• No results found

Achtergrondinfomatie bij inleefatelier Wonen en leven in India Roeselare

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Achtergrondinfomatie bij inleefatelier Wonen en leven in India Roeselare"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Achtergrondinfomatie bij inleefatelier

“Wonen en leven in India” – Roeselare

Inhoud

Inleiding ... 2

Steekkaart van India ... 3

Geografie ... 4

Geschiedenis ... 5

Het inleefatelier ... 7

Het verhaal ... 7

Rode draad doorheen het inleefatelier ... 8

Juiste beeldvorming ... 8

Attitudevorming en handelingsgerichtheid ... 8

Ruimtes in het inleefatelier ... 8

Thema’s van het inleefatelier ... 12

Hoofdthema: stadsontwikkeling ... 12

Migratie ... 12

Economie ... 13

Sectoren... 13

Straatverkoop in India ... 14

Uitdagingen ... 15

Economische prognoses van India ... 15

Maatschappelijk verantwoord ondernemen ... 15

Vervoer ... 16

Trein ... 16

Bus ... 16

Auto ... 16

Fietsen ... 16

Riksja ... 16

Vliegtuig ... 17

Wonen ... 17

(2)

2

The Dharavi Development Plan ... 17

National Domestic Workers Movement (NDWM) ... 19

Bollywood ... 20

Divalifeest ... 21

Indiase media ... 21

SPARC: The Society for the Promotion of Area Resource Centres ... 22

Pottenbakkers ... 23

Waterproblematiek in India ... 23

Recyclerend India ... 24

Vervuiling ... 24

Clean Mumbai Foundation (CMF) ... 25

Hanging Gardens of Mumbai ... 25

Textielindustrie India ... 25

Fast fashion ... 26

Milieu en klimaat in India ... 26

Relatie man-vrouw ... 26

Gearrangeerde huwelijken ... 27

Kindhuwelijken ... 27

De Indiase keuken ... 27

Religie ... 28

Arbeidsomstandigheden ... 28

Sociale zekerheid ... 29

Onderwijs ... 29

Educate Girls ... 29

Hoger onderwijs ... 29

Alfabetiseringsgraad ... 30

Inleiding

De inleefateliers van Studio Globo zijn een leermiddel met als doel verbondenheid te creëren tussen leerlingen hier en mensen elders. In het inleefatelier “Wonen en leven in India” maken de leerlingen kennis met de leefwereld van mensen in India. Deze ervaring met het dagelijks leven wordt levensecht door de decors, opdrachten, materialen en kledij. Daarnaast laten we de leerling kennis maken met enkele problemen in het land en ontdekken ze de solidariteit tussen mensen. Ook thema’s als milieu en gender krijgen een plaats in het atelier.

(3)

3 Dit document schetst de achtergrond van ons atelier en geeft meer informatie over het leven in India. Bovendien biedt dit document een antwoord op de vraag waarom we bepaalde dingen doen.

India, meer een continent dan een land, is moeilijk in een paar woorden te vatten. Het beeld dat in Europa over India bestaat, is meestal erg gekleurd door de media of de reisverslagen van toeristen.

Al te vaak wordt India voorgesteld aan de hand van extremen. De ene keer lijkt het een sprookjesachtig oord met exotische stranden, felgekleurde markten en altijd lachende Indiërs. De andere keer toont men beelden van spectaculaire treinongevallen of extremistisch politiek en religieus geweld. Het gaat om kleine losse fragmenten, die we zouden kunnen vergelijken met de steentjes van een mozaïek. Elk steentje draagt bij tot het totaalbeeld, maar door ons blind te staren op de afzonderlijke onderdeeltjes, vergeten we dat de schoonheid van een mozaïek pas tot zijn recht komt wanneer we die als een geheel aanschouwen.

In dit lespakket proberen we India in al zijn facetten te belichten. Dit is geen sinecure; geen enkel land is in een paar bladzijden te vatten. Met dit onderdeel willen we u als leerkracht de nodige achtergrond en handvaten aanreiken om met uw klas in India op verkenning te gaan.

Steekkaart van India

Officiële naam Bharat Ganarajya (Hindi) Republic of India (Engels) Republiek India (Nederlands)

Staatsvorm India is op basis van de grondwet uit 1979 een federale parlementaire democratische republiek met een president als staatshoofd. Deze wordt om de 5 jaar verkozen. Het systeem van parlementaire democratie nam India over van de Britten waarvan ze in 1947 onafhankelijk werden. Sindsdien kent het land vrije verkiezingen (in principe om de 4 jaar).

Oppervlakte 3.287.263 km² (7e grootse land ter wereld. 100 keer zo groot als België) (9.5% water)

Ligging tussen 8°4' en 37°6' noorderbreedte en 68°7' en 97°25' oosterlengte

Uurverschil +5:30 UTC

In India is het vier en een half uur later dan bij ons. In de zomertijd is het verschil drie en een half uur.

Hoofdstad New Delhi

Grootste steden (wat betreft inwoners)

1. Mumbai (20 miljoen), 2. Kolkata (13 miljoen), 3. Delhi (13 miljoen), 4. Bangalore (8,5 miljoen), 5. Chennai (6,5 miljoen)

Bevolkingsaantal 1.352.642.280 (in 2019) Enkel in China wonen nog meer mensen.

1 op 6 mensen in de wereld is Indiër. Wetenschappers verwachten dat India tussen 2020 en 2030 het land met het hoogste inwonertal ter wereld zal worden.

Bevolkingsdichtheid 400 inwoners/km² (vergelijkbaar met Nederland). De bevolking is zeer ongelijkmatig verdeeld.

In India woont 16,7% van de wereldbevolking op maar 2,4% van de totale landoppervlakte van deze aardbol. In bepaalde gebieden is de bevolkingsdichtheid dan ook zeer hoog. Er zijn een 27-tal

miljoenensteden.

Buurlanden Bangladesh, Bhutan, Birma, China, Nepal, Pakistan, Sri Lanka De totale landgrenzen van India bedragen 14.103 km.

Vlag De vlag van India wordt de Tiranga genoemd (driekleur in het Hindi).

De vlag bestaat uit drie horizontale banden met een gelijke hoogte:

saffraan van boven, wit in het midden en groen onderaan. In het

(4)

4 midden staat een blauw Ashoka Chakra (wiel) met 24 spaken.

Het saffraan symboliseert de moed, het wit de vrede, en het groen voortvarendheid. De Chakra stond voor Gandhi's spinnewiel, dat zelfvoorzienendheid symboliseerde. Deze werd in 1947 vervangen door de Asoka Chakra, het 'wiel van de wet'.

Talen 22 officiële talen: Hindi, Tamil, Marathi, Urdu, Telugu, Punjabi, Bengaals, Gujarati, Oriya, etc.

1 extra officiële taal: Engels

Munt Indiase roepie (INR)

= roepie. 1 is onderverdeeld in 100 paisas. 1 lakh is 100.000 Via http://www.tijd.be/wisselkoersen kan je de wisselkoers van de roepie opzoeken.

Levensverwachting 69,16 jaar (2017). In België bedraagt de levensverwachting 81,44 jaar.

Godsdienst Hindoeïsme (80%)

Islam (13%)

Christendom (2,3%) Sikhisme (2%)

Boeddhisme, Janïsme en andere (2,7%)

Economie De Indiase economie is sinds het begin van de jaren 90 van de 20e eeuw geliberaliseerd. De Indiase economie is met 7,5% gegroeid in 2012 en is de op een na snelst groeiende economie, na China.

Aandeel BBP per sector (2016): Diensten (54,3%), industrie (22%), landbouw (47%)

Beroepsbevolking per sector (2017): diensten (31%), industrie (22%), landbouw (47%), werkloosheidspercentage( 8,8%)

Geografie

India maakt deel uit van het Indische subcontinent, een gebied in Zuid-Azië waartoe ook Bangladesh, Pakistan, Sri Lanka en delen van Nepal, Bhutan, Myanmar en China behoren. In het Noorden wordt India begrensd door het Himalayagebergte. Het meest zuidelijke deel van het subcontinent vormt een schiereiland dat in het Oosten grenst aan de Golf van Bengalen en in het Zuiden en het Westen aan de Indische oceaan. Door deze natuurlijke grenzen bleef het gebied afgezonderd van de rest van Azië en ontwikkelde het een eigen cultuur.

India kent een grote diversiteit aan landschappen. Het Noorden is zeer bergachtig. Hier ontspringen een aantal belangrijke rivieren, zoals de Ganges, de Brahmaputra en de Indus, die de noordelijke vlaktes bevloeien en zeer vruchtbaar maken. In het westen, in de deelstaat Rajasthan, ligt de Tharwoestijn. Het zuiden van India bestaat uit een groot plateau, de Decan, die zowel in het Oosten als in het Westen van de zee wordt afgescheiden door gebergtes. Ook hier stromen een aantal grote rivieren: de Kaveri, de Godavari, de Mahanadi en de Krishna.

India ligt in de tropische klimaatgordel, toch vinden we er een grote diversiteit aan klimaten. In het Noorden heerst een gebergteklimaat. In het Noord-Westen en ten oosten van de West-Ghats is het klimaat erg droog. De kustgebieden in het Westen kennen een tropisch klimaat, dat altijd warm en vochtig is. De Oostkust en het centrale binnenland daarentegen hebben een tropisch klimaat dat zowel een natte als een droge periode kent. De grote vlaktes, aan de voet van het gebergte, hebben een subtropisch, altijd nat klimaat. Het klimaat in India wordt sterk bepaald door de moesson.

(5)

5 Zware industrie, mijnbouw en het vele verkeer veroorzaken lucht- en waterverontreiniging. Het gebruik van chemicaliën en de monocultuur in de landbouw zorgen voor een verarming van de bodem. De aanwezigheid van al die schadelijke stoffen in lucht, water of bodem vormen een ware bedreiging voor vele ecosystemen en zetten de biodiversiteit onder druk. Ook de opwarming van het klimaat is één van de gevolgen van deze vervuiling. De natuur wordt steeds minder voorspelbaar, stormen worden heviger, de jaarlijkse moesson woedt veel te hevig en zorgt voor grote overstromingen, of laat net op zich wachten, waardoor de oogst mislukt. De houtkap zet India’s bossen onder druk. En ook de jacht op de genetische codes van geneeskrachtige planten door Westerse farmaceutische bedrijven vormt een bedreiging voor de rijkdom van het woud.

Geschiedenis

Vóór de onafhankelijkheid van India in 1947, werden de culturele en socio-economische ontwikkelingen er gedurende duizenden jaren sterk beïnvloed door andere volkeren die van buitenaf het gebied binnendrongen. Dit heeft een unieke vermenging van culturen tot gevolg gehad. India is een echte smeltkroes.

Vanaf ongeveer 3000 v.C. floreert in het Noorden van India en het huidige Pakistan de Indusbeschaving. Het is één van de grootste beschavingen uit de Oudheid, vergelijkbaar met Egypte en Mesopotamië. Op het hoogtepunt strekt het gebied zich uit tot Zuid-India. De inwoners van dit gebied, de Dravidiërs, leven van de handel gebaseerd op landbouwproducten. Ze kennen muntgeld, het schrift en technische voorzieningen zoals waterleidings- en afvoersystemen. Vanaf 2000 v.C.

raakt het rijk om onverklaarbare reden in verval.

Rond 1500 v.C. vallen de Ariërs, blanke nomadenstammen uit de Zuid-Russische steppen, het sterk verzwakte Dravidische rijk binnen en onderwerpen het. Er vindt een vermenging van culturen plaats.

Toch zakt een groot deel van de donkere Dravidische bevolking af naar het zuiden van het schiereiland, waar de invloed van de Ariërs beperkt zal blijven. In beide gebieden, Noord en Zuid, ontstaan min of meer onafhankelijke koninkrijken. Tot op vandaag bestaan er verschillen tussen Noord- en Zuid-India in gebruiken en gewoonten, in taal en huidskleur. Met de Ariërs doet het veelgodendom zijn intrede in de Indische cultuur en ook het kastenstelsel zou hier zijn oorsprong vinden.

Tussen 600 v.C. en 300 v.C. vinden de Perzen en de Grieken hun weg naar het Indische subcontinent.

Eerst veroveren de Perzen het noordwestelijk deel van het gebied dat ze gedurende twee eeuwen kunnen besturen. In de 4de eeuw v.C. vallen de Grieken binnen onder leiding van Alexander de Grote, die op die manier zijn keizerrijk uitbreidt tot aan de Indusvallei.

In deze periode wordt ook Siddharta Gautama, de grondlegger van het Boeddhisme, geboren. Hij wordt in 560 v.C. geboren als zoon van een koning en groeit op in grote luxe. Op 29-jarige leeftijd doet hij afstand van al zijn bezittingen en trekt de wereld in op zoek naar de waarheid. Hij predikt zijn leer van vreedzaamheid en matigheid in de taal van de gewone mensen, en kent dan ook veel aanhang.

Rond 300 v.C. grijpt Chandragupta Maurya de macht. Over zijn afkomst is bijna niets geweten. Hij is de eerste keizer van het Indische rijk die erin slaagt de vele kleine koninkrijken in noorden van het gebied te verenigen. Hij onderhoudt ook goede contacten met de nog aanwezige Grieken in de regio.

Wat we over de Mauryadynastie weten, komt dan ook vooral uit verslagen van die Grieken. Ook de kleinzoon van Chandragupta, Ashoka, is een machtige heerser. Hij slaagt erin bijna heel het huidige India en Pakistan in één rijk te verenigen. Onder zijn bewind is het boeddhisme de grootste godsdienst.

(6)

6 In de zes eeuwen die volgen, van 300 v.C. tot 300 n.C. valt het Maurya-rijk uiteen in verschillende koninkrijken en republieken. Het is pas in 320 n.C. dat een nieuw, groot keizerrijk opkomt, dat van de Gupta’s. Onder het bewind van de Guptakoningen kennen kunst, literatuur, wetenschap en architectuur een grote bloei. Het hindoeisme is nu de grootste godsdienst. Deze periode wordt ook wel het Klassieke Tijdperk van Indië genoemd. Door invallen van de Hunnen uit Centraal-Azië brokkelt het rijk opnieuw beetje bij beetje uiteen in kleinere koninkrijken.

Vanaf het jaar 1000 wordt Indië geplaagd door aanvallen van Arabieren uit Afghanistan. Jaar na jaar plunderen bendes overvallers de rijk gedecoreerde hindoetempels. Een kleine 200 jaar later hebben ze het hele noordwesten in handen. Vanaf de 13de eeuw was het sultanaat van Delhi de grootste macht in de gangesvallei en het noorden van Indië. Heel wat mosliminvloeden kwamen via het sultanaat de Indische cultuur binnen.

In het zuiden ontwikkelden zich in diezelfde periode (13de tot 16de eeuw) twee onafhankelijke koninkrijken: het islamitische koninkrijk Bahmani en het hindoestaanse koninkrijk Vidyayanagar. De scheidingslijn tussen deze twee rijken was de rivier de Krishna. Beide rijken beconcurreren elkaar hevig om zoveel mogelijk vruchtbaar gebied in handen te krijgen. In het midden van de 16de eeuw wordt het hindoestaanse rijk verslaan door de moslims.

Vanaf de 15de en 16de eeuw trekken ook Europeanen naar Indië. Vasco Da Gama zet als eerste Europese handelaar een Portugese handelspost op aan de zuidkust, in Goa. Ook de Nederlanders en de Fransen zetten algauw handelsposten op en dingen naar het handelsmonopolie over de streek.

Internationale handel op het Indische subcontinent is niet nieuw, eerder dreven ook de Arabieren en de Romeinen handel met de Indiërs. Er worden heel wat goederen geëxporteerd naar Europa: rijst, sandelhout, kruidnagel en verfstoffen.

Na de val van de sultans bleef Indië gedurende nog een paar eeuwen overheerst door moslims.

Vanaf de 16de eeuw stichten de machtige Mogols hun rijk en laten hun invloed tot in Zuid-Indië gelden. Het Mogolrijk kent briljante communicatiesystemen en administratieve methodes die door de Britten grotendeels worden overgenomen om hun Indische kolonie te besturen. De Mogols zijn ook bekend omwille van de prachtige hoven, tuinen, kunst en literatuur. Zo bouwt de Groot-Mogol Sjoh Djahan enkele van India’s bekendste bouwwerken: de Taj Mahal, een graftombe voor zijn overleden echtgenote Mumtaz Mahal; het Rode Fort in Delhi en het fort in Agra. Ook de Mogolkeizer Akbar de Grote was heel bekend. Hij had een hof dat groter en rijker was dan dat van koningin Elizabeth I van Engeland die in dezelfde tijd regeerde. Om over heel Indië te kunnen heersen had hij de steun nodig van alle bevolkingsgroepen. Daarom voerde hij een verzoeningspolitiek tussen islamieten en hindoes, hij schafte de belasting voor niet-islamieten af en stelde heel wat hindoes aan in zijn regering. Onder de laatste Groot-Mogol, Aurangzeb, bereikte het rijk haar grootste omvang, maar tevens werd ook het zaad voor de ondergang ervan gezaaid. Door zijn intolerante houding tegenover moslims groeide de opstand tegen zijn heerschappij. In 1858 verjagen de Britten de laatste koning van het sterk verzwakte rijk.

De Britten hadden via de handel al heel wat invloed in Indië verkregen. Tussen 1756 en 1767 wint de Britse Oost-Indische compagnie terrein en slaagt erin een eigen leger te krijgen ter bescherming van haar belangen. Ze interesseert zich nu ook in het land en de politiek. Na het verslaan van de Franse Oost-Indische compagnie controleert ze nog meer Indiase gebieden. De onvrede van de Indiase bevolking tegen de Oost-Indische compagnie en de Britten hoopt zich op en komt in 1857 tot uitbarsting tijdens de Indiase Muiterij. Het Britse parlement en de kroon zien met lede ogen de manier aan waarop de compagnie in Indië haar zaakjes afhandelt. In 1858 schaft ze de compagnie af en neemt zelf het bestuur over Indië over. In 1876 wordt koningin Victoria officieel uitgeroepen tot keizerin van Indië. Eigenlijk hebben de Britten slechts twee derde van het gebied in handen, de rest bestaat uit zo’n 565 prinselijke staten, die geregeerd worden door maharadja’s, radja’s of nizams.

Deze prinsen mochten hun titel en land behouden als ze trouw zouden zweren aan de Britten, en zo

(7)

7 controleerden de Britten toch het volledige gebied, bekend onder de naam Brits Indië. De Britse Raj kende haar hoogtijdagen van 1858 tot 1905.

Tegen het einde van de 19de eeuw groeit het verzet tegen de Britse overheerser. Vele Britten in Indië leven immers een kopie van hun vroegere leven in het moederland en trekken zich van de Indische bevolking niks aan, er bestaat een duidelijke afstand tussen beide groepen. In 1885 wordt de Nationale Indiase Congrespartij opgericht, een politieke partij die zich bezighoudt met het vertegenwoordigen van de Indische ideeën in de Britse regering. Ze willen Indië hervormen en eisen zelfbestuur; het Indische volk moet over haar eigen land kunnen heersen. De Congrespartij bestaat voornamelijk uit hindoes en dus wordt aan islamitische zijde in 1906 de Moslim Liga opgericht. Ook zij willen zelfbestuur en ijveren voor de oprichting van een eigen islamitische staat, Pakistan.

Eén van de belangrijkste figuren binnen de onafhankelijkheidsbeweging was Mohandas K. Gandhi, later Mahatma Gandhi genoemd, wat ‘Grote Ziel’ betekent. Hij verspreidde de boodschap van onafhankelijkheid onder de Indiase bevolking door het bezoeken van duizenden plattelandsdorpen.

De Britten echter, houden geen rekening met de groeiende verzuchting van het Indische volk naar eigen bestuur en lossen hun belofte het volk meer macht te geven niet in. Als Britse soldaten in 1919 in Jallianwala Bagh het vuur openen op een groep Indische burgers, is de maat vol. De bevolking komt massaal in opstand tegen de Britse overheerser.

Toch verlaten de Britten Indië pas definitief na de Tweede Wereldoorlog. De aanloop naar deze onafhankelijkheid gaat gepaard met een bittere strijd tussen hindoes en moslims, gekend als de

‘deling van Indië’. Op 15 augustus 1947 wordt India onafhankelijk. Op hetzelfde moment worden ook West-Pakistan en Oost-Pakistan, respectievelijk het huidige Pakistan en Bangladesh, in het leven geroepen. We spreken vanaf nu niet meer van Indië, maar van India.

Het inleefatelier Het verhaal

De leerlingen vertrekken met het vliegtuig richting Mumbai. Ze krijgen bij het instappen een paspoort en wat geld. Op het vliegtuig krijgen de leerlingen een korte uitleg over hun paspoort. Sommige leerlingen worden Mumbaikars, inwoners van Mumbai, anderen worden migranten.

De eersten die van het vliegtuig stappen zijn de Mumbaikars. Zij zoeken hun huis en werk in de stad.

Dit is ofwel in Bandra, de moderne wijk, ofwel in de sloppenwijk Dharavi. Ondertussen ontdekken de migranten de reden van hun migratie via een fotoboekje in hun valies. Er volgt per groep een

introductie met wat meer informatie over het atelier en de opdrachten van de leerlingen.

Wanneer iedereen werk gevonden heeft, wordt aan de opdrachten gestart. Deze kunnen de leerlingen op hun eigen tempo uitvoeren. Het is de bedoeling dat de leerlingen het dagelijkse leven in India leren kennen en in aanraking komen met verschillende problematieken. De focus ligt dus niet op geld verdienen of alle opdrachten klaar hebben.

Na een poosje volgt een infomoment. Dit infomoment is een soort vergadering waar de

stadsambtenaar, Vankatesh, de inwoners van Mumbai op de hoogte brengt over de toekomstige plannen met de stad. De leerlingen denken na wat de mogelijke plannen kunnen betekenen voor hun woning en/of werk. Wat is positief/wat is negatief?

Wanneer het dagelijks leven na het infomoment weer doorgaat volgt een politie interventie. De politie sluit enkele woningen in Dharavi en breekt een stoepwoning af. Dit is een belangrijk moment om met de leerlingen in gesprek te gaan. De leerlingen kunnen hun voorstellen formuleren om over te gaan tot een solidaire actie. Wanneer de inwoners van Dharavi naar Bandra trekken, volgt een

(8)

8 actiemoment en een overlegmoment waar iedereen zijn ideeën met elkaar deelt. Daarna is het tijd om het feest te vieren. We sluiten het atelier met het Divali feest af.

Rode draad doorheen het inleefatelier

De rode draad doorheen het inleefatelier is stadsvernieuwing. De leerlingen ervaren dit als de grote uitdaging tijdens het atelier. We benadrukken steeds aan de leerlingen dat het niet de bedoeling is om dit probleem op te lossen, want dat is niet mogelijk. Zoiets vergt veel tijd, maar ze zijn goed gestart. Het is de bedoeling dat de leerlingen begrijpen dat deze problemen zich in het dagelijkse leven in Mumbai voordoen.

Juiste beeldvorming

In het atelier hebben we veel aandacht voor een juiste beeldvorming daarom is het levensechte van het decor van uiterst belang. De kledij op een juiste manier aantrekken en de correcte namen van de leerlingen, de stadswijken en enkele Indische termen (puja,nan kathai, sari, kameez, lunghi) juist benomen, geeft een correct beeld van India weer.

Attitudevorming en handelingsgerichtheid

Het atelier heeft niet als hoofddoelstelling leerlingen nieuwe kennis te geven. De hoofddoelstelling is om leerlingen een genuanceerd beeld te geven over landen elders in de wereld, in dit geval India. In de nawerking zit een filmpje over India waarin de activiteiten van het inleefatelier te herkennen zijn.

Het inleefatelier beoogt een groeiende verbondenheid tussen mensen hier en elders.

Halverwege het atelier is er een kantelmoment: de politie schrikt iedereen op. De begeleiders reflecteren samen met de leerlingen op dit moment. Samen komen ze tot mogelijke acties.

Daarnaast willen we hen vooral laten inzien dat mensen ook elders ter wereld opkomen voor hun rechten. Dat is zo in India, maar ook in andere landen. Daarom bekijkt de klas achteraf ook hierover nog een filmpje met de leerkracht.

Ruimtes in het inleefatelier

Hier volgt een opsomming van de thema’s per ruimte met hun achtergrond in het inleefatelier

“Wonen en leven in India”

Thema(‘s) Aanraking in atelier

Mediacentrum Stadsvernieuwing

Midden het spel is er een infomoment. Hier leren de leerlingen de nieuwe plannen voor de stad kennen. De leerlingen denken achteraf na wat de mogelijke plannen kunnen betekenen voor hun woning en/of werk.

Journalisten Indiase media Rechten

De journalisten, Yuman en James, klagen het onrecht in de wijk aan door het in de krant/media te brengen. Media is een belangrijk machtsmechanisme, want wat we te weten komen over de wereld wordt door de media gefilterd. Hierbij is het thema ‘rechten’ ook van groot belang. In de krant tracht men te benadrukken hoe de rechten, van de bewoners, geschonden worden. Men hoopt op verandering door dit te publiceren.

Taken

 Inwoners uitnodigen voor infomoment

 Bewoners interviewen over onrecht die zij ervaren en deze in de krant plaatsen

 Fotoreportage maken

 Nieuwtjes uit de wijk verzamelen

(9)

9 Stadspark

Milieu en klimaat Hanging gardens Clean Mumbai Recyclerend India

Divalifeest

Vimal, Asha en Raju staan in voor de ontspanningsruimte van de Mumbaikars, het park. Ook milieu vinden ze hier belangrijk.

Het park ziet er altijd netjes uit en het afval wordt gesorteerd.

Vandaag wordt het park ook versierd voor het Divali feest.

Taken

 Park versieren, pujaschaal en diya’s kopen

 Afval sorteren en naar recyclageatelier brengen

 Bloemen plaatsen en paadje aanleggen

 Rangolifiguur maken

 Een actie bedenken voor een propere stad

Appartement

National Domestic Workers Movement Relatie man-

vrouw Water- problematiek

Migratie

Muna is migrant en gaat aan de slag als huishoudster in het appartement van een tandarts. Hij had haar een redelijk loon beloofd, maar het blijkt dat ze veel minder heeft ontvangen. Ze stapt naar ambtenaar Venkatesh die haar informeert over de National Domestic Workers Movement. Hieronder schuilt ook het thema gender, want vrouwen doen vaak het huishouden en minderwaardig werk in India. Muna komt in aanraking met de waterproblematiek van de stad. Er is geen water om de afwas te doen. De begeleider vertelt dat dit huis een watertank heeft op het dak. De eigenaar is verantwoordelijk om zijn eigen tank te vullen. Om het water uit de tank te kunnen gebruiken, moet de kraan opengedraaid worden. De tandarts is dit vergeten te doen en Muna moet haar water halen in het stadspark.

Taken

 Huishoudelijke taken

 Boodschappen

 Te weinig loon aanklagen bij ambtenaar

Bollywoodstudio

Bollywood Migratie

Water- problematiek

Arbeids- omstandigheden Recyclerend India

India maakt het meeste aantal films in de wereld. Mensen uit de hele wereld komen acteren en werken in Bollywood. Onder andere migrant Kate, een actrice uit het Verenigd Koninkrijk.

De Bollywoodsterren Ram en Chandra doen er alles aan om er een spetterend Divali feest van te maken. Daarnaast kunnen ze hun beroemdheid gebruiken door zich in te zetten voor een goed doel. De goede doelen waaruit de leerlingen kunnen kiezen zijn: water aid, plastics for change en national domestic workers movement. Hierin komt verbondenheid en solidariteit heel sterk naar voor.

Taken

 Dans/toneel maken

 Boodschap bedenken en filmen t.v.v. een eigen gekozen goed doel.

Restaurant Indiase keuken Migratie

Wonen

Sunita, Meera en Sunil krijgen de opdracht om te werken in het restaurant van Surekha. Surekha had een eetkraam in Malaipatty, maar is deze kwijtgeraakt door de groei van de industrie daar. Ze migreerde naar Mumbai en woonde eerst in een stoepwoning. De leerlingen krijgen in het restaurant de opdracht om nan khatai koekjes te maken. We kozen ervoor om deze koekjes te gebruiken omdat ze lijken op Belgische koekjes, maar toch een Indiase smaak hebben. Wanneer de koekjes klaar zijn zullen de leerlingen dabba’s moeten sorteren en vervoeren naar de juiste plek in Mumbai. Tijdens de politie- interventie krijgen de leerlingen het nieuws dat het restaurant plaats zal moeten maken voor een ander gebouw.

Sunil, één van de werknemers, is gevlucht uit Pakistan. Hij

(10)

10 heeft een diploma van dokter, maar zal in India moeilijk werk vinden als dokter.

Taken

 Boodschappen doen

 Koken

 Dabba’s rondbrengen

Religiekraam Straatverkoop Religie Wonen

Sonu woont in een stoepwoning, waar ook zijn religiekraam is.

Hij verkoopt religieuze spullen en versiert de tempel voor het Divali feest. Hij woont samen met zijn broer Sekar, de stationschef.

Taken

 Pujaschalen maken en wierook verpakken

 Spullen verkopen

 Tempel versieren voor het Divali feest

Stoepwoning

Wonen Migratie Arbeids- omstandigheden

Vimal, Muna, Shilpa en Gita zijn migranten die geen woning vinden. Ze migreren omdat ze hun landbouwbedrijf moesten verkopen als gevolg van de klimaatopwarming.. Ze beslissen om zelf een woning te bouwen op straat, dit is echter illegaal en kan afgebroken worden door de autoriteiten. Wanneer Gita en Shilpa beiden hun werk vinden in het stukwerk, komen ze in aanraking met de slechte arbeidsomstandigheden. Ze worden slecht betaald en zijn onbeschermd. Hun sociale rechten worden niet nageleefd. Ze klagen dit aan bij de stadsambtenaar en krijgen het advies om te sparen voor een opleiding. Dan zullen ze meer verdienen.

Taken

 Stoepwoning bouwen

 Stukwerk

 Aanklagen van stukwerk bij de stadsambtenaar

Station

Treinverkeer Arbeids- omstandigheden

Wonen Relatie man-

vrouw

Sekar zorgt voor het transport tussen Dharavi en Bandra, hij heeft ook een eigen winkeltje (illegaal) waar hij allerlei spulletjes verkoopt aan de treinreizigers. Hij woont in de stoepwoning van zijn broer Sonu, die het religiekraam uitbaat.

De ambtenaar Venkatesh komt langs om het geld te innen dat Sekar verdiend heeft, hij mag slechts 10% voor zichzelf houden. Voor de veiligheid van de vrouwen, reizen mannen en vrouwen gescheiden.

Taken

 Tickets verkopen en mensen laten reizen met de trein

 Winkel inrichten en spullen verkopen aan de reizigers

Textielatelier

Arbeids- omstandigheden

Textielindustrie India Water- problematiek

Migratie

De textielarbeiders Dilip, Anand (seizoensarbeider) en Karem, werken in een kleine drukke ruimte. Ze hebben veel werk, want verschillende bestellingen moeten op tijd gemaakt worden, tegen een mager loon. De kleren die hier gemaakt worden, worden over de hele wereld verkocht door verschillende (populaire) merken. Deze merken verkopen de gemaakt producten tegen een hoge prijs. Door de leerlingen te laten werken in het textielatelier merken ze dat ze heel veel moeten werken tegen een klein loon en dat de omstandigheden waarin men werkt niet optimaal of gunstig zijn. Het textielbedrijf voorziet ook het slecht betalend stukwerk voor Gita en Shilpa. Wanneer een stuk stof bestempeld moet worden, merken de leerlingen dat ze water in de andere wijk moeten halen.

(11)

11 Taken

 Aanduiden waar ter wereld de kleren naartoe gaan

 T-shirts plooien

 Stof bestempelen met patroon

 Borduren

Fruitkraam

Straatverkoop Water- problematiek

Wonen Migratie

Ahaman is een migrant die zijn woning kwijt geraakt is. Hij maakt limca, een soort limonade uit India. Om dit drankje te maken heeft Ahaman water nodig, dit water kan hij halen aan de waterpomp in Dharavi, maar deze wordt na een kwartier afgesloten. Wanneer hij te laat is, zal hij water moeten kopen in de winkel van Maina of zal hij naar Bandra moeten reizen om daar zijn water te halen. Wanneer de limca klaar is kan hij deze verkopen op straat. Daarnaast heeft Ahaman geen woning en verkoopt hij met zijn fruitkraam lokaal en internationaal fruit.

Coca-Cola heeft ook een limca-drankje op de markt. Dit is het best verkopende Coca-Cola-product in India.

Taken

 Limca maken

 Fruit verkopen

Winkel

Wonen Water- problematiek De Indiase keuken

Maina en Murugan hebben samen hun eigen winkel in Dharavi, waar ze lokale en globale producten verkopen. In hun winkel maken ze chai thee (ook masala chai of chai latte genaamd). Ze worden ook aangemoedigd om als winkel genoeg voorraad water te hebben De leerlingen maken zelf de keuze of ze dit verkopen of gratis weggeven. Wanneer de politie opeens optreedt, krijgen ze te horen dat hun winkel gesloopt wordt voor de nieuwe plannen van de stad.

Taken

 Chai thee maken

 Bestelling klaarzetten en de prijs berekenen

 Winkel inrichten en klanten bedienen

Recyclageatelier

Water- problematiek Recyclerend India

Arbeids- omstandigheden

Migratie

In het recyclageatelier komen Nirmal en seizonsarbeiders Nalini en Maryam in aanraking met hun slechte arbeidsomstandigheden. Ze hebben handschoenen en een masker nodig om het afval te recycleren maar deze hebben ze niet gekregen van hun baas. Dit onrecht trachten ze aan te klagen bij Venkatesh, de ambtenaar. Ze moeten afval sorteren dat vervolgens getransporteerd wordt naar andere landen om er bijvoorbeeld fleece en isolatiemateriaal van te maken.

Daarnaast hebben ze water nodig, maar dat is er niet voldoende in Dharavi doordat het water na een bepaalde tijd afgesloten wordt.

Taken

 Allerlei afval sorteren en wegen

 De straat opruimen

 Probleem van slechte werkomstandigheden trachten aan te pakken

Pottenbakkerij

Pottenbakkers Wonen Relatie man-

vrouw Migratie

Religie

Pottenbakker is een ambacht dat veel voorkomt in Dharavi.

Mukesh komt van het platteland en is net 18 geworden, hij wil een goede job in de stad en besluit bij zijn nonkel te verblijven.

Kumar en Mukesh werken in de pottenbakkerij. De vrouw van Kumar, Danika, doet het huishouden. Dit benadrukt opnieuw de relatie tussen man en vrouw. Ook de woonproblematiek komt aan bod, omdat de pottenbakkerij en de woning plaats

(12)

12 moeten ruimen voor een sanitair blok.

Taken

 Antwoorden op mails met berekening

 Bestellingen maken

 Diya’s maken en verkopen

 Puja houden

 Huishouden en boodschappen

SPARC

SPARC Migratie

Wonen

SPARC is een sociale organisatie waar de maatschappelijk werkers Jim en Sheela tewerkgesteld zijn. Zij moeten de inwoners van de stad informeren over wie ze zijn en wat ze doen. Dit doen ze aan de hand van een PowerPoint. Ze zijn intermediair tussen de inwoners en de autoriteiten. Jim en Sheela komen in aanraking met de verschillende problematieken van de bewoners van de stad.

Taken

 Interviews afnemen bij de bewoners van de stad

 Iedereen informeren over het infomoment

 Huizen opmeten

 Opzoekingswerk doen over de problemen in de wijk

Thema’s van het inleefatelier Hoofdthema: stadsontwikkeling Migratie

Door de toenemende migratie is Mumbai een druk bevolkte stad. Deze toenemende migratie heeft een effect op de ‘leefbaarheid’ van de stad (slums, werkgelegenheid…).

 54% van de bevolking leeft in slums. Deze bezetten 8% van de oppervlakte van Mumbai. De helft van deze mensen heeft geen goede toegang tot toiletten.

 De mensen die in Mumbai aankomen, komen eerder uit de noordelijke staten. De migranten uit de zuidelijke staten blijven eerder hangen in Bangalore en Hyderabad.

De migratie die we trachten te benadrukken in het atelier is voornamelijk de plattelandsvlucht.

Miljoenen mensen stromen vanuit het platteland naar de sloppenwijken rond de steden, op zoek naar een beter leven. Er zijn diverse oorzaken van de plattelandsvlucht. Ten eerste zijn er heel wat rijstboeren, maar rijst brengt steeds minder op voor de boeren, dus enkel daarvan leven lukt niet meer. Eén van de belangrijkste is de waterschaarste in sommige regio’s en de onvoorspelbaarheid van de moesson. Niet iedereen wordt hierdoor op dezelfde manier getroffen. Het zijn vooral de kleine boeren, zonder kapitaal voor een elektrische waterpomp en een uitgebreid irrigatiesysteem, die het eerst slachtoffer worden van droogte. De rivieren en meren raken meer vervuild door de oprukkende industrie, waardoor die waterreserves niet langer geschikt zijn als drinkwater. De intensieve landbouw gebruikt teveel water. In de steden wordt veel water verspild omdat de prijs te laag is en de mensen zich niet bewust zijn van het risico van watertekorten (zie ook thema waterproblemen).

Daarnaast zijn boeren ook steeds meer afhankelijk geworden van grote bedrijven, zoals Monsanto.

90% van de katoenteelt is met ggo-zaden van Monsanto. Er zijn verschillende regio’s waar je enkel hun zaden kan kopen. Dat moet elk jaar opnieuw gebeuren, samen met de steeds duurder wordende pesticiden. Boeren steken zich hiervoor in de schulden. Sinds de komst van gemanipuleerd katoen, is

(13)

13 de kwantiteit gedaald en geraken boeren nog meer in de schulden. Er pleegt bijna elke 37 minuten een boer zelfmoord in India. De documentairefilm ‘Bitter Seeds’ gaat over de link tussen de zelfmoorden en de rol van Monsanto.

Maar ook migratie naar het buitenland blijft een bekend fenomeen in India. Dit doen ze vaak om een betere job te vinden.

In het atelier verhuist een gezin landbouwers omdat ze alles moesten verkopen na slechte oogsten;

wil een Britse actrice worden in Bollywood; hoopt een jongen te sparen om te studeren; is een dokter gevlucht uit Pakistan; krijgt een journalist een jobaanbieding; wil een fruitverkoper zijn

‘verloren’ winkel in Mumbai oprichten, verhuist iemand voor de liefde; zijn er twee seizoenarbeiders die tijdelijk in Mumbai zullen werken. In het atelier laten we het verschil voelen tussen migrant en Mumbaikar doordat migranten op het vliegtuig blijven en dus later aan de werkopdracht beginnen.

Mumbaikars hebben tegen dan de tijd gehad Mumbai te verkennen, de werkplek te verkennen en kregen ook extra uitleg over de stad. Migranten komen later toe en worden aangemoedigd beleefd te zijn zodat er een positief beeld is van nieuwkomers.

Economie

Mumbai kent een economisch succes doordat er migranten aanwezig zijn in de stad Migratie is zinvol want ze vullen de goedkope jobs en job zonder diploma in. Migranten wonen niet allemaal in

Dharavi- heel wat mensen wonen ook in de ‘stadsrand’ (Navi Mumbai – Thane – Kalyan). Migratie en de resulterende slums zijn onvermijdelijk, want steden zullen altijd mensen aantrekken voor betere economische kansen. Het is nodig dat deze problematiek vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd (bv duurzame plattelandsbedrijven, betaalbare woonplaatsen voorzien in de stad…).

Sectoren Landbouw

India legt goede groeicijfers voor in de economie, maar de landbouwsector lijkt geen voordeel te kunnen halen uit deze situatie. Ze lijdt onder grote tekorten en blijft te sterk afhankelijk van de jaarlijkse moesson, het regenseizoen tussen juni en september. Vele boeren hebben geen eigen land, maar huren grond van een grootgrondbezitter of werken als landarbeider op zijn velden.

Een van de problemen die zich de laatste jaren op het platteland voordoet is de pink bollworm. Het is een mot waarvan de larve zich in katoenbollen nestelt en het schaadt. De geïrrigeerde landbouw zorgt ervoor dat men vroeger kan beginnen planen, maar hierdoor valt de teeltcyclus samen met de levenscyclus van de mot. Niet-geïrrigeerde landbouw heeft dit probleem niet. Dit heeft als gevolg dat er heel wat schulden zijn door GGO’s.

Onder de zelfmoordcijfers is 10% boer en daarvan is het grootste deel katoenboer. De documentaire

‘Bitter Seeds’ sluit hierbij aan. Het gaat over hoe Monsanto valse beloftes promoot zoals hoge Groene

evolutie in landbouw:

nieuwe zaden en technieken

Monsanto introduceert

genetisch gemodificeerde

katoenplanten in 2002 als reactie op pink

bollworm

Monsanto bezit 95%

katoenzaadmarkt.

Prijs van 8rp naar 3600 rp per kg

zaaigoed.

+ nieuwe pesticiden tegen

nieuwe problemen

Boeren gaan lening aan,

hebben wisselvallige

resultaten en maken schulden.

Elk uur pleegt een katoenboer

zelfmoord

(14)

14 opbrengst en volledig insectvrij. Maar de boeren krijgen toch slechte resultaten. Bovendien krijgen hun planten met andere insecten te maken en moeten ze naast dure zaden, dan ook dure pesticiden kopen.

Multinational Monsanto is trouwens de enige aanbieder en er is dus geen concurrentie! Landen als India zien enkel hun geld en mooie praatjes. Ze zorgen echter voor verkeerde technologie op de verkeerde plek. Bijvoorbeeld: kunstmest is goed, maar vraagt veel water, en dat terwijl er in India een watertekort is.Er is steeds meer druk van buitenaf, vooral op overheden om hun boeren te beschermen en meer kennis te investeren in hoe boeren meest productief kunnen zijn (zie ook migratie).

Industrie

Kort na de onafhankelijkheid heeft India zich ontwikkeld als een echte industriestaat. De overheid voerde een beleid dat gericht was op zelfvoorziening om een maximale onafhankelijkheid tegenover het buitenland te verwerven. De voorrang werd gegeven aan zware industrieën die nodig waren voor de economische opbouw van het land: hoogovens, staalfabrieken, olieraffinaderijen, elektrisch centrales, kernreactoren…

Mede hierdoor behoort India vandaag tot de top tien van de grootste industrielanden ter wereld. Het beschikt bovendien over het derde potentieel van technici en wetenschapslui ter wereld. Op straat rijden stoere auto’s van Indiaas fabricaat (Tata). India produceert zijn eigen wapens, tractoren, jeeps, vrachtwagens, televisies, computerchips, gsm’s enz. Ook de elektriciteitsproductie vanaf stuwdammen over turbines en kabels tot lampen zijn 100% ‘made in India’.

Sinds de liberalisering in 1991 vinden ook buitenlandse bedrijven de weg naar India. Velen plaatsen een deel van de productie van hun goederen over naar India. De lonen zijn er lager en je vindt er veel hooggeschoolde werknemers. Zo hebben de Belgische bedrijven Bekaert, Delcredere, KBC en Tractebel vestigingen in India. Veel buitenlandse bedrijven sluiten ook belangrijke samenwerkingsovereenkomsten af met de Indiase overheid of met de privésector.

Maar ook de Indiase bedrijven investeren ver buiten hun landsgrenzen. Momenteel investeren er meer Indiase bedrijven in België, dan Belgische bedrijven in India. Zo werden bijvoorbeeld de Belgische staalbedrijven Cockerill Sambre en Sidmar overgenomen door het Indiase Arcelor Mittal.

De meest rendabele industrietakken in India zijn de textielindustrie, de chemische industrie, de software-industrie en de staalindustrie.

Diensten

De dienstensector maakt in India 55% van het BNP uit. Hieronder vallen dienstverlenende activiteiten zoals de horeca, het toerisme, de callcenters, telecommunicatie, bank- en financiewezen, immobiliën, enz.

Straatverkoop in India

Door de globalisering is kleinhandel één van de meest groeiende sectoren in India waaronder straatverkoop. Straatverkoop is één van de gemakkelijkste manieren om te overleven en wijdverspreid in de stedelijke sector. De laatste jaren is het aantal werknemers in de informele sector sterk gestegen in India en is Mumbai getuige van het hoogst aantal straatverkopers in India.

Straatverkoop wordt door de Indiase overheid als illegaal beschouwd. Hierdoor kunnen straatverkopers niet terugvallen op kredieten van bijvoorbeeld banken, verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen. Zo zijn straatverkopers afhankelijk van geldschieters. Onderzoek toont aan dat straatverkopers niet enkel geld lenen voor hun economische activiteit, maar ook voor hun sociale bescherming tegen een hoge rente (5-10% per maand). Dit kan leiden tot een schuldenberg. Verder moeten straatverkopers extreme uren (14 à 18 uren) kloppen. Er is geen veiligheid, noch

(15)

15 bescherming op hun werkplaats aangezien ze geconfronteerd worden met constante pesterijen van lokale autoriteiten zoals de politie.

In het atelier vertalen we deze straatverkoop in het verkopen van religiespullen en het verkopen van fruit en verse limca (limonade). De politie verwijst hiernaar als zij de stoepwoning en de pottenbakkerij komt afbreken.

Nochtans spelen straatverkopers een dynamische rol binnen de stedelijke economie. Ze voorzien noodzakelijke items die betaalbaar zijn voor huishoudens met een gemiddeld inkomen. Ze helpen ook kleinschalige industrieën groeien door hun producten te verkopen. Ze steunen dus de stedelijke economie in termen van het scheppen van werkgelegenheid en inkomen, en het verlenen van diensten aan anderen.

Er zijn vakbonden en organisaties die straatverkopers proberen te organiseren door hen te voorzien van sociale bescherming en betrouwbare leningen. Daarnaast werd in 2014 de Street Vendors Act bekrachtigd door het Indiaas parlement. Deze wet wil dat stadsbesturen verkoopzones aanwijzen waar straatverkopers veilig en beschermd handel kunnen drijven. Helaas zijn er weinig stadsbesturen die deze wet naleven.

Uitdagingen

India moet dringend werk maken van het uitbouwen van een betere infrastructuur en de strijd tegen corruptie als het zijn economische groei wil verderzetten. Ook het verminderen van de zware bureaucratie en het opleiden van arbeiders zijn nodig om de economie stabiel te houden.

De grootste uitdaging zal erin bestaan de gegenereerde rijkdommen ten goede te laten komen van de miljoenen armen. Investeringen in een performantere landbouw, het herbekijken van de strikte landwetten en het toegankelijk maken van lager en middelbaar onderwijs voor iedereen kunnen hiervoor stapstenen zijn.

Economische prognoses van India

In de volgende jaren zullen zich belangrijke opportuniteiten voordoen voor India omwille van een hoge economische groei, een steeds groter wordende middenklasse en enkele belangrijke sociale hervormingen. Het land heeft een heel aantal troeven:

 Het ondernemen zit er bij vele Indiërs ingebakken

 Ongeveer de helft van de bevolking is onder 25 jaar en velen hebben een degelijke opleiding genoten

 Een groot gedeelde van de bevolking is arm, dus het groeipotentieel is enorm

 Heel wat Indiërs spreken vloeiend Engels, wat voordelig is tijdens het zaken doen Maatschappelijk verantwoord ondernemen

De economie groeit sterk in India. Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt daarbij steeds meer als onderdeel van een bedrijf gezien.

Probleem:

 25% van de bevolking leeft onder de armoedegrens, vooral minderheidsgroepen zoals kastelozen en vrouwen.

 Meesten werken in informele sector  geen sociale bescherming

 Industrie neemt regelgeving rond vervuiling niet nauw België en Nederland hebben zelf ook bedrijven die investeren in India.

(16)

16

Vervoer

Ook moet er aandacht uitgaan naar het vervoer in Mumbai. Er is nood aan een goeie sociale infrastructuur. De spoorweg is zeer efficiënt, maar er gebeuren wel veel ongevallen. De monorail kost veel geld en vraagt veel ruimte door de constructies.

Trein

Het Indiase spoorwegsysteem is het grootste van Azië en het op één na langste ter wereld. Reizen met de trein is relatief goedkoop. Er bestaan echter wel veel gradaties van comfort. Bovendien kunnen treinen al snel uitverkocht zijn, of je komt in situaties terecht waar je moet vechten voor een plekje. Vooraf je goed inlezen over het treinvervoer in India is daarom zeker aan te raden.

Treinverkeer in India

De Indiase spoorweg werd gestart tijdens Brits-Indië. Er is meer dan 61.000 km aan spoorlijnen, meer dan 7000 stations en meer dan 11.000 locomotieven. Het Indiase treinverkeer wordt georganiseerd door Indian Railways, een overheidsbedrijf. Reizen met de trein in India is een groot avontuur, ze zitten vaak vol, wat voor erg veel drukte zorgt. Alles moet ook vlot gaan. Een passagierstrein bestaat uit verschillende compartimenten van verschillende klassen. Er zijn ook aparte rijtuigen voor dames en heren.

Het grote voordeel van reizen met de trein in India is dat het spotgoedkoop is. Tickets voor een enkele rit zijn verkrijgbaar vanaf 10 roepie (ongeveer 13 cent). De meeste mensen van de lokale bevolking reizen met de tweede klasse, want deze tickets zijn vaak de goedkoopste, maar daardoor zit deze klas bijna altijd vol. Wanneer je ervoor kiest om iets comfortabeler te reizen, dan betaal je ook veel meer geld. Op het uitgestrekt spoorwegnet van India komen heel wat mensen om het leven bij het oversteken op de onbeveiligde overwegen of over de bijna overal toegankelijke rails. Alleen al in de miljoenenstad Mumbai vallen per jaar 6000 doden.

In het atelier is de stationschef verantwoordelijk voor de trein. Hij zorgt er voor dat iedereen een ticket koopt en veilig reist met de trein. Hij mag echter maar 10% houden van deze ticketverkoop, de rest gaat naar stad Mumbai. Om wat meer te verdienen baat hij nog een stationswinkel uit.

Bus

Bussen variëren per staat, maar op de belangrijkste routes kunt u meestal een keuze maken tussen gewone, express, semi-luxe, deluxe airconditioning en zelf deluxe slaapbussen. Naast de private busbedrijven rijden op de belangrijke routes ook vaak overheidsbussen.

In India rijden er in het zuiden vaak goede express bussen tussen grote steden. Het voordeel van met de bus reizen is dat het in India soms erg lastig kan zijn om een treinkaartje te krijgen. In het noorden van India kan je wel beter met de trein reizen, hoewel de bussen daar ook steeds beter worden.

Auto

Particuliere voertuigen maken 30% uit van het totale verkeer in de stedelijke gebieden van India.

Dagelijks worden bijna 1000 nieuwe voertuigen geregistreerd. Het overgrote deel van Indiërs is echter aangewezen op andere middelen van vervoer.

Fietsen

Fietsen is een veelgebruikte vorm van vervoer. India is de op een na grootste producent van fietsen wereldwijd. In 2005 bezat meer dan 50% van de Indiase huishoudens een fiets.

Riksja

De riksja bestaat in verschillende vormen. Er zijn handgetokken riksja’s, fietsriksja’s en

gemotoriseerde riksja’s. Dit is een snelle manier om je binnen een drukke stad te verplaatsen.

(17)

17 Vliegtuig

Binnenlandse vluchten worden meestal verzorgd door de staatsmaatschappij Indian Airlines. Buiten de nationale maatschappij bestaan er in India verschillende privé maatschappijen die binnenlandse vluchten verzorgen. Zij brengen, met hun kleine, maar stevige toestellen, je naar de meest afgelegen uithoeken van India.

Wonen

Heel wat Indiërs wonen in sloppenwijken of stoepwoningen. Dit aantal blijft steeds stijgen. De overheid kan de stedelijke groei niet bijhouden met de bouw van goedkope woningen voor de armere inwoners. Daarnaast komen deze goedkope woningen niet altijd overeen met de behoeften van de stadsbewoners. Ze liggen vaak in afgelegen buitenwijken of ver weg van de inwoners hun werk. Stoepwoningen worden vaak opgebouwd uit bouwafval of andere materialen die mensen kunnen vinden op straat. Armoede is een van de grootste redenenwaarom inwoners geen woning kunnen krijgen, dus is een stoepwoning vaak de oplossing. Er zijn echter ook steeds meer mensen die niet in armoede leven, maar wel voor zo’n woning kiezen door de hoge huurprijzen.

Leven in een sloppenwijk draagt heel wat problemen met zich mee. De sloppenwijken zijn onveilig, overbevolkt, er is een slechte drinkwatervoorziening en hygiëne en er is een gebrek aan riolering daarnaast zijn de wijken illegaal en worden ze soms met de vlakte gelijk gemaakt door de overheid.

The Dharavi Development Plan

De grote bevolkingsgroei en de plattelandsvlucht doen de druk op de steden groeien. In Mumbai bijvoorbeeld komen elke dag duizenden nieuwe migranten toe, op zoek naar een beter bestaan. De meeste van hen komen in slums, sloppenwijken of op de stoep terecht. Mumbai leefbaar houden voor al zijn inwoners is een gigantische uitdaging.

Veertig jaar geleden lag Dharavi aan de rand van Mumbai. Nu ligt de sloppenwijk in het hart van de stad. Mensen wonen er vaak in piepkleine huizen, de daken zijn van golfplaat en de muren van steen.

Vrijwel ieder huishouden beschikt over stroom en een televisie. In de winkeltjes is alles te koop, van thee en kruiden tot computers en juwelen. De vele bedrijven en thuisateliers zorgen voor een indrukwekkende omzet van zo’n 650 miljoen per jaar.

In 2014 besliste de toenmalige deelstaatpremier Vilasrao Deshmukh om Mumbai in een periode van 10 tot 15 jaar om te toveren tot een stad van wereldallure. De strategie om dit te doen werd

uitgetekend in samenwerking met niet-gouvernementele organisaties, bedrijven en overheden en werd het Vison Mumbai project genoemd. De krijtlijnen voor het plan bevinden zich op twee fronten:

de economische groei van de stad aanwakkeren en de levenskwaliteit in de stad verbeteren.

De economische groei wil men bewerkstelligen door de wijde omgeving van Mumbai aantrekkelijker te maken voor investeerders. De infrastructuur van de stad moet daarvoor dringend vernieuwd worden, de haven Nava Sheva kan worden uitgebreid en de capaciteit van de autowegen en de spoorwegen kan worden verhoogd. In Mumbai nemen 5,5 miljoen pendelaars dagelijks de trein.

Tijdens de spits vervoeren de treinen drie maal de toegestane capaciteit reizigers.

Ook de hoge taksen moeten omlaag, bijvoorbeeld door het creëren van een Speciale Economische Zone rond Mumbai. In die zone betalen bedrijven geen belastingen en gelden de arbeidswetten niet.

Men hoopt een half miljoen extra jobs te creëren. Dit kan door het uitbouwen van de financiële sector, de gezondheidszorg en toerisme. Bovendien wil men van Mumbai ook een echt commercieel centrum maken, met supermarkten en grote winkelcentra voor de groeiende stedelijke

middenklasse.

(18)

18 Op het vlak van de levenskwaliteit zijn de grootste zorgen voor de stad Mumbai de beschikbaarheid van drinkwater en van betaalbare woningen. De vastgoedprijzen in de stad zijn even hoog als in New York en Hong Kong, maar de kwaliteit niet.

Het masterplan voor de herontwikkeling van Dharavi wil van de sloppenwijk een middenklassewijk maken. Dharavi ligt namelijk op een centrale locatie dichtbij het nieuwe luxueuze zakendistrict Bandra Kurla complex en ligt tussen twee spoorlijnen. Deze locatie is veel geld waard en dat wil de overheid verzilveren. Projectontwikkelaars kunnen zich hiervoor kandidaat stellen. Voor elke

vierkante meter sloppenwijkbewoning mogen er 1,33 vierkante meter luxe appartementen gebouwd worden. Het gehoopte eindresultaat is een gemengde woonwijk met publieke voorzieningen als scholen, een ziekenhuis en politiebureau. De inwoners van Dharvi krijgen per huishouden een

appartementsruimte van 21m2 met eigen sanitair. In de sloppenwijk hebben de meeste mensen geen eigen sanitair en moeten ze gebruik maken van publieke toiletten.

Naast de plannen in Dharavi zijn er ook in de andere wijken plannen. In het inleefatelier vertellen we dat nieuwe voorzieningen als scholen, ziekenhuizen en winkelcentra, gebouwd zullen worden in Bandra. Hiervoor zullen er wel woon- en werkplaatsen moeten wijken.

Onder druk van alle geplande stadsvernieuwings- en infrastructuurwerken, dreigen steeds meer stoep- en slumbewoners uit hun huizen te worden gezet. De deelstaatregering hoopt in 10 jaar tijd 1,1 miljoen nieuwe woningen te bouwen: 0,8 miljoen voor de herhuisvesting van de onteigende Mumbaikars en nog eens 0,3 miljoen om een antwoord te bieden op de groeiende vraag naar woningen door de grote migratiestroom in de stad.

De herhuisvestingsprojecten zijn een complexe materie en brengen heel wat moeilijkheden met zich mee. Eerst zouden de bewoners van de sloppenwijken een gratis nieuwe woning krijgen.

Ondertussen is er beslist dat de overheid het land voor de nieuwe huizen gratis ter beschikking stelt, maar dat de bouwkosten voor rekening van de onteigende slumbewoners zijn ze worden ook geen eigenaar van de grond, maar krijgen voor een bepaalde periode (bv. 35 jaar) gebruiksrecht op het stuk land.

Ten tweede krijgen enkel de mensen die kunnen bewijzen dat ze voor 1996 op die plaats woonden een nieuwe woonst. Wie geen eigenaar is en een woning huurt, of een kamer in een woning, moet verhuizen, maar kan geen aanspraak maken op een nieuw onderkomen.

De gronden waarop slums als bijvoorbeeld Dharavi zich bevinden zijn vaak aantrekkelijk gelegen voor de bouw van winkelcentra, kantoorgebouwen of luxeappartementen. Er worden dus niet altijd op dezelfde plaats waar de slums werden gesloopt betere woonvoorzieningen gebouwd voor de armere bevolking. Appartementen waar de slumbewoners opnieuw ondergebracht worden, liggen meestal ver van het centrum waar zij hun job hebben. Wonen en werken zijn in de slums bovendien vaak verwen. Mensen wonen boven hun naaiatelier of hebben in hun woning een winkeltje. Als ze een nieuw appartement krijgen toegewezen is daar geen plaats voor en verliezen ze hun job.

Ook op het gebied van infrastructuur is er in de slums nog heel vaak werk aan de winkel. De meeste slumwoningen beschikken niet over sanitaire voorzieningen. De inwoners zijn afhankelijk van de gemeenschappelijke sanitaire blokken die her en der worden opgetrokken, maar daarvan zijn er te weinig. Vaak is watertoevoer in grote delen van de slums onbestaand of onvoldoende, zeker in droge periodes. Mensen zijn dan afhankelijk van water dat met watertanks wordt aangevoerd en waarvoor ze veel geld moeten betalen. Een handvol “slumkings” wanen zich heer en meester over het gebied en hebben van armoede een business gemaakt. Zij vragen onmetelijk hoge huurprijzen en regelen de elektriciteits- en watertoevoer voor woekerprijzen. In Dharavi kost een kubieke meter zuiver water 1,12 dollar, in een chiquere wijk betaal je daarvoor slechts 0,3 dollar.

(19)

19 Samen met organisaties als de Society for the Promotion of Area Ressaurce Centers (SPARC) of de National Slumdwellers Federation (NSF) proberen de slumbewoners hun stem te laten horen. Door zich te organiseren als groep, proberen ze invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Via protestacties en dialoog proberen ze bijvoorbeeld sanitaire voorzieningen en wateraansluitingen te verkrijgen in bestaande wijken. Ze oefenen ook druk uit zodat er voldoende land ter beschikking wordt gesteld voor de huisvestingsprojecten. SPARC zet bijvoorbeeld spaarprogramma’s op zodat gemeenschappen samen een spaarpot kunnen aanleggen. Het bijeen gespaarde geld kunnen ze gebruiken voor dringende uitgaven in gezondheid of onderwijs of ze kunnen sparen voor het bekostigen van hun woning op het stuk land dat ze toegewezen krijgen.

Essentieel voor deze organisaties is dat de inwoners zichzelf organiseren en op zoek gaan naar oplossingen voor de problemen die zich voordoen. Zij weten immers het beste welke oplossingen voor hen het meest haalbaar zijn, zowel financieel als praktisch. Als de overheid projecten zelf uitvoert, blijkt vaak dat ze niet inspelen op de werkelijke noden van de armste.

Een ander essentieel onderdeel van de werking van SPARC en NSF in het uitwisselen van ervaringen tussen inwoners van verschillende slums. Op die manier kunnen de leden leren van elkaar en wordt er heel wat expertise opgebouwd.

Tot nu toe werd er weinig rekening gehouden met wat de inwoners in Dharavi doen, wat ze hebben opgebouwd en wat hen interesseert. Normaalgezien moeten 70% van de inwoners akkoord gaan, maar dit is niet nodig omdat het plan onderdeel is van een ruimer, reeds goedgekeurd plan. Het enige wat men moet doen is de inwoners een maand geven om hun klachten te laten registreren.

National Domestic Workers Movement (NDWM)

Domestic workers of huisarbeiders, zijn huispersoneel die allerlei taken op zich nemen.

Huishoudspersoneel wordt gestigmatiseerd omwille van hun werk dat als laag, vuil en ondergeschikt wordt beschouwd. Het gaat meestal om meisjes afkomstig uit arme families van inheemse

gemeenschappen op het platteland. Hun slechte levensomstandigheden zetten hen ertoe aan om op zoek te gaan naar een eter leven in de stad, waar ze denken geld te kunnen verdienen en zo hun families kunnen helpen. Meestal worden ze ‘verkocht’ aan mensenhandelaars. Die geven de families een financiële compensatie of beloven geld zodra hun dochter aan het werk is.

Inwonend huispersoneel is permanent beschikbaar voor de werkgevers, ze kan het huis niet verlaten en krijgt geen vakantie. Ze leven geïsoleerd van hun familie. Niet-inwonend huispersoneel betreft meestal lokale vrouwen of migranten die in sloppenwijken wonen. Huishoudpersoneel heeft geen werkzekerheid en kan ontslagen worden naargelang de grillen van hun werkgevers. Ze zijn

voortdurend kwetsbaar voor verbale, fysieke en seksuele intimidatie en kunnen nergens terecht om te klagen over slechte behandeling.

De National Domestic Workers Movement werd opgericht door de Belgische zuster Jeanne Devos en komt sinds 1985 op voor de rechten van vrouwen, migranten en kinderen in domestic work. Sinds heden kent de organisatie bijna 200.000 leden en zijn ze actief in 17 deelstaten in India. De NDWM wil een rechtvaardige samenleving voor alle domestic workers, waarin ze worden behandeld met waardigheid en gerechtigheid. Ze streven ook naar een samenleving waarin kinderen kunnen genieten van langdurig onderwijs en een betere jeugd. De voorbije jaren heeft de NDWM

verschillende doelen bereikt, maar ze blijven doorgaan totdat domestic work erkend wordt als een volwaardige arbeid. De doelstellingen op een rijtje:

 Bevordering van waardige en veilige werkcondities

 Bescherming tegen schending van hun rechten

 Capaciteitsopbouw en empowerment

 Bevordering van sociale bescherming

(20)

20

 Bevordering van veilige migratie en preventie om gedwongen arbeid tegen te gaan

 Bevordering van de Child Rights Movement (CRM) om empowerment en kinderparticipatie te bevorderen bij de beslissing over leerlingen in domestic work

 Crisisinterventie in reïntegratieprogramma’s voor slachtoffers van misbruik

 Netwerken en lobbyen op zowel lokaal, nationaal, als internationaal niveau voor politieke en wettelijke inclusie

 Bevordering van het publieke bewustzijn opdat huisarbeiders een betere (h)erkenning genieten binnen de samenleving

De domestic workers worden door de NDWM regelmatig samengebracht. Ze kunnen er hun ervaringen delen met elkaar de bijeenkomsten worden ook gebruikt om hen bewust te maken van hun rechten (als vrouw en als arbeidster), wettelijke bepalingen en verantwoordelijkheden. Ze leren hoe ze meer efficiënt kunnen zijn in hun job en meer zelfvertrouwen kunnen krijgen. Ze worden empowered om samen ten vechten voor hun rechten wanneer ze problemen hebben met hun werkgevers.

Er zijn ook successen. Daar waar huisarbeiders vroeger 7/7, dag én nacht, ter beschikking moesten staan van hun werkgevers, wordt nu in vele gevallen een maximum aantal werkuren en een minimumloon vastgelegd.

In de Bollywoodstudio in het atelier komen de leerlingen ook in contact met deze organisatie. Zij moeten een goed doel, waaronder deze organisatie, kiezen om te promoten naar de buitenwereld toe. Hun hoge aanzien kan mensen aanzetten dingen te steunen of te ondernemen.

Bollywood

Mumbai werd vroeger Bombay genoemd. Bollywood is een zinspeling op Hollywood en Bombay. Het is het centrum ven de bloeiende Indiase filmindustrie. In de verschillende Indiase talen worden elk jaar zo’n duizend films geproduceerd, drie keer zoveel als in Hollywood. Er worden ook films gemaakt in andere steden zoals Kolkata, die naar analogie van Bollywood, Kollywoodfilms worden genoemd.

De Indiase filmindustrie stelt zo’n zes miljoen mensen tewerk en haalt jaarlijks zo’n 2 tot 2,5 miljard omzet. Film is in India de populairste vorm van vermaak. Elke dag gaan 23 miljoen Indiërs naar de bioscoop. Afgaande op het gemiddeld uurloon in India, moeten Indiërs slechts 16 minuten werken om een cinematicket te betalen. Belgen moeten daarvoor gemiddeld 30 minuten werken.

Wie een cinematicket koopt, wil even aan de werkelijkheid ontsnappen. De Bollywoodfilms zijn veelal musicals en masala. Masala wil zegen dat het een mengelmoes is van verschillende genres:

komedie, actie, romantiek, thriller … bijna alles kan, toch wat de verhaallijnen betreft, maar niet alles wordt expliciet in beeld gebracht. Bollywoodfilms bevatten nauwelijks kusscènes en al zeker geen seksscènes. Al is dit de laatste jaren, onder invloed van tv-series en films uit het Westen, aan het veranderen. We zien een nieuwe generatie filmmakers verschijnen die meer gedurfde en gevoelige onderwerpen aansnijden zoals homoseksualiteit, kindermishandeling, prostitutie en

draagmoederschap. Verder wordt de casting internationaler en worden Bollywoodfilms af en toe in de Benelux gedraaid. Sommige bekende acteurs durven vaak opkomen voor het onrecht in India. In het atelier kunnen de Bollywoodacteurs/actrices een stuk naspelen uit de film PK. De film vertel het verhaal van een buitenaards wezen dat niet terug kan naar zijn planeet omdat hij zijn zender verloren is. Hij leert zich te mengen onder de mensen en via ontmoetingen komt hij zo in Delhi. Op

humoristische wijze worden diverse aspecten van de menselijke samenleving bekritiseerd. Vooral uiterlijkheden en misstanden van religie, alsmede de traditionele haat van veel hindoes ten aanzien van Pakistani worden zo kritisch behandeld. Een deel van de film werd gefilmd op locaties in Brugge.

Naast de filmindustrie hebben ook de radio en de tv in de laatste decennia een enorme vlucht genomen in India. Amerikaanse en Britse series verschijnen op de Indiase buis en eigen series

(21)

21 worden nagemaakt, zoals bijvoorbeeld een Hindi versie van ‘Friends’. Tot slot heeft India zijn eigen muziekzenders waaronder MTV India.

Divalifeest

Divali, ook wel Deepavali, Diwali of Deevali genoemd, is één van de belangrijkste feesten in het Hindoeïsme. Het woord is afgeleid van het Sanskriet dipavali, dat een rij lichtjes betekent. Divali is dan ook bekend als het Lichtjesfeest. Na zonsondergang worden lichtjes aangestoken op het huis en op de erven. De hele nacht branden er diya’s. Dat zijn aarden schoteltjes met geklaarde boter als brandstof en een katoenen pitje. Verder zijn er ook kaarsen, fakkels, elektrische lichtjes en wordt er zelf vuurwerk afgeschoten. Dit allemaal zodat de godin Lakshmi het huis goed kan vinden. De godin Lakshmi staat centraal tijdens Divali. Lakshmi onderhoudt levens en staat voor alles wat hindoes beschouwen als rijkdom: gezondheid, voedsel, schoonheid en kennis.

Divali wordt symbolisch bedoeld als ‘de overwinning van het goede over het kwade, de overwinning van het licht over de duisternis, de overwinning van de gelukzaligheid over de onwetendheid’. Divali is het enige feest dat heel India verenigt. Divali werd daarom als eindfeest van het atelier gekozen.

Het is een moment om samen te zijn, hopend dat de solidaire acties van de leerlingen in het atelier het winnen van de plannen van de burgemeester. Aan de tempel van Ganesha beginnen we het feest met een puja (gebed). Ganesha is de god van kennis en wijsheid. Ganesha neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. De hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen. In het inleefatelier zijn niet alle leerlingen Hindu, maar Divali verenigt iedereen, dus nodigen we alle leerlingen uit om de puja mee te volgen.

Divali duurt maar liefst 5 dagen en kent verschillende rituelen. Zo horen de mensen én hun huizen rein te zijn tijdens Divali. Dat wil zeggen zuiver en schoon. Hindoes vasten op de vijfde dag van Divali.

Dat wil zeggen dat men geen vlees, ei(producten) of ander voedsel eet waarvoor dieren lijden, worden gebruikt of voor worden gedood.

Tijdens het feest wordt veel traditionele zoetigheid gemaakt en rondgedeeld. Divali viert men gewoonlijk in huiselijke kring, maar ook in de Mandir (Hindoe gebedshuis) wordt tijdens Divali een dienst gehouden. Tijdens de derde dag wenst men elkaar Shubh Divali, wat Gelukkig Lichtjesfeest betekent.

Indiase media

Als we de oplagecijfers van kranten wereldwijd vergelijken, is India één van de grootste en snelst groeiende krantenmarkten. Deze groei is onder andere te wijten aan de toenemende alfabetisering en technologisering van de Indiase samenleving.

De groeicijfers van de Indiase kranten zeggen uiteraard weinig over de kwaliteit die ze bieden. In de jaren ‘80 begon de commercialisering van de Indiase kranten. Ondertussen hebben infotainment, entertainment en roddels hun plaats in de Indiase media verworven. Zo was de Times of India een van de eerste kranten met een glossy supplement over beroemdheden, mode en lifestyle. De Indiase journalistiek krijgt ook de kritiek weinig verslag te geven van sociale kwesties als armoede en watertekort. Tot slot heeft de sterke commercialisering geleid tot het fenomeen paid news, waarbij politici en zakenlui nieuwspagina’s opkopen om zichzelf in een goed daglicht te brengen.

Maar niet iedereen deelt deze negatieve visie. Volgens sommige mediawatchers is de journalistieke waarde niet gedaald en verwijst men dan vooral naar de opmars van de regionale kranten die het publiek rechtstreeks aanbelangt. Sommige onderzoekers wijzen er op dat het groot aantal kranten de Indiase democratie heeft versterkt. Het zorgt voor een verscheiden aanbod aan informatie dat kan leiden tot een beter geïnformeerd publiek dat meer weloverwogen keuzes maakt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kwaliteit van leven wordt bepaald door de manier waarop iemand de levensdomeinen die voor hem/haar belangrijk zijn, beoordeelt en door de mate waarin iemand zich kan aanpassen aan

De projectcoördinator wonen en leven zorgt via een projectmatige aanpak voor een gedragen visie op wonen en leven binnen onze woonzorgcentra en begeleidt de werkgroepen om

Met geschikte woningen waar mensen zich thuis kunnen voelen en waar mensen voldoende ondersteuning krijgen om mee te kunnen doen en een gezond en zinvol bestaan te kunnen leiden,

Bij stad en OCMW Lier zetten meer dan 600 enthousiaste medewerkers zich elke dag in voor een klantvriendelijke dienstverlening.. Lier staat bekend als een gezellige, bruisende

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede blijft uiteraard ook verder aanspreekbaar voor uitwisselingen en samenwerkingen in functie van de toegang het recht voor

Het Riziv moet bij de beoordeling ook eerst kijken naar de impact van ziektes op de publieke uitgaven en daarna naar hoe vaak de ziekte voorkomt. De respondenten geven dus voorrang

In dit “verhaal uit de Biesbosch“ vertrouwt Albert Megchelsen, de oudste zoon van kooiman Jan Meg- chelsen, zijn herinneringen aan het leven van een kooikersgezin op

In zowel de badkamer als keuken is het mogelijk om toongevende details te kiezen voor uw Diamond Suite. Een luxe, moderne of juiste