Vakcollege Vakcollege Thamen schoolplan

(1)

Vakcollege Vakcollege Thamen

schoolplan 2017-2021

(2)

2

Vakcollege Vakcollege Thamen schoolplan 2017-2021

update 11 juni 2020

(3)

3

Vakcollege Vakcollege Thamen schoolplan 2017-2021

update 11 juni 2020

Inhoudsopgave

1 Beleidsprioriteiten en strategische keuzes schooljaren 2017-2021 1.1 Missie en visie op onderwijs en leren

- Richten, inrichten en verrichten

1.2 Onderwijskundig beleid

- Ambities uit het Leren van Morgen vertaald

- Maatwerk en excellentie

- Onderwijsprogramma

- Bring Your Own Device (BYOD) - Sterk Techniekonderwijs

1.3 Begeleiding leerlingen

- Specifieke onderwijsbehoeften

- Ondersteuningsprofiel

- Grenzen van Passend Onderwijs binnen de school

- Leerlinggebonden budget

- Prioriteiten in meerjarenperspectief

1.4 Kwaliteitsbeleid

- Kwaliteitsbewaking

- Maatregelen ter verbetering van de onderwijskwaliteit - Maatregelen gericht op onderhoud bekwaamheid medewerkers

- Risicogebieden

- Prioriteiten in meerjarenperspectief

1.5 HR beleid

- Ambities uit het Leren van Morgen vertaald - Uitgangspunten HR beleid

- Professionalisering

- Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding - Prioriteiten in meerjarenperspectief

1.6 Organisatiebeleid

- Ambities uit het Leren van Morgen vertaald - Prioriteiten in meerjarenperspectief

2 Financiële begroting en meerjarenraming

2.1 Exploitatiebegroting en meerjarenraming

2.2 Meerjareninvesteringsbegroting

2.3 Formatieplanning in fte

5 5

6

9

11

13

14

15 15 16 16

(4)

4

(5)

5

1. Beleidsprioriteiten en strategische keuzes schooljaren 2017 - 2021

1.1 Missie en visie op onderwijs en leren Vakcollege Thamen heeft haar visie op onderwijs vervat in het zogenaamde Koersdocument. Vanuit het gegeven dat elk individu een uniek wezen is en enkele belangrijke basisbehoeften kent, wil Vakcol- lege Thamen het onderwijsleerproces ingericht zien op basis van de volgende drie behoeften: autonomie (ik kan het zélf), relatie (ik hoor erbij) en competentie (ik kan het). De kern van dit gedachtengoed is eveneens het uitgangspunt van adaptief onderwijs, zoals die stroming aan het eind van de vorige eeuw o.a. door Luc Stevens in Nederland werd gepropageerd. In deze benadering van onderwijs wordt ruimte gemaakt voor verschillen tussen leerlingen en is samenwerken een belangrijk uitgangspunt.

De uitwerking van deze visie op leren heeft gezorgd voor een aantal specifieke aspecten, waarmee het onderwijs op Vakcollege Thamen zich kenmerkt. Hier- bij doelen wij op zaken als samenwerkend leren, keuzes

kunnen maken, leren door doen, contextrijke leerop- drachten, differentiatie in leerstof en tempo, samenhang tussen vakken en verbinding tussen ‘binnen en buiten de school’.

De wetenschap dat Vakcollege Thamen een school voor vóórbereidend mbo is, schept verplichtingen in de wijze waarop het curriculum moet worden ingericht: er is volop ruimte gemaakt voor keuzevrijheid, maatwerk, beroepenoriëntatie en ontdekkend leren.

Hier past ons motto, zoals opvallend op de gevel van de school aangegeven, goed bij: Vakcollege Thamen, tijd om te ontdekken!

Inrichten, richten en verrichten

Het schooljaar 2019-2020 hebben we gewerkt met de het model van Camps. Voor het overgangsjaar 2020-2021 zal dit model mede richting geven aan de schoolontwikkeling en haar prioriteiten.

Waar zet

ik op in: Beleid Organisatie Personeel

Formeel,

instrumenteel Doelen en werkwijze:

- Visie ontwikkelen en in plan omzetten:

• toekomst lesinhoud/avo

• invloed van devices (byod)

• vakcollege/STO/LOB

• methoden aanschaffen

• Magister optimaliseren - Focus houden op kwalitei-

tszorg (PTA-PTO)

Taken en bevoegdheden:

- visie op (gedeeld) leidersc- hap na interimfase - wie is waarvoor ver-

antwoordelijk en op aanspreekbaar?

- vak(groep) overstijgend overleg

Deskundigheid:

- begeleiding nieuwe docenten (vak én klasseman- agement)

- kennis en handelen ict vergroten

- (h)erkennen en inzetten op kwaliteit en interesse, collegiale visitatie

- behoud personeel Machts-

verhoudingen Beleids-beïnvloeders:

- méér invloed bij vak/profiel dan teams om focus te realiseren

- PR en marketing!

- Ouderpanel, leerlingraad - brede actiegroep

Besluitvorming:

- vooral communiceren hoe dit tot stand komt

Autonomie:

- we voelen professionele ruimte...

Waarden

en normen Klimaat:

- delen van succesmomenten - vanuit mogelijkheden denken - teamleiders hebben een voor-

beeldfunctie

Samenwerking:

- afspraak is afspraak, doe wat je zegt te gaan doen - effectief vergaderen

Houding:

- wederzijds respect/oud zeer opruimen

- pedagogisch klimaat/herstel gezag

(6)

6

1.2 Onderwijskundig beleid

Ambities uit het Leren van Morgen vertaald Schoolklimaat, talent en bekwaamheid, leren en ontmoeten: de vier onderwerpen waarop we ons, als deelgenoot van de visie en ambities van stichting IRIS, de komende jaren willen richten. Voor Vakcollege Thamen een uitdaging die goed past bij haar visie op onderwijs, zoals die in bovenstaande paragraaf verwoord staat.

