02_jongere_ig v.1 01-19
VRAGENLIJST
jongere vervolgmetingen
Datum: _____: ______: ________
De onderstaande gegevens worden ingevuld door de onderzoeker
ID: _____________________
Meting: 2 3 4
02_jongere_ig
02_jongere_ig
Wat fijn dat je meedoet aan GRIP!
Met jouw deelname draag je bij aan kennis over wat werkt in de jeugdhulp.
Dankzij jou leren onderzoekers en professionals in de praktijk meer over de kwaliteit van de jeugd- en opvoedhulp. De uitkomsten van het onderzoek kunnen in de toekomst duizenden jongeren helpen.
Invulinstructies
In deze vragenlijst volgen vragen en stellingen over jou en belangrijke mensen om jou heen. Beantwoord alle vragen en geef slechts één antwoord per vraag.
Beantwoord de vraag door een kruisje te zetten bij het antwoord dat het beste bij jou past. Dat doe je zo:
Beantwoord de vragen zo eerlijk mogelijk. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat namelijk om jouw mening.
De onderzoeksgegevens worden anoniem verwerkt. Dat betekent dat jouw gegevens niet te herleiden zijn naar jou als persoon. De onderzoeksgegevens zijn vertrouwelijk. Dat betekent dat wij informatie over jou nooit met anderen zullen delen.
Bedankt voor jouw deelname aan het GRIP-onderzoek!
02_jongere_ig
02_jongere_ig family check-up
1. Ben je nog in behandeling bij dezelfde organisatie als tijdens de eerste keer dat een medewerker van het GRIP-onderzoek je sprak?
Ja
Nee, de behandeling is beëindigd per: _______________________________________
2. Waar woon je de meeste dagen van de week?
Bij allebei mijn ouders
Ongeveer de helft van de tijd bij mijn ene ouder en de helft van de tijd bij mijn andere ouder
Bij mijn moeder (en eventuele partner)
Bij mijn vader (en eventuele partner)
Bij een pleeggezin
Op een instelling
Ik woon op mezelf
Anders, namelijk ____________________________________
3. Ben je sinds de vorige keer dat een medewerker van het GRIP-onderzoek je sprak verhuisd? Uithuisplaatsingen tellen niet mee als verhuizing.
Nee
Ja, het nieuwe adres is: ___________________________________________________
______________________________________________________________________
per __________________________________ (datum)
4. Ben je sinds de vorige keer dat een medewerker van het GRIP-onderzoek je sprak vanwege een uithuisplaatsing van woonsituatie veranderd? Vul in hoeveel keer. Een uithuisplaatsing kan zijn een residentiële plaatsing (in een Jeugdzorg Plus instelling), een plaatsing bij een pleeggezin, een opname in een GGZ-instelling, een plaatsing in een open groep, verblijf in een observatie- en behandelingscentrum (OBC), verblijf in een justitiële (jeugd)instelling.
Nee
Ja, namelijk:
1 keer
2 keer
3 keer of meer
De volgende vragen gaan over jou.
02_jongere_ig family check-up
Geef voor elke uithuisplaatsing aan:
4.1 Wanneer vond de eerste uithuisplaatsing plaats? In ______ (jaar) Hoe lang duurde de uithuisplaatsing? _____________ weken Wat voor soort uithuisplaatsing was dit?
Residentieel (Jeugdzorg Plus instelling)
Pleegzorg (familie)
Pleegzorg (regulier)
Anders, namelijk ___________________________________________________
4.2 Wanneer vond de tweede uithuisplaatsing plaats? In ______ (jaar) Hoe lang duurde de uithuisplaatsing? _____________weken Wat voor soort uithuisplaatsing was dit?
Residentieel (Jeugdzorg Plus instelling)
Pleegzorg (familie)
Pleegzorg (regulier)
Anders, namelijk ___________________________________________________
4.3 Wanneer vond deze uithuisplaatsing plaats? In ______ (jaar) Hoe lang duurde de uithuisplaatsing? _____________ weken Wat voor soort uithuisplaatsing was dit?
