• No results found

Charlie, Bataclan en de puinhopen van vrijheid, gelijkheid en broederschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Charlie, Bataclan en de puinhopen van vrijheid, gelijkheid en broederschap"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TEN GELEIDE

Charlie, Bataclan en de puinhopen van vrijheid, gelijkheid en broederschap *

Jeroen ten Voorde

2015 was het jaar van Parijs. Tweemaal was de Franse hoofdstuk het toneel van bloedige aanslagen. Het begon op 7 januari met de slachting van en op de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo. De (digitale) wereld reageerde door zich solidair te verklaren met het tijdschrift, dat velen tot de aanslag niet kenden.

Wij waren Charlie, althans voor enige tijd. Want de aanslag raakte uiteindelijk toch vooral journalisten, satirische tekenaars en critici van de islam die al jaren weten wat de consequenties kunnen zijn van het uitkomen voor een bepaalde mening. De barsten in het protest werden al snel zichtbaar: voor het vrije woord zijn betekent toch niet elk woord moeten toestaan? Wie Charlie Hebdo door dik en dun steunt, moet hij dan ook Marine Le Pen, Geert Wilders en Donald Trump steunen en de soms volstrekt smakeloze, strafbare (?) uitlatingen (op internet) van al dan niet anonieme commentatoren aanvaarden? De consequenties zijn zorgelijk. Wie alles mag zeggen, hoeft niet te luisteren naar kritiek. Als we alles mogen zeggen, hebben we altijd gelijk. De taferelen in Steenbergen, Geldermalsen en in het ‘nepparlement’ geven een beeld van waartoe deze verabsolutering van de vrije meningsuiting leiden kan.

De tweede serie aanslagen, op 13 november, gingen niet over de vrijheid van meningsuiting. Het waren aanslagen die ons in hun ogenschijnlijke willekeur veel dieper raken dan de aanslag op Charlie Hebdo. Kon van de journalisten en teke‐

naars van dat blad misschien nog worden gezegd dat ‘ze het ernaar hadden gemaakt’, dat argument om verder niet meer na te hoeven denken ging na 13 november niet meer op. Die aanslagen troffen het dagelijks leven, waarin we naar voetbalwedstrijden gaan, uit eten gaan en het theater bezoeken. In een reactie op de laatste aanslagen stelde minister-president Rutte dat ‘we’ in oorlog zijn met IS.

De Franse president Hollande mobiliseerde leger en vloot. Die oorlog maakt nieuwe maatregelen kennelijk noodzakelijk teneinde onze vrijheid en veiligheid te beschermen. In Frankrijk is de noodtoestand voor drie maanden (of langer?) afge‐

kondigd, wat een sterke beknotting van fundamentele rechten en vrijheden van burgers, vooral burgers met een bepaalde (religieuze) achtergrond, meebrengt. De

* Prof. mr. dr. Jeroen ten Voorde is universitair hoofddocent Straf(proces)recht aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar Strafrechtsfilosofie (leerstoel Leo Polak) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is tevens redactielid van PROCES.

PROCES 2016 (95) 1

doi: 10.5553/PROCES/016500762016095001001 3

Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor Universiteit Leiden

(2)

Jeroen ten Voorde

verscherpte aanpak van jihadisme in Nederland lijkt veel op de botte bijl.

1

De Ant‐

werpse burgemeester Bart De Weever riep op tot invoering van wetgeving die lijkt op de Amerikaanse Patriot Act. Die wet verhoudt zich niet bepaald goed tot men‐

senrechten. In een noodtoestand of oorlog staan mensenrechten bijna per defini‐

tie op het tweede plan.

Zo levert 2015 een weinig florissant beeld op: een verabsoluteerde vrijheid van meningsuiting die normale politieke en publieke discussie onmogelijk maakt en een sterke beknotting van andere vrijheden om terrorisme te bestrijden. Wat opvalt is dat de personen die het hardst schreeuwen om extra maatregelen tegen terrorisme, de vrijheid van meningsuiting verabsoluteren, terwijl zij er geen moeite mee hebben groepen burgers rechten te ontzeggen omdat zij een bepaalde godsdienst belijden. Wel vrijheid, maar geen gelijkheid, laat staan broederschap.

2

Zo ontstaat het beeld dat het een voor het ander wordt ingeruild. Voor de vrijheid van meningsuiting mag alles wijken. Wat dan wordt vergeten is dat het vrije woord slechts kan gedijen in een samenleving waarin ook andere vrijheden, van godsdienst, privacy en bewegingsvrijheid, daadwerkelijk worden beschermd, ter‐

wijl een democratische rechtsstaat staat of valt bij de garantie van gelijkheid voor de wet. Als de start van een nieuw jaar gepaard moet gaan met goede voorne‐

mens, dan mag het terugvinden van vrijheid, gelijkheid én broederschap er daar één van zijn.

Deze eerste editie van PROCES in 2016 begint met een artikel van Egge Luining over de positie van de strafrechter in het project ‘Modernisering Wetboek van Strafvordering’. De auteur bespreekt de voorgenomen wijzigingen in de positie van de strafrechter in het strafrechtelijk onderzoek en geeft antwoord op de vraag of de volledigheid en evenwichtigheid van het strafrechtelijk onderzoek en de rechtsbescherming van de verdachte voldoende worden gewaarborgd in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering. Aan het slot van zijn bijdrage geeft hij de wetgever enkele aanbevelingen ter verbetering van de voorgenomen wets‐

wijzigingen.

Ruth Sanberg vertelt in de rubriek PROCESperikelen over haar ervaringen als onderzoeker bij het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld binnen de Nederlandse politie en wijst op het belang van kruisbestuiving tussen weten‐

schap en politiepraktijk.

Het gebruik van het zogeheten Darkweb op het internet ten behoeve van het voorbereiden van strafbare activiteiten neemt gestaag toe. Zijn er communicatie‐

patronen bij verschillende gebruikers van dergelijke fora te ontdekken? Deze vraag beantwoorden Tommy van Remunt en Johan van Wilsem in hun artikel. Zij laten zien dat met behulp van een checklist online gesprekken als kwantitatieve data kunnen worden behandeld. Dat biedt mogelijkheden voor verder onderzoek om (in de toekomst) strafrechtelijk onderzoek op het Darkweb te verrichten.

1 Zie bijv. de kritiek van de Raad van State op de aanpak van jihadisme (Kamerstukken II 2015/16, 34359, 4).

2 Vgl. E. Todd, Wie is Charlie? Xenofobie en de nieuwe middenklasse, Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij 2015.

4 PROCES 2016 (95) 1

doi: 10.5553/PROCES/016500762016095001001 Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor Universiteit Leiden

(3)

Charlie, Bataclan en de puinhopen van vrijheid, gelijkheid en broederschap

Jeroen ten Voorde bespreekt in zijn artikel een aantal onderdelen van de voorge‐

nomen integrale herziening van het stelsel met betrekking tot de geweldsbe‐

voegdheden van de politie.

In zijn PS van een redacteur wijst Jaap van Vliet erop dat de reclassering altijd aandacht had voor de belangen van het slachtoffer. De recente positionering van de reclassering ten aanzien van het slachtoffer is dus allesbehalve nieuw. Van Vliet wijst de lezer ook op de onlangs verschenen Canon Reclassering in Neder‐

land.

PROCES 2016 (95) 1

doi: 10.5553/PROCES/016500762016095001001 5

Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor Universiteit Leiden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar mijn mening moet een strict onderscheid worden gemaakt tussen consequenties voor slachtoffers aan de ene kant (dat wil zeggen slachtofferimpact, de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Met het in gevaar raken van de onderlinge menselijke verhou- dingen zijn wij tegenwoordig al zodanig vertrouwd, dat voor het soms na weken ontdekken van eenzaam

Gaan de doelen verder dan het absolute minimum, dan raken ze de onderwijsvrijheid evenwel en moet, om een schending van de Grondwet te vermijden, in de mogelijkheid worden

Met de subsidie worden doelen bereikt, maar er is meer mogelijk De vertegenwoordigers van het ministerie van BZK zijn van mening dat met de per festival beperkte bijdrage van €5000,-

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

begrip. We moeten niet uitgaan van vrijheid in de negatieve zin van afwezigheid van inmenging door anderen in een vrije ruimte, maar van vrijheid in de positieve zin