5000 apparaat vereist een gasfles.

Enkele aanbevelingen moet zorgvuldig worden gevolgd om elk risico voor de patiënt of het apparaat te vermijden.

Localisatie van de gasfles

De gasfles kan vallen per ongeluk en verwondingen veroorzaken aan de patiënt of de exploitant, en het apparaat beschadigen.

Gasflessen moeten ten minste 2 meter van het apparaat worden geplaatst.

Voor een betere bescherming, moet de cilinder met een ketting vergrendeld worden aan de muur om te voorkomen dat deze valt.

Verbinding met het apparaat

De aansluiting van de gasfles op het apparaat is onder de volledige verantwoordelijkheid van de gebruiker.

De lengte van de buis tussen de gasfles en de module mag niet meer dan 3 meter bedragen.

(10)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 10/35

3

3 Algemeen overzicht

3.1 Voorpaneel

3.1.1 Basisversie

Front paneel Power LED

Handheld spirometer

Lilly type pneumotachograph

Gecombineerde slang voorhand held spirometer Upstream-flowconnector (+,Rode)

Downstream-flowconnector (-,Blauwe) Verwarmd draad connector

Houder voor pneumotachograph i

h g f e d c b a

(11)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 11/35

3

3.1.2 Provo 4 optie

Front paneel Power LED

Handheld spirometer

Lilly type pneumotachograph

Gecombineerde slang voorhand held spirometer Upstream-flowconnector (+, Rode)

Downstream-flowconnector (-, Blauwe) Verwarmd draad connector

Houder voor pneumotachograph Nebulizer

Inlaat voor pressure meting voor verneveling triggering Uitlaat voor verneveling druk

l k j i h g f e d c b a

(12)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 12/35

3

3.1.3 RINT, MIP/MEP, P01 of compliance optie

Front paneel Power LED

Handheld spirometer

Lilly type pneumotachograph

Gecombineerde slang voorhand held spirometer Upstream-flowconnector (+, Rode)

Downstream-flowconnector (-, Blauwe) Verwarmd draad connector

Houder voor pneumotachograph Sluiter

Outlet voor zuiger druktoevoer k

j i h g f e d c b a

(13)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 13/35

3

3.1.4 NEP optie

Micro 5000 voorpaneel Power LED

Handheld spirometer

Lilly type pneumotachograph

Gecombineerde slang voorhand held spirometer Upstream-flowconnector (+, Rode)

Downstream-flowconnector (-, Blauwe) Verwarmd draad connector

Houder voor pneumotachograph Venturi

Uitlaat voor venturi druktoevoer k

j i h g f e d c b a

(14)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 14/35

3

3.1.5 SNIP optie

Micro 5000 voorpaneel Power LED

Handheld spirometer

Lilly type pneumotachograph

Gecombineerde slang voorhand held spirometer Upstream-flowconnector (+, Rode)

Downstream-flowconnector (-, Blauwe) Verwarmd draad connector

Houder voor pneumotachograph Katheter SNIP

j i h g f e d c b a

(15)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 15/35

3

3.2 Achter paneel

Achter paneel Koelventilator

Seriële communicatiepoort (aangesloten op de computer) Thermometer sensor

Vochtigheid sensor

Power-schakelaar (aan/uit)

De ingang van de machtslevering (115 V – 60 Hz of 230 VAC – 50 Hz)

Gas inlaat voor vernevelaar (Provo 4 optie) of zuiger toevoer (MIP/MEP, RINT, P01 of NEP optie)

h g f e d c b a

(16)

H16-NL Algemeen overzicht PAGE 16/35

3

3.3 Handheld pneumotachograph

Pneumotachograph voorste deel (patiënt

tegenover) Verwarmd draad en stekker

Pneumotachograph mesh Behandelen

Pneumotachograph terug deel (naar ambient) Antibacteriële/Viral filter

Flowopwaartse flowlijn en connector (+, Rode) Sluitertijd voor MIP/MEP, RINT of P01 optie

Downstream-flowlijn en-aansluiting (-, Blauwe) j Venturi voor NEP optie e

i d

h c

g b

f a

(17)

H16-NL Verbindingen PAGE 17/35

4

4 Verbindingen

4.1 Verbindingen op de voorpaneel

4.1.1 Alle versies

Steek de plug-in-aansluitingen in de upstream (Rode)/downstream (Blauwe) poorten

Zet de verbinding met de klok mee van de plug-in-aansluitingen Aansluiting van de verwarmde draad

