Inspectierapport
Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Frans Halsstraat 109
3781EV Voorthuizen
Registratienummer 419056671
Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Barneveld
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 5
Veiligheid en gezondheid ... 6
Accommodatie en inrichting ... 7
Inspectie-items ... 8
Gegevens voorziening ... 11
Gegevens toezicht ... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico- gestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten
bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken.
Extra is gekeken naar de nieuwe ruimtes waarin de BSO sinds enkele weken is gehuisvest.
Beschouwing
Buitenschoolse opvang BijdeHandjes Voorthuizen is onderdeel van Christelijke Kinderopvang Bijdehandjes en bevindt zich in de onlangs vernieuwde Wheemschool te Voorthuizen. Deze organisatie heeft diverse kindercentra in de regio.
Er wordt kinderopvang geboden vanuit christelijke waarden en normen.
Buitenschoolse opvang is hier mogelijk van maandag t/m vrijdag, van 07.30 uur tot 18.00 uur.
Inspectiegeschiedenis:
In 2013 werd bij de inspectie 1 tekortkoming geconstateerd, te weten:
- De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
In 2014 voldeed de houder aan alle gestelde eisen.
Conlusie:
Bij deze inspectie is een tekortkoming geconstateerd met betrekking tot de opvang in basisgroepen.
Binnen de termijn van overleg&overreding heeft de houder de kinderen onderverdeeld in drie basisgroepen van max. 10 kinderen. .
De houder voldoet nu aan alle gestelde eisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
• emotionele veiligheid;
• persoonlijke competentie;
• sociale competentie;
• overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document.
Pedagogische praktijk
Ten tijde van de inspectie komen 24 kinderen binnen, in 3 groepjes op verschillende tijden. De kinderen komen namelijk van 3 verschillende scholen die niet tegelijk stoppen met lesgeven. Elk groepje drinkt en eet wat aan tafel zodra ze binnenkomen, waarbij de beroepskracht die hen van school heeft gehaald hen begeleidt.
Zodra ze wat gegeten en gedronken hebben gaan ze spelen, veelal met kinderen bij wie ze op school en/of in de klas zitten. De ruimte kent verschillende speelplekken waardoor de kinderen ongestoord met het spelmateriaal van hun keuze kunnen spelen.
Als alle kinderen binnen zijn en gegeten/gedronken hebben stelt een beroepskracht voor om buiten te gaan spelen. Veel kinderen willen dat graag. Zij gaan hun jas aan trekken en buiten spelen onder begeleiding van een beroepskracht.
De kinderen die binnen blijven spelen gaan door met waar zij mee bezig zijn.
De sfeer is rustig en gezellig, kinderen weten wat er mogelijk is, pakken zelf hun spelmateriaal en spelen veelal in groepjes.
De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen:
• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Kuyt, beleidsmedewerker)
• Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
• Observaties (tijdens de opvang na schooltijd)
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag
De toezichthouder heeft van alle beroepskrachten een juiste en geldige verklaring omtrent het gedrag ingezien.
Passende beroepskwalificatie
De toezichthouder heeft van alle beroepskrachten een passende beroepskwalificatie ingezien.
Opvang in groepen
BSO Bijdehandjes Voorthuizen werkt met 1 basisgroep van max. 30 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Binnen de termijn van overleg&overreding heeft de houder de kinderen onderverdeeld in drie basisgroepen van max. 10 kinderen te weten:
• Groep Groen
• Groep Blauw
• Groep Grijs
De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen.
Beroepskracht-kindratio
De toezichthouder heeft van enkele weken voorafgaand aan deze inspectie de presentielijsten en personeelsroosters ingezien. De houder heeft steeds voldoende beroepskrachten ingezet.
Gebruikte bronnen:
• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Kuyt, beleidsmedewerker)
• Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
• Observaties (tijdens de opvang na schooltijd)
• Verklaringen omtrent het gedrag
• Diploma's beroepskrachten
• Plaatsingslijsten
• Presentielijsten
• Personeelsrooster
• indeling in basisgroepen
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein is de praktijk beoordeeld op de kennis van de beroepskrachten betreffende de risico's veiligheid en gezondheid. Tevens is beoordeeld hoe de houder de beroepskrachten informeert over dit onderwerp.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Voor de start in de nieuwe ruimten zijn de risico's omtrent veiligheid en gezondheid geïnventariseerd en waar nodig verkleind of weggenomen.
De beroepkrachten ontvingen deze inventarisaties per email van de houder waarmee zij op de hoogte zijn van de risico's en de maatregelen.
De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen:
• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Kuyt, beleidsmedewerker)
• Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
• Observaties (tijdens de opvang na schooltijd)
• Risico-inventarisatie veiligheid
• Risico-inventarisatie gezondheid
• Actieplan veiligheid
• Actieplan gezondheid
Accommodatie en inrichting
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte
BSO Bijdehandjes Voorthuizen maakt samen met de school gebruik van een grote ruimte op de eerste verdieping. Deze ruimte is met een schuifwand afgescheiden van de hal die ernaast ligt en ook gebruikt kan worden door de BSO. Het is dus mogelijk om van deze twee ruimtes 1 grote ruimte te maken. Daarnaast kan de BSO altijd gebruik maken van het speellokaal op de begane grond.
De ruimte boven is ingericht met verschillende tafels en speelhoeken.
De beide ruimtes boven hebben samen een oppervlak van 92.6 m2.
Het speellokaal is 85 m2.
Hiermee is voldoende ruimte voor de 30 kindplaatsen die bij deze BSO zijn geregistreerd.
Buitenspeelruimte
De BSO maakt gebruik van grote buitenspeelruimte van de Wheemschool die geheel nieuw is ingericht met diverse uitdagende speelplekken. De BSO heeft zelf beperkt buitenspelmateriaal in de schuur staan.
De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen:
• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Kuyt, beleidsmedewerker)
• Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
• Observaties (tijdens de opvang na schooltijd)
• Plattegrond (van de binnenruimtes)
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen) OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes
Website : http://www.bijdehandjes.info
Aantal kindplaatsen : 40
Gegevens houder
Naam houder : Kinderopvang BijdeHandjes B.V.
Adres houder : Veluweweg 10
Postcode en plaats : 3774BM Kootwijkerbroek
Website : www.bijdehandjes.info
KvK nummer : 56823762
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Adres : Postbus 5364
Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM
Telefoonnummer : 0800-8446000
Onderzoek uitgevoerd door : Karen Stegeman Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Barneveld
Adres : Postbus 63
Postcode en plaats : 3770AB BARNEVELD
Planning
Datum inspectie : 17-11-2015
Opstellen concept inspectierapport : 02-12-2015
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 08-12-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-12-2015 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 08-12-2015 Openbaar maken inspectierapport : 15-12-2015
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.