• No results found

ZUIDOOST-BRABANT T:O O 36 9 I:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ZUIDOOST-BRABANT T:O O 36 9 I:"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Poslbus 8 0 3 5

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

T : O88 -36 9 O369

I: www.odzob.nl

Beschikking van Cedeputeerde Staten van Noord-Brabant

op de op 16 oktober 2018 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee Deurne B.V. te Deurne, om vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voor de inrichting gelegen aan Amperestraat 7 te Deurne, gemeente Deurne.

Pagina 1 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

(2)

Besluit

OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Onderwerp

Op 16 oktober 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen ontvangen van Gebr. Aldenzee Deurne B.V.. Het betreft het plaatsen van een extra mestsllo. De aanvraag gaat over Amperestraat 7 te Deurne. De aanvraag is geregistreerd onder nummer HZ_WABO-2018-7827.

Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid J, onder e (milieu) waarbij artikel 3.10, lid 3 (milieuneutraal veranderen) van de Wet algemene bepalingen omgevlngsrecht (Wabo) de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing verklaart.

Besluit

Wij besluiten, gezien de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de daarop betrekking hebbende uitvoeringsbesluiten en - regelingen aan Gebr. Aldenzee Deurne B.V. een omgevingsvergunning:

• op grond van artikel 2 . 1 , eerste lid, onder a. (het bouwen van een bouwwerk) te verlenen voor het plaatsen van een extra mestsllo. Aan de verlening van de vergunning zijn voorschriften verbonden. Deze staan in het hoofdstuk Voorschriften onderdeel Bouwen van dit besluit.

• op grond artikel 2.1 en artikel 2.14, lid 5 van de Wabo, de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de Inrichting te verlenen. Aan de verlening van de

vergunning zijn voorschriften verbonden. Deze staan in het hoofdstuk Voorschriften onderdeel Milieu van dit besluit.

• dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning:

- Amperestraat 7 te Deurne, aanvraagformulier met OLO nr. 395861 7, Ingekomen op 16 oktober 201 8;

- 13_008-Wm_03_A__pdfb ingekomen op 16 oktober 2018;

- 13_008-005_bijlage_l__pdf ingekomen op 16 oktober 2018;

Aanvraag bouw silo aanvulling ingekomen op 3 december 2018;

13_008-007_bijlage 3_ aanvullingen ingekomen op 3 december 2018.

Pagina 2 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(3)

Procedure

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Ondertekening en verzending Eindhoven, 4-2-2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens

dezeT~7

V. Verhoeven, Afdelingsmanager Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

Pagina 3 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

\

(4)

Rechtsmiddelen Bezwaar

Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een bezwaarschrift indienen. Dit kan tot zes weken na de dag waarop dit besluit bekend Is gemaakt. In het bezwaarschrift moet u het volgende opnemen: uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) van uw bezwaar. U moet het bezwaarschrift ook ondertekenen. Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 901 51

5200 MC 's-Hertogenbosch

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschrlften verwljzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar. Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 1 6.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening te vragen. Deze kunt u richten aan:

Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant Postbus 90125

5200 MA 's-Hertogenbosch

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende een bepaalde periode. Voorwaarde om een voorlopige voorziening te vragen is dat er sprake moet zijn van een spoedeisend belang. Er zijn kosten verbonden aan het vragen van een voorlopige voorziening.

Pagina 4 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(5)

Inhoudsopgave

Besluit 2

Voorschriften 6

Bouwen 7

1. HET (VER)BOUWEN VAN EEN BOUWWERK 7

Milieu 8

2. De OPSLAG van mest 8 Procedurele overwegingen 10 Inhoudelijke overwegingen 13

Bouwen 14 1. Het (ver)bouwen van een bouwwerk 14

2. Het gebruiken van gronden of bouwwerken In strijd met een bestemmlngsplan 1 5

Milieu 16 Bijlage: Begrippen 19

Pagina 5 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(6)

Voorschriften

Pagina 6 van 20

OMGEVINGSDIENST

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852 Z U I D O O S T - B R A B A N T ,

(7)

Bouwen

1. HET (VER)BOUWEN VAN EEN BOUWWERK

1.1. Algemeen

1.1.1. Het bouwen moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het Bouwbesluit 2012.

1.2. Bouwbesluit

1.2.1 Op grond van afdeling 8.1 Bouwbesluit dienen onveilige situaties en hinder tijdens het uitvoeren van de bouw voorkomen te worden.

Pagina 7 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(8)

Milieu

2, DE OPSLAG VAN MEST

2.1. Algemeen

2.1.1. Het brengen van mest in de opslagruimte moet geschieden met een gesloten aanvoerlelding die zo dicht mogelijk bij de bodem van de opslagruimte uitmondt.

2.1.2 De afvoerpunten van de opslagruimte moeten door middel van goed sluitende deksels gesloten worden gehouden, behoudens tijdens het leegmaken ervan.

2.1.3 Transport van drijfmest moet plaatsvinden in volledig gesloten tankwagens of met gesloten leidingen.

2.1.4 Bij het aan- en afvoeren van drijfmest mag de omgeving niet worden verontrelnigd.

2.1.5 Een mestbassin is gelegen op ten minste 100 m afstand van een geurgevoelig object dat geen deel uit maakt van een veehouderij, of 50 m afstand van een geurgevoelig object dat deel uitmaakt van de inrichting.

2.2. De uitvoering van een mestbassin/mestsilo

2.2.1. Een mestbassin is voorzien van een afdekking die is aangebracht op of in het bassln, aansluitend of, in het geval van een drijvende afdekking, nagenoeg aansluitend tegen de rand van het mestbassin en boven de drijfmest. Deze voorwaarde geldt niet voor een mestkelder en ook niet voor een ondergronds mestbassin, niet zijnde een mestkelder, Indien dit bassin volledig Is afgedekt door een gesloten constructle die als vloer kan fungeren.

Toelichting: Een overzicht van de gecertificeerde bedrijven is te vinden op www.kiwa.nl.

2.2.2. Een mestbassin, niet zijnde een ondergronds mestbassin, en een afdekking zljn uitgevoerd en aangelegd overeenkomstig paragraaf 5.5 en de hoofstukken 6 en 7 van BRL 2342.

2.2.3. Een mestbassin en een afdekking als bedoeld in het vorige voorschrift zijn voorzien van een kwaliteitsverklaring mestbassin, waaruit blijkt dat het mestbassin en de afdekking zijn uitgevoerd overeenkomstig BRL 2342 en wat de referentieperiode mestbassins is. De kwaliteitsverklaring mestbassin is binnen de inrichting aanwezig .

2.2.4. Een mestbassin dat, of een afdekking die, visueel waarneembaar lek is of in een slechte staat verkeert, wordt terstond gerepareerd.

2.2.5. Een mestbassin en een afdekking, die zijn opgericht voor 1 januari 2013, moeten zijn uitgevoerd overeenkomstig de eisen die op het moment van oprichten van toepassing waren op grond van een vergunning dan wel het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer, het Besluit mestbassins milieubeheer, het Besluit landbouw milieubeheer of het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer.

2.2.6. Een mestbassin en een afdekking als bedoeld in het vorige voorschrift moet zijn voorzien van een door de installateur verstrekte verklaring waaruit blijkt dat het mestbassin en de

afdekking zijn uitgevoerd overeenkomstig de eisen, bedoeld in het vorige voorschrift, en welke referentieperiode mestbassins van toepassing is.

Indien in deze verklaring geen referentieperiode mestbassins is vermeld, gelden gerekend van het moment van aanleg van het mestbassin de volgende referentieperiode mestbassins:

Pagina 8 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

\

(9)

- 20 jaar voor een houten, betonnen of gemetseld mestbassin en betonnen afdekking;

- 10 jaar voor een metalen mestbassin en afdekking;

- 5 jaar voor een mestzak of een foliebassin;

- 5 jaar voor de taludbescherming van een foliebassin, of;

- 10 jaar voor overige typen mestbassins en afdekkingen.

2.2.7. Een mestbassin en een afdekking, niet zijnde een ondergronds mestbassin dat Is voorzien van een afdekking die als vloer kan fungeren, worden overeenkomstig het daartoe In de Regeling bodemkwaliteit aangewezen normdocument beoordeeld en goedgekeurd door een persoon of Instelling, die daartoe beschikt over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit.

Deze beoordeling vindt ten minste vier weken voor het aflopen van de referentieperiode mestbassins plaats.

2.2.8. Bij goedkeuring van een mestbassin en een afdekking wordt door de hiervoor bedoelde persoon of instelling een nieuwe referentieperiode mestbassins vastgesteld. Het rapport van deze goedkeuring waarin een nieuwe referentieperiode mestbassins is opgenomen, is binnen de inrichting aanwezig.

Wanneer deze goedkeuring onder voorwaarden wordt gegeven, wordt binnen een termijn, gesteld door de hiervoor bedoelde persoon of instelling aan die voorwaarden voldaan.

Wanneer deze beoordeling leidt tot afkeuring en een reparatie van het mestbassin of de afdekking nodig is, draagt degene die de inrichting drijft zorg voor deze reparatie en wordt het mestbassin of de afdekking binnen een termijn, gesteld door de hiervoor bedoelde persoon of instelling, opnieuw ter beoordeling aangeboden.

2.2.9. Wanneer de hiervoor bedoelde reparatie niet plaatsvindt of een mestbassin of afdekking wordt afgekeurd en reparatie niet mogelijk Is, wordt:

- van de afkeuring terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag;

- de drijfmest of het digestaat dat zich in het mestbassin bevindt onmiddellijk verwijderd, en;

- het opslaan van drijfmest of digestaat in het mestbassin beeindigd.

2.2.10. Het vul- en zuigpunt van een mestbassin bevindt zich boven een lekbak.

Pagina 9 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T ,

(10)

PROCEDURELE OVERWEGINGEN

OMGEVINGSVERGUNNING OP AANVRAAG

GEGEVENS AANVRAGER

Op 16 oktober 2018 Is een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van: Gebr. Aldenzee Deurne B.V., Amperestraat 7,5753 STte Deurne.

PROJECTBESCHRIJVING

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: het plaatsen van een extra mestsilo voor de opslag van bewerkte mest. Een uitgebreide projectomschrijving Is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten:

• het (ver)bouwen van een bouwwerk;

• het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmlngsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit;

• het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk.

HUIDIGE VERGUNNINGSSITUATIE

Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd:

SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP

Revlslevergunnlng # 09-12-2003 Voor de gehele Inrichting

Veranderingsvergunning # 1 5-03-2005 1083517 Voor de opslag van gebroken puln aan de Voltstraat ong.

Veranderlngsvergunning # 11-07-2008 1429902 o.a. verwerken bouw-sloopafval en plaatsen mesthygienlseerlnstallatie.

Ambtshalve wijzlglng # 2-10-2009 1582140 In het kader van het Bouwstoffenbeslult

Omgevingsvergunning 25-02-2014 HZ.2013- 0483/OMG

O.a. Uitbrelden mesthyglenlsatle .

Melding Activiteitenbesluit 01-02-2017 Avauwf432fp Plaatsen van een pelletkachel.

Omgevingsvergunning 24-02-2018 HZ.WABO- 2017-879

Uitbrelden opslag grond

Ambtshalve wljziglng 23-08-2018 HZ.WABO- 2018-3382

Toevoegen energievoorschriften

Omgevingsvergunning 09-10-2018 HZ.WABO- 2018-6000

Vergroten van de Inrichtingsgrens met een opslaggebouw voor afvalstoffen

Pagina 10 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(11)

De hlerboven genoemde vergunningen waar een # bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd.

VERGUNNINGPLICHT

De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijiage I onderdeel C categorie 28.4.c.1 van het Bor. Het betreft een inrichting waartoe een IPPC-lnstallatie behoort genoemd In Bijiage I categorie 5.5 van de Richtlijn industriele emissies. Om die reden is op grond van artikel 2.1 van het Bor sprake van een vergunningplichtige inrichting.

BEVOEGD GEZAG

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo Juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijiage I onderdeel C categorie 28.4.C.1 van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort.

VOLLEDICHEID AANVRAAG EN OPSCHORTING PROCEDURE

In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 20 november 201 8 in de gelegenheid gesteld om tot 1 9 december 201 8 weken na de hiervoor genoemde datum de aanvraag aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 3 december 2018. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende Informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld.

De aanvraag heeft betrekking op de volgende activiteit(en):

• het bouwen van een nieuwe mestsilo;

• het opslaan van bewerkte mest in de nieuwe meststilo.

Bij de beoordeling van de aanvraag is echter gebleken dat naast het in gebruik hebben van een mestsilo ook het bouwen van een nieuwe mestsilo en het handelen in strijd met regels van ruimtelijke ordening deel uitmaakt van het project en dat deze activiteiten onlosmakelljk zijn verbonden met elkaar. Deze activiteiten moeten daarom gelijktijdig worden aangevraagd. Wij hebben de aanvrager op 20 november 201 8 in de gelegenheid gesteld de bouw van een nieuwe mestsilo op te nemen in de aanvraag en de daarvoor vereiste gegevens in te dienen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 3 december 2018. De termijn voor het nemen van het besluit is met opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld.

PROCEDURE (REGULIER) EN ZIENSWIJZE

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag digitaal gepubliceerd op

internet: www.brabant.nl/bekendmakingen .

Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo. Van deze verlenging is digitaal kennis gegeven op internet www.brabant.nl/bekendmakinqen .

Pagina 11 van 20 Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(12)

ADVIES

In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Celet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo Juncto artikel 6.1 van het Bor, hebben wij de aanvraag om advies aan de gemeente Deurne gezonden. Het advies van de gemeente Deurne is bij het opstellen van dit besluit meegenomen.

Pagina 12 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(13)

INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

p,,™ 13 »a„ 20 OMGEVINGSDIENST

ienummer: Z.l 11 879 / D . 4 2 0 8 5 2 Z U l U U U b 1 - D K A D A l\l I Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

(14)

Bouwen

Het (ver)bouwen van een bouwwerk

Inleiding

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld In artikel 2 . 1 , eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten.

Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.

Toetsing Bouwbesluit

De activiteit voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens het Bouwbesluit 201 2. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend.

Bestemmlngsplan

De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Deurne, Zuid en West" is vastgesteld.

De aangevraagde activiteit is hiermee in strijd, omdat de afstand van de silo tot de achterste perceelgrens 2 meter is. Dit is minder dan de voorgeschreven minimale afstand van 3 meter.

Dit betekent dat wij de omgevingsvergunning in beginsel moeten welgeren tenzij:

• de aangevraagde activiteit in lijn is met de in "Bedrijventerrein Deurne, Zuid en West" opgenomen regels inzake afwijking;

• een AMvB ontheffing van het plan mogelijk maakt;

• de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motiverlng van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.

Wij hebben de aangevraagde activiteit aan de hiervoor genoemde uitzonderingen getoetst. De resultaten van deze toetsing staan beschreven in hoofdstuk 2 van de beschikking.

Onder verwijzing naar hoofdstuk 2 van de beschikking merken wij op dat de omgevingsvergunning, gelet op artikel 2.10 en 2.12, eerste lid van de Wabo op deze grond wel kan worden verleend.

Welstand

Het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, waarop de aanvraag betrekking heeft, is niet in strijd met redelijke eisen van welstand zoals neergelegd in de welstandsnota gemeente Deurne 2016. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend.

Conclusie

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen.

Pagina 14 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

\

(15)

2. Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan

Inleiding

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.

Toetsing

De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmlngsplan "Bedrijventerrein Deurne, Zuid en West" is vastgesteld.

De aangevraagde activiteit is hiermee in strijd, omdat de afstand van de silo tot de achterste perceelgrens 2 meter is. Dit is minder dan de voorgeschreven minimale afstand van 3 meter.

Dit betekent dat wij de omgevingsvergunning in beginsel moeten weigeren tenzij:

• de aangevraagde activiteit in lijn Is met de In "Bedrijventerrein Deurne, Zuid en West" opgenomen regels Inzake afwijking;

• een AMvB ontheffing van het plan mogelijk maakt;

• de activiteit niet in strijd Is met een goede ruimtelijke ordening en de motiverlng van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.

Wij hebben de aangevraagde activiteit aan de hiervoor genoemde uitzonderingen getoetst.

Met toepassing van artikel 4.4.5 van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Deurne, Zuid en West" en artikel 2.12 eerste lid, onder a, sub 1 Wabo kunnen wij medewerking verlenen aan de aanvraag in afwijking van het bestemmingsplan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

- dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;

- dit geen onevenredige beperking oplevert van de brandveiligheid.

Aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.

De omgevingsvergunning kan, gelet op het bovenstaande en het bepaalde artikel 2.12, eerste lid, onder a sub 1 van de Wabo op deze grond worden verleend.

Conclusie

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan zijn e r t e n aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.

Pagina 15 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(16)

Milieu

Toetsing voorwaarden Wabo

De aanvraag heeft betrekking op een milieuneutrale verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, 2' van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijfde lid dat in afwijking van het eerste tot en met vierde lid de vergunning wordt verleend, wanneer wordt voldaan aan artikel 3.10, derde lid. Dat betekent dat een vergunning wordt verleend met de reguliere procedure, wanneer er sprake Is van een verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting die niet leidt

1. tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan;

2. tot een verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer;

3. tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend.

De aanvraag is getoetst aan deze criteria.

Toetsing gevolgen milieu

Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hleraan voldoet. Wij overwegen hierbij het volgende:

• Bodem: de mestsilo moet voldoen aan de normen die gelden vanuit de

beoordelingsrichtlijn (BRL) 2342. Daarnaast zijn de voorschriften vanuit paragraaf 2.9 Activiteitenbesluit en artikel 3.68 van Activiteitenregeling rechtstreeks van toepassing;

• Geluid: er vinden geen wijziglngen plaats voor het aantal vervoersbewegingen binnen de inrichting. Omdat de nieuwe mestsilo op een andere locatie komt te staan zal de locatie waar de verladingen plaatsvinden wijzigen ten opzichte van huidige situatie. Uit de bijgevoegd gegevens is gebleken dat deze wijziglng niet leidt tot grotere of andere nadelige gevolgen op de reeds vergunde imlssiepunten.

• Lucht: de verlading van en naar de mestsilo en de opslag zelf vindt volledig gesloten plaats. Er is geen sprake van extra emissies naar de lucht;

• Geur: de verlading en opslag vindt volledig gesloten plaats. Er is geen sprake van extra geuremissies.

• Afvalwater: er vindt geen wijziging plaatst ten aanzien van afvalwater;

• Energie : er vindt geen wijziging plaats van het energieverbruik;

• Afvalstoffen: er ontstaan niet meer of andere afvalstoffen;

• Externe veiligheid: dit aspect blijft ongewljzigd.

De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu.

Toetsing milieueffectrapportage

De voorgenomen wijziging valt niet onder een van de categorieen genoemd in bijiage C of D van het Besluit milieueffectrapportage. Eris dus geen beoordeling nodig in het kader van dit besluit.

Toetsing geen andere inrichting

Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering is het aannemelijk dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.

Pagina 16 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

(17)

Opslag mest in mestsilo's

Binnen de inrichting vindt reeds opslag van mest plaats in silo's. Voorheen waren de voorschriften vanuit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling hierop van toepassing. Met de

voorgenomen verandering wordt voor het opslaan van (drijfjmest een gezamenlijk oppervlak van meer dan 750 m2 of meer dan 2.500 m3 bereikt waardoor de activiteit "Opslaan van mest in silo's"

vergunningplichtig wordt. Dat wii zeggen dat voor zowel de reeds bestaande als ook voor de nieuw te plaatsen mestsilo voldaan moet worden aan de aan dit besluit opgenomen voorschriften.

Conclusie

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de Inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.

Aan deze vergunning hebben wij voor de opslag van mest In mestsilo's voorschriften verbonden. Deze zijn te vinden in het hoofdstuk Voorschriften Milieu.

Pagina 17 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

\

(18)

Algemene informatie

Verder wordt er op gewezen dat er In het Bouwbesluit 201 2, de gemeentelijke bouwverordening en de Wabo plichten zijn opgenomen waar u tijdens en na de uitvoering van de bouw- en sloopwerkzaamheden aan dient te voldoen. Van de belangrijkste plichten vindt u hieronder een overzicht. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de betreffende wet- en regelgeving.

Bouwbesluit

De verleende vergunning inclusief de tekeningen en andere bijlagen moeten altijd op de bouwlocatie aanwezig zijn. Indien een controlerend ambtenaar daar om vraagt, moeten deze gegevens ter inzage worden gegeven.

Het is verboden een bouwwerk in gebruik te nemen of te geven wanneer dat niet gereed gemeld is bij het bouwtoezicht en/of niet gebouwd is volgens de omgevingsvergunning.

U dient mlnimaal twee werkdagen voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden (met inbegrip van de ontgravingswerkzaamheden) contact op te nemen met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. U kunt daarvoor een e-mail sturen naar toezichtbouwen@odzob.nl met onderwerp "start bouw". In de mail verzoeken wij u de geplande startdatum, het adres en het vergunningnummer te vermelden. De toezlchthouder bouwen zal daarna contact met u opnemen om aanvullende afspraken te maken over de uit te voeren bouwcontroles.

U dient op de eerste werkdag na beeindiging van de bouwwerkzaamheden contact op te nemen met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. U kunt daarvoor een e-mail sturen naar toezichtbouwen@odzob.nl met onderwerp "bouw gereed". In de mail verzoeken wij u de einddatum, het adres en het

vergunningnummer te vermelden.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Indien binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning niet met de bouw wordt begonnen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.

Indien de bouwwerkzaamheden langer dan 26 weken stilliggen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.

Pagina 18 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

\

(19)

Bijiage: Begrippen

BASSIN:

Een reservoir voor de opslag van vloeistoffen dat niet gelegen is onder een gebouw, doch waarvan een aanwezige bovenafdekking de functie van vloer kan vervullen.

BODEMBEDREIGENDE ACTIVITEIT:

Bedrijfsmatige activiteit die gepaard gaat met het gebruik, de productie of de emissie van een bodembedreigende stof overeenkomstig de definitie van het Activiteitenbesluit.

BODEMBESCHERMENDE MAATREGEL:

Op de gebezigde stoffen en gebruikte bodembeschermende voorziening toegesneden handeling gericht op reparatie, schoonmaak, onderhoud, actie bij incidenten, bedrijfsinterne controle, inspectie of toezicht ter voorkoming van bodemverontreiniging waarvan de uitvoering is gewaarborgd.

BODEMBESCHERMENDE VOORZIENING:

Een vioeistofkerende voorziening, een vioeistofdichte vloer of verharding of een andere doelmatige fysieke voorziening, ter voorkoming van immissies in de bodem.

BODEMRISICO:

De kans op en omvang van een bodemverontreiniging door een bedrijfsmatige activiteit.t.

BODEM RISICODOCUMENT:

Document dat inzicht geeft in het risico van bodemverontreiniging. Hiertoe wordt per bodembedreigende activiteit overeenkomstig de bodemrisico checklist uit de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bepaald of met de aanwezige of voorgenomen combinatie van voorzieningen en maatregelen sprake is of zal zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico.

BRL:

Een beoordelingsrichtlijn die door de Raad voor de Accreditatie erkende certificatie-instellingen wordt gehanteerd als grondslag voor de afglfte en instandhouding van certificaten.

FOLIEBASSIN:

Dit begrip is gedefinieerd in het Besluit mestbassins milieubeheer.

GEURGEVOELIG OBJECTAGEVOELIGE GEBOUWEN ACTIVITEITENBESLUIT:

Afhankelijk van de geurvoorschriften worden op dit moment twee verschillende definities in het Activiteitenbesluit gehanteerd voor gevoelige objecten, namelijk:

Geurgevoelig object: geurgevoelig object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij:

"Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt."

Gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting

Wet geluidhinder "andere geluidsgevoelige gebouwen":

1. onderwijsgebouwen;

Pagina 19 van 20

OMGEVINGSDIENST

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852 Z U I D O O S T - B R A B A N T

(20)

2. ziekenhuizen en verpleeghuizen;

3. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2;

Delen van het gebouw die niet zijn bestemd voor geluidsgevoelige onderwijsactiviteiten maken voor de toepassing van deze wet geen deel uit van een onderwijsgebouw;

KIWA:

Dienstverlenend centrum voor kwaliteitsbeheersing en onderzoek in de sectoren Drinkwater, Bouw en Milieu, Postbus 70, 2280 AB Rijswijk, Telefoon: (070) 414 44 00 telefax: (070) 414 44 20 internet:

www.kiwa.nl LEKBAK:

Voorziening waarvan de bodembeschermende werking door de daarop afgestemde bodembeschermende maatregelen is gewaarborgd, en die zich rondom of onder een bodembedreigende activiteit bevindt en in staat is de bij normale bedrijfsvoering gemorste of wegspattende vloeistoffen op te vangen.

NRB:

Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten, Informatiecentrum Milieuvergunningen (Agentschap NL Maart 2012).

REFERENTIEPERIODE:

Tijdsbestek waarbinnen een bassin moet blijven voldoen aan de gestelde eisen.

VERWAARLOOSBAAR BODEMRISICO:

Een situatie als bedoeld in de NRB waarin door een goede afstemming van bodembeschermende voorzieningen en bodembeschermende maatregelen sprake is van een verwaarloosbaar bodemrisico.

Pagina 20 van 20

Registratienummer: Z.l 11879 / D.420852

OMGEVINGSDIENST

Z U I D O O S T - B R A B A N T

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 van de Wabo

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 Wabo

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e Wabo, niet voldoet aan de in artikel 2.18 Wabo

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo, niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo

De voorschriften voor het onderdeel milieu, die in deze vergunning zijn opgenomen betreffen aspecten en activiteiten die niet zijn geregeld in het Activiteitenbesluit en de

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo