• No results found

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Dirksen Opleidingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Dirksen Opleidingen"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO Dirksen Opleidingen

Utrecht, september 2012

(2)

Plaats: ARNHEM

BRIN: 25RR

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ...1

2 Conclusie en vervolgtoezicht ...3

2.1 Conclusie ... 3

2.2 Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen ... 3

3 Instellingsbrede resultaten...5

3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau... 5

3.2 Risico’s op relevante indicatoren... 5

4 Opleidingspecifieke resultaten...7

4.1 Opleiding 92111-Infratechniek (Monteur data/elektra) ... 7

4.2 Opleiding 92410-Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus) ... 11

Bijlagen ...15

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden... 15

Bijlage II Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied ... 17

Bijlage III Beoordeling indicatoren opleiding Infratechniek (Monteur data/elektra), crebo 92111 ... 18

Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus), crebo 92410... 20

(4)
(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs voerde in april 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Dirksen Opleidingen. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo onderwijs.

Dirksen Opleidingen is een niet-bekostigde instelling die opleidingen in de techniek verzorgt: informatica, elektronica en telecommunicatie. In de 7 erkende mbo- opleidingen van Dirksen MBO-College staan ongeveer 60 studenten ingeschreven.

De instelling heeft onderwijslocaties in Tilburg, Maarssen en Arnhem. Naast de mbo-opleidingen biedt Dirksen Opleidingen cursussen en hbo-opleidingen aan.

Het onderzoek heeft tot doel het bepalen van de stand van de kwaliteitsborging van de instelling en het inschatten van de risico's voor de onderwijskwaliteit. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen.

De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het

jaarverslag, opbrengstgegevens en signalen, is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek bij de instelling zijn

gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek.

De volgende 2 opleidingen zijn onderzocht:

CP code Gebied Onderwijsproces Gebied Examinering en diplomering

Leerweg, niveau, locatie

com30 Infratechniek (Monteur data/elektra) - 92111

Infratechniek (Monteur data/elektra) - 92111

BBL, 2, Selenakker 5, Tilburg / Parkstraat 27, Arnhem ken21 Elektrotechnische industriële

producten en systemen (Technicus) - 92410

Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus) - 92410

BOL, 4, Parkstraat 27, Arnhem

De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor de instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht.

In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.

Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van de door de instelling aangeleverde gegevens over kalenderjaar 2010.

(6)
(7)

2 Conclusie en vervolgtoezicht

In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor Dirksen Opleidingen inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.

2.1 Conclusie

In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico’s zijn

geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s.

Naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat de kwaliteitsborging bij Dirksen Opleidingen voldoende is. Voorts concluderen we dat er geen risico’s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs.

Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er geen risico’s zijn voor de kwaliteit van onderwijs en

examinering, leidt er toe dat we geen aanvullend kwaliteitsonderzoek uitvoeren bij Dirksen Opleidingen.

Wel is er een tekortkoming geconstateerd in de wettelijke vereisten die worden gesteld aan melding van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Daarom vindt bij de betreffende opleiding vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van wettelijke vereisten.

In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.

De kwaliteitsborging bij Dirksen Opleidingen is zo ingericht dat bij geconstateerde tekortkomingen snel actie wordt ondernomen. We gaan er dan ook vanuit dat deze geconstateerde tekortkoming op korte termijn wordt hersteld.

2.2 Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen

Infratechniek (Monteur data/elektra) - 92111 - Arnhem

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht

Bij niet naleven van wet- en regelgeving.

Aangepast toezicht vanwege niet naleving van de artikelen 8.1.7, 8.1.8/8.1.8a (WEB), melding VSV.

De instelling herstelt de tekortkoming.

Na 3 maanden onderzoekt de inspectie het herstel.

(8)
(9)

3 Instellingsbrede resultaten

In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op

instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.

3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau

Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel:

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

4. Kwaliteitsborging •

Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied

kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen.

Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspect

Voldoende Onvoldoende

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.

