• No results found

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zadkine

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zadkine"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KWALITEITSONDERZOEK MBO

Zadkine

Plaats : Rotterdam

BRIN nummer : 25LP

Onderzoeksnummer : 253049

Datum onderzoek : 26 - 27 september 2013 Datum vaststelling : 8 januari 2014

(2)

Pagina 2 van 18

(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . 7

2.1 Conclusie . . . 7

2.2 Vervolgtoezicht . . . 7

3 RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK . . . 9

3.1 Oordeel Verzorgende-IG . . . 9

4 BIJLAGEN . . . 14

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . 14

Bijlage II Overzicht bc-id . . . 16

Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . 16

Verzorgende-IG, 25LP|95530 . . . 16

INHOUDSOPGAVE

(4)

Pagina 4 van 18

(5)

De Inspectie van het Onderwijs voerde op 26 en 27 september 2013 een kwaliteitsonderzoek uit bij ROC Zadkine. Dit onderzoek had betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs.

De aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek is het volgende.

In het onderzoek naar de Staat van de instelling, waarvan het rapport op 19 maart 2013 is vastgesteld, bleek er mogelijk sprake te zijn van risico’s bij onderstaande opleiding. De risico's hadden betrekking op het (te lage) niveau van de opbrengsten.

Wij hebben bij Verzorgende-IG, 25LP|95530 een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van tekortkomingen.

Het onderzoek richtte zich op het onderwijsproces, de examinering en

diplomering, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en de naleving van wettelijke vereisten.

De volgende opleiding is onderzocht:

De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met een onderzoek op uw instelling. Tijdens dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten

geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek.

De resultaten van het kwaliteitsonderzoek hebben geleid tot het bepalen van het eventuele vervolgtoezicht.

De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden opwww.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.

INLEIDING 1

Gebied Opbrengsten

Gebied

Onderwijsproces

Gebied

Examinering en diplomering

Leerweg, niveau, locatie

Bc223 25LP|95530,

Verzorgende-IG

25LP|95530, Verzorgende-IG

leerweg bol, niveau 3, locatie Marconistraat 16, Rotterdam

(6)

In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling.

De resultaten van het kwaliteitsonderzoek vindt u in hoofdstuk 3.

Pagina 6 van 18

(7)

In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de opleiding en wat het vervolgtoezicht inhoudt.

Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 25LP|95530 heeft geleid tot de volgende oordelen:

Het oordeel leidt ertoe dat we vervolgtoezicht uitvoeren. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.

In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen.

Het vervolgtoezicht geldt voor de opleiding die onderzocht is binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1.

* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.

CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT 2

Conclusie 2.1

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-

doende

Slecht

1. Onderwijsproces ●

2. Examinering en diplomering ●

3. Opbrengsten ●

4. Kwaliteitsborging ●

Voldoet Voldoet niet

5.Naleving wettelijke vereisten ●

Vervolgtoezicht 2.2

Verzorgende-IG, 25LP|95530

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is

onvoldoende*.

Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*.

• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.

(8)

Afhankelijk van de opbrengstgegevens van 2012-2013, die zichtbaar worden in de risicomonitoring van 2014, zal het vervolgonderzoek een bureauonderzoek dan wel een onderzoek op locatie zijn. Hier zal na de vastgestelde

risicomonitoring van 2014 met de instelling over worden gecommuniceerd.

Pagina 8 van 18

(9)

In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen.

Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 25LP|95530, niveau 3, Marconistraat 16, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen:

De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn voldoende. Het kwaliteitsgebied opbrengsten is onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten.

Oordeel per aspect

Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.

RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 3

Oordeel Verzorgende-IG 3.1

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

• 1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

• 5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma

Leren in de onderwijsinstelling

Begeleiding

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

(10)

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

Beschouwing Algemeen

De opleiding Verzorgende-IG kan gekwalificeerd worden als een gedegen opleiding waar onderwijs op het gewenste niveau wordt aangeboden en een gedreven en gemotiveerd team de studenten begeleidt naar de eindstreep.