3 2 1

(18)

H16-NL Verbindingen PAGE 18/35

4

4.1.2 Provo 4 optie

Aansluiting op drukmeting voor verneveling triggering Aansluiting voor verneveling druk

4.1.3 MIP/MEP of RINT optie

Verbinding voor zuiger druktoevoer a

b a

(19)

H16-NL Verbindingen PAGE 19/35

4

4.1.4 NEP optie

Verbinding voor venturi druktoevoer

4.1.5 SNIP optie

Upstream-flowconnector (+, Rode) Downstream-flowconnector (-, Blauwe) b

a a

(20)

H16-NL Verbindingen PAGE 20/35

4

4.2 Verbindingen op de achter paneel

Voeding kabel

Seriële communicatie kabel

Voor Provo 4, MIP/MEP, P01, RINT of compliance optie Verbinding met compressor (3,5 bar – 50 psi)

Voor NEP optie

Verbinding met perslucht fles (6 bar – 87 psi) d

c b a

(21)

H16-NL Kalibratie PAGE 21/35

5

5 Kalibratie

5.1 Voorwoord

Kalibratie van het apparaat is essentieel om een correcte meting te garanderen.

Na een kalibratie is het mogelijk om een controle uit te voeren (die wordt aanbevolen door ATS-ERS richtlijnen) om de kwaliteit van de kalibratie en de nauwkeurigheid van de meting te verifiëren.

De onderstaande tabel een samenvatting van de kalibraties die moet worden uitgevoerd op Micro 5000 module.

Kalibratie Min. frequentie Korte beschrijving

Volume 1 x dag Kalibratie van de volume/flowmeting (Lilly pneumotachograph)

De module moet worden ingeschakeld ten minste 20 minuten voordat u de kalibratie uitvoert.

Dit maakt de stabilisatie van de verwarmde pneumotachograph temperatuur mogelijk.

5.2 Het apparatuur voorbereiden

Zet de module ten minste 20 minuten voor het uitvoeren van de kalibratie

Controleer de aansluitingen van de pneumotachograph en de slang op de module Bereid de 3 liters kalibratie spuit voor

Zorg ervoor dat het accessoire goed is aangesloten aan de pneumotachograph Sluitertijd voor RINT, MIP/MEP of P01 optie, venturi voor NEP optie

4 3 2 1

(22)

H16-NL Kalibratie PAGE 22/35

5

5.3 De kalibratie modus initialiseren

Selecteer in het hoofdmenu van Expair het kalibratie menu Klik op Nieuw

Controleer omgevingscondities en corrigeer indien nodig Define van de exploitant naam

4 3 2 1

(23)

H16-NL Kalibratie PAGE 23/35

5

De omgevingscondities worden gebruikt om BTPS te berekenen correctie factor. Het is van essentieel belang dat de omgevingsomstandigheden correct worden gemeten of gecodeerd voor nauwkeurige volumemeting:

• Temperatuur: in graden Celsius

• Relatieve vochtigheid: in%

• Barometerdruk: in mmHg

Belangrijke informatie over barometerdruk

De barometerdruk die door de software wordt gebruikt is de Werkelijke barometerdruk. Wees voorzichtig bij het gebruik van een extern weerstation, omdat deze altijd de barometerdruk gecorrigeerd op zeeniveau, afhankelijk van de hoogte van de locatie.

Om de echte barometerdruk te verkrijgen, is de formule hieronder kan worden gebruikt:

BPreal = BPcorr× (1 −0.0065 × h 288.15 )

5.255

Waar:

- BpCorr is de barometerdruk (in mmHg) gecorrigeerd op zeeniveau, zoals aangegeven op alle externe weerstations

- h is de hoogte (in meters)

Voorbeeld: een weerstation geeft 760 mmHg op een hoogte van 250 meter.

Dit komt overeen met een echte barometerdruk van 738 mmHg.

(24)

H16-NL Kalibratie PAGE 24/35

5

5.4 Volume kalibratie

5.4.1 Kalibreren van de pneumotachograph Kalibratieproces

(25)

H16-NL Kalibratie PAGE 25/35

5

Selecteer het Volume Tab.

Selecteer het apparaat (als er meerdere modules zijn aangesloten op dezelfde computer).

Definieer de kalibratie spuit volume (standaard is ingesteld op 3 liter).

Klik op Kalibreren.

Wacht tot de nul-meting (Rode Kruis).

Wanneer de groene vinkje wordt weergegeven, is het apparaat gereed om te kalibreren. De flow transducer is nulpunt en signaal weergegeven. Zorg ervoor dat de spanningsuitgang van de flow transducer ± 100 mV is.

Sluit de 3 liter spuit aan op de pneumotachograph.

Voer verschillende kalibratie uit, met een constant debiet.

Na 5-6 volle slagen van de spuit, de kalibratieresultaten verschijnen. Klik op Sluiten om de nieuwe kalibratie gegevens te accepteren of Annuleren om een nieuwe kalibratie uit te voeren.

Analyseer de resultaten van de kalibratie.

10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

(26)

H16-NL Kalibratie PAGE 26/35

5

Analyse van de resultaten van de volume kalibratie

Analyse van de kalibratieresultaten is essentieel om een nauwkeurige volumemeting door het systeem te garanderen.

Flow-volume lus

Tijdens het kalibratieproces worden de loops van het flow volume weergegeven, is het volume op de horizontale as en is de flow op de verticale as. Er mag geen drift op de horizontale as zoals hieronder weergegeven. Bij een belangrijke afwijking is het aangewezen om de kalibratie te herhalen.

Verkeerslichten betekenis

Tijdens het kalibratieproces worden twee kalibratie factoren berekend, één voor ingeademd volume, één voor uitgeademd volume. De verkeerslichten geven de afwijking van de kalibratie factoren aan ten opzichte van de fabriek (referentie) kalibratie.

Afwijking minder dan 5%. De kalibratie is goede en het systeem kan worden gebruikt.

Afwijking tussen 5 en 10%. De kalibratie is aanvaardbaar maar een verificatie van het systeem wordt aanbevolen.

Afwijking groter dan 10%. De kalibratie is niet aanvaardbaar.

Een verificatie van het systeem is vereist.

(27)

H16-NL Kalibratie PAGE 27/35

5

Verificatie van het systeem

Als een of twee verkeerslichten geel of rood zijn, moet voer een verificatie uit van het systeem dat hieronder wordt beschreven.

1. Controleer de aansluiting van de slang op de module (rode en blauwe connector).

2. Controleer de mesh van de pneumotachograph. Het moet schoon, vrij van stof en vet.

Het scherm van de mesh moet plat, zonder vervorming. Indien nodig, zorgvuldig reinigen of vervangen.

Verwijder de pneumotachograph uit het handvat.

Neem de pneumotachograph uit het onderste gedeelte en draai tegen de klok los.

Verwijder voorzichtig de mesh zonder uw vingers op het scherm te plaatsen.

De pneumotachograph mesh moet worden gemanipuleerd zorgvuldig.

Eventuele schade aan het gaas kan flow/volume meting beinvloeden.

3 2 1

(28)

H16-NL Kalibratie PAGE 28/35

5

3. Controleer dat de pneumotachograph goed is gemonteerd op het handvat.

4. Controleer op de juiste volume van de spuit (aangegeven op een etiket op de spuit) hetzelfde opgenomen in de software.

5. Controleer of de kalibratie spuit is niet beschadigd en geen lek heeft.

Kalibratie spuiten moeten idealiter worden gecontroleerd en jaarlijks gekalibreerd door een kalibratie laboratorium.

Zet de spuit op een tafel en de positie van de zuiger in het midden.

Sluit de spuit met de palm van je hand.

Druk langzaam op de zuiger.

Als de spuit geen lek heeft, moet de zuiger slechts enkele millimeters door de compressie van de lucht in de spuit bewegen.

Als de spuit een lek heeft, beweegt de zuiger zich onder de actie van een constante druk.

Herhaal de manoeuvre op verschillende posities van de zuiger.

4 3 2 1

(29)

H16-NL Kalibratie PAGE 29/35

5

Na de verificatie van het systeem

Voer een tweede kalibratie van de pneumotachograph en controleer de resultaten.

Afwijking minder dan 5%. Kalibratie is nu goed en het systeem kan worden gebruikt.

Afwijking tussen 5 en 10%. De kalibratie is aanvaardbaar en het systeem kan worden gebruikt. De afwijking zou een teken kunnen zijn dat het onderhoud van het apparaat noodzakelijk is. Neem contact op met uw Medisoft vertegenwoordiger.