Beschouwing

De directie en het opleidingsmanagement hebben goed zicht op de kwaliteit van de opleidingen door frequente metingen van de examenresultaten en van de

tevredenheid over onderwijsonderdelen, zoals het studiemateriaal en de gevraagde tijdsbesteding en over de docenten. Deze gegevens zijn over meerdere jaren beschikbaar, waardoor metingen kunnen worden vergeleken. Bij de beoordeling worden ook onafhankelijke deskundigen betrokken.

Uit diverse documenten wordt duidelijk wat Dirksen Opleidingen beoogt en welke eisen aan de kwaliteit gesteld worden. Een aandachtspunt is dat de documenten beter in samenhang kunnen worden gebracht en de normeringen daar duidelijker in worden aangegeven. Overigens hebben alle betrokkenen die we hebben gesproken eenzelfde beeld over wat de kwaliteitseisen en normeringen zijn.

Wanneer blijkt dat niet aan de gestelde normen wordt voldaan wordt direct actie ondernomen. In de compleetheid en actualiteit van de beschikbare gegevens en de snelheid van de actie die wordt ondernomen zit de kracht van het

kwaliteitszorgsysteem. Daarnaast is er een sterke continuïteit in de leiding van het instituut, zijn alle betrokkenen goed op de hoogte van de gang van zaken en hebben frequent contact met elkaar waardoor de lijnen kort zijn.

3.2 Risico’s op relevante indicatoren

Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management.

(10)

Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling:

Geen Enkele Veel

Mate van risico's •

- Kwaliteit onderwijs en examinering.

Het risico voor de onderwijskwaliteit schatten we in als geen tot gering. Uit de uitgevoerde onderzoeken op opleidingsniveau blijkt dat de kwaliteit van het onderwijsproces en de examinering voldoende is voor beide opleidingen. Wel is er een tekortkoming in de wettelijke vereisten.

- Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers.

De studenten, medewerkers en werkgevers zijn tevreden, zo bleek uit de verschillende gevoerde gesprekken en uit de inzage in de digitale

kwaliteitszorggegevens. Het risico voor de onderwijskwaliteit schatten we daarom in als geen tot gering.

- Opbrengsten.

De opbrengsten kunnen niet worden beoordeeld, omdat er te weinig studenten zijn uitgestroomd. We kunnen derhalve op dit punt geen inschatting van de risico's voor de onderwijskwaliteit maken.

- Stabiliteit organisatie en management.

Er is sprake van een stabiele organisatie. Directie en management werken al lang bij Dirksen Opleidingen en dit geldt ook voor een belangrijk deel van de vaste docenten. Hierin worden geen veranderingen verwacht.

We komen bij de risicobepaling uit op geen risico. Het beeld dat we afleiden uit de kwaliteitsonderzoeken is dat Dirksen Opleidingen een heldere visie heeft op hoe het onderwijs en examinering vorm moeten krijgen en die visie ook in de praktijk realiseert. Bij de onderzoeken van de opleidingen zijn geen tekortkomingen in de onderwijskwaliteit vastgesteld en wat opviel was dat de docenten op deskundige en betrokken wijze werken met de studenten. Het systeem van kwaliteitsborging functioneert voldoende om een actueel beeld van de kwaliteit te hebben en snel maatregelen te treffen.

(11)

4 Opleidingspecifieke resultaten

In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.

4.1 Opleiding 92111-Infratechniek (Monteur data/elektra)

Het kwaliteitsonderzoek bij Infratechniek (Monteur data/elektra)-92111 niveau 2, locatie Arnhem heeft geleid tot de volgende oordelen:

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

1. Onderwijsproces

2. Examinering en diplomering

3. Opbrengsten -

4. Kwaliteitsborging

Voldoet Voldoet niet

5.Naleving wettelijke vereisten

De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering zijn voldoende of goed. De opbrengsten kunnen niet worden beoordeeld vanwege een te gering aantal studenten. De naleving wettelijke vereisten voldoet niet. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten.

Oordeel per aspect

Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.

Kwaliteitsgebied Aspect

Voldoende Onvoldoende

Gebied 1: Onderwijsproces Programma

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

Leren in de onderwijsinstelling

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

Begeleiding

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

Leren in de beroepspraktijk

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten

3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging

4.1 Sturing*

4.2 Beoordeling*

(12)

Kwaliteitsgebied Aspect

Voldoende Onvoldoende

4.3 Verbetering en verankering*

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten

5.1 Naleving wettelijke vereisten

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.