Talent en bekwaamheid: het ontdekken van de eigen talenten en bekwaamheden past bij uitstek in het onderwijs dat Vakcollege Thamen aanbiedt. Alles is er juist op gericht onze leerlingen te laten ontdekken wat zij kunnen, wat er bij hen past en hoe zij dit gaan inzetten voor hun eigen (beroepsgerichte) toekomst.

Of het nu onze talentklassen en leergebieden in de onderbouw betreft, of de invulling van de profielen, de keuzevakken en het LOB-programma is om het even. Alle elementen dragen bij aan het ontwikkelen van talent en bekwaamheid in deze voor onze leerlingen ingerichte ‘ontdekkingstocht’.

Leren: ‘het proces van het leren’ is niet per definitie een onomstreden gegeven. Veel van onze leerlingen moeten leren vanuit achterstanden en/of beperkingen. Dit maakt ‘leren’ op Vakcollege Thamen tot een proces, waarvoor soms andere oplossingen geboden moeten worden om het leren toch succesvol te laten verlopen.

Daarbij zijn middelen als ‘structuur’ en ‘differentiatie’

uitermate belangrijk. Om die reden blijft Vakcollege Thamen werken aan het thema ‘Wat is een goede les?’ (Prioriteit 1), waarin expliciet aandacht wordt gegeven aan de kwaliteit van onze lessen, alsmede de mate waarin het omgaan met verschillen goed wordt opgepakt.

Ook op Vakcollege Thamen zullen de ict-ontwikkelingen de komende jaren een versnelling mogen gaan door-maken: van ‘vast en bedraad’ naar ‘meer mobiel en wifi’ en vooral ook meer gepersonaliseerd, binnen en buiten de school lerend. Uiteraard zal ict bij de examens een aandachtspunt zijn. (Prioriteit 3)

Kijkend naar de toekomst zou Vakcollege Thamen in het kader van Opbrengst Gericht Werken (OGW) de volgende top 3 aan verbeteractiviteiten op de werka- genda kunnen zetten:

- Didactische en pedagogische professionalisering:

afspraken maken over een goede les en scholing over de rollen van de docent, activerende didactiek en differentiatie.

- Een lerende cultuur blijven ontwikkelen: leren met en van elkaar via collegiale consultatie, coaching en intervisie.

- Versterking van opbrengstgericht overleg in de secties: over testresultaten, analyses, onderzoeken en doorlopende leerlijnen.

Voor een nadere uitwerking hiervan, zie de komende paragraafjes.

Schoolklimaat: in de afgelopen jaren heeft Vakcollege Thamen concreet werk gemaakt van de ontwikkeling van nieuw beleid op het gebied van schoolklimaat.

De kernbegrippen Verantwoordelijkheid, Vertrouwen en Veiligheid - onze 3 V’s - zijn daar de directe uit- komst van. De school staat nu op het punt dit nieuwe schoolklimaat de komende jaren te borgen in haar onderwijskundig en pedagogisch handelen, met ondersteuning van het schoolbreed geïntroduceerde sociaal-emotionele programma Kanjertraining. (Prior- iteit 2) Regelmatige gesprekken in de teams, zowel als intervisie en collegiale consultatie, moeten dit borg- ingsproces versterken (zie beschrijving onderwijscafé).

Ontmoeten: met de introductie van het Skills Lab op Vakcollege Thamen is een serieuze impuls gegeven aan ‘leren in de ontmoeting’. Ook de inrichting van het gebouw gaat mee in deze trend, door het maken van ruimte voor gezamenlijk of individueel groepswerk (leerpleintjes), instructietafels, werkhoeken, etc. Zaak is dat de visie op het gebied van het Skills Lab en de leergebieden verder ontwikkeld wordt.

Maatwerk en excellentie

Vakcollege Thamen werkt al jaren met zogenaamde kansklassen. Deze klassen bieden schakelprogramma’s tussen de drie traditionele niveaus in het vmbo: basis, kader en mavo. Op deze manier wordt gericht gewerkt aan zowel maatwerk als excellentie, omdat het werken op twee niveaus binnen één lesgroep leerlingen, die daarvoor gemotiveerd zijn, uitdaagt meer uit zichzelf te halen. Hier ontstaat wél enige druk; zie daarvoor de paragraaf 1.4 over ‘risicogebieden’. Een schoolinterne discussie over een meer homogene of meer hetero- gene groepsetting (dakpanklassen) mag onderdeel uitmaken van de gesprekken over schoolontwikkeling, zeker nu ook landelijk (en politiek) aandacht wordt gevraagd voor hoe het onderwijs ‘in 2032’ er uit moet gaan zien.

Een geslaagd voorbeeld van een goed werkende kansklas is onze mavo/havo schakelklas, voor menig leerling een prima opstap van 1 mavo/havo naar 2

(7)

7 havo. Om de aansluiting met de havo te verbeteren,

wordt er vooral ook aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de studievaardigheden en is er inmiddels een havo-uitwisselingsprogramma met het naburige Alkwin Kollege aan het ontstaan.