Afwijking groter dan 10%. De kalibratie is niet aanvaardbaar. Een verificatie van het systeem door een field servicetechnicus is vereist. Neem contact op met uw Medisoft vertegenwoordiger.

(30)

H16-NL Kalibratie PAGE 30/35

5

5.4.2 Controle van de pneumotachograph kalibratie

Aangezien de ademhalings flowpatronen zijn opgebouwd uit vele verschillende flows, een individuele flow fout zal het algehele resultaat beïnvloeden. De kalibratie kan worden geverifieerd op meerdere debieten met het gebruik van de Controle knop. Hierdoor kan de exploitant verschillende debieten controleren en de kwaliteit van de volumemeting lineariteit garanderen of dat de inlezingen goed zijn over het volledige werkingsbereik van de pneumotachograph.

Controleproces

Klik op Controleren.

Wacht tot de nul-meting (Rode Kruis).

Wanneer de groene vinkje wordt weergegeven, is het apparaat gereed (de transducer is op zijn nulpunt). Sluit de spuit aan op de pneumotachograph.

Voer verschillende volle slagen van de spuit op verschillende debieten (zeer hoog, hoog, medium, laag, zeer laag).

Bij elke volledige slag van de spuit wordt het gemeten volume weergegeven, blauwe voor het uitgeademde volume Groene voor het ingeademde volume. Controleer de waarden.

Na zo veel cycli als je wilt, klik op Stoppen. Analyseer de resultaten van de controle.

6 5 4 3 2 1

(31)

H16-NL Kalibratie PAGE 31/35

5

Analyse van de resultaten van de volume controle

Verkeerslichten betekenis

Na het controleproces, worden twee verkeerslichten getoond om de nauwkeurigheid van de volumemeting aan te geven, één voor ingeademd volume, één voor uitgeademd volume, ten opzichte van het nominale volume van de spuit.

Nauwkeurigheid beter (minder) dan 3.5%. De lineariteit van de volumemeting is goed en voldoet aan de ATS-ERS criteria. Het systeem kan worden gebruikt.

Nauwkeurigheid groter dan 3.5%. De lineariteit van de volumemeting is niet goed en voldoet niet aan de ATS-ERS criteria. Een verificatie van het systeem is vereist.

Verificatie van het systeem

Als een of twee verkeerslichten geel of rood zijn, moet er een verificatie uit gevoerd worden zoals hieronder wordt beschreven.

1. Controleer de aansluiting van de slang op de module (rode en blauwe connectoren).

2. Controleer de mesh van de pneumotachograph. Het moet schoon, vrij van stof en vet.

Het scherm van de mesh moet plat, zonder vervorming. Indien nodig, zorgvuldig reinigen of vervangen.

3. Controleer of de pneumotachograph goed is gemonteerd.

4. Controleer of het juiste volume van de spuit (aangegeven op een etiket op de spuit) hetzelfde opgenomen in de software.

5. Voer een nieuwe kalibratie uit.

Na de verificatie van het systeem

Voer opnieuw een controle van de pneumotachograph en controleer de resultaten.

Nauwkeurigheid beter (minder) dan 3.5%. De lineariteit van de volumemeting is nu goed en voldoet aan de ATS-ERS criteria. Het systeem kan worden gebruikt.

Nauwkeurigheid groter dan 3.5%. De lineariteit van de volumemeting is niet goed en voldoet niet aan de ATS-ERS criteria. Een controle van het systeem lineariteit door een field servicetechnicus is vereist. Neem contact op met uw Medisoft vertegenwoordiger.

(32)

H16-NL Onderhoud PAGE 32/35

6

6 Onderhoud

6.1 Voorwoord

Alle Medisoft-apparaten zijn ontworpen om een levensduur van minimaal 10 jaar te hebben, wat een regelmatig onderhoud impliceert dat door de fabrikant of diens vertegenwoordiger moet worden uitgevoerd. Het apparaat vereist een preventief onderhoud een keer per jaar, samen met een aanbevolen bi-jaarlijkse controlebezoeken om de kalibratie te valideren.

Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door technici die specifiek zijn opgeleid door Medisoft. Het onderhoud door een derde bedrijf garandeert geen goede werking van het apparaat. De front-line onderhoudstraining voor ziekenhuis ingenieurs kan worden verstrekt door Medisoft. Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor een defect apparaat dat niet is gehandhaafd in overeenstemming met de hierboven genoemde aanbevelingen.