Beschouwing

De doelgroep van de opleiding bestaat uit overwegend (jong)volwassenen die deze opleiding volgen naast de hierbij passende baan bij hun werkgever. De opleiding is hier volledig op toegesneden en wordt uitgevoerd door een gedreven

docententeam, waarbij opvalt dat docenten veel ervaring hebben in het werkveld, met het geven van onderwijs en met examineren. De systematiek van de

kwaliteitsborging is zodanig, dat snel wordt gesignaleerd als iets niet naar wens loopt en direct actie wordt ondernomen.

Onderwijsproces

Het onderwijsproces krijgt op een uitstekende manier vorm. De goede kwaliteit komt zowel naar voren in de opzet van het beroepsgerichte programma, als in de wijze waarop docenten les geven en de studenten bij de lessen en de

beroepspraktijkvorming begeleiden.

Het beroepsgerichte programma is een sterk punt, omdat het zo is ingedeeld in theorie- en praktijkblokken, dat het de studenten in de gelegenheid stelt in hun werksituatie al snel goed te kunnen meewerken en verdere leerervaringen op te doen. Hierdoor ervaren de studenten duidelijk de samenhang tussen de theorie en de praktijk en blijven zij gemotiveerd. De theorie is uitgewerkt in modules en lessen. In de startperiode is het programma voor de studenten gelijk, daarna kan er flexibel worden ingespeeld op onderwijsbehoeften van studenten door de

opdrachten, bijlessen voor bijvoorbeeld wiskunde of door de begeleidingscontacten.

Een aandachtspunt in het programma is het onderwijs in Nederlands, dat tot nu toe veelal zelfstudie via een online leersysteem betrof, met beperkte begeleiding door een docent. Inmiddels is besloten hiervoor de werkwijze aan te passen en zal nadrukkelijker in onderwijs en begeleiding worden voorzien, omdat dit beter past bij de doelgroep.

Verder is de werkwijze van de docenten bij het lesgeven en de begeleiding een sterk punt van de opleiding. Tijdens de lessen weten zij door hun brede ervaring

(13)

Examinering en diplomering

Het exameninstrumentarium voldoet aan de basiskwaliteit. Zowel de theoretische examens als de proeve van bekwaamheid inclusief de bijbehorende

beoordelingsmodellen zijn goed afgestemd op de werkprocessen en de onderliggende prestatie-indicatoren en daarmee dekkend voor het kwalificatiedossier.

Hierbij valt op dat het instrumentarium helder en transparant weergeeft, waaraan voldaan moet worden. De student weet dan ook wat hij moet presteren om aan de eisen te voldoen. Tegelijkertijd weet de beoordelaar aan de hand van de richtlijnen in het beoordelingsmodel welke scores hij toe moet kennen.

Naast het gedetailleerd uitgewerkte beoordelingsmodel garandeert de deskundigheid van de beoordelaars een gelijkwaardige en betrouwbare

beoordeling. Ook bezoekt een onafhankelijke gecommitteerde steekproefsgewijs de afname van examens.

De examencommissie heeft en houdt zicht op de processen rondom examinering en vergewist zich op die wijze van het deugdelijke verloop ervan waarna zij tot

diplomering overgaat indien de resultaten, na controle door het examenbureau, daar aanleiding toe geven.

Voor Nederlands koopt Dirksen Opleidingen het exameninstrumentarium in bij Uitgeverij Instruct met uitzondering van de vaardigheden Spreken en Gesprekken voeren. Er wordt geëxamineerd op niveau 2F. De vaardigheden van Nederlands niveau 2F die zijn ingekocht bij Uitgeverij Instruct (Lezen, Luisteren, Schrijven) voldoen niet aan de vereisten van examinering: de vermenging van de criteria uit het Referentiekader en uit het Raamwerk Nederlands heeft een nadelige uitwerking op hetzij de dekking, hetzij de beoordelingswijze, danwel de transparantie van het exameninstrumentarium. De beoordelingswijze bij de vaardigheid Schrijven geeft onvoldoende informatie aan de beoordelaar om een objectieve beoordeling

mogelijk te maken. De beoordelingswijze voor Luisteren en Lezen is wel voldoende helder omschreven. Bij de vaardigheden Lezen en Luisteren zijn echter geen limieten aan de tijdsduur van de examens gesteld, waardoor het niveau van het examen niet geborgd is. Positief punt is dat de cesuurbepaling bij deze drie taalvaardigheden passend is.