Momenteel wordt er een beweging ingezet richting Vakcollege. Voor zowel de beroepsgerichte als de theoretische leerweg zal dit betekenen dat er meer aandacht komt voor praktijk en wel al vanaf het eerste jaar. Voor de beroepsgerichte vakken is duidelijk dat dit een goede aansluiting op het mbo garandeert.

Het betekent echter ook een betere aansluiting van de mavo op het mbo: door samenwerking met het mbo zal er in de toekomst een zesjarige mavo mbo- opleiding ontstaan.

Contouren visie Vakcollege:

Onderwijsprogramma

Enkele jaren geleden heeft de school bewust gekozen voor een koerswijziging met betrekking tot het onderwijsaanbod in de beroepsgerichte bovenbouw. Van zeven ‘smalle afdelingen’ werd overgegaan naar ‘drie profielen’; twee technische profielen en een intersectoraal profiel. Dit proces voltrok zich uiteindelijk parallel aan de landelijke invoering van de nieuwe beroepsgerichte programma’s in het vmbo.

Hiermee was voor Vakcollege Thamen een geheel nieuwe uitdaging zichtbaar geworden: het uitgangs- puntvan het willen aanbieden van brede, oriënte-

rende programma’s verbinden met de keuzevrijheid van onze leerlingen en de opdracht hen toch ook goed voor te bereiden op het eveneens nieuw ingerichte mbo.

Met name de invoering van de vele keuzevakken maakte dit voor de school tot een forse (organisa- torische) uitdaging! Hierop wordt momenteel bijgestuurd. Tevens heeft dit geleid tot de huidige oriëntatie en ontwikkeling richting de vorming van een Vakcollege.

(8)

8

De verdere concretisering van de leergebieden in de onderbouw, door middel van de veranderde lokaal- indeling, zal bijdragen aan meer projectmatig werken, waarin de leergebieden een deel van hun lesstof zullen aanbieden. Zo nemen o.a. de leergebieden Kunst en Cultuur, Mens en Maatschappij en Mens en Natuur dit nadrukkelijk op in hun curriculum.

Onderwijs na de zomervakantie Uitgangspunten:

- Leskwaliteit

- Ruimte voor maatwerk

- Doorgang van praktische vakken in zowel de onder- als bovenbouw

- AVO vakken ook fysiek op school

- Haalbaar voor zowel leerlingen als docenten - Duidelijk/ overzichtelijk; zo veel mogelijk (vaste)

structuur

Plan

AVO vakken (incl mentorles)

De AVO vakken worden gegeven via streaming. Dat betekent dat de helft van de klas (groep A) fysiek aanwezig is in de les en de andere helft meedoet via de laptop (groep B). Klassen worden gesplitst; een les duurt 50 minuten. De groep die op school is en de groep die thuis meedoet wisselt per week.

Een leerling in groep A heeft voor de AVO vakken dus de ene week een schoolweek en de andere week een onlineweek.

Praktijk- en beroepsgerichte vakken

De praktijk- en beroepsgerichte vakken worden gegeven aan halve klassen, groep A en groep B. In verband met personeel en lokalen zal dit wel betekenen dat de lestijd voor de leerlingen wordt gehalveerd.

Deze worden verdeeld over de week gepland.

Docenten zullen een planning moeten maken welke opdrachten fysiek in de les gedaan moeten worden en welk werk (denk aan theorie, voorbereidend leeswerk en/of praktische opdrachten) als huiswerk mee gegeven kan worden.

Een leerling in groep A heeft zowel in een schoolweek als in een onlineweek twee keer een middag praktijk- lessen op school.

Rooster

Er wordt gewerkt met een 25 minuten rooster. Op deze manier kunnen ook 3-uurs vakken in tweeën worden gedeeld. Een lesuur op de dag kan niet ingeroosterd worden; dit in verband met eventuele

reistijd tussen het ochtend en middaggedeelte. Dit uur kan voor de groep die op school werkt, gebruikt worden als maatwerk, begeleiding en/of huiswerk.

Een leerling die een laptopweek heeft, volgt de eerste vier lesuren via streaming. Daarna is hij vrij óf heeft hij een pauze en een lesuur om op school te komen. Daar volgt hij maximaal vier lesuren praktijk.

Een leerling die een schoolweek heeft, volgt de eerst vier lesuren in de klas. Daarna is hij vrij óf heeft hij een pauze en een maatwerk. Daarna volgt hij nog maximaal vier lesuren praktijk.

Toetsing

In het geval van toetsing dient er een versie A en een versie B gemaakt te worden.

Per 16 maart worden er geen cijfers - die meetellen in de overgangsnorm - meer gegeven. De toetsen en cijfers maken plaats voor opdrachten en een onvoldoende/ voldoende/ goed beoordeling.

Er wordt van leerlingen verwacht dat zij opdrachten afronden met minstens een voldoende beoordeling.

Leerlingen krijgen een tussentijdse beoordeling, de docent geeft feedback op het gemaakte werk en de leerling wordt geacht het werk te verbeteren.

Overgang

Overgang en doorstroom wordt gebaseerd op normen na twee periodes én het voldoende afronden van de opdrachten (zie stroomschema op pagina 9).

Voor leerlingen met een norm 1 en/of 2 lager dan een 5,5 die wel door willen stromen naar het volgende leerjaar in het huidige niveau geldt het volgende: zij maken voor de vakken waar zij onvoldoende voor scoren een eindopdracht die zij mondeling mogen toelichten. Criteria voor onvoldoende/ voldoende/

goed staan vooraf vast. Doel is dat de leerling laat zien dat hij/ zij de kern van de leerstof beheerst en kan toepassen en zodoende voldoende voorbereid is op het volgende leerjaar.