Het volledige preventieve onderhoud bestaat uit de hieronder opgesomde acties:

• Algemene controle en reiniging

• Vervanging van onderdelen

• Pneumatische en elektronische controles

• Referentie kalibraties

• Kwaliteitstesten en biologische tests

Naast het preventieve onderhoud, raadt Medisoft de gebruiker ten zeerste aan om elke maand kwaliteitscontroletests uit te voeren met simulatoren en biologische controletests met twee gezonde en getrainde personen om storingen op het apparaat te detecteren.

(33)

H16-NL Onderhoud PAGE 33/35

6

6.2 Onderhoud planning

Tabel hieronder toont de lijst van de acties die moeten worden uitgevoerd voor een volledige preventief onderhoud. Elke actie aan het apparaat kan worden uitgevoerd door de gebruiker of een technicus die is goedgekeurd door Medisoft of diens vertegenwoordiger.

Deze gemarkeerde acties moet door de gebruiker worden uitgevoerd. De procedures voor de technici zijn opgenomen in de service manual.

Bewerking Denominatie Frequentie Notities Wie presteert?

Schoon

Pneumotachograph mesh 1 week Gebruiker

Handvat en pneumotachograph 1 jaar Gebruiker

Elektronische module 1 jaar Gebruiker

Vervangen Pneumotachograph mesh 6 maanden (1) Gebruiker

Controleren

Zuiger druk 1 jaar Technicus

Pneumatische circuit lek 1 jaar Technicus

Weerstation 1 jaar Technicus

Pneumotachograph verwarming 1 jaar Technicus

Pneumotachograph flow linearization 1 jaar Technicus

Druk omvormers offset en gain 2 jaar Technicus

Test Kwaliteitscontroles 1 maand Gebruiker

Biologische controletests 1 maand Gebruiker

Notities

(1) De vervanging van de pneumotachograph mesh kan eerder dan zes maanden als de kalibratie verificatie mislukt.

(34)

H16-NL Onderhoud PAGE 34/35

6

6.3 Onderhoudsprocedures voor de gebruiker

6.3.1 Reiniging

Zie speciale handleiding voor reiniging en desinfectie.

6.3.2 Vervanging van het pneumotachograph gaas

Verwijder de pneumotachograph uit het handvat.

Neem de pneumotachograph van het lager deel en draai tegen clockwijs het bovenste deel

Verwijderen de mesh.

Plaats voorzichtig de nieuwe mesh op zijn plaats zonder het aanteraken Monteer de pneumotachograph en sluit deze opnieuw aan op de hendel.

5 4 3 2 1

(35)

Medisoft S.A. www.medisoft.be

P.A.E. de Sorinnes info@medisoft.be

1, route de la Voie Cuivrée T: + 32 (0) 82 22 30 20 5503 Dinant – Sorinnes (Belgium) F: + 32 (0) 82 22 33 34

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Sommige beschreven handelingen worden niet uitgevoerd, bijvoorbeeld: Wij gingen naast haar zitten. / Ze haalde haar

4p 10 † Met welk dilemma van de rechtsstaat wordt de minister geconfronteerd door de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel. Licht het dilemma toe door te verwijzen

Maar in plaats van zich vrolijk te maken over zijn Zwitsers horloge of te sidderen voor de opdeling van de wereld in een dar al-islam en dar al- harb (huis van de islam/huis van

Behalve gedrags- en beroepsregels, die worden vastgesteld door de ledenvergaderingen van NIvRA en NOvAA zullen er door de besturen van beide organisaties uit

In zijn genoemd artikel komt de heer Verkerk na een alleszins duidelijk en logisch betoog, „geïnspireerd door Limperg’s leer” tot de conclusie: „dat het ont­

lende ondernemers op losse schroeven kan zetten. In de zaak Mapfre gaat het om verkoop van voertuigen door een garagehouder aan zijn afnemers. Hij biedt hen daarbij de

De wet van 15 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk heeft vanaf 1 februari 2017 de periode voor palliatief verlof uitgebreid: de periode van een maand waarin de

Wij hebben trachten aan te geven wat de grote verschillen zijn van onze plannen ten opzichte van het huidige bestemmingsplan.. Het nieuw plan voorziet in een beperking van de