Voor Spreken en Gesprekken voeren gebruikt Dirksen Opleidingen zelf ontwikkeld materiaal en examineert tijdens de beroepspraktijkvorming. Dit instrumentarium voldoet niet aan de eisen gesteld aan de dekking en de beoordelingswijze; de beoordelingswijze bij deze vaardigheden geeft onvoldoende informatie aan de beoordelaar om een objectieve beoordeling mogelijk te maken en waarborgt niet het niveau van het examen.

Inmiddels heeft Dirksen Opleidingen besloten van een andere leverancier gebruik te maken en de wijze van examinering aan te passen.

De waardering voor talen weegt overigens nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium.

Opbrengsten

De opbrengsten zijn niet te beoordelen, omdat er een te klein aantal studenten is uitgestroomd.

Kwaliteitsborging

De kwaliteitsborging van de opleiding is identiek aan de kwaliteitsborging van Dirksen Opleidingen.

(14)

De directie en het opleidingsmanagement hebben goed zicht op de kwaliteit van de opleiding door frequente metingen van de examenresultaten en van de

tevredenheid over onderwijsonderdelen, zoals het studiemateriaal en de gevraagde tijdsbesteding en over de docenten. Deze gegevens zijn over meerdere jaren beschikbaar, waardoor metingen kunnen worden vergeleken. Bovendien is de opleidingsmanager wekelijks op de onderwijslocatie en ziet zo goed wat daar plaats vindt en spreekt de studenten.

Bij de beoordeling worden onafhankelijke deskundigen betrokken en specifiek bij deze opleiding is er ook een Certification Board Telecom dat toeziet op de kwaliteit en onafhankelijkheid van de examens telecom.

Uit diverse documenten wordt duidelijk wat Dirksen Opleidingen beoogt en welke eisen aan de kwaliteit gesteld worden. Een aandachtspunt is dat de documenten beter in samenhang kunnen worden gebracht en de normeringen daar duidelijker in worden aangegeven. Overigens hebben alle betrokkenen die we hebben gesproken eenzelfde beeld over wat de kwaliteitseisen en normeringen zijn.

Wanneer blijkt dat niet aan de gestelde normen wordt voldaan wordt direct actie ondernomen. In de compleetheid en actualiteit van de beschikbare gegevens en de snelheid van de actie die wordt ondernomen zit de kracht van het

kwaliteitszorgsysteem. Daarnaast is er een sterke continuïteit in de leiding van het instituut, zijn alle betrokkenen goed op de hoogte van de gang van zaken en hebben frequent contact met elkaar waardoor de lijnen kort zijn.

Wettelijke vereisten

De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen.

Dit betreft ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten. Dirksen Opleidingen heeft geen studenten ingeschreven jonger dan 18 jaar, maar in deze opleiding wel enkele studenten in de leeftijd van 18 tot 23 jaar.

Bij het onderzoek naar ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten is ons gebleken dat:

• Niet voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in de artikelen 8.1.8/8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).

Als het verzuim voortduurt vindt geen vervolgmelding plaats.

Voor de vervolgmelding geldt dat wanneer het ongeoorloofd verzuim na de initiële melding voortduurt het volgende van toepassing is:

(15)

4.2 Opleiding 92410-Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus)

Het kwaliteitsonderzoek bij Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus)-92410 niveau 4, locatie Arnhem heeft geleid tot de volgende oordelen:

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

1. Onderwijsproces

2. Examinering en diplomering

3. Opbrengsten -

4. Kwaliteitsborging

Voldoet Voldoet niet

5. Naleving wettelijke vereisten

Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor vier

kwaliteitsgebieden. De opbrengsten kunnen niet worden beoordeeld vanwege een te gering aantal studenten. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken te maken met de directie.