Maatwerk

Dit dient nog verder uitgewerkt te worden. De subsi- dieaanvraag voor aanpak achterstanden wordt voor tranche 2 aangevraagd.

(9)

9 Onderwijsprogramma en Bring Your Own Device

(BYOD)

Redenen om te kiezen voor BYOD:

- ‘Ondertussenheid’: overgang van achterhaald systeem naar noodzakelijk nieuw. Ons inziens biedt een eigen device (laptop) de kwaliteit en mogelijkheden die horen bij het ‘nieuwe’ onderwijs.

Covid-19 heeft dit nog extra verduidelijkt.

- Leerling en docent worden steeds meer partner.

Het device biedt leerling en docent de mogelijkheid het werk te monitoren. Ook als leerlingen thuis werken met eigen device, kan de docent de ontwikkeling volgen.

- Nieuwe leer- en werkvormen. De digitale wereld biedt talloze mogelijkheden: film- en geluidsfrag- menten, apps, snelle toegang tot nuttige sites.

De lesstof is altijd actueel en in de leefwereld en context van de leerling. Leerlingen kunnen bij alle opdrachten werken op een eigen niveau, zoals ook in de apps van spelling en grammatica, die handig zijn als ze eerder klaar zijn met hun werk.

BYOD vertaald naar het Leren van Morgen:

- Schoolklimaat: Verantwoordelijkheid voor eigen spullen zorgt voor bewustzijn en ook veiligheid.

Alle leerlingen starten met hetzelfde device (we bieden er ook maar één aan), werkend en goede kwaliteit (maakt ze duurzaam).

- Talent en bekwaamheid: De keuzevrijheden, het werken op het juiste (eigen) niveau en de actual- iteit zorgen ervoor dat leerlingen gemotiveerd en geprikkeld zijn. Leerlingen leren waar ze goed in zijn en waar nog te ontwikkelen. Daarbij draagt het device actief bij aan de 21e-eeuwse vaardigheden - Leren: Met een device is het voor de leerlingen

gemakkelijker en aantrekkelijker een eigen route te maken en is differentiëren voor docenten eenvoudiger te realiseren. Dit sluit aan bij de wens vanuit IRIS én Thamen van specifieke leerroutes en gepersonaliseerd leren.

- Ontmoeten: Docent en leerling ontmoeten elkaar naast fysiek ook digitaal. Docenten in opleiding die op Thamen (als opleidingsschool) lessen verzorgen, ontmoeten elkaar in dit vernieuwende onderwijs. Dit heeft een versnelde vlucht gekregen door COVID-19 via teams.

Verschillende partijen:

Binnen IRIS zijn er twee partijen die BYOD aanleveren bij verschillende scholen. Thamen is de laatste school die overgaat op BYOD. Vier scholen maken gebruik

van de diensten van Rent Company, één school (HVC) maakt gebruik van boekloos (Buyitdirect). Thamen heeft inmiddels voor Rent Company gekozen.

Sterk Techniekonderwijs

Er zijn drie actielijnen uitgezet binnen het programma Sterk Techniekonderwijs, een samenwerking met omliggende vmbo’s in de regio Amstelland en het bedrijfsleven. De komende drie jaar zal dit van invloed zijn op het onderwijsprogramma en vernieuwing inventaris: BWI, PIE en T&T.

Verder zal aandacht worden besteed aan een inten- sieve samenwerking met het PO, leidend tot een pré- vmbo voor leerlingen van groep 7 en 8.

Samen met het bedrijfsleven en vmbo Panta Rhei zal naar de inzet van hybride docenten en professionalisering van het zittend personeel worden gekeken.

Prioriteiten in meerjarenperspectief

Prioriteiten 17-

18 18-

19 19-

20 20-

21 Prioriteit 1

Wat is een goede les?

2 2 2 3

Prioriteit 2

Borging schoolklimaat

2 2 2 3

Prioriteit 3 Ict-ontwikkeling

1 2 2 3

Prioriteit 4

Ontwikkeling leergebieden

1 2 3 3

Prioriteit 5

Corona programma per 15 augustus

2 3

Prioriteit 6 BYOD

1 2

Prioriteit 7

Sterk Techniekonderwijs

1 2

1) Fase voorbereiding, 2) Fase implementatie, 3) Fase borging

1.3 Begeleiding van leerlingen Ambities uit het Leren van Morgen vertaald Ook voor leerlingen met leerbeperkingen, taal- achterstand of die nu van sociaal-emotionele of van cognitieve aard zijn, is het zaak ‘talent en bekwaamheid’ te ontwikkelen, misschien wel juist voor hén, omdat zo’n leerproces wellicht minder vanzelf lijkt te gaan dan voor anderen. Voor Vakcollege Thamen betekent dit dat we het onderwijsleerproces zo willen inrichten dat hier zo optimaal mogelijk aan gewerkt kan worden.

(10)

10

Groepshandelingsplannen, OPP’s, de trajectvoorziening, gerichte deskundigheidsbevordering van docenten, zorgfunctionarissen in de teams, MDO- overleg, maatwerklessen in de basisberoepsgerichte leerweg; het zijn allen voorbeelden van zaken die de school organiseert om ‘talent en bekwaamheid’ van elke leerling zo goed mogelijk te begeleiden en daarmee tot zijn recht te laten komen. (Prioriteit 1) Wat is hiervoor nodig? Docenten werken cyclisch en planmatig aan het begeleiden van leerlingen. Ze differentiëren naar onderwijsbehoefte, waardoor onderwijs en ondersteuning beter aansluiten bij de leerstijl van de individuele leerling. Het héle team is daarbij gezamenlijk verantwoordelijk voor deze wijze van werken.

Specifieke onderwijsbehoeften

Om het hoofd te bieden aan de specifieke behoeften die er bij onze leerlingen leven, wordt het

zorgteam middels scholing geprofessionaliseerd.

Waar nodig wordt de trajectvoorziening ingezet als een interne time-out voorziening, waarbij het in overzichtelijke stappen spoedig teruggeleiden naar de reguliere situatie het uitgangspunt is.

Hierbij is aansluiting op de team brede scholing rondom de vijf rollen van de docent, middels goed kunnen differentiëren en werken in clustergroepjes van groot belang. Alleen daarmee kan goed in- gespeeld worden op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. (Prioriteit 3)

Voorts wordt er gewerkt met het ZAT, waarin exem- plarische casuïstiek wordt doorgenomen en waarin - samen met externen - beleid wordt gevormd hoe om te gaan met specifieke ondersteuningsvragen uit de klassen en uit de trajectvoorziening.

Daarnaast is er ook nog sprake van specifieke casuïstiek in een zogenaamd MDO (multi disciplinair overleg) rondom met name TV-leerlingen, dan wel aspecten die de hulpvraag de mogelijkheden van de school overstijgt of lijkt te overstijgen.

Ondersteuningsprofiel

Ons ondersteuningsprofiel heeft een basisdeel, waarin de zorgstructuur van de school en de nodige arrangementen zijn uitgewerkt. Zie daarvoor het ondersteuningsplan van Vakcollege Thamen.

Vakcollege Thamen werkt met zes arrangementen:

1. Arrangement voor leerlingen met

ondersteuningsvragen in het autistisch spectrum.

2. Arrangement voor leerlingen met een ondersteuningsvraag in het auditief of visueel spectrum.

3. Arrangement voor leerlingen met een fysieke beperking of een chronische ziekte.

4. Arrangement voor leerlingen met sociaal emotionele- en gedragsondersteuningsvragen (bijv. ADHD, angststoornis).

5. Arrangement voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte op gebieden die samenhangen met leerproblemen en/of leerachterstanden.

6. Arrangement voor leerlingen met een

ondersteuningsbehoefte waarvan moet worden onderzocht of zij nog begeleid kunnen worden in het reguliere onderwijs. De zgn. time-out trajecten in de trajectvoorziening.

Grenzen van Passend Onderwijs binnen de school Gerekend vanuit de arrangementen kunnen we de volgende grenzen samenvatten:

1. Er dient een balans te zijn tussen studievoortgang en mogelijkheden van het kind.

2. De leerling dient zelfstandig in een groep te kunnen functioneren en niet volledig afhankelijk te zijn van structurele individuele begeleiding in het lokaal.

3. De leerling (en ouders) dien(t)(en) open te staan voor extra ondersteuning en overleg met de school.

4. De leerling mag geen grote bedreiging voor andere leerlingen vormen en verstoort het onderwijsleerproces van de andere leerlingen niet stelselmatig.

5. Leerlingen die een therapeutische setting nodig hebben, kunnen niet geplaatst worden, dit is niet in het belang van het welzijn van de leerling en ook niet van de overige leerlingen.

6. Thuisonderwijs kan niet geboden worden door aanwezigheid van een medewerker van de school in de thuissituatie.

7. Het personeel verricht in principe geen medische handelingen.

Vanzelfsprekend moeten ook bepaalde randvoor- waarden daarbij op orde zijn: Klassenmanagement (de vijf rollen), de samenwerking met de juiste regionale voorzieningen om leerlingen door te verwijzen

(11)

11 (PRO/VSO, andere trajecten en projecten) en het

goed monitoren van het verzuim i.v.m. potentiële en daadwerkelijke thuiszitters.

Leerlinggebonden budget

Het budget voor het begeleiden van specifieke zorgbehoeften groeit, maar de populatie die vraagt om aandacht en zorg groeit mee. De ontvangen gelden worden o.a. ingezet in relatie tot de trajectvoorziening, deels door fysieke opvang en begeleiding in de voorziening zelf.

Maar ook wordt er komend jaar gericht ruimte gemaakt voor het uitbouwen van het leveren van expertise in de klas, zodat de medewerkers van de TV ook buiten het TV lokaal actiever gaan deelnemen bij groepsprocessen. (Prioriteit 2) De inzet van formatie van het zorgteam draagt vanzelfsprekend ook bij aan de ondersteuning van deze specifieke groep leerlingen. Denk hierbij aan de orthopedagoog, de zorgcoördinator en zorgfunctionarissen in de teams.

Ook ten aanzien van de scholing van mentoren moet extra aandacht uitgaan naar hun mentorrol bij deze leerling groep.

Tot slot moet worden opgemerkt dat doorverwijzing naar het VSO en het PRO met enige regelmaat voorkomt. In een dergelijk traject zit relatief veel (extra) werk. De merkbaar hogere advisering van basisscholen draagt bij aan ongewenste (te hoge) plaatsing van leerlingen, wat later alsnog kan leiden tot een dergelijke, vaak in meerdere opzichten lastige, doorverwijzing.

18 18-

19 19-

20 20-

21 Prioriteit 1

Cyclisch werken met GHP’s en het toepassen in leerlingzorg, mentoraat en vaklessen.

OPP’s en GHP’s moeten de benadering van zorgvragen verder helpen structureren.

