MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.
Intrest 1
Beschouw de volgende beweringen:
I Intrest is een vergoeding voor geleend geld. II Het intrestbedrag wordt afgerond op hele
centen.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
2
De heer Kromo leent bij de bank een bepaald bedrag tegen een rentepercentage van 15% per jaar. Na 5 jaar heeft hij in totaal aan kapitaal en verschuldigde intrest SRD 3.150,‒ betaald. De juiste berekening van het bedrag, dat hij geleend heeft, is:
A 5 × 15 × 3.150 100 B 100 × 3.150 100 + 15 C 100 ‒ 15 × 3.150 100 D 100 × 3.150 100 + (5 × 15) 3
Marcel heeft op zijn spaarrekening SRD 4.800,‒ en ontvangt 5% intrest per jaar.
In hoeveel maanden brengt dit kapitaal SRD 180,‒ aan intrest op?
A 9 B 16 C 45 D 60 Vreemd geld 4
Beschouw de volgende beweringen:
I De laatkoers is de koers, waartegen de bank vreemd geld verkoopt.
II Voor het omwisselen van vreemd geld in eigen geld wordt er gedeeld door de koers. Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
5
Ronald heeft SRD 5.000,‒ gespaard. Hij koopt met SRD 2.000,‒ Amerikaanse dollars en met de rest koopt hij Euro’s.
Koersen per stuk: Euro 8,00 ‒ 8,20
De juiste berekening van het bedrag, dat hij aan Euro’s ontvangt is:
A (5.000 – 2.000) : 8 B (5.000 – 3.000) : 8 C (5.000 – 2.000) : 8,20 D (5.000 – 3.000) : 8,20
Een geheel verzorgde vakantietrip naar Barbados kost USD 450,‒. Een toerist in Suriname wil voor deze trip met zijn GBP’s betalen.
Koersen per stuk: USD 7,20 ‒ 7,30 GBP 8,50 ‒ 8,70
De juiste berekening van het bedrag, dat zij aan GBP’s moet betalen, is:
A {(450 7,20) : 8,70} GBP 1 B {(450 7,30) : 8,50} GBP 1 C {(450 : 7,20) 8,70} GBP 1 D {(450 : 7,30) 8,50} GBP 1
7
Een handelaar koopt een partij goederen in Trinidad. De invoerrechten in Suriname bedragen SRD 280,‒. Hij verkoopt deze partij in Suriname voor SRD 24.000,‒ inclusief een winst van SRD 2.720,‒.
Koersen per stuk: TTD 1,60 ‒ 1,90
Hoeveel heeft hij in Trinidad betaald?
(afronden op hele TTD’s) A TTD 11.053,‒ B TTD 11.200,‒ C TTD 13.125,‒ D TTD 13.300,‒ Goederenhandel 8
Een partij goederen kost SRD 270,‒.
Op deze partij wordt SRD 11,‒ aan rabat ontvangen. Korting voor contant 1%.
Kosten SRD 15,‒.
Hoeveel bedraagt de korting voor contant? A SRD 2,44 B SRD 2,59 C SRD 2,70 D SRD 2,74 Prijs SRD … Rabat 3% SRD … Bruto-provenu SRD 776,‒
De juiste berekening van de korting voor rabat is: A 3 × 776 100 B 3 × 776 103 C 3% van 97 × 776 100 D 3% van 100 × 776 97 10 Verkoopnota: Prijs SRD 2.000,‒ Rabat 5% SRD 100,‒ SRD 1.900,‒ Contant 1% SRD 19,‒ SRD 1.881,‒ Kosten SRD 211,‒ Commissie 2% Het commissiebedrag is A SRD 33,40 B SRD 37,62 C SRD 38,00 D SRD 40,00 Effecten 11
Beschouw de volgende beweringen:
I De provisie wordt berekend van het bedrag voor aftrek van de dividendbelasting.
II Het dividend wordt uitgedrukt in procenten van de koerswaarde.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
Verkoopnota:
Vier (4) aandelen ABC NV, nominaal SRD 500,‒ per stuk; koers …
Koerswaarde = …× 4 × SRD 5,‒ = SRD …
Kosten = SRD 100,‒
Verkoopbedrag = SRD 1.700,‒
De juiste berekening van de verkoopkoers is: A (1.700 ‒ 100) : 5
B (1.700 + 100) : 5 C (1.700 ‒ 100) : (4 × 5) D (1.700 + 100) : (4 × 5) 13
Op 13 april 2016 koopt Armand vier 9% Staatsolie obligaties, nominaal SRD 100,‒ per stuk.
Coupondata 15 mei en 15 november.
Het aantal dagen, waarover de lopende rente wordt berekend, is A 28 B 32 C 148 D 152 Rendement 14
Welke kosten worden bij het berekenen van het rendement van onroerende goederen
niet
tot de jaarlijkse kosten gerekend?A Afschrijvingskosten B Afsluitkosten
C Onderhoudskosten D Verzekeringskosten
15
De koerswaarde van twee 12% obligaties is SRD 6.000,‒; lopende rente SRD 100,‒ en SRD 50,‒ kosten. De netto-opbrengst van de jaarcoupons is SRD 615,‒.
Het rendement op deze belegging bedraagt (1 dec. n.k.)
A 10,0% B 10,1% C 10,2% D 10,3%
Op een depositorekening is een belegging van SRD 2.000,‒ na 6 maanden aangegroeid met SRD 195,‒.
De juiste berekening van het rendement per jaar is:
A 195 × 1% 1% van 2.000 B 195 × 1% 1% van 2.195 C 2 × 195 × 1% 1% van 2.000 D 2 × 195 × 1% 1% van 2.195 Indexcijfers 17
Jaar Prijs Indexcijfer
2014 … 100
2015 SRD 180,‒ 140
2016 … …
Het indexcijfer van 2016 is gelijk aan het
gemiddelde van de indexcijfers van de jaren 2014 en 2015.
De juiste berekening van de prijs in 2016 is: A (100 + 140) : 2 × 180 100 B (100 + 140) : 2 × 180 140 C (100 + 140) × 2 × 180 100 D (100 + 140) × 2 × 180 140
In het eerste kwartaal van 2016 bedraagt de
inkoopprijs van een partij goederen SRD 28.000,‒. De winst is 20% van de inkoopprijs. De gemiddelde kwartaalomzet in 2015 is SRD 40.000,‒ en wordt als basis gebruikt.
Het indexcijfer van de omzet in het eerste kwartaal van 2016 is A 56 B 58 C 84 D 88 Afschrijving 19
Beschouw de volgende beweringen:
I De restwaarde wordt ook wel de residuwaarde genoemd.
II De afschrijving per jaar wordt onder andere in procenten van de boekwaarde uitgedrukt. Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
20
Een auto met een aanschafwaarde van
SRD 12.000,‒ wordt na 5 jaar voor SRD 2.000,‒ verkocht. Elk jaar wordt hetzelfde bedrag
afgeschreven. De eigenaar heeft daardoor een verlies van SRD 1.500,‒ geleden.
De juiste berekening van het jaarlijks af te schrijven bedrag, is
A (12.000 ‒ 2.000) : 5 B (12.000 ‒ 1.500) : 5
C {12.000 ‒ (2.000 ‒ 1.500)} : 5 D {12.000 ‒ (2.000 + 1.500)} : 5
Op 1 januari 2014 is een machine aangeschaft voor SRD 8.000,‒. De levensduur is 10 jaar en de restwaarde SRD 500,‒. Elk jaar wordt hetzelfde bedrag afgeschreven.
De boekwaarde van deze machine op 31 december 2016 is A SRD 5.600,‒ B SRD 5.750,‒ C SRD 6.400,‒ D SRD 6.500,‒ Verzekering 22 Welke bewering is
onjuist
?A Bij een juiste verzekering is de uitkering gelijk aan de schade.
B De afmakingsprovisie wordt bij de schade-uitkering betaald.
C De polis‒ en zegelkosten moeten elk jaar samen met de premie betaald worden. D Het polisbedrag geeft het bedrag aan,
waarvoor de verzekering afgesloten is. 23
De gezonde waarde van een partij goederen is SRD 50.000,‒ en is verzekerd voor
SRD 40.000,‒. Na een brand is de waarde van de onbeschadigde goederen SRD 8.000,‒ en die van de restanten SRD 900,‒.
De juiste berekening van het schadepercentage is: A 50.000 – 8.000 × 1% 1% van 40.000 B 50.000 – 8.000 × 1% 1% van 50.000 C 50.000 – 8.000 ‒ 900 × 1% 1% van 40.000 D 50.000 – 8.000 ‒ 900 × 1% 1% van 50.000
Gegevens:
‒ verzekerd bedrag SRD 40.000,‒; ‒ premie SRD 5,‒ per duizend; ‒ polis- en zegelkosten SRD 10,‒; ‒ incassokosten SRD 15,‒.
Het bedrag, dat in het eerste jaar betaald wordt, is A SRD 200,‒ B SRD 210,‒ C SRD 215,‒ D SRD 225,‒ Kostprijs handelaar 25
Beschouw de volgende beweringen: I De brutowinst is het verschil tussen de
verkoopprijs en de inkoopprijs.
II De netto-verkoopprijs is gelijk aan de som van de inkoopprijs, de indirecte kosten en de nettowinst.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
26
Een handelaar koopt 100 jeansbroeken voor SRD 250,‒ per stuk.
Deze partij broeken verkoopt hij als volgt: ‒ 75 broeken voor SRD 450,‒ per stuk;
‒ de rest wordt na aftrek van een korting voor SRD 300,‒ per stuk verkocht.
De juiste berekening van de korting in procenten is: A 300 ‒ 250 × 1% 1% van 250 B 300 ‒ 250 × 1% 1% van 300 C 450 ‒ 300 × 1% 1% van 450 D 450 × 1% 1% van (450 ‒ 300)
De kostprijs van een auto is SRD 9.975,‒. De nettowinst is 10% van de kostprijs; verkoopkosten 5%. De verkoopprijs bedraagt A SRD 10.450,00 B SRD 11.471,25 C SRD 11.521,13 D SRD 11.550,00 Kostprijs fabrikant 28
De directe en indirecte kosten van product A zijn: ‒ materialen SRD 2.175,‒
‒ lonen SRD 1.215,‒ ‒ sociale lasten SRD 184,‒ ‒ stroomverbruik SRD 96,‒ ‒ waterverbruik SRD 46,‒ De totale indirecte kosten bedragen A SRD 142,‒ B SRD 326,‒ C SRD 3.390,‒ D SRD 3.574,‒ 29 Grondstoffen SRD 1.200,‒ Lonen SRD 800,‒
Totale directe kosten SRD 2.000,‒ Indirecte kosten SRD 300,‒ Kostprijs SRD … Nettowinst SRD … Netto-verkoopprijs SRD … Verkoopkosten 10% SRD 265,‒ Verkoopprijs SRD 2.650,‒ De juiste berekening van de nettowinst is: A 2.650 ‒ (2.000 + 300) B 2.650 ‒ (2.000 + 300 + 265) C 100 × 2.650 ‒ (2.000 + 300) 90 D 100 × 2.650 ‒ (2.000 + 300 + 265) 90
De aanbiedingsprijs van product M is SRD 2.000,‒.
Nacalculatie:
‒ directe kosten SRD 1.500,‒;
‒ indirecte kosten 20% van de directe kosten; ‒ verkoopkosten 5%. De werkelijke winst is A SRD 100,‒ B SRD 200,‒ C SRD 400,‒ D SRD 500,‒
Vervolg MULO-IV kandidaten Prijs per km
31 Gegevens van een bedrijfsauto:
‒ afschrijvingskosten SRD 310,‒ per jaar; ‒ renteverlies SRD 150,‒ per jaar; ‒ onderhoudskosten SRD 200,‒ per jaar; ‒ benzinekosten SRD 0,80 per km; ‒ per jaar verreden 4.000 km.
De juiste berekening van de prijs per km is: A {(310 + 200) : 4.000} + 0,80 B {(310 + 150 + 200) : 4.000 } + 0,80 C (310 + 200 + 0,80) : 4.000 D (310 + 150 + 200 + 0,80) : 4.000 Manuurtarief 32 Gegevens:
‒ loon inclusief sociale lasten SRD 420,‒ per week;
‒ indirecte kosten en winst SRD 4.800,‒ per jaar; ‒ de arbeider werkt 2.000 uren per jaar en heeft recht op 2 weken vakantie.
Het manuurtarief bedraagt A SRD 10,43
B SRD 10,50 C SRD 12,90 D SRD 13,32
33
Welke kosten worden
niet
in het machine-uurtarief opgenomen? A Benzinekosten B Grondstofkosten C Onderhoudskosten D Rentekosten Rentabiliteit 34De juiste formule voor het berekenen van de rentabiliteit van het totale vermogen is:
A nettowinst ‒ gewaardeerd loon × 1%
1% van het eigen vermogen
B nettowinst ‒ gewaardeerd loon × 1%
1% van het totale vermogen
C economisch resultaat + rente vreemd vermogen × 1%
1% van het eigen vermogen
D economisch resultaat + rente vreemd vermogen × 1%
1% van het totale vermogen
35
Gegevens van een bepaalde handelszaak: ‒ omzet SRD 540.000,‒;
‒ nettowinst 10% van de omzet;
‒ bedrijfskosten SRD 100.000,‒ (inclusief SRD 30.000,‒ rente vreemd vermogen) Hoeveel bedraagt de brutowinst?
A SRD 124.000,‒ B SRD 130.000,‒ C SRD 154.000,‒ D SRD 184.000,‒
Onderstaande grafiek geeft de Exporten en Importen van een bedrijf in de jaren 2010 tot en met 2015 aan.
× SRD 10.000 100 80 Legenda: 60 Exporten Importen 40 20 0 jaren 2010 2011 2012 2013 2014 2015
In welk jaar zijn de Exporten gelijk aan de som van de Importen van de jaren 2011 en 2012? A 2010
B 2011 C 2012 D 2013