Oordeel per aspect

Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.

Kwaliteitsgebied Aspect

Voldoende Onvoldoende

Gebied 1: Onderwijsproces Programma

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

Leren in de onderwijsinstelling

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

Begeleiding

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

Leren in de beroepspraktijk

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten

3.1 Rendement -

Gebied 4: Kwaliteitsborging

4.1 Sturing*

4.2 Beoordeling*

4.3 Verbetering en verankering*

4.4 Dialoog en verantwoording

(16)

Kwaliteitsgebied Aspect

Voldoende Onvoldoende

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten

5.1 Naleving wettelijke vereisten

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.

Beschouwing

De opleiding wordt verzorgd in de vorm van Blended Learning: zelfstudie via internet, mondelinge en persoonlijke begeleiding en praktijkdagen. De wijze waarop het onderwijs vorm krijgt is passend bij het gekozen onderwijsconcept en de onderwijsbehoefte van de studenten. Er is een beperkt aantal studenten en dit zijn volwassenen die hun opleiding combineren met een baan en voor deze opleiding kiezen vanwege de mogelijkheid de opleiding individueel en in hun eigen tempo te volgen. Dirksen Opleidingen biedt daarvoor geëigend (on-

line)studiemateriaal, adequate begeleiding op afstand en de mogelijkheid om gebruik te maken van ondersteuningslessen en praktijkdagen. De systematiek van de kwaliteitsborging is zodanig, dat snel wordt gesignaleerd als iets niet naar wens loopt en direct actie wordt ondernomen.

Onderwijsproces

Het programma is duidelijk gestructureerd in modules en lessen. Een sterk punt van de opleiding is de flexibiliteit. Starten kan op elk gewenst moment, studenten werken in hun eigen tempo en bepalen zelf hoeveel ondersteuning ze vragen en of ze gebruik maken van een extra mogelijkheid om in te tekenen op

ondersteuningslessen.

De goede materiële en digitale voorzieningen zijn de basis van het

onderwijsproces. Via internet met Dirksen Plaza, wordt de student gevolgd, beantwoordt de docent vragen en kan contact opnemen als uit de digitale voortgangsregistratie blijkt dat de voortgang niet volgens de door de student aangegeven planning verloopt. We hebben gezien dat de mate waarin er interactie en begeleiding plaats vindt aansluit bij de behoefte van de individuele student.

Als vertraging wordt gesignaleerd neem de docent contact op met de student en vinden er desgewenst gesprekken plaats.

Als er ondersteuning nodig is bij het zoeken naar een stageplaats wordt ook hierbij hulp geboden. Bij de begeleiding van de stage vinden ook bezoeken plaats en wordt samengewerkt met de praktijkbegeleider van het bedrijf.

In al deze aspecten van onderwijs en begeleiding zien we sterk naar voren komen

(17)

Naast het gedetailleerd uitgewerkte beoordelingsmodel garandeert de deskundigheid van de beoordelaars een gelijkwaardige en betrouwbare

beoordeling. Ook bezoekt een onafhankelijke gecommitteerde steekproefsgewijs de afname van examens.

De examencommissie heeft en houdt zicht op de processen rondom examinering en vergewist zich op die wijze van het deugdelijke verloop ervan waarna zij tot

diplomering overgaat indien de resultaten, na controle door het examenbureau, daar aanleiding toe geven.

Voor Nederlands koopt Dirksen Opleidingen het exameninstrumentarium in bij Uitgeverij Instruct, met uitzondering van de vaardigheden Spreken en Gesprekken voeren. Binnen deze opleiding wordt geëxamineerd op niveau 3F. De vaardigheden van Nederlands niveau 3F die zijn ingekocht bij Uitgeverij Instruct (Lezen,

Luisteren, Schrijven) voldoen niet aan de vereisten van examinering: de vermenging van de criteria uit het Referentiekader en uit het Raamwerk Nederlands heeft een nadelige uitwerking op hetzij de dekking, hetzij de beoordelingswijze, danwel de transparantie van het exameninstrumentarium.