(1) 2

2-3 2-3 3

Prioriteit 2

Doorontwikkeling trajectvoor- ziening in adviesrol in de klas, naast opvang en begeleiding in TV.

- 1-2 2 3

Prioriteit 3

Scholing zorgteam en mentoraat.

1-2 2 2-3 3

1.4 Kwaliteitsbeleid

Ambities uit het Leren van Morgen vertaald Een sterke ambitie uit het Leren van Morgen is het

‘samen werken en leren’. Dat gegeven vormt een uitdagende basis voor een lerende organisatie.

Opbrengstgericht werken (OGW) kan in dat opzicht de resultaten van het leren zichtbaar maken. OGW zou in dit verband als volgt gedefinieerd kunnen worden: ‘Iedereen in de school stelt samen doelen vast, verzamelt systematisch de leerresultaten, buigt zich samen regelmatig over de vraag wat de resultaten zeggen over de leerlingen en over het onderwijs en gebruikt de conclusies om het onderwijs gericht te verbeteren’.

Kwaliteitsbewaking

Kwaliteitsbewaking is prima te realiseren door een planmatige en cyclische aanpak middels de zogenaamde PDCA-cyclus. Een kwaliteitszorg matrix leent zich daar prima voor. Met ingang van het schooljaar 18/19 zal er een nieuwe kwaliteitszorg matrix tot stand komen.

De rekenmeesters krijgen steeds meer bekendheid binnen de school (in de teams en de vakgroepen). Het ligt in de bedoeling de inzet van de rekenmeesters het komend jaar nadrukkelijker te versterken. (Prioriteit 3)

Overigens sluit deze ontwikkeling prima aan bij de

‘Beleidslijn Kwaliteitsontwikkeling 2018-2019’ die het MTI samen met de netwerkgroep kwaliteitszorg heeft ontwikkeld. De nadruk ligt op het creëren van een kwaliteitscultuur, zoals hieronder schematisch is aangegeven:

Tevens zullen de uitkomsten van onze jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen en ouders/verzorgers weer een bijdrage kunnen leveren aan het op orde houden van onze kwaliteit.

(12)

12

In zijn algemeenheid moet de leerlingbetrokkenheid op Vakcollege Thamen sowieso versterkt worden: de leerlingtevredenheidsonderzoeken geven die wens ook aan. Ieder team en iedere vakgroep zal gevraagd worden hierop concrete initiatieven te ontwikkelen, benoemen en uit te werken, zo mogelijk in samen- spraak met de leerlingenraad.

Niet in de laatste plaats komt hier nu weer de mogelijkheid bij de nieuw geïnstalleerde leerlingenraad in te schakelen, nu deze weer nieuw leven is ingeblazen op onze school. Een belangrijk thema voor deze groep zou kunnen gaan over ‘feedback geven aan docenten door leerlingen’, iets dat op Vakcollege Thamen nu nog mondjesmaat gebeurt.

Maatregelen ter verbetering van de onderwijskwaliteit Gerichte(re) aandacht voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen voor het goed ge- bruiken van de Cito-vervolgscores, die wij zelf middels jaarlijkse toetsing genereren, zou een goede bijdrage moeten leveren aan het juiste maatwerk in die lessen.

(Prioriteit 2)

Het introduceren van het fenomeen Learning analytics (via ict-input) behoort ook tot die mogelijkheden.

Tot slot kan gedacht worden aan een verplichte periodieke ‘reflectie-rapportage op resultaten’ vanuit de vakgroep.

Maatregelen gericht op onderhoud bekwaamheid medewerkers

De ambitie is om instrumenten (b.v. ICALT en de apps Dot en BOOT t.b.v. van lesobservaties) in combinatie met onderling lesbezoek en collegiale consultatie in te zetten, waarmee mensen beter zicht op eigen handelen krijgen.

Een verplichting voert wellicht te ver, maar toch moet er gezocht worden naar wegen die ‘het leren van elkaar in de werkpraktijk’ blijvend kan versterken.

Zo kan het opnieuw instellen van leergroepen, geclusterd naar ontwikkelvraag, daar nog steeds een goed voertuig voor zijn. Hierbij zal het gedachtengoed van ‘de vijf rollen’ wederom leidend kunnen zijn.

Nu het urgentiebesef hiervoor tanende lijkt, misschien mede doordat andere zaken, zoals de inrichting van het nieuwe vmbo, alle aandacht op lijken te eisen, zal hier komend jaar dan ook gericht op ingezet dienen te worden. (Prioriteit 1)

Risicogebieden

De invloed van de steeds zwaarder wordende Passend Onderwijs-problematiek moet niet onder- schat worden, zeker niet in combinatie met zaken als groepsgrootte, deskundigheid, ordeproblematiek, (on)bevoegdheid en (on)veiligheid.

Tot slot moet nog benoemd worden dat bepaalde (gewenste) ontwikkelingen binnen Vakcollege Thamen elkaar lijken tegen te werken: zo willen we enerzijds meer keuzevrijheid voor onze leerlingen en anderzijds ontstaan er steeds meer bandbreedtes in het les-rooster (Talentklas lessen, keuzevakken in de bovenbouw, leerdomein-vragen). Nieuwe inzichten en uitgangspunten m.b.t. roosteren en dagindelingen lijken hierbij noodzakelijk.

18 18-

19 19-

20 20-

21 Prioriteit 1

Het instellen van cluster-leer- groepen op basis van leervra- gen m.b.t. de vijf rollen, onder- steund door gerichte scholing (met name op het gebied van differentiatie) en gecombineerd met collegiale consultatie.

1-2 2 2 3

Prioriteit 2

Inzet Cito-toets gegevens bij Nederlands en wiskunde/

rekenen m.b.t. maatwerk in de vaklessen Ne, En en wi.

1-2 2 3 -

Prioriteit 3

Een duidelijkere rol voor de rekenmeesters in teams, o.a.

middels learning analytics (verbetering diagnostiek).

1-2 3 - -

(13)

13 1.5 HR beleid

Ambities uit het Leren van Morgen vertaald Een aantal overtuigingen en waarden gelden als onderlegger voor het realiseren van onze ambities op het gebied van Human Resource beleid:

• Verbinding tussen mensen

• Vertrouwen in elkaar

• Kansen grijpen

• Autonomie

• Van elkaar leren

• Loslaten

Uitgangspunten HR beleid

Uitgangspunten van ons personeelsbeleid zijn op basis van deze uitgangspunten dan ook: De docent is eigenaar van het leerproces. We leggen de nadruk en het initiatief voor professionele ontwikkeling bij de docent. Medewerkers zijn in ontwikkeling in een groeiende en lerende organisatie. Binnen Vakcollege Thamen is een cultuur waarin opleiden en ontwikkelen een vanzelfsprekend gegeven is. Werven en binden van personeel gebeurt door in te zetten op kwaliteitsontwikkeling en het daarmee samenhangende beleid van de lerende organisatie: we willen de aantrekkelijk- heid als werkgever zoveel mogelijk verhogen.

In het kader van verdere professionalisering van de ondersteunende processen in de IRIS scholen en de daarbij gewenste optimalisering van bedrijfsproces- sen, wordt er momenteel gewerkt aan een ontwerp voor de inzet van OOP diensten op IRIS niveau. De uitkomsten daarvan zijn op dit moment nog niet geformuleerd.

Professionalisering

Om tot een effectieve professionalisering van onze medewerkers te komen, zijn de volgende aspecten evident:

- Het effectief en efficiënt werven en selecteren van nieuwe medewerkers (Prioriteit 1).

- Het gerichte ontwikkel-, functionerings- en beoordelingsgesprekken voeren, waarbij de intentie bestaat uit de traditionele cyclus van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken te komen en over te gaan tot louter

‘ontwikkelingsgesprekken’. (Prioriteit 2)

- Een passend loopbaan pad voor medewerkers – oog voor mobiliteit.

- Gericht coachen/superviseren.

- Oog hebben voor de aanwezige en/of potentiële kwaliteiten van medewerkers; die waarderen en ontwikkelen.

- Ontwikkeling naar een onderwijscafé.

- Het willen weten (meten) van de effectiviteit van coaching, training en deskundigheidsbevordering.

- Zorg dragen voor ‘verbindende activiteiten’ binnen het schoolbrede team van Vakcollege Thamen.

(Prioriteit 3)

- In het algemeen: de medewerker komt zélf in control met betrekking tot zijn of haar eigen ontwikkelingsproces. Hiermee versterken we de autonomie van de docent zoals beschreven in ambitie 5 van het sectorakkoord VO raad.

Evenredige vertegenwoordiging

Van het aantal medewerkers dat op 3-4-2017 in eigen dienst werkzaam is (zonder externen), is 48% vrouw en 51% man. Van het aantal fte dat op 3-4-2017 werkzaam is (zonder externen) is 44% vrouw en 56% man.

Dat komt, omdat vrouwen bij Vakcollege Thamen vaker een parttimebaan hebben dan mannen.

Ten aanzien van de maatschappelijke wens zowel als de wettelijke verplichting tot het aanstellen van mensen met een arbeidsbeperking (gegeven de Participatiewet), kan Vakcollege Thamen helaas niet bogen op een bijdrage aan enig resultaat op stichtingsniveau.

18 18-

19 19-

20 20-

21 Prioriteit 1

Aandacht voor werving op het gebied van tekort vakken (Strategisch HRM). Lios binnen houden en binden.

1-2 3 - -

Prioriteit 2

Aanpassen gesprekscyclus Vakcollege Thamen, vanuit het kader van de IRIS-gesprekscy- clus (inclusief

beoordelingssystematiek)

1-2 2 2 3

Prioriteit 3

Binding; welke verbindende activiteiten kan Vakcollege Thamen

inzetten voor haar team van medewerkers?

1-2 2 3 -

(14)

14

1.6 Organisatiebeleid

Ambities uit het Leren van Morgen vertaald Op het gebied van organiseren en faciliteren ziet Vakcollege Thamen zich voor een paar stevige uitdagingen geplaatst. Enerzijds wil de school organi- satorisch ‘voorwaarts’, anderzijds heeft ze te maken met enkele beperkende aspecten: een relatief oud gebouw, waarin nauwelijks nog (betaalbare) uitbrei- dings- en herinrichtingskansen lijken schuil te gaan, een nauwsluitende bevoegdheden systematiek voor met name de beroepsgerichte profielen en keuzevakken en een van traditie wat behoudend denkende organisatiecultuur. Deze zaken beperken op zich de vernieuwingskracht van de school niet zozeer, maar wél in bepaalde mate de fysieke mogelijkheden in deze en de tot nu toe gekozen uitwerkingen in de praktijk.

De meeste kansen liggen op dat vlak concreet vooral in de doorontwikkeling op ‘tablet klassen’ en keuze voor minder plaatsgebonden onderwijs (Prioriteit 2) De uitdaging het onderwijs in dat opzicht verder te personaliseren zou met name voor het vmbo uit- komst kunnen gaan bieden bij bovengenoemd soort beperkingen.

Schoolklimaat: er er zou meer ingezet mogen gaan worden op het nemen van eigen verantwoordelijkheid, zowel door de medewerker als de leerling.

(Prioriteit 3) In het kader van onze drie V’s kan bij de ontwikkeling van ons schoolklimaat dan ook gedacht worden aan uitwerkingen als:

- het ontwikkelde beleid m.b.t. schoolklimaat te borgen. Dit door het regelmatig op de agenda van een teamoverleg te zetten.

- er wordt school-breed ingezet op het vieren van successen bij scores m.b.t. ‘te laatkomen’ en/of

‘gele kaarten’ (belonen i.p.v. sanctioneren).

Talent & bekwaamheid: Ook op dit thema dienen zich mogelijkheden aan:

- Talentklassen zouden zich vaker kunnen presenteren aan ouders en personeel.

- Het presenteren van de eindscripties door mavoleerlingen verdient voortzetting.

- Het train-de-trainer principe wordt vaker ingezet bij zaken als ‘leren differentiëren’, ict-deskundig- heidsontwikkeling, collegiale consultatie, video- interactie training.

- Het onderwijscafé.

- Het invoeren van een Vakcollege biedt veel mogelijkheden om het Leren van Morgen beter vorm te geven.

Uitgangspunten van het Vakcollege:

- Een praktisch en betekenisvolle ingestelde vakroute vanaf leerjaar 1.

- 10-12 uur praktijk vanaf leerjaar 1.

- Leermiddelen gekoppeld aan de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s.

- Een verticale doorbreking van onderbouw en bovenbouw.

- Afstemming en aansluiting op het kwalificatie- dossier van het mbo en arbeidsmarkt (Prioriteit 1).

Leren en ontmoeten: In dit kader gaat het vooral om het faciliteren van meer ontwikkelen ontmoetings- ruimte. Dit kan bijvoorbeeld door drie weken per jaar een 40-minutenrooster in te zetten, waardoor in die weken ’s middags ruimte ontstaat voor mooie dingen.

Ook de inrichting van het lesrooster kan opnieuw kritisch bekeken worden op mogelijkheden om ruimte te faciliteren voor ontmoeting, door bijvoorbeeld les- dagen te beginnen en/of te beëindigen met een ‘kring mentor – klas’.

Het betrekken van stakeholders als ouders/verzorgers en mensen uit het regionale bedrijfsleven als coach, critical friend, toehoorder/toeschouwer is ook nog zo’n extra mogelijkheid om het ontmoeten te versterken en de verbinding binnen-buiten daarmee ook.

Voor een school als Vakcollege Thamen liggen er zeker ook kansen in het aangaan van verbindingen met stageadressen, zorginstellingen, bedrijven en gemeente, waar het gaat om de uitwerking van het idee van ‘extern opdrachtgeverschap’. De gemeente Uithoorn heeft zich hiervoor inmiddels al concreet opgeworpen. De uitwerking van het principe ‘binnen en buiten verbinden’, zoals het Koersdocument dat ook verwoordt, kan niet zonder deze impuls.

Natuurlijk blijven ook ontmoetingsmogelijkheden gevonden worden in al bestaande zaken als:

- Deelname aan de WOO van IRIS.

- Deelname aan diverse beroepsgerichte netwerken (PI&E, M&T en D&P) .

- Diverse individuen en/of werkgroepen in de school dragen bij aan de voortgang van de beleidsontwik- keling op de betreffende gebieden: schoolklimaat, ict-adviesgroep, ouder- en leerling participatie, informatica.

(15)

15 Prioriteiten in meerjarenperspectief

18 18-

19 19-

20 20-

21 Prioriteit 1

Invoering Vakcollege:

Voorbereidende fase Invoering klas 1

Invoering klas 2 ( en zo verder t/m klas 4)

x x

x

Prioriteit 2

Chromebook pilotklas(sen)

2 2 3 3

Prioriteit 3

Inzetten op eigen verant- woordelijkheid leerling en medewerker

1 2 3 -

2. Financiële begroting en meerjarenraming

2.1 Exploitatiebegroting en meerjarenraming

(x 1.000) Realisatie Q3 Begroting

20/21

Begroting 21/22

Begroting 22/23

Begroting 23/24 Baten

Rijksbijdragen 7.939 7.502 6.843 6.939 7.046

Overige overheidsbijdragen en -subsidies

57 40 38 37 36

Overige baten 146 186 181 187 190

Totaal baten 8.142 7.728 7.062 7.163 7.272

Lasten

Personeelslasten 6.434 6.139 5.525 5.605 5.712

Afschrijvingen 351 378 373 385 389

Huisvestingslasten 578 529 527 521 516

Overige lasten 1.014 924 777 792 795

Totaal lasten 8.377 7.970 7.202 7.303 7.412

Financiële baten en lasten - - - - -

Saldo exploitatie -235 -242 -140 -140 -140

(16)

16

2.2 Meerjaren investeringsbegroting

2.3 Formatieplanning in fte Realisatie

19-20

Begroting

Functie 20-21 21-22 22-23 23-24

DIR 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

OOP 19,5 18,4 18,2 18,2 18,2

OP 50,4 53,0 52,7 52,7 52,7

Totaal 70,9 72,4 71,9 71,9 71,9

(17)

17

(18)

18

IRIS, Stichting voor CVO Koediefslaan 69

2101 BT Heemstede www.iris-cvo.nl

De volgende scholen zijn aangesloten bij IRIS: