• No results found

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Page 1 of 5

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen

mevrouw X, appellante en

de examencommissie Psychologie van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB), verweerster

1. Procesverloop

1.1 Bij besluit van 30 juli 2021 heeft verweerster appellante medegedeeld dat haar verzoek om een extra tentamengelegenheid voor het vak Behandelmethoden is afgewezen (hierna:

“bestreden besluit”).

1.2 Tegen dit besluit heeft appellante tijdig, te weten op 27 augustus 2021 een beroepschrift ingediend.

1.3 Op 14 september 2021 heeft een schikkingsoverleg plaatsgevonden tussen appellante en verweerster. Tussen partijen is geen minnelijke schikking bereikt.

1.4 Verweerster heeft op 20 september 2021 een verweerschrift ingediend.

1.5 Op 7 oktober 2021 heeft het college het beroep ter zitting behandeld welke hoorzitting vanwege de geldende coronamaatregelen met instemming van partijen via Teams heeft plaatsgevonden. Aan die Teams-zitting hebben appellante en haar echtgenoot deelgenomen en namens verweerster X (voorzitter examencommissie), Y (ambtelijk secretaris

examencommissie).

2. Feiten en omstandigheden

2.1 Appellante staat sinds 1 september 2020 ingeschreven voor de masteropleiding Psychologie

& Geestelijke Gezondheid: Klinische Psychologie (hierna: “de opleiding”).

(2)

Page 2 of 5

2.2 In het kader van de opleiding vond voor het vak Behandelmethoden de eerste

tentamengelegenheid plaats op 9 april 2021 en de tweede tentamengelegenheid op 2 juli 2021. Beide tentamens zijn online afgenomen.

2.3 Appellante heeft op 16 juli 2021 een verzoek bij verweerster ingediend inhoudende dat haar een extra tentamengelegenheid wordt geboden voor het vak Behandelmethoden.

3. Standpunten partijen

Standpunt appellante

3.1 Appellante geeft aan op de dag van de eerste tentamengelegenheid (9 april 2021) in het ziekenhuis te zijn geweest vanwege medische redenen, hierdoor kon zij niet deelnemen aan het tentamen. Zij is op dat moment 41 weken zwanger en is op 15 april 2021 bevallen van een zoon. Reeds in december 2020 heeft appellante contact gezocht met de

studentendecaan. Deze heeft op 21 december 2020 aan appellante laten weten dat indien zij de tentamenkans vanwege haar omstandigheden niet kan benutten, zij in eerste instantie is aangewezen op de herkansing. Mocht appellante de herkansing niet halen, dan kan zij bij de examencommissie een extra kans aanvragen.

3.2 Tijdens de tweede tentamengelegenheid (2 juli 2021) ondervond appellante internetproblemen die aantoonbaar te wijten zijn aan haar internetprovider.

3.3 Appellante heeft maar één kans gehad voor het betreffende tentamen, en heeft conform het advies van de decaan verzocht om een extra tentamenkans. Voor zover dit verzoek is afgewezen omdat ook de thesis en stage nog openstaan, voert appellante aan dat niet duidelijk is wat onder de definitie van ‘laatste vak’ wordt verstaan. Door studenten en docenten wordt de term ‘vak’ niet gehanteerd voor de stage en de thesis. Voor appellante is het vak “Behandelmethoden” het laatste vak dat zij nog af dient te ronden.

3.4 De onmogelijkheid deel te nemen aan het tentamen op 9 april 2021 houdt verband met de zwangerschap van appellante. Zij voelt zich benadeeld in deze situatie en benadrukt dat mannen en vrouwen gelijke kansen dienen te krijgen als het gaat om het afronden van een studie.

3.5 Appellante stelt studievertraging op te lopen als zij het vak Behandelmethoden niet in het huidige (academische) jaar behaalt. Zij is in dat geval genoodzaakt om haar studie met één jaar te verlengen ten opzichte van de geplande 2 jaar.

Standpunt verweerster

3.6 Verweerster heeft zich op het standpunt gesteld dat het bestreden besluit correct tot stand is gekomen en zij verzoekt het beroep ongegrond te verklaren. Verweerster heeft in dit verband – samengevat – het navolgende aangevoerd:

(3)

Page 3 of 5

3.6.1 Appellante voldoet niet aan de voorwaarden van de laatste vak regeling (hierna: “LVR”) krachtens artikel 18 Regels en Richtlijnen 2020/2021 van de Examencommissies van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (hierna: “R&R”). Zo is er volgens verweerster niet gebleken van dreigende of onevenredig grote studievertraging, dan wel studievertraging an sich. Het vak Behandelmethoden is voorts niet het laatste vak dat appellante nog moet behalen nu zij ook haar stage en thesis nog dient te behalen. De openstaande onderwijseenheden bedragen daarnaast meer dan 6 ECTS nu de stage, de thesis en het vak Behandelmethoden tezamen 36 ECTS bedragen.

