KWALITEITSONDERZOEK MBO
Zadkine
Plaats : Rotterdam
BRIN nummer : 25LP
Onderzoeksnummer : 253049
Datum onderzoek : 26 - 27 september 2013 Datum vaststelling : 8 januari 2014
Pagina 2 van 18
1 INLEIDING . . . 5
2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . 7
2.1 Conclusie . . . 7
2.2 Vervolgtoezicht . . . 7
3 RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK . . . 9
3.1 Oordeel Verzorgende-IG . . . 9
4 BIJLAGEN . . . 14
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . 14
Bijlage II Overzicht bc-id . . . 16
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . 16
Verzorgende-IG, 25LP|95530 . . . 16
INHOUDSOPGAVE
Pagina 4 van 18
De Inspectie van het Onderwijs voerde op 26 en 27 september 2013 een kwaliteitsonderzoek uit bij ROC Zadkine. Dit onderzoek had betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs.
De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende.
In het onderzoek naar de Staat van de instelling, waarvan het rapport op 19 maart 2013 is vastgesteld, bleek er mogelijk sprake te zijn van risico’s bij onderstaande opleiding. De risico's hadden betrekking op het (te lage) niveau van de opbrengsten.
Wij hebben bij Verzorgende-IG, 25LP|95530 een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van tekortkomingen.
Het onderzoek richtte zich op het onderwijsproces, de examinering en
diplomering, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en de naleving van wettelijke vereisten.
De volgende opleiding is onderzocht:
De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met een onderzoek op uw instelling. Tijdens dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten
geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek.
De resultaten van het kwaliteitsonderzoek hebben geleid tot het bepalen van het eventuele vervolgtoezicht.
De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden opwww.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.
INLEIDING 1
Gebied Opbrengsten
Gebied
Onderwijsproces
Gebied
Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
Bc223 25LP|95530,
Verzorgende-IG
25LP|95530, Verzorgende-IG
leerweg bol, niveau 3, locatie Marconistraat 16, Rotterdam
In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling.
De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3.
Pagina 6 van 18
In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de opleiding en wat het vervolgtoezicht inhoudt.
Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 25LP|95530 heeft geleid tot de volgende oordelen:
Het oordeel leidt ertoe dat we vervolgtoezicht uitvoeren. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen.
Het vervolgtoezicht geldt voor de opleiding die onderzocht is binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT 2
Conclusie 2.1
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-
doende
Slecht
1. Onderwijsproces ●
2. Examinering en diplomering ●
3. Opbrengsten ●
4. Kwaliteitsborging ●
Voldoet Voldoet niet
5.Naleving wettelijke vereisten ●
Vervolgtoezicht 2.2
Verzorgende-IG, 25LP|95530
Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is
onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*.
• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.
Afhankelijk van de opbrengstgegevens van 2012-2013, die zichtbaar worden in de risicomonitoring van 2014, zal het vervolgonderzoek een bureauonderzoek dan wel een onderzoek op locatie zijn. Hier zal na de vastgestelde
risicomonitoring van 2014 met de instelling over worden gecommuniceerd.
Pagina 8 van 18
In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen.
Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 25LP|95530, niveau 3, Marconistraat 16, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen:
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn voldoende. Het kwaliteitsgebied opbrengsten is onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten.
Oordeel per aspect
Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 3
Oordeel Verzorgende-IG 3.1
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
•
•
• 1 Onderwijsproces
2 Examinering en diplomering
3 Opbrengsten
4 Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet
• 5 Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma
•
• Leren in de onderwijsinstelling
•
•
• Begeleiding
•
•
•
1.1 Samenhang
1.2 Maatwerk
1.3 Didactisch handelen*
1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving
1.6 Intake & plaatsing
1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.8 Zorg
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen
De opleiding Verzorgende-IG kan gekwalificeerd worden als een gedegen opleiding waar onderwijs op het gewenste niveau wordt aangeboden en een gedreven en gemotiveerd team de studenten begeleidt naar de eindstreep.
De samenwerking binnen het team kenmerkt zich door een aantal gedragen uitgangspunten, zoals de continue aandacht voor zorg en begeleiding, de gelijkgerichte benadering van de studenten en de consequente hantering van regels en afspraken.
De achtergrond van studenten brengt specifieke begeleidingsvragen met zich mee die van invloed zijn op de te lage opbrengstresultaten.
Onderwijsproces
Het onderwijsproces kent een gestructureerde opzet. Er is sprake van heldere planvorming waaruit blijkt dat de kerntaken en werkprocessen uit het
kwalificatiedossier worden gedekt in het onderwijs. Een jaarplan is doorvertaald naar weekplanners waarin studenten kunnen zien welke onderwerpen per les worden behandeld en welke lesstof hierbij hoort. De studenten zijn tevreden over de kwaliteit van de lessen en geven aan dat ze de opleiding 'uitdagend' vinden.