Residentieel (Jeugdzorg Plus instelling)
Pleegzorg (familie)
Pleegzorg (regulier)
Anders, namelijk ___________________________________________________
5. Is één van de telefoonnummers die je met een medewerker van het GRIP-onderzoek hebt gedeeld, inmiddels veranderd?
Nee
Ja, het nieuwe telefoonnummer is: _________________________________________
______________________________________________________________________
per __________________________________ (datum)
6. Zijn er verder in de afgelopen periode dingen in jouw situatie veranderd die belangrijk voor ons kunnen zijn? Het gaat dan om de periode sinds de afgelopen keer dat een medewerker van het GRIP-onderzoek je sprak.
Nee
Ja, namelijk: ___________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
02_jongere_ig CYRM
1 Helemaal
niet
2 Weinig
3 Een beetje
4 Best veel
5 Heel veel 1 Ik heb mensen waar ik tegen op kijk
2 Een opleiding afronden is belangrijk voor me
3 Mijn ouder(s)/verzorger(s) weten veel over mij
4 Ik probeer af te maken waar ik aan begin
5 Ik ben in staat problemen op te lossen zonder mezelf of anderen schade toe te brengen (bijv.
door drugsgebruik en/of geweld)
6 Ik weet waar ik in mijn omgeving hulp kan krijgen
7 Ik voel me thuis op school of werk
8 Mijn familie steunt me in moeilijke tijden
9 Mijn vrienden steunen me in moeilijke tijden
10 Ik word eerlijk behandeld in mijn omgeving
11 Ik heb de kans om vaardigheden te
ontwikkelen die later van pas komen (zoals voor werk en om te zorgen voor anderen) 12 De tradities van mijn omgeving vind ik leuk
De volgende stellingen gaan over jou. Geef aan in welke mate de stellingen bij jou passen.
1 = Helemaal niet, 2 = Weinig, 3 = Een beetje, 4 = Best veel, 5 = Heel veel
02_jongere_ig WHO-5
0 Helemaal
niet
1 Soms
2
< helft van de tijd
3
> helft van de tijd
4 Meestal
5 Altijd
1 Ik voelde me vrolijk en in een opperbeste stemming 2 Ik voelde me rustig en
ontspannen
3 Ik voelde me actief en doelbewust
4 Ik voelde me fris en uitgerust wanneer ik wakker werd
5 Mijn dagelijkse leven was gevuld met dingen die me interesseren
De volgende stellingen gaan over de laatste twee weken. Geef aan in welke mate de stellingen bij jou passen.
0 = Helemaal niet, 1 = Soms; 2 = Minder dan de helft van de tijd, 3 = Meer dan de helft van de tijd, 4 = Meestal, 5 = Altijd
02_jongere_ig BPM-Y
De volgende stellingen gaan over jouw gevoelens en gedrag. Geef aan in welke mate de stellingen bij jou passen.
0 = Helemaal niet, 1 = Een beetje, 2 = Duidelijk
0 Helemaal
niet
1 Een beetje
2 Duidelijk 1 Ik doe te jong voor mijn leeftijd
2 Ik maak veel ruzie
3 Ik maak dingen waar ik aan begin niet af
4 Ik vind het moeilijk om me te concentreren of om mijn aandacht ergens bij te houden 5 Ik heb moeite met stilzitten
6 Ik verniel de spullen van anderen
7 Ik gehoorzaam mijn ouders niet
8 Ik ben ongehoorzaam op school Als je niet naar school gaat: Ik ben ongehoorzaam op werk
9 Ik voel me waardeloos of minderwaardig
10 Ik doe dingen zonder er bij na te denken
11 Ik ben te angstig of te bang
12 Ik voel me erg schuldig
02_jongere_ig BPM-Y
0 Helemaal
niet
1 Een beetje
2 Duidelijk
13 Ik schaam me gauw of voel me niet op mijn gemak
14 Ik let niet goed op of ben snel afgeleid
15 Ik ben koppig
16 Ik ben snel driftig
17 Ik dreig mensen om hen pijn te doen
18 Ik ben ongelukkig, verdrietig of depressief
19 Ik maak me vaak zorgen
02_jongere_ig PARA-m
Deze lijst vul je in over jouw moeder. Dat kan een biologische moeder zijn, een
adoptiemoeder, een pleegmoeder, of een ander persoon. Wie is voor jou jouw moeder?
Biologische moeder
Adoptiemoeder
Pleegmoeder
Anders, namelijk ____________________________________
Ik heb geen moederfiguur ga door naar de vragen op pagina 13
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens
1 Jouw moeder leeft met je mee als ze naar je luistert
2 Je voelt je het gelukkigst in het bijzijn van jouw moeder
3 Wanneer je verdrietig bent, reageert jouw moeder daarop
4 Jouw moeder let erop of je ergens mee rondloopt
5 Je laat jouw (persoonlijke) gedachten of gevoelens nooit merken aan je moeder 6 Als er iets leuks of iets fijns gebeurt, wil jij dat
graag aan jouw moeder vertellen
7 Jouw moeder laat soms spontaan blijken dat zij jou waardeert
8 Voor steun en advies ga je naar je moeder
9 Jouw moeder staat voor je klaar wanneer je ergens bezorgd over bent
De volgende stellingen gaan over jouw moeder. Geef aan in welke mate de stellingen bij jouw moeder passen.
1 = mee oneens; 2 = beetje mee oneens; 3 = beetje mee eens; 4 = mee eens
02_jongere_ig PARA-m
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens
10 Wanneer je op weekend gaat of wanneer je weet dat je jouw moeder een paar dagen niet zal zien, wil je altijd even afscheid nemen 11 Jouw moeder kan je goed troosten als je
verdrietig bent
12 Je praat makkelijk met jouw moeder over je gedachten en gevoelens
13 Jouw moeder is warm en begripvol
14 Je brengt jouw zorgen bij jouw moeder ter sprake
15 Je houdt jouw moeder op afstand als je bang of verdrietig bent
16 Je mist jouw moeder wel eens
02_jongere_ig PARA-v
Deze lijst vul je in over jouw vader. Dat kan een biologische vader zijn, een adoptievader, een pleegvader, of een ander persoon. Wie is voor jou jouw vader?
Biologische vader
Adoptievader
Pleegvader
Anders, namelijk ____________________________________
Ik heb geen vaderfiguur ga door naar de vragen op pagina 15
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens
1 Jouw vader leeft met je mee als hij naar je luistert
2 Je voelt je het gelukkigst in het bijzijn van jouw vader
3 Wanneer je verdrietig bent, reageert jouw vader daarop
4 Jouw vader let erop of je ergens mee rondloopt
5 Je laat jouw (persoonlijke) gedachten of gevoelens nooit merken aan je vader
6 Als er iets leuks of iets fijns gebeurt, wil jij dat graag aan jouw vader vertellen
7 Jouw vader laat soms spontaan blijken dat hij jou waardeert
8 Voor steun en advies ga je naar je vader
9 Jouw vader staat voor je klaar wanneer je ergens bezorgd over bent
De volgende stellingen gaan over jouw vader. Geef aan in welke mate de stellingen bij jouw vader passen.
1 = mee oneens; 2 = beetje mee oneens; 3 = beetje mee eens; 4 = mee eens
02_jongere_ig PARA-v
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens
10 Wanneer je op weekend gaat of wanneer je weet dat je jouw vader een paar dagen niet zal zien, wil je altijd even afscheid nemen
11 Jouw vader kan je goed troosten als je verdrietig bent
12 Je praat makkelijk met jouw vader over je gedachten en gevoelens
13 Jouw vader is warm en begripvol
14 Je brengt jouw zorgen bij jouw vader ter sprake
15 Je houdt jouw vader op afstand als je bang of verdrietig bent
16 Je mist jouw vader wel eens
02_jongere_ig PARA-j
Deze lijst vul je in over jouw JIM: Jouw Ingebrachte Mentor. Een JIM is een persoon, meestal een volwassene, uit jouw omgeving. Deze JIM kan een familielid, buur, sportcoach, vriend of kennis zijn.
Heb jij een JIM?
Ja
Nee ga door naar de vragen op pagina 18
Wie is jouw JIM?
__________________ (voornaam) __________________ (achternaam)
Mijn JIM is mijn …
Familielid, namelijk ______________________________________
Vriend
Vriend van ouder(s)
Buur of kennis
(Ex-)leerkracht, hulpverlener
Anders, namelijk ____________________________________
Hoe lang ken je jouw JIM al? __________ jaar en __________ maanden
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens
1 Jouw JIM leeft met je mee als hij/zij naar je luistert
2 Je voelt je het gelukkigst in het bijzijn van jouw JIM
3 Wanneer je verdrietig bent, reageert jouw JIM daarop
De volgende stellingen gaan over jouw JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). Geef aan in welke mate de stellingen bij jouw JIM passen.
1 = mee oneens; 2 = een beetje mee oneens; 3 = een beetje mee eens; 4 = mee eens
02_jongere_ig PARA-j
1 Mee oneens
2 Beetje
mee oneens
3 Beetje
mee eens
4 Mee eens 4 Jouw JIM let erop of je ergens mee rondloopt
5 Je laat jouw (persoonlijke) gedachten of gevoelens nooit merken aan jouw JIM
6 Als er iets leuks of iets fijns gebeurt, wil jij dat graag aan jouw JIM vertellen
7 Jouw JIM laat soms spontaan blijken dat hij/zij jou waardeert
8 Het maakt voor jou geen enkel verschil wie jouw JIM is
9 Voor steun en advies ga je naar je JIM
10 Jouw JIM staat voor je klaar wanneer je ergens bezorgd over bent
11 Wanneer je op weekend gaat of wanneer je weet dat je jouw JIM een paar dagen niet zal zien, wil je altijd even afscheid nemen
12 Jouw JIM kan je goed troosten als je verdrietig bent
13 Je praat makkelijk met jouw JIM over je gedachten en gevoelens
14 Jouw JIM is warm en begripvol
15 Je brengt jouw zorgen bij jouw JIM ter sprake
16 Je houdt jouw JIM op afstand als je bang of verdrietig bent
17 Je mist jouw JIM wel eens
02_jongere_ig POPS
1 Helemaal
onwaar
2 Beetje onwaar
3 Soms waar, soms onwaar
4 Beetje
waar
5 Helemaal
waar
1 Mijn JIM lijkt te weten wat ik van dingen vind
2 Mijn JIM probeert me te vertellen hoe ik mijn leven moet leiden
3 Mijn JIM laat de keuze over wat te doen, zoveel mogelijk aan mij
4 Als ik een probleem heb, luistert mijn JIM naar mijn mening of mijn kant van het verhaal
5 Mijn JIM staat me toe om zelf beslissingen te maken
6 Mijn JIM staat erop dat ik de dingen op zijn/haar manier doe
7 Mijn JIM is meestal bereid om dingen vanuit mijn kant te bekijken
8 Mijn JIM helpt me mijn eigen richting te kiezen
9 Mijn JIM is niet erg gevoelig voor veel van mijn behoeften
De volgende stellingen gaan over jouw JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). Geef aan in welke mate de stellingen bij jouw JIM passen.
1 = helemaal onwaar; 2 = een beetje onwaar; 3 = soms waar, soms onwaar; 4 = een beetje waar; 5 = helemaal waar
02_jongere_ig UCL
1 Zelden of
nooit
2 Soms
3 Vaak
4 Zeer vaak
1 Je zorgen met iemand delen
2 Iemand om hulp vragen
3 Je gevoelens tonen
4 Troost en begrip zoeken
5 Laten merken dat je ergens mee zit
6 Met vrienden of familieleden het probleem bespreken
De volgende stellingen gaan over wat mensen kunnen doen of denken als er een probleem is. Geef aan in welke mate de stellingen bij jou passen.
1 = zelden of nooit; 2 = soms; 3 = vaak; 4 = zeer vaak
02_jongere_ig TMS-F
De volgende stellingen gaan over jouw ervaring met de behandeling die je nu krijgt. Geef aan in welke mate de stellingen bij jou passen.
1 = helemaal oneens; 2 = grotendeels oneens; 3 = evenveel eens als oneens; 4 = grotendeels eens; 5 = helemaal eens
Ben je nog in behandeling bij dezelfde organisatie als tijdens de eerste keer dat een medewerker van het GRIP-onderzoek je sprak?
Ja
Nee ga door naar pagina 22
1 Helemaal
oneens
2 Groten-
deels oneens
3 Evenveel
eens als oneens
4 Groten-
deels eens
5 Helemaal
eens
1 Als ik meerdere weken geen
vooruitgang zie, zal mijn inzet voor de behandeling waarschijnlijk afnemen 2 Ik zou nog eerder de behandeling
beëindigen, dan ervoor bepaalde contacten te moeten opgeven
3 Als ik in de behandeling veel tegenslag zou krijgen, zou mijn inzet
waarschijnlijk minder worden 4 Als ik iets anders moet doen wat
belangrijk is voor mijn toekomst zou ik therapie waarschijnlijk afzeggen 5 Als ik weinig verandering in mijn leven
zou zien, zou ik de behandeling beëindigen
6 Als ik mij oneerlijk behandeld voel, kan het gebeuren dat ik de volgende therapie afzeg
7 Als de behandeling mij financieel pijn zou doen, zou mijn motivatie daaronder lijden
8 Mijn motivatie zou achteruit gaan, als ik het door de behandeling nog moeilijker krijg
02_jongere_ig TMS-F
1 Helemaal
oneens
2 Groten-
deels oneens
3 Evenveel
eens als oneens
4 Groten-
deels eens
5 Helemaal
eens
9 Het moet kunnen dat je in therapie dingen voor je houdt die je te moeilijk vindt om over te praten
10 Als ik een onderwerp buiten de
behandeling wil houden, moet men dat accepteren
11 Ook tegenover therapeuten kan je soms beter voor je houden wat er in je omgaat
12 Als ik dingen uit mijn privéleven voor mij wil houden, moeten therapeuten dat maar accepteren
13 Thuis wil ik zoveel mogelijk afstand nemen van de therapie en er niet steeds mee bezig blijven
14 Buiten de therapie wil ik gewoon mijzelf zijn en niet óók nog weer over mijn gedrag moeten nadenken
15 Ik zou het bezwaarlijk vinden als ik in mijn vrije tijd steeds weer dingen voor de behandeling zou moeten doen 16 Als je thuis bent, moet het ook echt
vrije tijd zijn, anders blijf je maar bezig met de behandeling
02_jongere_ig SRS-C
De volgende vragen gaan ook over jouw ervaring met de behandeling die je nu krijgt. Geef per onderdeel aan hoe je de situatie ervaart door een kruisje (x) op de balk te plaatsen.
links is 0 (negatief), rechts is 100 (positief)
Hoe vond je de bijeenkomst(en) in de afgelopen vier weken?
1. Luisteren
Mijn hulpverlener luisterde niet altijd naar me
Mijn hulpverlener luisterde naar me
2. Hoe belangrijk
Wat we hebben gedaan en waar we over hebben gepraat was niet zo belangrijk voor mij
Wat we hebben gedaan en waar we over hebben gepraat was belangrijk voor mij
3. Wat we hebben gedaan
Ik vond wat we hebben gedaan niet fijn
Ik vond wat we hebben gedaan fijn
4. Alles bij elkaar
Ik zou willen dat we iets anders konden gaan doen
Ik hoop dat we de volgende keer dezelfde soort dingen gaan doen
01_jongere_ig