• No results found

Uniformiteit versus maatwerk in risicomanagement

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uniformiteit versus maatwerk in risicomanagement"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

iv

SAMENVATTING

Van Hattum en Blankevoort (VHB) is een aannemer in de instructurele sector die landelijk opereert.

Voor alle processen, methodes en werkwijzers die het bedrijf hanteert, heeft het een bedrijfsvoeringsysteem (BVS). Risicomanagement is één van de processen in dit BVS.

Risicomanagement is voor VHB een belangrijk onderdeel van projectmanagement.

Om risicomanagement goed te kunnen uitvoeren, wordt de RISMAN-methode gehanteerd waarmee de belangrijkste risico’s objectief aangewezen kunnen worden. Deze methode is echter intensief en vereist een dynamisch gebruik, omdat continu opnieuw de belangrijkste risico’s in een project vastgesteld moeten worden. Dit maakt dat de methode, en daarmee het gehele

risicomanagementproces zoals het in het BVS beschreven staat, soms lastig uit te voeren is bij kleinere projecten waar maar een beperkt budget voor risicomanagement is gezien de beperkte omvang van het projectmanagementteam.

De doelstelling voor het onderzoek die hieruit voortkomt, luidt als volgt: “Stel vast waar de

toepassingsproblemen liggen bij het huidige risicomanagementproces met betrekking tot de kleinere projecten”. Hieruit volgt ook nog een tweede doelstelling, namelijk: “Stel een vernieuwd

risicomanagementproces op dat goed te implementeren is voor alle projecten waar het BVS van toepassing is”. De centrale onderzoeksvraag die volgt uit deze twee doelen is: “Hoe kan het risicomanagementproces het best ingericht worden in het BVS zodat het goed toe te passen is op kleine projecten, waarbij de uniformiteit en de kwaliteit van het proces behouden blijft?”

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is een analyse van de huidige situatie gemaakt. Daarbij zijn verschillende gebruikers van het huidige risicomanagementproces geïnterviewd. Ook zijn specialisten op het gebied van risicomanagement en het BVS geïnterviewd om een goed beeld te krijgen van waar het probleem ligt. Op basis van deze uitkomsten is een programma van eisen opgesteld voor waar de verbetering plaats moet vinden in het huidige risicomanagementproces. De voornaamste uitkomsten is dat het proces zo veel mogelijk verlicht moet worden. Voorbeelden van hoe dit bereikt kan worden zijn:

- Dit kan bereikt worden door een groot deel van het proces al tijdens de opstartfase uit te voeren, waardoor verlichting onstaat tijdens de realisatiefase.

- Ook kwam naar voren dat het proces beter toepasbaar wordt als per stap in het proces precies uitgelegd wordt wat gebeuren moet. Dit bij voorkeur door middel van een werkinstructie.

- Ook biedt structuur tijdens het indentificeren van de risico’s uitkomst. Als structureel per invalshoek de verschillende risico’s geïndentificeerd worden dan bespaard dit tijd omdat het proces dan sneller afgerond kan worden.

Met behulp van een literatuurstudie is het PvE aangevuld met concrete adviezen voor het risicomanagementproces. Ook is met behulp van een literatuurstudie de basis gelegd voor een risicocategoriëenlijst die gebruikt kan worden tijdens het identificeren van de risico’s.

Op basis van de zojuist gegeven input zijn een vernieuwd risicomanagementproces en een risicocategorieënlijst ontwikkeld. De belangrijkste verbetering in het vernieuwde

risicomanagementproces is dat, zoals aangegeven, meer stappen in de opstartfase plaatsvinden en

dat duidelijk door middel van werkinstructies elke stap individueel toegelicht wordt. Zie het figuur

voor het vernieuwde risicomanagementproces.

(2)

v Nadat het vernieuwde risicomamangementproces ontwikkeld is, is bij de gebruikers gevalideerd of het vernieuwde risicomanagementproces een verbetering is ten opzichte van het bestaande risicomanagementproces.

Afsluitend worden enkele aanbevelingen gedaan over hoe om te gaan met de uitkomsten van de validatie, het vernieuwde risicomanagementproces en de risicocategorieënlijst. Deze aanbevelingen luiden als volgt:

- Probeer de gemaakte aanmerkingen op het risicomanagementproces uit de validatie nog te verwerken in de bijbehorende werkinstucties.

- Behandel het proces uitvoerig in de vakgroep procesbeheersing, zodat scherp en kritisch naar het proces gekeken wordt.

- Test het risicomanagementproces op een klein project (<2 miljoen) en op een iets groter project (+- 10 miljoen), waarbij van opstart- tot opleveringsfase het volledige ontworpen proces doorlopen wordt. Dit om vast te stellen waar mogelijke implementatie problemen liggen.

- Geef training aan de gebruikers van het proces. Laat ze het nut/voordeel van de RISMAN- methode inzien. Ook moet hier aan bod komen hoe eenvoudig het risicomanagementproces project specifiek gemaakt kan worden.

- De risicocategorieënlijst moet meer VHB specifiek gemaakt worden. Dit kan gedaan worden door verder in gesprek te gaan met de gebruikers en te controleren of alle invalshoeken in de lijst staan.

-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen de groep medewerkers met discrepanties is het aandeel vastlopers (medewerkers die wel discrepanties ervaren, maar geen andere baan zoeken) gedaald (van 10,3% naar 8,9%).. 2.4

Die principiële openheid heeft niets met relativisme te maken (alsof alle standpunten even waar of onwaar zijn). Het is heel goed mogelijk om vol te houden dat de waarheid die

Paulus hamert erop: dat er bij God niets is waarvan wij zouden uitgesloten zijn, niets waar wij geen deel zouden aan hebben, samen met het joodse volk.. Ook wij

Burgers aan

Wij mogen komen door wat u deed Help ons aanbidden, O zend Uw Geest Zo dat we zien Heer, Uw grote verlossing En ieder het uitzingt: Dat U het leven schenkt. Heer, maak ons stil

Suicide ideation showed a relationship with low coherence, low self-efficacy, job satisfaction, the area where police officers find themselves, the effect of medical

Thans staat de afdeling klinische chemie van het VUmc aan de vooravond van de in gebruik neming van een mo- dulair analysesysteem, wat ons niet alleen in staat moet stellen om de

Volgens Paul Van Den Berghe, directeur van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, en Wim Distelmans, professor palliatieve geneeskunde (VUB) danken we de goede