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Leren in de beroepspraktijk
• 1.9 Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende
•
•
• 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 Afname en beoordeling*
2.3 Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende
• 3.1 Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende
•
•
•
• 4.1 Sturing *
4.2 Beoordeling *
4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
• 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Pagina 10 van 18
Er is nadrukkelijk aandacht voor de verwerving van Nederlands, Rekenen en Engels. Per week zijn twee verplichte klokuren voor iedereen in het rooster opgenomen, waarbij de studenten zijn ingedeeld naar niveau.
De docenten zijn alert op studenten die sneller het programma kunnen doorlopen, dan wel iets meer tijd nodig hebben om zich de lesstof eigen te maken. In dergelijke gevallen stelt de studieloopbaanbegeleider, in
samenspraak met de student en het team, een individueel onderwijsprogramma op dat qua vorderingen nauwgezet wordt gevolgd. De onderwijsbehoefte van de student is leidend.
Vanuit de opleiding wordt de nodige aandacht aan het intakeproces besteed, omdat gebleken is dat het succesvol doorlopen van de opleiding voor deze specifieke groep studenten geen vanzelfsprekendheid is. De toelatingsbeslissing is een besluit gebaseerd op diverse beïnvloedende factoren, zoals motivatie, cognitie en toekomstig beroepsbeeld van de student. Wij zijn van mening dat de school, gegeven de geschetste omstandigheden, zich inspant om de intake en beslissing tot toelating zo zorgvuldig mogelijk te laten plaatsvinden.
Zorg en begeleiding vormen een belangrijke ondersteuning tijdens de
schoolloopbaan van de meeste studenten. In die begeleiding is het team in hoge mate studentgericht.
De begeleiding wordt vormgegeven door de studieloopbaanbegeleider en kent verschillende vormen: kritisch volgen van de vorderingen, aanmoedigen, grenzen stellen, intermediair zijn naar andere hulpverleners, betrokken zijn. De studenten ervaren de begeleiding als prettig en ondersteunend.
Studenten geven aan goed voorbereid te worden op en begeleid te worden tijdens de stage. Alhoewel het voor de opleiding een uitdaging is om voldoende stageplaatsen te bemachtigen, lukt dit wel. De begeleiding tijdens de stage is verder geprofessionaliseerd met het in gebruik nemen van het programma On Stage. Vorderingen, bezoekfrequentie en verwerking van stageopdrachten kunnen door middel van dit programma nog beter worden gevolgd.
Een punt van aandacht is de roosterproblematiek. Studenten geven aan dat er vaak wijzigingen zijn in het rooster waar ze niet altijd op tijd over geïnformeerd worden. De roostermaker en het team erkennen en herkennen deze
constatering. Het huidige gebouw kent een tekort aan lokalen, waardoor het efficiënt roosteren een voortdurende uitdaging is. Het team probeert hierin verbeteringen aan te brengen door het roosteren van dagdelen. Deze nieuwe wijze van roosteren is nog niet operationeel.
Examinering en diplomering
Gedurende het onderwijsproces vinden diverse diagnostische toetsen plaats om de voortgang te kunnen meten. Door middel van drie kwalificerende
kennistoetsen wordt het kennisniveau van de studenten geëxamineerd. Een Proeve van Bekwaamheid vindt aan het eind van de opleiding plaats in de reële beroepspraktijk. De Proeve wordt ingekocht bij het Consortium. De
kennistoetsen worden in eigen beheer opgesteld door constructeurs en
vastgesteld door vaststellers aan de hand van een toetsmatrijs. Zowel de Proeve als de kennistoetsen dekken het kwalificatiedossier; deze dekking wordt
verantwoord in het examenplan van de opleiding.
De Proeve kent een kwetsbaar punt dat door de opleidingsfunctionarissen te berde wordt gebracht: uit privacyoverwegingen naar cliënten op de
zorgafdelingen toe is ervoor gekozen geen assessor vanuit school aanwezig te laten zijn bij de Proeve. Toch beoordelen wij het totale examenproces van de Proeve als voldoende, omdat de school diverse waarborgen voor en na de Proeve heeft ingebouwd om te beoordelen of de student voldoet aan de vereisten van een beginnend beroepsbeoefenaar.
Na de Proeve dient de student een reflectieverslag te schrijven conform een vastgestelde methodiek. Op basis van dit reflectieverslag en het ingevulde beoordelingsformulier van de Proeve vindt het assessment, met twee
onafhankelijke assessoren, plaats op grond waarvan het definitieve besluit valt of de student geslaagd is voor de Proeve. De uitvoering van de Proeve
wordt beoordeeld aan de hand van een uitgebreid beoordelingsformulier.
De taalvaardigheden lezen en luisteren voor Nederlands zijn geëxamineerd met pilotexamens. De overige vaardigheden, schrijven, spreken en gesprekken voeren, worden getoetst met taaltoetsen van Deviant. Deze toetsen zijn door de inspectie als voldoende beoordeeld.