Voorts geeft de beoordelingswijze bij deze vaardigheden onvoldoende informatie aan de beoordelaar om een objectieve beoordeling mogelijk te maken. De cesuurbepaling is bij deze taalvaardigheden passend.

Voor Spreken en Gesprekken voeren gebruikt Dirksen Opleidingen zelf ontwikkeld materiaal en examineert tijdens de beroepspraktijkvorming. Dit instrumentarium voldoet niet aan de eisen gesteld aan de dekking en de beoordelingswijze; de beoordelingswijze bij deze vaardigheden geeft onvoldoende informatie aan de beoordelaar om een objectieve beoordeling mogelijk te maken en waarborgt niet het niveau van het examen.

Inmiddels heeft Dirksen Opleidingen besloten van een andere leverancier gebruik te maken en de wijze van examinering aan te passen.

De waardering voor talen weegt overigens nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium.

Opbrengsten

De opbrengsten zijn niet te beoordelen, omdat er een te klein aantal studenten is uitgestroomd.

Kwaliteitsborging

De kwaliteitsborging van de opleiding is identiek aan de kwaliteitsborging van Dirksen Opleidingen.

De directie en het opleidingsmanagement hebben goed zicht op de kwaliteit van de opleiding door frequente metingen van de examenresultaten en van de

tevredenheid over onderwijsonderdelen, zoals het studiemateriaal en de gevraagde tijdsbesteding en over de docenten. Deze gegevens zijn over meerdere jaren beschikbaar, waardoor metingen kunnen worden vergeleken.

Bij de beoordeling worden onafhankelijke deskundigen betrokken.

Uit diverse documenten wordt duidelijk wat Dirksen Opleidingen beoogt en welke eisen aan de kwaliteit gesteld worden. Een aandachtspunt is dat de documenten beter in samenhang kunnen worden gebracht en de normeringen daar duidelijker in worden aangegeven. Overigens hebben alle betrokkenen die we hebben gesproken eenzelfde beeld over wat de kwaliteitseisen en normeringen zijn.

(18)

Wanneer blijkt dat niet aan de gestelde normen wordt voldaan wordt direct actie ondernomen. In de compleetheid en actualiteit van de beschikbare gegevens en de snelheid van de actie die wordt ondernomen zit de kracht van het

kwaliteitszorgsysteem. Daarnaast is er een sterke continuïteit in de leiding van het instituut, zijn alle betrokkenen goed op de hoogte van de gang van zaken en hebben frequent contact met elkaar waardoor de lijnen kort zijn.

Wettelijke vereisten

De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.

(19)

Bijlagen

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen

Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat steeds uit drie stappen:

1.Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret.

Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties.

2.Een normering per aspect: het aspect is voldoende indien aan alle indicatoren voldaan wordt.

3.Een normering per kwaliteitsgebied.

Voor de normering van het onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd.

Normering onderwijsproces

GoedAan acht van de negen aspecten is voldaan.

Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan.

De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

VoldoendeAan zeven van de negen aspecten is voldaan.

Aan alle kernaspecten is voldaan.

Voor elk aspect is aan alle indicatoren voldaan; daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat.

Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

OnvoldoendeAan één of meer kernaspecten is niet voldaan.

Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.

SlechtAan geen van de kernaspecten is voldaan.

Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.

Voor de beoordeling van de rendementen gelden de volgende normen.

Doelgroep Norm

<23 jaar 65

>23 jaar 67

Bij de examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.

Normering examinering en diplomering

GoedAan alle standaarden is voldaan.

De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

VoldoendeAan alle standaarden is voldaan.

Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

OnvoldoendeAan één standaard is niet voldaan.

SlechtAan twee of drie standaarden is niet voldaan.

(20)

Voor de normering van kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd (zie *).

Deze moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering dient voldoende te zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen.

Normering kwaliteitsborging

GoedAan alle aspecten is voldaan.

Aan alle indicatoren is voldaan.

De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

VoldoendeAan alle kernaspecten is voldaan.

Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.

Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

OnvoldoendeAan twee aspecten is niet voldaan.

SlechtAan drie of vier kernaspecten is voldaan.

Normering naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd).

Afwijkingen

Voor alle beoordelingen geldt dat in bijzondere omstandigheden de inspectie onderbouwd van de normering af kan wijken.

(21)

Bijlage II Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen

4.1.2 Informatie

4.1.3 Continuïteit

4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring

4.2.2 Evaluatie

4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak

verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevordering

4.3.3 Verankering

4.3 Dialoog en 4.4.1 Intern

verantwoording 4.4.2 Extern

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.

(22)

Bijlage III Beoordeling indicatoren opleiding Infratechniek (Monteur data/elektra), crebo 92111

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

Programma

1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud

1.1.2 Programmering

1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie

Leren in de onderwijsinstelling

1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie

handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding

van de leeractiviteiten

1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten

en de leerresultaten

1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting

1.4.2 Werkdruk

1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat

1.5.2 Materiële voorzieningen

Begeleiding

1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting

plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing

1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening

begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding

1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg

1.8.2 Derdelijnszorg

Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk-

vorming*

1.9.1 Voorbereiding studenten en

bedrijven

1.9.2 Plaatsing

1.9.3 Begeleiding door het bedrijf

1.9.4 Begeleiding door de opleiding

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

2.1 Examen- instrumentarium*

2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering

2.1.2 Dekking van het

kwalificatiedossier

2.1.3 Cesuur

(23)

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen

4.1.2 Informatie

4.1.3 Continuïteit

4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring

4.2.2 Evaluatie

4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak

verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevordering

4.3.3 Verankering

4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern

verantwoording 4.4.2 Extern

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

Aspecten Indicatoren

5.1 Naleving wettelijke vereisten

5.1.1 Naleving wettelijke vereisten

(24)

Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Elektrotechnische industriële producten en systemen (Technicus), crebo 92410

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

Programma

1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud

1.1.2 Programmering

1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie

Leren in de onderwijsinstelling

1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie

handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding

van de leeractiviteiten

1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten

en de leerresultaten

1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting -

1.4.2 Werkdruk

1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat

1.5.2 Materiële voorzieningen

Begeleiding

1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting

plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing

1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening

begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding

1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg

1.8.2 Derdelijnszorg

Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk-

vorming*

1.9.1 Voorbereiding studenten en

bedrijven

1.9.2 Plaatsing

1.9.3 Begeleiding door het bedrijf

1.9.4 Begeleiding door de opleiding

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

2.1 Examen- instrumentarium*

2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en

examinering

2.1.2 Dekking van het

kwalificatiedossier

(25)

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

Aspecten Indicatoren

4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen

4.1.2 Informatie

4.1.3 Continuïteit

4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring

4.2.2 Evaluatie

4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak

verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevordering

4.3.3 Verankering

4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern

verantwoording 4.4.2 Extern

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

Aspecten Indicatoren

5.1 Naleving wettelijke vereisten

5.1.1 Naleving wettelijke vereisten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor ze zijn verstrekt;.. - Op de hoogte zijn van uw rechten

Deze examens worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld.. De examens voor spreken en gesprekken voeren zijn zelf ontwikkeld en

Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we drie opleidingen onderzocht.. Bij drie opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht

Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze

De middelen in het deelfonds worden tijdelijk - gedurende drie jaar na inwerkingtreding van deze wet - verstrekt via een apart begrotingsartikel in het gemeentefonds en

15.5 Indien “Wie doet wat waar” na het sluiten van de overeenkomst bekend is geworden met omstandigheden die goede grond geven te vrezen dat de wederpartij haar verplichtingen niet

belastingentrepot (zie Bijlage III). Ten minste eenmaal per jaar wordt een boekhoudkundige controle en een opneming gecombineerd uitgevoerd, onder de leiding van de bevoegde

De Mgemeene Secretaris, (w.. Bij afwezigheid van den resident, zal de landraad door den secretaris worden gepresideerd, geassisteerd door den oudsten op lieni volgenden ambtenaar