3.6.2 Uit de door appellante overgelegde stukken blijkt niet dat zij op de dag van de eerste tentamenkans voor het vak Behandelmethoden een afspraak had in het ziekenhuis noch van een toezegging van de decaan over de toekenning van een extra

tentamengelegenheid.

3.6.3 Op grond van artikel 3 sub d Tilburg University General Guidelines for Online Proctored Examinations with an Online Proctoring System 2020-2021 (hierna: “GG”) is een student zelf verantwoordelijk voor adequate apparatuur en systemen die men tijdens een

tentamen wil gebruiken. Op de website staat daarnaast vermeldt dat studenten zich bij technische problemen telefonisch moeten wenden tot ITSupport. Er zijn geen

aanwijzingen dat appellante het voorgaande heeft gedaan.

3.6.4 Het staat appellante vrij om in de toekomst nogmaals een verzoek te doen voor een extra tentamengelegenheid op grond van de LVR. Dat verzoek zal worden getoetst aan de geldende voorwaarden, waarbij de examencommissie op voorhand opmerkt dat de persoonlijke omstandigheden van appellante, binnen de kaders van de LVR, zullen worden meegewogen.

4. Overwegingen College

4.1 Artikel 7.61 lid 2 van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna:

“WHW”) bepaalt dat beroep kan worden ingesteld ter zake dat een beslissing in strijd is met het recht. Daaruit vloeit voort dat de toetsing door het College beperkt dient te blijven tot rechtmatigheidscriteria, zoals de vraag of de beslissing in overeenstemming is met de regeling(en) en of verweerster zorgvuldig heeft gehandeld dan wel de vraag of gezegd zou moeten worden dat verweerster niet in redelijkheid tot de bestreden beslissing heeft kunnen komen.

4.2 Het College stelt vast dat door appellante is verzocht om een extra tentamengelegenheid.

Door verweerster is dit verzoek geïnterpreteerd als een beroep op de LVR uit artikel 18 R&R.

Het College is van oordeel dat hiermee een te enge uitleg is gegeven aan het verzoek van appellante. Zoals door verweerster terecht is aangegeven, wordt een extra

tentamengelegenheid in principe alleen aangeboden in de vorm van de LVR. Dit laat echter onverlet dat verweerster het verzoek, gelet op de bijzondere omstandigheden in casu, ook had dienen te beoordelen aan de hand van de hardheidsclausule uit artikel 7.2 van de Onderwijs- en Examenregeling 2020-2021 van de Masteropleidingen Human Resource

(4)

Page 4 of 5

Studies, Organization Studies, Sociology, Psychologie en Geestelijke Gezondheid en Social Psychology (hierna: “OER”).

4.3 Ingevolge artikel 4.2 lid 1 van de OER wordt tot het afleggen van de tentamens van de in Deel III en IV genoemde vakken in het academisch jaar waarin het betreffende vak wordt aangeboden, tweemaal gelegenheid gegeven. Het vak Behandelmethoden is een onder Deel IV beschreven vak en valt dus onder de werking van artikel 4.2 lid 1 OER.

4.4 Ingevolge artikel 7.2 lid 1 OER 2020-2021 is verweerster bevoegd om in geval van

onbillijkheden van overwegende aard in individuele gevallen ten voordele van de student een uitzondering te maken op de OER. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat in gevallen waarin de OER niet voorziet, de examencommissie beslist. In de OER 2021-2022 is echter een extra lid toegevoegd aan dit artikel. In artikel 7.2 lid 3 van de OER 2021-2022 is bepaald dat bij toepassing van de algemene hardheidsclausule in ieder geval zwangerschap als bijzondere omstandigheid van een betrokkene in aanmerking kan worden genomen.

4.5 Ingevolge artikel 18 R&R wordt een student die onevenredig grote studievertraging dreigt op te lopen, door de examencommissie eenmalig in de gelegenheid gesteld om een extra tentamen af te leggen, mits de vertraging wordt veroorzaakt door de laatste nog te behalen cursus uit het verplichte programma en de studielast daarvan maximaal 6 ects-credits bedraagt (de LVR). Tevens dienen - behoudens aantoonbare bijzondere omstandigheden - alle reguliere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus te zijn benut, waarbij geldt dat alle tot dusver behaalde resultaten niet lager zijn dan het cijfer 4.