De examencommissie ziet voor zichzelf een kwantitatieve en kwalitatieve taak weggelegd. Kwantitatief ziet de examencommissie erop toe dat studenten op grond van de juiste vereisten kunnen diplomeren. De kwalitatieve taak omvat de monitoring en evaluatie van het proces van examinering. De opleiding is al langere tijd vertrouwd met het opstellen van toetsanalyses die inzicht geven in de kwaliteit van de toetsing. Foutieve antwoorden, vragen die onvoldoende discrimineren en/of onduidelijke vragen worden besproken in de
examencommissie en teruggekoppeld aan constructeurs en vaststellers.
Opbrengsten
De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 59 procent en een
diplomaresultaat van 66 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id 223, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.
Pagina 12 van 18
Kwaliteitsborging
Binnen de opleiding is sprake van een werkende kwaliteitscyclus.
Onderwijsinhoudelijke beslissingen instellingsbreed vormen tesamen met de uitkomsten van de zelfevaluatie en de bevindingen uit de panelgesprekken met studenten de input voor het, door het team opgestelde, teamplan met daaraan gekoppeld een verbeterplan. Kwaliteitszorg is nadrukkelijker belegd in het team door het aanstellen van portefeuillehouders voor de belangrijkste
onderwijselementen zoals de intake, studieloopbaanbegeleiding, beroepspraktijkvorming, onderwijs en examinering.
De aandacht voor kwaliteit en het streven naar kwaliteitsverbetering uit zich onder andere in het frequent meten van de tevredenheid van studenten over de kwaliteit van de lessen en de docenten. Er vinden toetsanalyses plaats op inhoud, vraagstelling en resultaatmeting. De uitkomsten van deze analyses worden als verbeteractiviteiten teruggekoppeld naar de direct
verantwoordelijken.
De jaarlijkse zelfevaluatie van de examencommissie heeft tot
verbeteractiviteiten geleid om het aantal herkansingen te verminderen.
Daarnaast constateert de examencommissie dat het systematisch analyseren van de Proeven beter kan. De teamleider voert lesobservaties uit. Waar een vaardigheidstekort geconstateerd wordt bij individuele docenten vindt coaching op didactiek plaats door een seniordocent. Overige scholingsactiviteiten zijn het volgen van docentstages en de professionalisering van het personeel op gebied van taal en rekenen.
Wettelijke vereisten
Voor zover onderzocht voldoen de wettelijke vereisten.
De normen
Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit:
1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator?
Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties.
2. Een normering per aspect.
3. Een normering per kwaliteitsgebied.
Voor de normering van het Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd.
De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming.
Normering Onderwijsproces
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van
onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan.
BIJLAGEN 4
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden
Goed • Aan acht van de negen aspecten is voldaan.
• Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan.
• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende • Aan zeven van de negen aspecten is voldaan.
• Aan alle kernaspecten is voldaan.
• Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat.
• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende • Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan.
• Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht • Aan geen van de kernaspecten is voldaan.
• Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 14 van 18
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.
Normering Examinering en diplomering
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de
examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen.
Normering Kwaliteitsborging
Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat
1 60,7 45,1
2 56,5 45,2
3 65,3 67,3
4 64,2 67,3
Goed • Aan alle standaarden is voldaan.
• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende • Aan alle standaarden is voldaan.
• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende • Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht • Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Goed • Aan alle aspecten is voldaan.
• Aan alle indicatoren is voldaan.
• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende • Aan alle kernaspecten is voldaan.
• Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.
• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende • Aan twee aspecten is niet voldaan.
• Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht • Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd).
Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht bc-id
Bijlage II Overzicht bc-id
Bc-id: 223 Niveau: 3
Crebo: Opleiding:
10427 Verzorgende
93260 Verzorgende-IG
94830 Verzorgende-IG
95530 Verzorgende-IG
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Verzorgende-IG, 25LP|95530
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma
•
•
•
•
• Leren in de onderwijsinstelling
•
•
•
•
•
•
1.1 Samenhang
1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering
1.2 Maatwerk
1.2.1 Differentiatie
1.3 Didactisch handelen*
1.3.1 Interactie
1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting
Pagina 16 van 18
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende
•
•
•
• Begeleiding
•
•
•
•
•
•
•
•
• Leren in de beroepspraktijk
•
•
•
•
• 1.4.2 Werkdruk
1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat
1.5.2 Materiële voorzieningen
1.6 Intake & plaatsing 1.6.1 Voorlichting 1.6.2 Intake en plaatsing
1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1 Informatievoorziening 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding
1.8 Zorg
1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg
1.9 Beroepspraktijkvorming*
1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing
1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 1.9.4 Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• 2.1 Exameninstrumentarium*
2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur
2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie
2.2 Afname en beoordeling*
2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering*
2.3.1 Besluitvorming diplomering
2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende
•
• 3.1 Rendement
3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende
•
•
•
• 4.1 Sturing *
4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• 4.2 Beoordeling *
4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie
4.3 Verbetering en verankering * 4.3.1 Verbeteraanpak
4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering
4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern
4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
•
• 5.1 Naleving wettelijke vereisten
5.1.1 Naleving wettelijke vereisten
Pagina 18 van 18