De samenwerking binnen het team kenmerkt zich door een aantal gedragen uitgangspunten, zoals de continue aandacht voor zorg en begeleiding, de gelijkgerichte benadering van de studenten en de consequente hantering van regels en afspraken.

De achtergrond van studenten brengt specifieke begeleidingsvragen met zich mee die van invloed zijn op de te lage opbrengstresultaten.

Onderwijsproces

Het onderwijsproces kent een gestructureerde opzet. Er is sprake van heldere planvorming waaruit blijkt dat de kerntaken en werkprocessen uit het

kwalificatiedossier worden gedekt in het onderwijs. Een jaarplan is doorvertaald naar weekplanners waarin studenten kunnen zien welke onderwerpen per les worden behandeld en welke lesstof hierbij hoort. De studenten zijn tevreden over de kwaliteit van de lessen en geven aan dat ze de opleiding 'uitdagend' vinden.

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Leren in de beroepspraktijk

• 1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

• 2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

• 3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

• 4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

• 5.1 Naleving wettelijke vereisten

Pagina 10 van 18

(11)

Er is nadrukkelijk aandacht voor de verwerving van Nederlands, Rekenen en Engels. Per week zijn twee verplichte klokuren voor iedereen in het rooster opgenomen, waarbij de studenten zijn ingedeeld naar niveau.

De docenten zijn alert op studenten die sneller het programma kunnen doorlopen, dan wel iets meer tijd nodig hebben om zich de lesstof eigen te maken. In dergelijke gevallen stelt de studieloopbaanbegeleider, in

samenspraak met de student en het team, een individueel onderwijsprogramma op dat qua vorderingen nauwgezet wordt gevolgd. De onderwijsbehoefte van de student is leidend.

Vanuit de opleiding wordt de nodige aandacht aan het intakeproces besteed, omdat gebleken is dat het succesvol doorlopen van de opleiding voor deze specifieke groep studenten geen vanzelfsprekendheid is. De toelatingsbeslissing is een besluit gebaseerd op diverse beïnvloedende factoren, zoals motivatie, cognitie en toekomstig beroepsbeeld van de student. Wij zijn van mening dat de school, gegeven de geschetste omstandigheden, zich inspant om de intake en beslissing tot toelating zo zorgvuldig mogelijk te laten plaatsvinden.

Zorg en begeleiding vormen een belangrijke ondersteuning tijdens de

schoolloopbaan van de meeste studenten. In die begeleiding is het team in hoge mate studentgericht.

De begeleiding wordt vormgegeven door de studieloopbaanbegeleider en kent verschillende vormen: kritisch volgen van de vorderingen, aanmoedigen, grenzen stellen, intermediair zijn naar andere hulpverleners, betrokken zijn. De studenten ervaren de begeleiding als prettig en ondersteunend.

Studenten geven aan goed voorbereid te worden op en begeleid te worden tijdens de stage. Alhoewel het voor de opleiding een uitdaging is om voldoende stageplaatsen te bemachtigen, lukt dit wel. De begeleiding tijdens de stage is verder geprofessionaliseerd met het in gebruik nemen van het programma On Stage. Vorderingen, bezoekfrequentie en verwerking van stageopdrachten kunnen door middel van dit programma nog beter worden gevolgd.

Een punt van aandacht is de roosterproblematiek. Studenten geven aan dat er vaak wijzigingen zijn in het rooster waar ze niet altijd op tijd over geïnformeerd worden. De roostermaker en het team erkennen en herkennen deze

constatering. Het huidige gebouw kent een tekort aan lokalen, waardoor het efficiënt roosteren een voortdurende uitdaging is. Het team probeert hierin verbeteringen aan te brengen door het roosteren van dagdelen. Deze nieuwe wijze van roosteren is nog niet operationeel.

Examinering en diplomering

(12)

Gedurende het onderwijsproces vinden diverse diagnostische toetsen plaats om de voortgang te kunnen meten. Door middel van drie kwalificerende

kennistoetsen wordt het kennisniveau van de studenten geëxamineerd. Een Proeve van Bekwaamheid vindt aan het eind van de opleiding plaats in de reële beroepspraktijk. De Proeve wordt ingekocht bij het Consortium. De

kennistoetsen worden in eigen beheer opgesteld door constructeurs en

vastgesteld door vaststellers aan de hand van een toetsmatrijs. Zowel de Proeve als de kennistoetsen dekken het kwalificatiedossier; deze dekking wordt

verantwoord in het examenplan van de opleiding.

De Proeve kent een kwetsbaar punt dat door de opleidingsfunctionarissen te berde wordt gebracht: uit privacyoverwegingen naar cliënten op de

zorgafdelingen toe is ervoor gekozen geen assessor vanuit school aanwezig te laten zijn bij de Proeve. Toch beoordelen wij het totale examenproces van de Proeve als voldoende, omdat de school diverse waarborgen voor en na de Proeve heeft ingebouwd om te beoordelen of de student voldoet aan de vereisten van een beginnend beroepsbeoefenaar.

Na de Proeve dient de student een reflectieverslag te schrijven conform een vastgestelde methodiek. Op basis van dit reflectieverslag en het ingevulde beoordelingsformulier van de Proeve vindt het assessment, met twee

onafhankelijke assessoren, plaats op grond waarvan het definitieve besluit valt of de student geslaagd is voor de Proeve. De uitvoering van de Proeve

wordt beoordeeld aan de hand van een uitgebreid beoordelingsformulier.

De taalvaardigheden lezen en luisteren voor Nederlands zijn geëxamineerd met pilotexamens. De overige vaardigheden, schrijven, spreken en gesprekken voeren, worden getoetst met taaltoetsen van Deviant. Deze toetsen zijn door de inspectie als voldoende beoordeeld.

De examencommissie ziet voor zichzelf een kwantitatieve en kwalitatieve taak weggelegd. Kwantitatief ziet de examencommissie erop toe dat studenten op grond van de juiste vereisten kunnen diplomeren. De kwalitatieve taak omvat de monitoring en evaluatie van het proces van examinering. De opleiding is al langere tijd vertrouwd met het opstellen van toetsanalyses die inzicht geven in de kwaliteit van de toetsing. Foutieve antwoorden, vragen die onvoldoende discrimineren en/of onduidelijke vragen worden besproken in de

examencommissie en teruggekoppeld aan constructeurs en vaststellers.

Opbrengsten

De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 59 procent en een

diplomaresultaat van 66 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id 223, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.

Pagina 12 van 18

(13)

Kwaliteitsborging

Binnen de opleiding is sprake van een werkende kwaliteitscyclus.

Onderwijsinhoudelijke beslissingen instellingsbreed vormen tesamen met de uitkomsten van de zelfevaluatie en de bevindingen uit de panelgesprekken met studenten de input voor het, door het team opgestelde, teamplan met daaraan gekoppeld een verbeterplan. Kwaliteitszorg is nadrukkelijker belegd in het team door het aanstellen van portefeuillehouders voor de belangrijkste

onderwijselementen zoals de intake, studieloopbaanbegeleiding, beroepspraktijkvorming, onderwijs en examinering.

De aandacht voor kwaliteit en het streven naar kwaliteitsverbetering uit zich onder andere in het frequent meten van de tevredenheid van studenten over de kwaliteit van de lessen en de docenten. Er vinden toetsanalyses plaats op inhoud, vraagstelling en resultaatmeting. De uitkomsten van deze analyses worden als verbeteractiviteiten teruggekoppeld naar de direct

verantwoordelijken.

De jaarlijkse zelfevaluatie van de examencommissie heeft tot

verbeteractiviteiten geleid om het aantal herkansingen te verminderen.

Daarnaast constateert de examencommissie dat het systematisch analyseren van de Proeven beter kan. De teamleider voert lesobservaties uit. Waar een vaardigheidstekort geconstateerd wordt bij individuele docenten vindt coaching op didactiek plaats door een seniordocent. Overige scholingsactiviteiten zijn het volgen van docentstages en de professionalisering van het personeel op gebied van taal en rekenen.

Wettelijke vereisten

Voor zover onderzocht voldoen de wettelijke vereisten.

(14)

De normen

Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit:

1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator?

Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties.

2. Een normering per aspect.

3. Een normering per kwaliteitsgebied.

Voor de normering van het Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd.

De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming.

Normering Onderwijsproces

Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van

onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan.

BIJLAGEN 4

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden

Goed • Aan acht van de negen aspecten is voldaan.

• Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan.

• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

Voldoende • Aan zeven van de negen aspecten is voldaan.

• Aan alle kernaspecten is voldaan.

• Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat.

• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende • Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan.

• Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.

Slecht • Aan geen van de kernaspecten is voldaan.

• Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.

Pagina 14 van 18

(15)

Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.

Normering Examinering en diplomering

Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de

examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen.

Normering Kwaliteitsborging

Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat

1 60,7 45,1

2 56,5 45,2

3 65,3 67,3

4 64,2 67,3

Goed • Aan alle standaarden is voldaan.

• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

Voldoende • Aan alle standaarden is voldaan.

• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende • Aan één standaard is niet voldaan.

Slecht • Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.

Goed • Aan alle aspecten is voldaan.

• Aan alle indicatoren is voldaan.

• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

Voldoende • Aan alle kernaspecten is voldaan.

• Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.

• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende • Aan twee aspecten is niet voldaan.

• Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht • Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.

(16)

Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd).

Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

Overzicht bc-id

Bijlage II Overzicht bc-id

Bc-id: 223 Niveau: 3

Crebo: Opleiding:

10427 Verzorgende

93260 Verzorgende-IG

94830 Verzorgende-IG

95530 Verzorgende-IG

Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Verzorgende-IG, 25LP|95530

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma

Leren in de onderwijsinstelling

1.1 Samenhang

1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering

1.2 Maatwerk

1.2.1 Differentiatie

1.3 Didactisch handelen*

1.3.1 Interactie

1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten

1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten

1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting

Pagina 16 van 18

(17)

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Begeleiding

Leren in de beroepspraktijk

• 1.4.2 Werkdruk

1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat

1.5.2 Materiële voorzieningen

1.6 Intake & plaatsing 1.6.1 Voorlichting 1.6.2 Intake en plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.7.1 Informatievoorziening 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding

1.8 Zorg

1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg

1.9 Beroepspraktijkvorming*

1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing

1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 1.9.4 Begeleiding door de opleiding

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

• 2.1 Exameninstrumentarium*

2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering

2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur

2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie

2.2 Afname en beoordeling*

2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering*

2.3.1 Besluitvorming diplomering

2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

• 3.1 Rendement

3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

• 4.1 Sturing *

4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit

(18)

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

• 4.2 Beoordeling *

4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie

4.3 Verbetering en verankering * 4.3.1 Verbeteraanpak

4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering

4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern

4.4.2 Extern

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

• 5.1 Naleving wettelijke vereisten

5.1.1 Naleving wettelijke vereisten

Pagina 18 van 18

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

belastingentrepot (zie Bijlage III). Ten minste eenmaal per jaar wordt een boekhoudkundige controle en een opneming gecombineerd uitgevoerd, onder de leiding van de bevoegde

Hierbij worden steeds vaker de vezel- tellingen op de saneringslocatie verricht, met als nadeel dat vaak gebruik dient te worden gemaakt van faciliteiten die voor

In het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig

Volgens de Europese regelgeving kunnen enkel objectieven van algemeen belang die alleen door reglementering kunnen worden gegarandeerd, en waarvoor geen

Nadere bepalingen beoordelen bronnenmateriaal en afbakening verdacht gebied Kenmerk: CS-VROO-02 Versie: 2021-01 welke relatie deze ontplofbare oorlogsresten heeft/hebben met het

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie.

De Mgemeene Secretaris, (w.. Bij afwezigheid van den resident, zal de landraad door den secretaris worden gepresideerd, geassisteerd door den oudsten op lieni volgenden ambtenaar

• Voor de controle op en de handhaving van de maatregelen bepaald in artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003, zoals verder geconcretiseerd in het besluit Vlaamse Regering