COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL AGENDA
Datum : woensdag 3 mei 2017 (LET OP, afwijkende dag) Tijd : 20.00 uur
Locatie : Raadzaal
U vindt de stukken digitaal op raad.asten.nl vanaf 14 april 2017.
Nr.
0. Opening
1. Vaststellen agenda
2. Besluitenlijst van de vergadering van 30 maart 2017 3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad:
Voor kennisgeving aannemen:
a. Brief van 9-3-2017, VNG: Ledenbrief schaarse vergunningen;
b. Brief van 3-4-2017, De Nationale Ombudsman: Onderzoek en analyse klachten handhaving;
c. Brief van 4-4-2017, Provincie Noord-Brabant: Begrotingscirculaire 2017;
In handen van B&W ter afdoening:
d. Brief van 14-3-2017, Metropoolregio Eindhoven: Aanbieding concept Begroting 2018
4. Ontwerpbegroting Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost 2018 (adviserend) (portefeuillehouder H.G. Vos, info: h.vdmortel@someren.nl)
5. Eerste wijziging legesverordening 2017 (adviserend)
(portefeuillehouder J.H.J. van Bussel, info: D.Rutgrink@someren.nl)
6. Ontwerpbegroting Metropoolregio Eindhoven (adviserend) wordt nagezonden (portefeuillehouder H.G. Vos, info: jori.meulendijks@asten.nl )
7. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen: (MRE, Veiligheidsregio, Peel)
8. Stukken ter kennisneming aan de commissie:
a. Raadsinformatiebrief 4-4-2017: voornemen tot aansluiting bij de GR Belastingsamenwerking Oost-Brabant;
(portefeuillehouder J.H.J. van Bussel, info: j.peerlings@asten.nl ) b. Lijst van toezeggingen en dynamische termijnkalender 9. Rondvraag en sluiting
- Concept -
BESLUITENLIJST
COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL
van de openbare vergadering van de commissie AZ&C van 30 maart 2017 in het gemeentehuis.
Geluidsfragmenten van de vergadering zijn per agendapunt terug te luisteren op raad.asten.nl.
Aanwezig:
De voorzitter J.P.E. Bankers
De leden per fractie
Algemeen belang (AB) H.A.M. van Moorsel, P.W.J.M. van de Ven–Schriks
CDA J.H.G. de Groot, J.G. Leenders
Leefbaar Asten (LA) M.J.H. Vankan, A.H.J. Driessen
PGA/PvdA A.H.H. Beniers, L.J. Drost
D66-HvA R. Wever, A.J. Koopman, G.M. Koomen-Driessen
VVD A.W. van Egmond, J. Bazuin
De genodigden burgemeester H.G. Vos (bgm), wethouders J.H.J. van Bussel (JvB) Ambtelijke ondersteuning D. van Houts, P. Greijn, H. Reumkens, J. Noteboom
De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans
Met kennisgeving afwezig
- - -
Nr. Onderwerp Besluit
Opening en spreekrecht Van het spreekrecht is gebruik gemaakt door de heer Van de Heuvel namens Dorpsraad Ommel, inzake agendapunt 7.
1. Vaststellen agenda Vastgesteld cf. voorstel, met behandeling van agendapunt 7 voor agendapunt 6.
De omvraag begint bij de fractie D66-HvA.
2. Verslag van de openbare vergadering van 23 februari 2017
Ongewijzigd vastgesteld.
3. Ingekomen stukken gericht aan de raad a. Brief van 21-2-2017, VNG:
Informatieveiligheid en privacy b. Brief van 13-2-2017, Gemeente
Oostzaan: Motie zwaar vuurwerk
Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is gesteld:
a. LA; reactie bgm
3. Ingekomen stukken gericht aan de raad c. Brief van 27-2-2017,
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant:
Ontwerpbegroting 2018
Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter voorbereiding.
4. Plan van aanpak ondermijnende
criminaliteit 2017-2019 gemeente Asten (PH. Vos, info: d.vanhouts@asten.nl)
Presentatie is gegeven door dhr.Steijnen (RIEC), mevr. Mol (Peelland) en dhr. Knoops (PIT).
De commissie
- heeft kennis genomen van de presentatie - vragen (alle fracties) zijn beantwoord - is voldoende geïnformeerd
Commissie Algemene zaken en control d.d. 30 maart 2017
2/3
Nr. Onderwerp Besluit
5. Dynamisch uitvoeringsprogramma integrale veiligheid peelland 2015-2018 editie februari 2017
(PH. Vos, info: b.vanhouts@asten.nl)
Presentatie is gegeven door de heren Heijnen en Van Loon (politie Peelland).
De commissie
- heeft kennis genomen van de presentatie - vragen (alle fracties) zijn beantwoord - is voldoende geïnformeerd
6. Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost 2017
(PH. Vos, info: b.vanhouts@asten.nl)
Vragen van D66-HvA inzake herzieningstermijn risicoprofiel zjin beantwoord (bgm).
De commissie:
a. adviseert unaniem positief
b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad
7. Huisvesting arbeidsmigranten Prinsenmeer
(PH. Vos, info: h.reumkens@asten.nl)
Het college neemt kennis* van wensen en bedenkingen, o.a.
- communicatie (alle fracties) - handhaving (alle fracties)
- vergunningstermijn 10 jaar te lang (D66- HvA, LA, PGA/PvdA, VVD, CDA)
- aantal 500 teveel (D66-HvA, LA, CDA) - adviesrol dorpsraad (PGA/PvdA) - short-stay (PGA/PvdA, AB) - belang kwaliteit huisvesting (AB)
- aanpak infrastructurele problemen (VVD) - evaluatie/regulier overleg (CDA, VVD) 8. Informatief overleg met de bestuurder
over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB).
a. AB Veiligheidsregio d.d. 13-04-2017 b. MRE Raadstafel21 d.d. 08-03-2017
Hierbij zijn geen onderwerpen aan de orde gesteld.
9. Stukken ter kennisneming aan de commissie
a. Memo Stand van zaken website derde en vierde kwartaal 2016
(PH. Vos, info: i.ruyters@asten.nl) b. Memo Gemeentespecifiek rapport
MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016 (toezegging 19-01-’17)
(PH. van Bussel, info: k.vandooren@asten.nl) c. Memo Beleidsregels bereikbaarheid
en bluswatervoorziening
(PH. Vos, info: h.vandemortel@asten.nl) d. Lijst van toezeggingen
Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen.
10. Rondvraag Aan de orde is gesteld:
- Contract accountant (PGA/PvdA; reactie JvB)*
Einde vergadering 23:25 uur.
Commissie Algemene zaken en control d.d. 30 maart 2017
3/3
* Toezegging PH Afd Afdoening
*7 Het college betrekt wensen ten aanzien van communicatie, handhaving en evaluatie in vervolgaanpak en
besluitvorming omgevingsvergunning.
Bgm PUB Nog in te plannen
*10 De vragen inzake het contract met de accountant worden schriftelijk beantwoord.
JvB MID Nog in te plannen
griffier
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans
Brief aan de leden
T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
(070) 373 8393
uw kenmerk bijlage(n)
1
betreft
Ledenbrief Schaarse Vergunningen
ons kenmerk
ECLBR/U201700100 Lbr. 17/012
datum
7 maart 2017
Samenvatting
De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (verder in deze brief: de Afdeling) heeft 2 november 2016 uitspraak gedaan in de zaak over een speelautomatenhal
(ECLI:NL:RVS:2016:2927) die consequenties heeft voor vergunningverlening door gemeenten bij zgn. schaarse vergunningen. Kort samengevat bepaalt de uitspraak:
• Een gemeentelijke verordening kan niet worden gebruikt om de regels zo toe te snijden op een concrete situatie dat het er feitelijk op neer komt dat er maar één van tevoren beoogde ondernemer voor vergunning in aanmerking komt.
• Bij verordening kan mededingingsruimte wel worden beperkt maar niet worden uitgesloten.
• De uitspraak sluit geen manieren van verdeling uit. Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van aanvragen is mogelijk.
• Daar waar sprake is van een beperkt aantal vergunningen waarbij het aantal gegadigden het aantal vergunningen overtreft (de zgn. schaarse vergunningen) zijn vergunningen voor onbepaalde tijd in beginsel niet toegestaan.
• Bij schaarse vergunningen is openbaarheid en transparantie verplicht zodat alle potentiële gegadigden een eerlijke kans hebben mee te dingen naar de vergunning.
De VNG is voornemens expertbijeenkomsten te organiseren om de te nemen acties verder te bespreken en uit te werken. Met name het feit dat sommige vergunningen die nu voor onbepaalde tijd zijn verstrekt op termijn zullen moeten worden herzien zal een gevoelig dossier kunnen blijken.
De leden wordt met name geadviseerd om er nu al rekening mee te houden dat sommige vergunningen niet langer voor onbepaalde tijd kunnen worden verstrekt, en om waar nodig te bezien of de verdeling van schaarse vergunningen op een voldoende transparante manier is vormgegeven.
Tot zo ver de beknopte samenvatting. Hieronder volgt nog een beknopte weergave van de belangrijkste punten, die in de verdere brief uitvoeriger worden behandeld.
Consequenties
• In de zaak die speelde bij deze uitspraak sneed de verordening de regels zo toe op een concrete situatie dat het er feitelijk op neer kwam dat er maar één van tevoren beoogde
ondernemer voor vergunning in aanmerking kwam. Dat is met deze uitspraak niet langer mogelijk.
• Als bij verordening de mededingingsruimte wordt beperkt zal moeten blijken dat aan dat aspect bij de totstandkoming van de verordening aandacht is besteed.
• Mogelijk moeten sommige vergunningen die voor onbepaalde tijd zijn verstrekt op termijn worden herzien.
• De zgn. transparantieverplichting, die in de rechtspraak al langer werd toegepast bij de beoordeling van zaken rond de verdeling van subsidies, kan er toe leiden dat gemeenten zich nog eens de vraag moeten stellen of potentiële gegadigden wel altijd gelijke kansen wordt geboden om mee te dingen naar schaarse vergunningen.
Advies
• Bij speelautomatenhallen zou de gemeente moeten nagaan of er een dergelijk zaak speelt of zou kunnen spelen, of de geldende verordening de mededinging beperkt en zo ja, of is onderbouwd op welke gronden de mededinging wordt beperkt.
• Daar waar schaarse vergunningen zijn verstrekt voor onbepaalde tijd, zullen die wellicht op termijn moeten worden herzien, zeker als dat daadwerkelijk betekent dat nieuwe gegadigden geen zicht hebben op een vergunning. Uiteraard is het voor de bestaande vergunninghouders ingrijpend als de looptijd van hun vergunningen wordt beperkt. Zo’n actie kan alleen plaatsvinden in samenspraak met de ondernemers, en de bestaande vergunninghouders moet een redelijke termijn worden geboden om op de veranderingen te anticiperen. Uiteraard is het raadzaam om nu al te beginnen nieuwe vergunningen in zulke gevallen niet voor onbepaalde tijd te verstrekken.
• Screening: gemeenten kunnen overwegen na te gaan of de verdelingsprocedures in de praktijk zo ‘duidelijk, precies en ondubbelzinnig’ dat nieuwe gegadigden gelijke kansen wordt geboden.
• Forum op het VNG forum Gemeenterecht is gelegenheid voor vragen, suggesties en discussie: https://forum.vng.nl/do/login
Acties VNG
• De VNG heeft voorafgaand aan deze uitspraak in 2016 een factsheet uitgebracht:
https://vng.nl/onderwerpenindex/recht/apv/nieuws/normenstelsel-schaarse-besluiten-factsheet- voor-gemeenten . Na de uitspraak heeft de schrijver van de factsheet een blog gewijd aan deze uitspraak: https://wetgevingswerken.nl/blog/schaarse-vergunningen-regelen
• De VNG bekijkt waar het nodig is om haar modelverordeningen of de toelichting daarbij aan te passen. Dit wordt voorgelegd aan de Commissie Bestuur en Veiligheid en de juridische
adviescommissie. Een overzicht verderop in deze brief.
• Over deze zaak valt veel uitvoeriger te discussiëren dan binnen de omvang van deze brief mogelijk is. De VNG is voornemens daarover expertbijeenkomsten te organiseren.
• Aanpassen van vergunningen van onbepaalde naar beperkte looptijd is uiteraard ingrijpend voor de betrokken ondernemers. De VNG gaat daarover in gesprek met de betrokken
ondernemersorganisaties.
Verder lezen:
Over deze zaak is inmiddels meer geschreven dan in het bestek van deze brief kan worden behandeld. Onderaan deze brief vindt u een aantal mogelijkheden voor verder lezen.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
(070) 373 8393
uw kenmerk bijlage(n)
1
betreft
Ledenbrief Schaarse Vergunningen
ons kenmerk
ECLBR/U201700100 Lbr. 17/012
datum
7 maart 2017
Geacht college en gemeenteraad,
De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (verder in deze brief: de Afdeling) heeft 2 november 2016 uitspraak gedaan in de zaak over een speelautomatenhal
(ECLI:NL:RVS:2016:2927). De uitspraak heeft consequenties voor veel vergunningverlening door gemeenten, daar waar het gaat om zogenaamde schaarse vergunningen.
In deze brief zetten wij, na een korte schets van de achtergronden van deze uitspraak, de consequenties voor gemeenten en de te ondernemen acties van de VNG uiteen.
De voorvraag: Wat is een schaarse vergunning?
Voordat zij tot haar uitspraak kwam heeft de Afdeling aan Advocaat-Generaal (A-G)
Widdershoven gevraagd om een conclusie over deze zaak. Dat heeft de A-G uitvoerig gedaan:
(ECLI:NL:RVS:2016:1421). A-G Widdershoven geeft aan dat er sprake is van een schaarse vergunning als het aantal gegadigden het aantal beschikbare plaatsen overtreft. In de factsheet die de VNG heeft uitgegeven https://vng.nl/onderwerpenindex/recht/apv/nieuws/normenstelsel- schaarse-besluiten-factsheet-voor-gemeenten wordt het iets uitvoeriger beschreven: Van schaarse vergunningen is sprake als het vergunningstelsel de toegang tot de markt voor potentiële aanbieders getalsmatig beperkt. Dat kan zijn doordat het aantal plaatsen met zoveel woorden tot een bepaald aantal is beperkt (de zondag openstelling voor supermarkten onder de oude Winkeltijdenwet, aanwijzen inzamelaar afvalstoffen, speelautomatenhallen, vergunningen rondvaartboten), of doordat uit de aard der zaak duidelijk is dat het aantal plaatsen beperkt is, ook zonder dat er expliciet een getal is genoemd (markten en standplaatsen).
Vuistregel zou kunnen zijn dat er sprake is van schaarse vergunning als er een verdelingsvraag aan de orde is, of concreet: zou een vergunningsaanvraag kunnen worden afgewezen, niet vanwege de inhoud van de aanvraag, maar omdat het beschikbare aantal plaatsen al is gevuld?
Daarbij zal overigens altijd wel een mate van discussie blijven. Op het forum Gemeenterecht is bijvoorbeeld opgemerkt dat, ook al is op een bepaalde locatie het aantal evenementen beperkt, dat niet betekent dat een aanvrager niet op een andere locatie in de gemeente terecht zou kunnen.
onderwerp Ledenbrief Schaarse Vergunningen datum 7 maart 2017 02/05 Het gelijkheidsbeginsel strekt in de woorden van de Afdeling tot het bieden van gelijke kansen
aan potentiële gegadigden. “Het beginsel van gelijke kansen” maakt helder waarover wij het hier hebben: gegadigden voor een schaarse vergunning moeten gelijke kansen hebben om mee te dingen voor die vergunning.
De consequenties van de uitspraak:
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak gaat uiteraard over een zeer specifieke situatie rond de vergunning van een speelautomatenhal. Voor dat soort zaken is de consequentie van de uitspraak:
Een gemeentelijke verordening kan niet worden gebruikt om de regels zo toe te snijden op een concrete situatie dat het er feitelijk op neer komt dat er maar één van tevoren beoogde
ondernemer voor vergunning in aanmerking komt. In deze zaak was dat wel het geval, en de Afdeling achtte de verordening daarom onverbindend vanwege strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Maar de uitspraak heeft bredere consequenties die ook in andere situaties van toepassing kunnen zijn. De Afdeling beperkt zich in haar uitspraak bijvoorbeeld niet met zoveel woorden tot vergunningen voor ondernemers, zodat de criteria die zij hier aanlegt ook opgaan voor schaarse vergunningen waarbij geen economische activiteit aan de orde hoeft te zijn, zoals ligplaatsen of parkeerplaatsen. Het is mogelijk om de discussie verder te verbreden tot andere situaties waarin andere schaarse middelen worden verdeeld (in bestuursrechtelijke vaktaal: ‘schaarse publieke rechten’, zoals subsidies). In deze ledenbrief beperken wij ons verder tot de consequenties voor het verlenen van vergunningen.
De VNG is voornemens om expertbijeenkomsten te beleggen waarin al dit soort vragen aan de orde kunnen komen.
Men kan zich ook de vraag stellen of de kwestie zelfs niet nog breder moet worden getrokken, bijvoorbeeld of de uitspraak ook consequenties zou moeten hebben voor ruimtelijke besluiten, omdat ook op ruimtelijke gronden een beperking van de fysieke ruimte voor ondernemerschap kan worden gecreëerd. Wij gaan er niet van uit dat de Afdeling dat met deze uitspraak heeft bedoeld, maar ook dit aspect zou in de bijeenkomsten kunnen worden besproken.
Consequenties voor verordening en vergunningverlening:
• Bij verordening kan mededingingsruimte worden beperkt maar niet worden uitgesloten.
Bij een beperking van de mededingingsruimte zou dan, bijvoorbeeld uit de toelichting bij de verordening, moeten blijken dat het belang van de mededingingsruimte wel is meegewogen en de redenen van de beperking worden onderbouwd. Dit zou bijvoorbeeld uitkomst kunnen bieden in die gevallen waarin er duidelijk zwaarwegende belangen zijn om aantallen te beperken, bijvoorbeeld in het coffeeshopbeleid.
• Het gelijkheidsbeginsel sluit geen manieren van verdeling uit. Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van aanvragen is mogelijk. Hoewel de Afdeling de conclusie van de A- G hierover niet met zoveel woorden bekrachtigt is er geen reden om te veronderstellen dat de Afdeling hier heel anders over zou denken.
onderwerp Ledenbrief Schaarse Vergunningen datum 7 maart 2017 03/05
• Daar waar sprake is van schaarste zijn vergunningen voor onbepaalde tijd in beginsel niet toegestaan. De gedachte daar achter is dat daarmee de markt voor langere tijd ontoegankelijk zou zijn voor nieuwe gegadigden. Dit zou in concrete situaties in het land kunnen spelen, bijvoorbeeld op warenmarkten en rond standplaatsen. De vraag is of zo’n situatie dan op de één of andere manier zou moeten worden ‘opengebroken’ door vergunningen niet langer doorlopend te laten zijn of door extra ruimte te creëren voor nieuwe aanbieders. Het spreekt vanzelf dat dit grote consequenties kan hebben voor de gevestigde ondernemers en dat een gemeente hierbij niet over één nacht ijs kan gaan. De VNG is voornemens hierover in gesprek te gaan met landelijke ondernemersorganisaties.
Advies op dit moment is om na te gaan of een markt daadwerkelijk ‘op slot’ zit in de zin dat nieuwkomers worden afgewezen. Zoals Wolswinkel aangeeft in zijn annotatie bij de uitspraak ((AB 2016/426): “Door vergunningverlening voor onbepaalde tijd wordt de vergunninghouder namelijk onevenredig bevoordeeld, omdat het voor nieuwkomers dan nagenoeg onmogelijk is om nog toe te treden tot de markt”. Hoewel het uiteraard voor de overheid ook van belang is om formeel-juridisch correct te handelen, is de urgentie om te handelen aanzienlijk groter als dit zich ook daadwerkelijk voordoet. Als er bijvoorbeeld op een weekmarkt, ondanks doorlopende vergunningen sprake is van een gezonde doorstroom met geregeld nieuwe ondernemers, is met het voor beperkte tijd verlenen van nieuwe vergunningen al een belangrijke stap gezet. Als de markt wel daadwerkelijk ‘op slot’ zit ligt het meer voor de hand om na te gaan of het mogelijk is extra of alternatieve ruimte te creëren of op termijn nodig is een einde te maken aan de situatie met doorlopende vergunningen. Uiteraard is het raadzaam om nu al te beginnen nieuwe vergunningen in zulke gevallen niet voor onbepaalde tijd te verstrekken.
• Een passende mate van openbaarheid en transparantie (transparantieverplichting). Uit het gelijkheidsbeginsel, het ‘beginsel van gelijke kansen’ vloeit voort dat een potentiële gegadigde tijdig op de hoogte moet kunnen zijn van de beschikbaarheid van de schaarse vergunning, de periode dat een aanvraag kan worden ingediend, hoe de verdeling in zijn werk gaat en welke criteria worden gehanteerd bij de verdeling (in de woorden van de A-G: de regels moeten
‘duidelijk, precies en ondubbelzinnig’ zijn). Dit criterium is sterk vergelijkbaar met de regels die in de rechtspraak gelden voor de verdeling van subsidies. In de praktijk van vergunningverlening zou dit bijvoorbeeld een aandachtspunt kunnen zijn bij het vergunnen van evenementen, waar vaak jaar in jaar uit zaken wordt gedaan met dezelfde partijen. Het kan raadzaam zijn om hier als gemeente de vraag te stellen of een potentiële nieuwkomer wel alle kans heeft om ‘er tussen’ te komen of dat deze in de praktijk een oneerlijke informatieachterstand heeft op ondernemers die de situatie al kennen. De verplichting tot openbaarheid gaat ver maar is niet volstrekt onbegrensd, blijkens twee andere uitspraken uit 2016: bij een al jaren vrije plaats hoefde niet actief
mededinging worden gezocht toen zich uiteindelijk iemand meldde, appellant had kunnen weten dat de plek al die tijd beschikbaar was (ABRvS 9 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:661), maar in een situatie waarin bekend was dat er een mogelijke andere gegadigde was moest die wel worden uitgenodigd ( Vz. ABRvS 26 mei 2016 ECLI:NL:RVS:2016:1545).
onderwerp Ledenbrief Schaarse Vergunningen datum 7 maart 2017 04/05 Advies
• In de zeer specifieke situaties rond speelautomatenhallen zou de gemeente moeten nagaan of er een dergelijk zaak speelt of zou kunnen spelen, en of de geldende verordening ruimte laat voor mededinging en onderbouwd op welke gronden de mededinging wordt beperkt.
• Daar waar schaarse vergunningen zijn verstrekt met een onbeperkte looptijd, zullen die wellicht op termijn moeten worden herzien, zeker als dat daadwerkelijk betekent dat nieuwe gegadigden geen zicht hebben op een vergunning. Uiteraard is het voor de bestaande
vergunninghouders ingrijpend als de looptijd van hun vergunningen wordt beperkt. Zo’n actie kan alleen plaatsvinden in samenspraak met de ondernemers, en de bestaande vergunninghouders moet een redelijke termijn worden geboden om op de veranderingen te anticiperen. Uiteraard is het raadzaam om nu al te beginnen nieuwe vergunningen in zulke gevallen niet voor onbepaalde tijd te verstrekken.
• Screening: gemeenten kunnen overwegen na te gaan of de verdelingsprocedures in de praktijk zo ‘duidelijk, precies en ondubbelzinnig’ dat nieuwe gegadigden gelijke kansen wordt geboden.
• Forum: gemeenten kunnen vragen, problemen etc. voorleggen aan medegemeenten op het forum Gemeenterecht https://forum.vng.nl/do/login
Acties VNG
• De VNG heeft voorafgaand aan deze uitspraak in 2016 een factsheet uitgebracht:
https://vng.nl/onderwerpenindex/recht/apv/nieuws/normenstelsel-schaarse-besluiten-factsheet- voor-gemeenten na de uitspraak heeft de schrijver van de factsheet een notitie gewijd aan deze uitspraak: https://wetgevingswerken.nl/blog/schaarse-vergunningen-regelen
• De VNG bekijkt waar het nodig is om haar modelverordeningen of de toelichting daarbij aan te passen. Dit wordt voorgelegd aan de Commissie Bestuur en Veiligheid en de juridische adviescommissie. Een overzicht is bij deze brief gevoegd.
• Over deze zaak valt veel uitvoeriger te discussiëren dan binnen de omvang van deze brief mogelijk is. De VNG is voornemens daarover expertbijeenkomsten te organiseren.
• Aanpassen van vergunningen van onbepaalde naar beperkte looptijd is uiteraard ingrijpend voor de betrokken ondernemers. De VNG gaat daarover in gesprek met de betrokken ondernemersorganisaties.
Verder lezen
De Afdeling heeft voorafgaand aan haar uitspraak conclusie gevraagd aan Advocaat-Generaal Widdershoven. In deze conclusie (ECLI:NL:RVS:2016:1421)gaat de A-G uitvoerig in op deze kwestie. Hij geeft daarbij ook een overzicht van de eerdere rechtspraak in dit soort zaken.
Inmiddels hebben diverse vooraanstaande juristen zich over deze zaak gebogen:
C.J. Wolswinkel in AB 2016/426, verwijst ook uitvoerig naar andere literatuur over het onderwerp.
Prof. mr. Barkhuizen en mr. drs. Span in JG 2016/64 L.J.M. Timmermans in JB 2017/1
En diverse anderen op de site recht.nl: https://www.recht.nl/nieuws/staatsrecht/151252/gelijke- kansen-en-transparantie-bij-de-verdeling-van-schaarse-vergunningen/
onderwerp Ledenbrief Schaarse Vergunningen datum 7 maart 2017 05/05
MODELVERORDENINGEN WAARBIJ SCHAARSE VERGUNNINGEN OF ANDERE SCHAARSE RECHTEN AAN DE ORDE ZIJN OF KUNNEN ZIJN:
Uiteraard is dit een voorlopige inschatting, vandaar ook dat we dit aan u voorleggen. Uw opmerkingen of aanvullingen kunt u aangeven op het forum gemeenterecht van de VNG:
https://forum.vng.nl/do/login
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV):
Diverse vergunning en ontheffingen zijn schaars of zouden dat kunnen zijn. De VNG bekijkt ook of de bepaling in hoofdstuk 1 die regelt dat vergunningen en ontheffingen in beginsel voor onbepaalde tijd worden verleend, aanpassing behoeft.
De model Marktverordening: schaarse vergunningen voor een beperkt aantal standplaatshouders.
Modelverordening Warenmarkt (organisatiemodel): dit model vergunt de organisatie van één markt aan één vergunninghouder. Dat is evident schaars. De looptijd van de vergunning is beperkt, maar de gemeenteraad kan de periode zelf invullen
Afvalstoffenverordening: hier wordt een beperkt aantal inzamelaars aangewezen.
Parkeerverordening: hier mist het economische aspect, maar er kunnen wel verdeelkwesties aan de orde zijn.
Model speelautomatenhallenverordening: vrijwel altijd beperkt tot een klein aantal vergunningen Winkeltijdenverordening: vrijstellingen voor zon- en feestdagen.
Ligplaatsenverordening (VNG?).
Parkeerverordening (VNG?)
Voor het overige:
In veel gemeenten zal de vraag spelen of deze uitspraak consequenties zou moeten hebben voor het softdrugs- en coffeeshopbeleid. De VNG heeft daarvoor geen modelverordening (?).
Hoogachtend,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
J. Kriens
Voorzitter directieraad
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
VERORDENINGEN WAARBIJ SCHAARSE VERGUNNINGEN OF ANDERE SCHAARSE RECHTEN AAN DE ORDE ZIJN OF KUNNEN ZIJN:
Uiteraard is dit een voorlopige inschatting, vandaar ook dat we dit aan u voorleggen. Sommige vergunningen en ontheffingen zijn niet naar hun aard schaars, maar ze zouden in de praktijk wel zou kunnen worden toegepast door er een maximum aantal aan te verbinden.
De APV:
•
Standplaatsvergunningen waarvan het aantal plaatsen fysiek en door beleid beperkt is.
•
Ontheffing verbod straatartiest op bepaalde plaatsen.
•
Evenementenvergunning (hier is discussie over de vraag of ze nu schaars zijn of niet; het komt voor dat bij een bepaald evenemententerrein het maximum is bereikt, maar dat er een alternatieve locatie voor handen is)
•
Vergunningen reclameborden (voorwerpen op of aan).
•
Horeca-exploitatievergunning.
•
Ontheffing van de sluitingstijd horeca
•
Speelautomaten
•
Vergunning verkoop consumentenvuurwerk
•
Vergunning seksbedrijf
•
Bepalingen ivm. parkeerexcessen
•
Inzamelen geld of goederen
•
Ontheffing ventverbod??
•
Standplaatsvergunning
•
Organiseren snuffelmarkt
•
Ontheffing verbod afval verbranden/vuur stoken, carbid
•
Nachtontheffingen (en ‘broodjesontheffingen’) van de sluitingstijd
De model Marktverordening: schaarse vergunningen voor een beperkt aantal standplaatshouders.
Modelverordening Warenmarkt (organisatiemodel): dit model vergunt de organisatie van één markt aan één vergunninghouder. Dat is evident schaars. De looptijd van de vergunning is beperkt, maar de gemeenteraad kan de periode zelf invullen
Afvalstoffenverordening: hier wordt een beperkt aantal inzamelaars aangewezen.
Parkeerverordening: hier mist het economische aspect, maar er kunnen wel verdeelkwesties aan de orde zijn.
Model speelautomatenhallenverordening: vrijwel altijd beperkt tot een klein aantal vergunningen
Winkeltijdenverordening: vrijstellingen voor zon- en feestdagen.
Geacht college,
Hierbij ontvangt u het rapport 'De kunst van handhaven; Helder handhaven door de bril van de burger'. Dit onderzoek blikt terug op klachten die wij na 2010 hebben ontvangen, het jaar waarin de Handhavingswijzer is uitbracht. Daarnaast hebben wij geanalyseerd welke lessen er te trekken zijn uit deze klachten en hoe deze zich verhouden tot de Handhavingswijzer.
Over het algemeen is het aantal klachten niet afgenomen en de aard van de klachten is niet wezenlijk veranderd. Dit is overigens niet vreemd. Behoorlijke handhaving is complex, omdat handhavingsbeslissingen direct samenhangen met botsende belangen in de samenleving. Dit neemt echter niet weg dat van
gemeenten de inspanning mag worden verwacht om het proces rondom
handhaving behoorlijk in te richten. Met dit rapport beogen wij gemeenten daarbij een helpende hand te bieden.
Geleerde lessen
Op basis van wat wij de laatste jaren hebben gezien, constateren we in dit rapport dat de uitgangspunten van de Handhavingswijzer nog steeds relevant zijn. De klachten geven wel nadere inzichten, waarmee wij onze bevindingen kunnen verrijken.
Het onderzoek heeft in het bijzonder geleid tot drie lessen die uit onze praktijk in het oog springen. Kort aangestipt gaat het om: het borgen van het perspectief van de burger die om handhaving verzoekt, oplossingsgericht handelen en
transparantie en voortvarendheid. Pas wanneer de gemeente oog heeft voor alle lessen en deze in onderlinge samenhang beziet, is sprake van behoorlijke handhaving.
Hoe verder?
De Handhavingswijzer en de geleerde lessen uit dit rapport zijn bedoeld om zowel gemeenten als burgers duidelijkheid te geven over wat de Nationale ombudsman van gemeenten verwacht. Het is ook de meetlat waarnaast wij klachten over handhaving leggen om te bezien of gemeenten behoorlijk hebben gehandhaafd. Het onderwerp blijft daarnaast een gespreksonderwerp voor ons met gemeenten. Wij zullen naar aanleiding van individuele klachten en op eigen initiatief het gesprek met gemeenten aangaan over de wijze waarop de lessen in de praktijk vorm krijgen.
Postadres Postbus 93122 2509 AC Den Haag Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 151 2594 AG Den Haag Tel: (070) 356 35 63 Fax: (070) 360 75 72
bureau@nationaleombudsman.nl www.nationaleombudsman.nl Doorkiesnummer
(070) 356 3606 MRU Datum
31 maart 2017 Ons nummer 201711160 Uw brief Uw kenmerk
Bijlagen 1
Behandelend medewerker Marieke Ruitenburg Onderwerp Aanbieding rapport
Ons nummer 201711160
2
Publicatie
Vandaag, 31 maart 2017 om 14:30 uur wordt het rapport gepubliceerd. Het is dan openbaar.
Contact
Voor eventuele vragen dan wel opmerkingen over dit rapport kunt u contact opnemen met Marieke Ruitenburg, projectleider; (070) 35 63 606 of
m.ruitenburg@nationalombudsman.nl.
Met vriendelijke groet, de Nationale ombudsman,
Reinier van Zutphen
Aan de raden van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant
Onderwerp
Begrotingscirculaire 2017
Geachte raadsleden,
Brabantlaan 1 Postbus 90151
5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl
IBAN NL86INGB0674560043
Bereikbaarheid
openbaar vervoer en fiets:
www.brabant.nl/route
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878 Uw kenmerk -
Contactpersoon T.C. (Teco) Noordegraaf Telefoon
(073) 680 83 50 Email
tnoordegraaf@brabant.nl Bijlage(n)
- In het kader van onze interbestuurlijke toezichtstaak informeren wij gemeenten jaarlijks over de belangrijkste aspecten van de (meerjaren)begroting. In deze circulaire richten wij ons vooral op uw taak, het vaststellen van een structureel en reëel sluitende begroting. In de begrotingscirculaire voor het college zijn ook de aspecten opgenomen die van belang zijn voor het opstellen van de begroting.
Deze kunt u vinden op brabant.nl. Wij vertrouwen erop hiermee een zinvolle bijdrage te leveren aan de horizontale verantwoording binnen uw gemeente en de verdere optimalisering van uw begroting.
1. Vorm van toezicht
Ieder jaar besluiten wij vóór aanvang van het begrotingsjaar of voor uw gemeente repressief of preventief begrotingstoezicht van toepassing is.
Uitgangspunten hierbij zijn de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (2014) en deze
begrotingscirculaires.
Repressief toezicht
Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt laten uitvoeren, zonder dat hier vooraf onze goedkeuring voor vereist is. Een gemeente komt in aanmerking voor repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is.
Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt. Daarnaast dienen de jaarrekening en de begroting tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november, aan ons te zijn toegezonden.
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
2/8
Preventief toezicht
Preventief toezicht is de uitzondering. Dit betekent dat wij de begroting en de begrotingswijzigingen eerst moeten goedkeuren voordat u tot uitvoering kunt overgaan. Dit is aan de orde indien de begroting naar ons oordeel niet structureel en reëel in evenwicht is en het onvoldoende aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt bereikt.
Preventief toezicht kan ook worden ingesteld indien de wettelijke inzendtermijn is overschreden.
2. Structureel en reëel evenwicht
Wij beoordelen jaarlijks of het begrotingsjaar of uiterlijk de laatste jaarschijf van de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht is. Deze toezichtcriteria zijn vastgelegd in artikel 203 van de Gemeentewet en nader uitgewerkt in ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader.
Structureel evenwicht
Als structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van
structureel evenwicht. Dit geldt per jaarschijf. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het structureel begrotingssaldo kan alleen bepaald worden door het begrotingssaldo te zuiveren van incidentele baten en lasten. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij een belangrijk document. Dit overzicht is verplicht opgenomen in de begroting, maar het is van belang dat u dit ook daadwerkelijk gebruikt voor het bepalen en presenteren van het structureel begrotingssaldo.
Tijdens het onderzoek van de begrotingen 2017 hebben wij echter geconstateerd dat in een aantal gemeentebegrotingen (en bijbehorende raadsbesluiten) nog steeds geen inzichtelijke presentatie van het structurele begrotingssaldo is opgenomen. Hierdoor is het voor de raad wellicht niet helder wat nu feitelijk het structurele saldo is van de begroting die men zelf heeft vastgesteld. Om de gemeenten hierbij te ondersteunen, maken wij een
‘handreiking’ waarin wij aangeven hoe het begrotingssaldo idealiter zou moeten worden gepresenteerd. Deze handreiking zullen wij u uiterlijk 30 juni 2017 toezenden.
Reëel evenwicht
Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn. Wanneer wij van oordeel zijn dat ramingen onvoldoende reëel zijn, kunnen wij een negatieve bijstelling doorvoeren op het structureel begrotingssaldo. Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet in aanmerking komt voor repressief toezicht.
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
3/8 3. Bepalen van het structureel en reëel evenwicht
Bij onze toets of uw begroting structureel en reëel in evenwicht is, spelen diverse onderwerpen een rol.
Vaststellingsbesluit begroting
Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook de volgende zaken te bevatten:
• Welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging); ook de eventuele financiële consequenties van aangenomen amendementen dienen expliciet te worden benoemd.
• Investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden;
• Als het begrotingsjaar een tekort heeft, maar de meerjarenraming in evenwicht is, de wijze waarop het begrotingsjaar formeel sluitend is gemaakt. Onder formeel evenwicht verstaan wij de situatie waarin de door u vastgestelde baten en lasten van het begrotingsjaar, inclusief de mutaties in de reserves, tenminste formeel (boekhoudkundig) in
evenwicht zijn. Wanneer er sprake is van een negatief geraamd resultaat van het begrotingsjaar, wordt dit afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Wij verwachten dan van u, dat u bij de vaststelling van de begroting besluit hoe dit negatieve resultaat gedekt wordt (bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve). Dit blijkt uit het
vaststellingsbesluit.
Nieuw beleid/investeringen
Op grond van het BBV dienen de financiële gevolgen van het nieuwe beleid, dat in de programma’s is opgenomen, in de (meerjaren)begroting structureel en reëel te zijn geraamd. Duidelijk moet zijn dat de gemeente in staat is om de volledige jaarlijkse lasten op te vangen binnen een structureel sluitende (meerjaren)begroting.
Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen
Veel gemeenten nemen bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen op in de begroting en/of meerjarenramingen. Voor de bepaling van het structureel en reëel begrotingssaldo beoordelen wij deze op hardheid en haalbaarheid. Het is noodzakelijk dat u de raming van dergelijke bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen reëel onderbouwt. Deze moeten concreet op programmaniveau zijn ingevuld en ook het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet vastliggen. Indien wij de ramingen onvoldoende reëel onderbouwd vinden zullen wij de gepresenteerde begrotingssaldi negatief bijstellen. Deze negatieve bijstelling kan tot gevolg hebben dat de (meerjaren)begroting naar ons oordeel niet structureel en reëel in evenwicht is, waardoor u niet in aanmerking komt voor repressief toezicht.
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
4/8
Bezuiniging verbonden partijen
Taakstellingen die u oplegt aan verbonden partijen, zoals gemeenschappelijke regelingen (afgekort: GR), beoordelen wij alleen als reëel, wanneer de verbonden partij op algemeen bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Aannemelijk moet worden gemaakt dat de taakstelling concreet zal worden ingevuld.
Meerjarenbeleidsplan gemeenschappelijke regelingen
Wij constateren dat gemeenschappelijke regelingen vooral de aandacht leggen bij het begrotingsjaar. De meerjarenraming van de GR geeft vaak nog te weinig inzicht in de te verwachten ontwikkelingen en de ontwikkeling van de
gemeentelijke bijdragen. Als deelnemende gemeente bent u verantwoordelijk voor de financiële positie van de GR. Het is daarom van belang dat u voldoende sturing en regie ontwikkelt richting de GR door bijvoorbeeld een meerjarenbeleidsplan. U dient erop toe te zien dat de financiële consequenties die daaruit voortvloeien worden verwerkt in de (meerjaren)begroting van de GR.
Bezuiniging onderhoud kapitaalgoederen
Wij kunnen alleen een positief oordeel geven over bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud van kapitaalgoederen, als voldoende aannemelijk is gemaakt dat de verlaging van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of onveilige situaties. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de u vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn.
Onderhoud kapitaalgoederen
De paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” bevat de belangrijkste informatie over de kapitaalgoederen, ten minste van wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf geeft inzicht in:
• het beleidskader;
• de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties (van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau);
• de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
U bepaalt het kwaliteitsniveau en stelt het budget beschikbaar om dit kwaliteitsniveau te handhaven. De raad is immers autonoom om het
kwaliteitsniveau vast te stellen. Dit kwaliteitsniveau mag echter niet onvoldoende zijn. Kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties moeten worden voorkomen.
Het minimale niveau waarop er nog geen sprake is van kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties is voor wegenonderhoud niveau C (in het geval de CROW-normen worden toegepast). Het is van groot belang dat de opgenomen raming in de begroting in overeenstemming is met het door u vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer deze overeenstemming ontbreekt, kunnen wij het geraamde budget aanmerken als een niet reële raming. Dit is ook het geval als er achterstallig onderhoud is ontstaan en de financiële vertaling van het
wegwerken van dit achterstallig onderhoud onvolledig is of ontbreekt. Als er sprake is van achterstallig onderhoud dient dit vermeld te worden in deze
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
5/8 paragraaf. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die getroffen worden om de
achterstanden in te halen en de financiële vertaling daarvan.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Volgens het BBV moet de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing”
ten minste bevatten:
• een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
• een inventarisatie van de risico’s;
• het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s;
• de vijf kengetallen;
• een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
Het ontbreken van een duidelijke koppeling tussen de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit kan ertoe leiden dat een neerwaartse trend in de financiële positie niet tijdig wordt gesignaleerd. Het formuleren van een beleidslijn over de voor de gemeente noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de onderkende risico’s (bijvoorbeeld een ratio) is daarom van groot belang. Als raad bent u autonoom om het beleid vast te stellen. Voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit nemen wij de geraamde stand per 1 januari van het begrotingsjaar als uitgangspunt. Dit betekent dat verwachte positieve saldi van de (meerjaren)begroting geen onderdeel zijn van de beschikbare weerstandscapaciteit. De inventarisatie van de risico’s wordt beoordeeld op volledigheid van opgenomen risico’s en de financiële vertaling daarvan. PM- posten moeten voorkomen worden.
4. Vaststellen en inzenden jaarrekening 2016
Vorig jaar hadden veel gemeenten problemen met het tijdig vaststellen van de jaarrekening 2015. Dit had alles te maken met het laat afgeven van de
accountantsverklaring over de jaarrekening 2015 door de accountant. Het laat afgeven van de accountantsverklaring had weer te maken met onzekerheden en onduidelijkheden bij de zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Omdat de oorzaken waarmee gemeenten werden geconfronteerd voor het grootste deel buiten de macht van de gemeenten lagen, hebben wij geen sancties (preventief toezicht) verbonden aan het niet tijdig inzenden van de jaarrekening 2015. Dit mede in de veronderstelling dat er sprake was van een eenmalige situatie.
Ons bereiken signalen dat voor wat betreft het af kunnen geven van de accountantsverklaring bij de jaarrekening 2016, de omstandigheden wel
verbeterd zijn, maar kennelijk alles nog niet helemaal op orde is. Op dit moment wordt geïnventariseerd door het ministerie van BZK, in samenspraak met de koepelorganisaties VNG en NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) of er problemen zijn te verwachten bij het afgeven van
accountantsverklaringen en hoe groot die problemen dan eventueel zijn. Zodra er meer duidelijkheid is informeren wij uw gemeente of wij wederom sancties achterwege laten in het geval de jaarrekening 2016 niet tijdig ingezonden wordt.
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
6/8 Wij adviseren u om vooralsnog bij de planning van de jaarrekening 2016 uit te
gaan van behandelen en vaststellen van de jaarrekening 2016 vóór 15 juli 2017.
5. Ontwikkeling Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) De Commissie BBV heeft enkele notities gepubliceerd die met ingang van het begrotingsjaar 2018 in werking treden. Wij betrekken deze notities bij de beoordeling van uw begroting.
Notitie Rente
In de notitie Rente 2017 wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en jaarstukken. Deze notitie is in het eerste halfjaar 2016 gepubliceerd, maar gezien het late tijdstip van publiceren was toepassing bij de begroting 2017 niet verplicht. Toepassing van deze notitie bij de
begroting 2017 werd wel aanbevolen. Deze aanbeveling hebben de meeste gemeenten geheel of gedeeltelijk overgenomen. Met ingang van begrotingsjaar 2018 is het verplicht de notitie Rente toe te passen.
Notitie verbonden partijen
Wij zien een toename van samenwerking door gemeenten via verbonden partijen. Gemeenten blijven echter verantwoordelijk voor de taken die zij door verbonden partijen laten uitvoeren. Het is daarom belangrijk dat de gemeente de instrumenten voor bestuur en toezicht optimaal benut. De adviescommissie BBV (commissie Depla) heeft in juli 2015 geadviseerd om de informatie over verbonden partijen in de begroting en de jaarstukken te verbeteren. De uitwerking van dit advies heeft in 2016 geleid tot een wijziging van het BBV.
Deze wijziging is voor het onderdeel verbonden partijen uitgewerkt in de Notitie Verbonden partijen, die de Commissie BBV in oktober 2016 heeft gepubliceerd.
Kengetallen
Vanaf de (meerjaren)begroting 2016-2019 en de jaarrekening 2015 zijn de kengetallen verplicht gesteld. Deze kengetallen dragen bij aan het krijgen van een beter inzicht door de raad in de financiële positie van de gemeente. Voor het verkrijgen van dit inzicht is het van belang dat er een beoordeling wordt gegeven van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie. De kengetallen dienen om een completer beeld te krijgen van de financiële positie van uw gemeente, maar wij betrekken deze niet bij het bepalen van de vorm van toezicht.
6. Overige ontwikkelingen
Precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven
Op 21 maart 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting over netwerken die nutsbedrijven onder, op of boven de gemeentegrond exploiteren. Het wetsvoorstel introduceert een wettelijke vrijstelling die ertoe strekt dat geen precariobelasting kan worden
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
7/8 geheven ter zake van netwerken die zich bevinden onder, op of boven voor de
openbare dienst bestemde grond van de gemeente, de provincie of het
waterschap. Het wetsvoorstel bevat een overgangstermijn van 10 jaar, zodat de decentrale overheden mogelijke inkomstenderving geleidelijk kunnen opvangen.
In eerste instantie moest, om voor de overgangstermijn in aanmerking te komen, aan de voorwaarde worden voldaan dat al in 2015 sprake was van
precarioheffing op kabels, draden of leidingen. De minister heeft met de nota van wijziging van december 2016 de voorwaarde voor de overgangsmaatregel aangepast. In deze nota is de overgangsregeling verruimd door in de
voorwaarde voor toegang tot de overgangsregeling te stellen dat er op 10 februari 2016 een belastingverordening moet zijn voor het heffen van precariobelasting op nutsnetwerken. Gemeenten die aan deze voorwaarde voldoen mogen tot 2027 precariobelasting op openbare werken van algemeen nut blijven heffen, naar maximaal het tarief dat op de dag van 10 februari 2016 in de verordening stond. Dit betekent dat na 10 jaar de inkomsten uit deze belasting vervallen voor de gemeenten die hiermee te maken hebben. Wij adviseren een plan van aanpak op te stellen en de komende 10 jaar deze inkomsten zodanig in de begroting te verwerken dat er een geleidelijke overgang is naar een structureel sluitende begroting na 10 jaar.
Asielzoekers en vergunninghouders
Voor de huisvesting van de vergunninghouders – asielzoekers die een
verblijfsvergunning hebben gekregen – is de gemeente verantwoordelijk. Naast het zorgen voor voldoende woningen, is het ook van belang om in de
meerjarenbegroting 2018-2021 rekening te houden met extra lasten en baten die hier eventueel uit voortvloeien. Hierbij kan gedacht worden aan
huisvestingskosten, maar ook aan hogere lasten voor sociale voorzieningen.
Omgevingswet
In het voorjaar van 2019 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden. Deze wet bundelt de wetgeving en de regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Er komt hiermee één integrale wet die ontwikkeling in de fysieke leefomgeving stimuleert en kwaliteit borgt.
De gevolgen van deze wet zullen groot zijn voor alle gemeenten. Denk bijvoorbeeld aan het behandelen van vergunningaanvragen volgens het beginsel: één loket, één procedure en één vergunning. Dit heeft gevolgen voor interne procedures en mogelijk ook voor de organisatie. Het is dan ook van groot belang om een goede inschatting te maken van wat er op uw gemeente afkomt, zodat u zich adequaat op deze wet kunt voorbereiden. Daarbij past ook de vraag wat de financiële gevolgen voor uw gemeente zullen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de personele inzet en begeleiding van het
implementatieproces, opleiding van de medewerkers, ICT, ontwikkelen van de omgevingsdocumenten etc. Wij gaan ervan uit dat u tijdig met de
voorbereidingen begint en daarbij rekening houdt met de hieruit voortvloeiende financiële consequenties met ingang van 2018.
Datum 31 maart 2017 Ons kenmerk C2206351/4168878
8/8 Voor meer informatie over de invoering van de Omgevingswet verwijzen wij
naar het Programma Aan de slag met de Omgevingswet:
http://aandeslagmetdeomgevingswet.nl.
7. Tot slot
Op brabant.nl staan diverse actualiteiten op het gebied van financieel toezicht.
Hebt u vragen over deze circulaire dan kunt u contact opnemen met de heer Teco Noordegraaf, coördinator financieel toezicht, via telefoonnummer 073 680 83 50.
Tot slot attenderen wij u op onze brief over de begroting 2017 van uw gemeente, waarin eventueel specifieke aandachtspunten voor u zijn opgenomen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,
Mw. drs. E. Breebaart,
afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht
In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.
1
PROGRAMMABEGROTING 2018
METROPOOLREGIO EINDHOVEN
“Een excellente regio waar het goed leven is”
2
Inhoudsopgave
OVERZICHT METROPOOLREGIO EINDHOVEN 3
KERNGEGEVENS 4
LEESWIJZER 5
ONTWIKKELINGEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN 6
BEGROTING 2018 7
PROGRAMMABEGROTING METROPOOLREGIO EINDHOVEN
8
FINANCIËLE BEGROTING METROPOOLREGIO EINDHOVEN 31
Overzicht baten en lasten 32
Toelichting op het overzicht baten en lasten 32
Herkomst en besteding van middelen 35
Inwonerbijdrage 37
Formatie 37
PARAGRAFEN 38
Paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement 39
Financieringsparagraaf 42
Bedrijfsvoering 43
Verbonden partijen 44
Grondbeleid 44
OVERZICHT GEMEENTELIJKE BIJDRAGEN 45
MEERJARENRAMING PROGRAMMA’S EN BALANS 48
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN 48
OVERZICHT OORSPRONG BEGROTE BATEN 48
STAAT VAN VASTE ACTIVA, RESERVES EN VOORZIENINGEN 53
3
Overzicht Metropoolregio Eindhoven
Gemeenschappelijke Regeling
Bij besluit van 12 mei 1993 is de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Regio Eind- hoven door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd. Deze regeling is gewijzigd op ba- sis van de reacties van de gemeenten en de op 21 december 2004 door de Tweede Kamer aangeno- men Wijzigingswet Wgr-plus, die op 1 januari 2006 in werking is getreden.
In 2010 hebben alle 21 aan het SRE deelnemende gemeenten een gelijkluidend besluit genomen over de derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling van het SRE.
Vanaf 25 februari 2015 heeft de bestuurlijke samenwerking in de regio vorm gekregen in de Metro- poolregio Eindhoven. Vanaf deze datum is dan ook de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven in werking getreden en is de voorgaande gemeenschappelijke regeling SRE hierdoor ver- vallen.
Deelnemende gemeenten 21
Algemeen bestuur 21 leden
Dagelijks Bestuur J.A. Jorritsma
P.J.M.G. Blanksma-van den Heuvel A.G.T. van Aert
J. Wiggers, directeur
4
Kerngegevens
5
Leeswijzer
Hierbij treft u de Programmabegroting 2018 aan van de Metropoolregio Eindhoven. Het betreft de vierde en laatste begroting in de bestuursperiode 2015-2018.
In deze begroting zijn 4 programma’s onderscheiden:
1. Metropoolregio Eindhoven, bestaande uit de deelprogramma’s Economie, Fysieke leefomgeving en Bestuurlijke samenwerking.
2. Oud SRE, waarin voor 2018 de activiteit en Gulbergen is ondergebracht.
3. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe).
4. Programma Overhead
De begroting is formeel gesplitst in twee delen, een programma- en een productbegroting. Dit hangt samen met de afbakening van de bevoegdheden van Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur.
Het Algemeen Bestuur stelt kaders, autoriseert de programmabegroting en controleert. De program- mabegroting bestaat uit een overzicht van de programma’s, de financiële begroting en (voorgeschre- ven) paragrafen.
Het Dagelijks Bestuur voert uit en legt verantwoording af. De uitwerking wordt vormgegeven in de productbegroting, waarin gedetailleerder per programma de activiteiten (producten) zijn beschreven om de doelstellingen van het programma te realiseren. In deze programmabegroting zijn voor het overzicht programma- en productbegroting gecombineerd.
De programmabegroting 2018 wordt naar de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten ge- zonden voor het geven van een reactie. De bestuurlijke behandeling van de programmabegroting is voorzien voor de vergadering van de Algemeen Bestuur van woensdag 21 juni 2017.
In deze programmabegroting wordt per beleidstaak aangegeven:
- opgave lange termijn, wat willen we bereiken op de lange termijn;
- resultaten, wat willen we bereiken in het begrotingsjaar;
- activiteiten, wat gaan we er voor doen;
- betrokken partijen;
- mensen en middelen, wat mag het kosten.
Naast de programma’s bestaat de programmabegroting uit de financiële begroting met het overzicht van lasten en baten met toelichting. Een aantal aspecten van de financiële huishouding, zoals weer- standsvermogen/risico’s en financiering worden belicht in de voorgeschreven paragrafen.
6
Ontwikkelingen Metropoolregio Eindhoven
Uitgangspunten bij het opstellen van de Begroting 2018
De Programmabegroting 2018 van de Metropoolregio Eindhoven betreft formeel de derde begroting van de nieuwe organisatie.
Omdat bij het opstellen van de Begroting 2018 de uitkomsten van de in 2017 uitgevoerde evaluatie bestuurlijke samenwerking nog niet bekend zijn, is de Begroting 2018 opgesteld conform vigerend be- leid. Het betreft een technische begroting, vergelijkbaar met de begroting van een gemeente in een verkiezingsjaar. De structuur zoals opgenomen in de Regionale Agenda 2015-2018 is gevolgd.
Indien de uitkomsten van de evaluatie daar aanleiding toe geven, zal de Begroting 2018 middels be- grotingswijziging hierop worden aangepast.
Samenwerking vier gemeenschappelijke regelingen
De vier grootste gemeenschappelijke regelingen in de regio (Omgevingsdienst Zuidoost Brabant, GGD Zuidoost Brabant, Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en de Metropoolregio Eindhoven) spannen zich samen in om te komen gezamenlijke financiële kaders. Hierdoor zijn gemeenten beter in staat meer financiële regie te voeren op deze gemeenschappelijke regelingen. Enkele documenten welke zijn opgeleverd of waaraan gewerkt wordt, zijn:
Beleidsnotitie Kaders P&C documenten, waarin opgenomen de harmonisering van indexe- ringsuitgangspunten begroting (vastgesteld Algemeen Bestuur 14 december 2016).
Treasurystatuut
Financiële en controleverordening
Spelregels met betrekking tot de onder- en bovengrenzen van de algemene reserves.
Gemeentelijke bijdrage
Bij het samenstellen van de concept-begroting 2018 is een indexering toegepast van 1,34% conform besluit Algemeen Bestuur 14 december 2016. Deze indexering is bepaald op basis van de uitgangs- punten uit de Beleidsnotitie P&C documenten.
Onderstaande tabel is een overzicht van de inwonerbijdrage over de laatste 5 jaren. De bijdrage voor het RHCe wordt berekend op basis van strekkende meters, aantal inwoners of een combinatie hier- van. Voor het inzicht wordt de bijdrage vertaald naar een gemiddelde bijdrage per inwoner.
Jaar *
Inwonerbijdrage Metropoolregio
Eindhoven
Gemiddelde bijdrage RHCe
2014 10,378 4,452
2015 10,006 4,234
2016 9,196 3,809
2017 9,301 3,838
2018 9,841 3,865
* De inwonerbijdrage 2018 is berekend op basis van het aantal inwoners toestand 1 januari 2017
7 De Begroting 2018 ziet er samengevat als volgt uit:
8
PROGRAMMABEGROTING
METROPOOLREGIO EINDHOVEN
9
2018
Programma Metropoolregio Eindhoven Deelprogramma - Economie
- Fysieke leefomgeving
- Bestuurlijke samenwerking
Metropoolregio Eindhoven
“Een excellente regio waar het goed leven is”
De samenwerkingsafspraken tussen de 21 gemeenten in de Metropoolregio Eindhoven zijn vastge- legd in de Regionale Agenda 2015-2018. De Regionale Agenda is daarmee de basis van onze regio- nale samenwerking. In de Regionale Agenda beschrijven we hoe we onze ambitie gaan realiseren.
Hoe gaan we aan de slag om de regio verder te ontwikkelen tot een economische wereldspeler die internationale allure koppelt aan regionale eigenheid? Met als uiteindelijk resultaat de ontwikkeling van welvaart en welzijn van onze inwoners.
In de Regionale Agenda is de focus gelegd op de thema’s economie, ruimte en mobiliteit. Binnen de genoemde thema’s werken we aan het verbeteren van het vestigingsklimaat in onze regio. Tegelijker- tijd is de agenda van de bestuurlijke samenwerking dynamisch. Colleges en raden houden – in de be- grotingscyclus – de vinger aan de pols of we nog met de juiste thema’s aan de slag zijn binnen de Metropoolregio.
Werkplaatsen
Voor de uitvoering van de Regionale Agenda zijn ‘werkplaatsen’ ingericht. De werkplaats werkt, onder leiding van een bestuurlijk trekker, aan het voorbereiden en uitwerken van vastgestelde opgaven. De werkplaatsen bestaan uit een diversiteit aan leden die zich verbinden aan de opgave/vraagstuk, aan de oplossingsrichting en het resultaat van de werkplaats. Hiervoor brengen ze hun kennis, tijd, net- werk en denkkracht in. De opdrachten aan de werkplaatsen leiden tot concrete afspraken, pro- gramma’s, convenanten etc., die worden belegd bij de partners. Er worden dus geen besluiten geno- men in de werkplaatsen. De besluitvorming over inhoudelijke thema’s gebeurt door de gemeenten zelf.
Voor 2018 zijn er zes werkplaatsen:
1 Economische Strategie, inclusief Investeringsfondsen 2 Bedrijventerreinen en Detailhandel
3 Arbeidsmarkt 4 Strategie Ruimte
5 Strategie Mobiliteit en Innovatie 6 Wonen
Als zich tussentijds nieuwe thema’s aandienen, die niet passen binnen de vastgestelde opdrachten voor de werkplaatsen en daarmee zijn verankerd in de jaarlijkse werkprogramma’s, wordt op basis van een vastgesteld processchema de afweging gemaakt of deze opgepakt moeten en kunnen wor- den.
Organisatie regionaal netwerk
De bestuurlijke regionale samenwerking gebeurt in een goed functionerend bestuurlijk platform dat is afgestemd op gemeentelijke besluitvormingsprocessen. We werken afhankelijk van het onderwerp, samen met de beste partners, in de triple helix en met maatschappelijke organisaties. We werken samen vanuit een hoge mate van onderling vertrouwen tussen de partners in het netwerk. Het Regionaal Platform is het centrale punt in het bestuurlijk Metropoolregio-netwerk. Hierin zijn alle gemeenten van de regio vertegenwoordigd door hun voltallige College van Burgemeester en Wethouders. Het Regionaal Platform is de plaats waar regiogemeenten praten over de regionale opgaven.
10
In de Regionale Agenda is de mogelijkheid beschreven tot het oprichten van een ‘gesprekstafel’.
Een gesprekstafel komt voort uit de functie van het Regionaal Platform als ‘community of practice’:
het delen van praktijkvoorbeelden of ervaringen die betrokkenen hebben ontwikkeld op specifieke thema’s. Deze gesprekstafels worden in principe niet gefaciliteerd vanuit de werkorganisatie van de Metropoolregio Eindhoven.
Ambtelijke organisatie
De Metropoolregio Eindhoven heeft ter ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking een kleine, compacte/slagvaardige ambtelijke organisatie. Deze ambtelijke organisatie bestaat uit procesmanagers, die inhoudelijke vraagstukken identificeren en articuleren, groepen tot visie brengen, draagvlak verbreden en partners tot actie en resultaat kunnen brengen.
Mensen en middelen
De Metropoolregio Eindhoven heeft ter ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking een kleine, compacte/slagvaardige ambtelijke organisatie. Deze ambtelijke organisatie bestaat uit procesmana- gers, die inhoudelijke vraagstukken identificeren en articuleren, groepen tot visie brengen, zorgen voor een integrale aanpak, draagvlak verbreden en partners tot actie en resultaat kunnen brengen.
De totale ondersteuning vraagt om de volgende inzet van mensen en middelen:
11
2018
Programma Metropoolregio Eindhoven Deelprogramma Economie
Beleidstaken
- Werkplaats Economische strategie, inclusief investeringsfondsen- Werkplaats Bedrijventerreinen en detailhandel - Werkplaats Arbeidsmarkt
Werkplaats Economische strategie, inclusief investerings- fondsen
“Kansen zoeken en verbindingen leggen”
1. Opgave lange termijn
Onze economie is in transitie. We zien steeds meer uitdagingen op ons af komen. Op weg naar een verdere duurzame ontwikkeling van onze regio ontstaan er nieuwe maatschappelijke vraagstukken rondom o.a. voedsel, mobiliteit, energievoorziening. De snelle ontwikkeling van technologie biedt op- lossingen en heeft vergaande gevolgen voor de manier waarop we onze samenleving en economie inrichten. We gaan naar een meer horizontale economie, waarin bedrijven, overheid en kennisinstel- lingen veel meer samenwerken. Tegelijkertijd zien we de trend van Metropoolvorming, waarbij stede- lijke regio’s gezien worden als motor van onze economie. Onze regio is recent erkend door het Kabi- net als één van de ‘mainports’ van Nederland: wat gaat dat betekenen?
De werkplaats Economische Strategie is ‘enabler’ in onze regionale samenwerking. We brengen mensen bij elkaar, discussiëren, delen kennis en bedenken zo nieuwe ideeën. Een van de acties is het beter verbinden van de economische agenda van de gemeenten en subregio’s met de regionale Brainport-agenda. Dat doen we niet door het schrijven van allerlei economische strategieën, maar door afstemmingsmomenten te organiseren, elkaar te ontmoeten en met elkaar te praten! We doen het met elkaar en voor elkaar.
Daarnaast heeft de werkplaats een coördinerende rol om mede namens de regionale overheden fi- nanciële continuïteit te organiseren voor de uitvoering van onze regionale Brainport Agenda, met Brainport Development als verbindende en versnellende factor.
Met het Stimuleringsfonds ondersteunen we projecten die de economie in de regio versterken. De fo- cus ligt op innovatie en nieuwe bedrijvigheid. Onderdeel van het Stimuleringsfonds zijn de Investe- rings- en Adviesregeling. Deze regelingen richten zich op vernieuwende structurele bedrijfsmatige ac- tiviteiten van individuele, kansrijke MKB-ondernemingen.
2. Opgaven en resultaten 2018 Economische strategie
We leggen de verbinding tussen de economische agenda’s van de gemeenten en subregio’s/streeknetwerken met de Brainport Next Generation agenda, door regelmatig te zorgen voor afstemming tussen partijen.
We agenderen nieuwe thema’s in de werkplaats ter versterking van de regionale Brainport Next Generation agenda, zoals clusterontwikkelingen: ‘agrofood & high tech’, Smart Mobility en Leisure. Het is ook mogelijk dat initiatieven een podium krijgen en zichzelf presenteren in de Werkplaats. Vervolgens wordt benoemd waar het thema wel of niet verdere uitvoering kan krijgen. Zo nodig worden activiteiten bij andere stakeholders belegd. We maken hierbij steeds de verbinding naar andere uitvoeringsagenda’s.
Samen met de gemeenten Best, Eindhoven, Helmond en Veldhoven dragen wij (namens de 21 gemeenten) de verantwoordelijkheid voor de organisatie en proces van de basisfinancie- ring Brainport Development. Via de begroting van de Metropoolregio Eindhoven worden de financiële middelen voor Brainport meerjarig vastgelegd. Deze middelen worden op jaarbasis toegekend op basis van een uitgewerkt jaarplan en financiering.