4.6 Het College stelt voorop dat verweerster appellante twee tentamengelegenheden heeft geboden voor het vak Behandelmethoden, te weten op 9 april 2021 en 2 juli 2021. Daarmee heeft verweerster voldaan aan het bepaalde in artikel 4.2 lid 1 OER.

4.7 Het College stelt vast dat appellante vanwege bijzondere omstandigheden niet heeft kunnen deelnemen aan de reguliere eerste tentamengelegenheid op 9 april 2021. Het voorgaande heeft appellante naar het oordeel van het College voldoende onderbouwd door overlegging van het nodige bewijs.

4.8 Omdat appellante geen gebruik heeft kunnen maken van de eerste tentamengelegenheid, is zij afhankelijk geworden van de reguliere tweede tentamengelegenheid op 2 juli 2021. Bij deze reguliere tweede tentamengelegenheid heeft appellante zich geconfronteerd gezien met technische problemen aan de zijde van haar internetprovider, hetgeen in beginsel voor rekening en risico van appellante komt. De voornoemde technische problemen heeft appellante naar het oordeel van het College voldoende onderbouwd door overlegging van schriftelijke bewijsstukken. Het College overweegt dat het voorgaande echter niet afdoet aan het feit dat appellante, gegeven haar bijzondere omstandigheden, niet tweemaal een reële gelegenheid is geboden tot het afleggen van een tentamen.

(5)

Page 5 of 5

4.9 Het College overweegt dat in de onderhavige casus sprake is van onbillijkheden van overwegende aard nu appellante, vanwege haar studieprogramma in 2021-2022, pas in studiejaar 2022-2023 gebruik zal kunnen maken van de tentamengelegenheden in het vak Behandelmethoden. Het College acht hierbij van belang dat appellante, mede gezien haar bijzondere persoonlijke omstandigheden, in academisch jaar 2020-2021 niet tweemaal een reële gelegenheid is geboden tot het afleggen van een tentamen. Appellante bevond zich ten tijde van de reguliere eerste kans op 9 april 2021 namelijk aantoonbaar in een situatie die moet worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die bij de toepassing van de hardheidsclausule kan worden betrokken. Indien zij werknemer zou zijn geweest zou zij op dat moment al met (verplicht) zwangerschapsverlof zijn geweest. In dit kader dient ook te worden opgemerkt dat iedere onderwijsinstelling gehouden is aan de Algemene wet gelijke behandeling, die het maken van indirect onderscheid op grond van geslacht en daarmee verband houdende zwangerschap verbiedt (artikel 7 lid 1 sub c Awgb). Uit het bestreden besluit kan niet worden opgemaakt dat verweerster dit bij haar besluitvorming heeft betrokken.

4.10 Geheel ten overvloede merkt het College op dat door studenten die studievertraging ondervinden vanwege bijvoorbeeld zwangerschap een beroep kan worden gedaan op het Profileringsfonds van de instelling als bedoeld in artikel 7.51 WHW.

4.11 Het College concludeert op basis van het bovenstaande dat het bestreden besluit in redelijkheid niet in stand kan blijven en dat het beroep gegrond verklaard dient te worden.

5. Beslissing Het College:

I. verklaart het beroep gegrond;

II. vernietigt het bestreden besluit;

III. draagt verweerster op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

Aldus besloten op 25 november 2021 door het College van Beroep voor de Examens.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De twee belangrijke gronden waarop het besluit is gebaseerd zijn: (1) blijk van onvoldoende zelfreflecterend vermogen en wel in zodanige mate dat de toelatingscommissie twijfelt

Een beroep op het gelijkheidsbeginsel kan echter niet slagen, omdat appellant net als de andere studenten die het vak in het academisch jaar 2012/2013 hebben gevolgd, de kans

1.5 Op 19 oktober 2020 heeft het College besloten extra informatie in te winnen bij het RISBO, een onafhankelijk instituut voor onderwijskundige vraagstukken, ten aanzien van

Tijdens de zitting heeft appellant toegelicht dat zijn bezwaren voor de bachelorfase specifiek zijn gericht tegen het niet verlenen van vrijstelling voor het vak ‘Oefenrechtbank’

3.4 Op de vraag van het College wat een gewenste uitkomst van deze procedure voor appellante zou zijn, nu de reguliere tentamens in deze vakken in december weer

4.9 Verweerster heeft in de motivering van haar besluit en ook in de toelichting ter zitting naar het oordeel van het college dan ook niet, althans onvoldoende inzichtelijk

In de beslissing met kenmerk AdV/hp/17U.011687 heeft verweerster het verzoek van appellant voor het toekennen van studiepunten voor zijn stage bij

Concluderend is appellant van mening dat, door hem niet het judicium cum laude toe te kennen, hij disproportioneel gestraft wordt voor het niet op de hoogte zijn