• No results found

POLITIEKE POSITIONERING OP TWITTER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "POLITIEKE POSITIONERING OP TWITTER"

Copied!
69
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0

Klaver vs. Baudet

POLITIEKE POSITIONERING OP TWITTER

Lisah Neef (s3271331)

MA communicatiekunde

Faculteit Letteren

Rijksuniversiteit Groningen

Begeleidend docent: N. Stukker

(2)

1

POLITIEKE POSITIONERING OP TWITTER

Klaver vs. Baudet

Lisah Neef (s3271331)

MA communicatiekunde

Faculteit Letteren

Rijksuniversiteit Groningen

Begeleidend docent: N. Stukker

2

e

lezer: F. Kramer

(3)

2

Samenvatting

Politici zetten verschillende communicatiemiddelen in om hun boodschap te verspreiden. In de vorige eeuw presenteerden politici zich tijdens parlementaire debatten, toespraken, interviews of tijdens persconferenties. Tegenwoordig speelt Twitter ook een belangrijke rol als medium waarmee een politicus zich rechtstreeks tot de kiezers kan wenden. Dit medium biedt een aantal voordelen voor een politicus, want een politicus kan zijn of haar eigen boodschap zorgvuldig formuleren en de boodschap framen. Hiermee kan een politicus zijn of haar eigen positionering uiten. Positionering staat in verband met keuzes maken. Stijl is een middel waarmee de politicus zijn of haar

positionering kan uiten. In de stilistiek wordt stijl veelal gedefinieerd als keuze: er is sprake van stijl wanneer de taalgebruiker formuleringsalternatieven voorhanden heeft om een verschijnsel of stand van zaken in de werkelijkheid te beschrijven. Kiezen voor een bepaalde stijl, betekent daarom ook kiezen voor een bepaald effect. In de politiek worden verschillende spreekstijlen gebruikt door een politicus.

De stijlanalyse in dit onderzoek richt zich op Jesse Klaver van GroenLinks en Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Beide politici zijn jong en erg actief op Twitter. Een analyse van mediaoordelen laat zien dat Thierry Baudet en Jesse Klaver zich verschillend positioneren in het publiek debat. In de media zijn ook aanwijzingen te vinden dat journalisten en politiek

commentatoren de indruk hebben dat deze inhoudelijke verschillen in politieke positionering worden weerspiegeld in de manier waarop deze politici zich presenteren in hun spreekstijl. De indruk is dat Thierry Baudet de positie van een ‘intellectueel’ inneemt. Jesse Klaver positioneert zich als de ‘gewone’ man die dicht bij de kiezers staat en één van hen is. Het is nog niet onderzocht of deze stijl ook op Twitter wordt gepresenteerd. Twitter is een relatief nieuw medium voor een politicus, maar speelt een belangrijke rol in verkiezingen. Hoe de stijl van dit medium is en hoe een politicus gebruik maakt van dit medium, is echter nog onbekend. Het is van belang om dit te onderzoeken, omdat Twitter de laatste jaren ook onderdeel is geworden van het publiek debat. De stijl van Baudet en Klaver op Twitter wordt hierdoor een belangrijk onderdeel van hun positionering. Het is daarom van belang om inzicht te krijgen hoe de stijl van een politicus op Twitter is.

In dit onderzoek is te lezen in hoeverre Baudet en Klaver in tweets gebruik maken van taalmiddelen die samenhangen met hun positionering. De verwachting was dat Baudet en Klaver in hun tweets gebruik maken van taalmiddelen die hun positie als ‘intellectueel’ en ‘gewone man’ versterken, dit is onderzocht in de stijlanalyse. Uit deze analyse blijkt dat de verschillende posities die zij innemen in het publiek debat niet sterk tot uiting komen op de persoonlijke Twitteraccounts. Hoewel de stijlverschillen die in eerder onderzoek zijn beschreven in het medium Twitter niet volledig tot uitdrukking komen, zijn ze in wat gematigde vorm nog steeds wel zichtbaar. Het gematigde karakter is mogelijk te verklaren uit de stijlkenmerken van het medium Twitter zélf. Door de beperkte omvang van tweets (140 tekens) en de nadruk op interactiviteit (taggen, mention, linkjes) en multimedialiteit (filmpjes) is er weinig ruimte voor variatie. Zowel Baudet en Klaver kennen de regels van Twitter, zo blijkt uit de analyse. Ze gebruiken hashtags, starten een conversatie op Twitter en kennen de mogelijkheden van Twitter. Als Klaver en Baudet zich beiden aan de stijl van Twitter houden, dan is er mogelijk simpelweg minder ruimte de eigen stijl te uiten. Een politicus heeft op Twitter dan niet de vrijheid zoals bij een parlementaire toespraak. Een aannemelijk gevolg hiervan is dat de

(4)

3

Inhoudsopgave

1.

Inleiding ... 4

1.1Positioneren in het publiek debat ... 4

1.2 Diversiteit aan taalmiddelen in het politiek debat ... 5

1.3 Baudet en Klaver ... 7

1.4 Positioneren via social media ... 9

1.5 De stijl van Twitter ... 10

1.6 Probleemstelling ... 11

2.

Methode Stijlanalyse ... 12

2.1 Onderzoeksprocedure ... 12 2.2 Verantwoording onderzoeksmateriaal ... 15

3.

Resultaten ... 17

3.1 Grammaticale categorieën ... 17 3.2 Woordgebruik... 22 3.3 Stijlfiguren ... 23 3.4 Tekststructuur ... 26

4.

Conclusie ... 28

5.

Discussie ... 29

Bibliografie ... 30

BIJLAGE I ... 34

CHECKLIST NEDERLANDSE STIJLMIDDELEN (Verhagen, 2001) ... 34

Bijlage II ... 37

(5)

4

1. Inleiding

Het politieke landschap in Nederland is erg versplinterd. Tijdens de laatste verkiezingen in 2017 streden maar liefst 28 partijen om zetels in de Tweede Kamer, dit was een recordaantal. Kleine en opkomende partijen worden groter en gevestigde partijen leveren in. Kortom, er is veel te kiezen voor de kiezer. De kiezersmarkt is sterk gefragmenteerd. Doordat het aantal politieke partijen stijgt, krijgt iedere partij een deel van de markt. Maar niet alleen de markt verandert, ook de kiezers veranderen. De nieuwe generatie stemmers is anders dan de solide kiezers van vroeger. De kiezers zijn zwevend en gebruiken andere (online) middelen om de boodschap te ontvangen. De politiek is gevoelig voor de tijdsgeest. In deze tijden is het een kans voor politieke partijen om je goed te positioneren, te profileren en te onderscheiden omdat er zoveel is te kiezen. De politiek leider van een partij speelt hierin een belangrijke rol, hij of zij is immers het boegbeeld en is bepalend voor het ‘merk’ van de desbetreffende partij. Want uiteindelijk is de politiek leider zelf dat merk (Kralingen, 2017). In Nederland zijn op dit moment twee politieke leiders die zich duidelijk positioneren in het politiek debat: Jesse Klaver van GroenLinks en Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Beide politici hebben veel jonge aanhangers, qua ideologie liggen zij echter ver van elkaar van vandaan. Beiden zijn zij actief op social media en zetten deze middelen frequent in. Een belangrijk

communicatiemiddel voor Thierry Baudet, is Twitter. De politicus voerde er eind vorig jaar stevig campagne mee om leden te werven. Met succes: sinds 1 januari is FVD de politieke partij met de meeste leden (Loon & Wassens, 2020). In het verleden speelden tv-optredens, live debatten en ontmoetingen een belangrijke rol voor een politicus om het publiek te bereiken. Maar de opkomst van sociale media heeft hier verandering ingebracht. “Social media zijn de televisie van de jaren 60 & 70” (Zessen & Kooistra, AD, 2017). De invloed van Twitter in de politiek wordt dus steeds groter en speelt belangrijke rol in de communicatie richting het publiek. Jesse Klaver en Thierry Baudet zien deze kans en zenden hun boodschap via dit medium. In de boodschap die politici verspreiden, gebruiken politici talige kenmerken om zich te onderscheiden (Van Leeuwen, 2015). Hoe positioneren politici zich op dit medium?

De positionering komt mede tot stand door het taalgebruik van een politicus. Een politicus kiest zijn woorden zorgvuldig. De verwachting is dat de stijl die politici hanteren, bijdragen aan de manier waarop zij zich inhoudelijk positioneren. Dit stijlonderzoek is erop gericht te laten zien hoe formuleringskeuzes in een tekst bijdragen aan een effect dat een tekst als geheel bij lezers

teweegbrengt. Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar stijl van politici in toespraken, zoals Van Leeuwen meermaals heeft gedaan. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar stijl van een politicus op Twitter, terwijl dit medium een belangrijke rol heeft in de communicatie richting het publiek. Deze scriptie is gericht op de manier waarop Jesse Klaver en Thierry Baudet zich opstellen op Twitter. De opbouw van de scriptie is al volgt. In de volgende paragraaf wordt een beeld geschetst over de rol van stijl en positioneren in het debat, daarna worden de mediaoordelen van Baudet en Klaver besproken, vervolgens wordt de achtergrond en stijl van Twitter uitgelegd. In hoofdstuk 2 wordt de gehanteerde methodesectie beschreven. In hoofdstuk 3 worden de resultaten besproken, dit hoofdstuk laat de stilistische verschijnselen van Baudet en Klaver op Twitter zien. In de conclusie, hoofdstuk 4, worden de belangrijkste bevindingen op een rij gezet. In het slothoofdstuk 5 wordt er teruggeblikt op het onderzoek.

1.1 Positioneren in het publiek debat

Net als organisaties moeten politici tegenwoordig als ‘merk’ bekend worden. Een belangrijke eis aan een sterk merk is dat het merk onderscheidend is. Het doel van ‘branding’ is het verkrijgen van een onderscheidende, positieve positie in de ‘mind set’ van klanten (Keller, 2012). Alsem (2013) stelt dat een sterk merk gefocust, onderscheidend, relevant en consistent moet zijn. Er kan dus worden gesteld dat positionering gaat over de plek die het ‘merk’ – in dit geval de politicus – inneemt in de

(6)

5 hoofden van de doelgroep. Een positionering is zichtbaar, prominent aanwezig en belangrijke

elementen – de propositie – worden herhaald en benadrukt. Marketingcommunicatie speelt een belangrijke rol bij het uitdragen van de positionering. Marketingcommunicatie kan erop gericht zijn de positionering in de gewenste richting te veranderen. Dit kan gebeuren door de gunstige en onderscheidende kenmerken van een merk te benadrukken (Floor & van Raaij, 2010, p. 145). Succesvolle communicatie(campagnes) hebben als kenmerk dat ze consistent en onderscheidend in hun boodschap zijn. In de gedachten van de consument nemen deze merken een duidelijke plaats in en hebben ze en duidelijke ‘persoonlijkheid’ of merkidentiteit.

Positionering staat in verband met keuzes maken. In de stilistiek wordt stijl veelal gedefinieerd als keuze: er is sprake van stijl wanneer de taalgebruiker formuleringsalternatieven voorhanden heeft om een verschijnsel of stand van zaken in de werkelijkheid te beschrijven (Van Leeuwen, 2015). Taal is bij uitstek het middel om de positionering van een politicus tot uiting te brengen. Hoe die taal tot uiting wordt gebracht, is afhankelijk van de stijl die en politicus kiest. Wat zegt een politicus wel en niet en hoe zegt de politicus het? Welke woorden gebruikt die persoon en op welke manier worden deze woorden gebruikt? Een politicus maakt hier bewuste keuzes.

1.2 Diversiteit aan taalmiddelen in het politiek debat

Handboekauteurs hanteren verschillende definities van stijl. De definitie van stijl die leidend is in dit onderzoek, komt van Peter Burger & Jaap de Jong (2009, p. 16): “Stijl is de keuze uit mogelijke formuleringen om een gedachte vorm te geven. Die keuze heeft betrekking op woorden, zinsopbouw en structuur en wordt medebepaald door onderwerp, doel, publiek en genre. Wanneer de stijl verandert, verandert ook de inhoud” (Burger & de Jong, 2009).

Kiezen voor een bepaalde stijl, betekent daarom ook kiezen voor een bepaald effect. Een goede stijl zorgt ervoor dat de boodschap overkomt. Stijl doet ertoe in communicatie. Bovendien wekt een passende en een verzorgde stijl vertrouwen op bij het publiek. Een goede stijl ontstaat door

weloverwogen gebruik te maken van technieken om de begrijpelijkheid, instructiviteit,

overtuigingskracht en/of aantrekkelijkheid te vergroten (Steehouder, Jansen, van Gulik, Mulder, Van der Pool, & Zeijl, 2016).Pas door argumenten onder woorden te brengen, kan de tegenpartij worden verslaan (Braet, 2007). Daarbij maakt het uit op welke wijze de argumenten en de rest van het betoog (bericht), verwoord worden. “Het is niet genoeg om te weten wat je moet zeggen, je moet ook weten hoe dit te zeggen” (Braet, 2007). Retoriek is een kwestie van kiezen wat de beste middelen zijn om het (overtuigings)doel te bereiken. De keuze moet de zaak dienen. Stijl is dus bij uitstek een belangrijk element van politieke communicatie. Dit was al in de tijd van Aristoteles (Braet, 2007). Aristoteles onderscheidt twee soorten overtuigingsmiddelen: de ‘kunstloze’ middelen (feitelijke bewijzen) en de ‘kunstige middelen’ (die door spreker zelf worden voortgebracht)

(Karreman & van Enschot, 2013). Stijl wordt vaak onder aantrekkelijkheid van teksten geschaard. Het verschil tussen een emotionele en een zakelijke stijl is slechts een van de vele kwalitatieve keuzes die gemaakt moeten worden. Er zijn nog meer stijlschalen waarop men moet kiezen, waaronder

interactief-zenden en formeel-informeel (Braet, Retorische kritiek, 2007). Ook stijl kan worden verdeeld in verschillende niveaus. Braet (2007) geeft in zijn boek een aantal stijlniveaus weer: lage stijl (eenvoudige stijl), midden stijl (sierlijke stijl) en hoge stijl (verheven stijl). De niveaus hebben alle drie eigen functies met eigen stijlmiddelen.

Er is een groot scala aan taalmiddelen om teksten aantrekkelijker, overtuigender, krachtiger en gestructureerd te maken. De meeste stijlmiddelen komen uit de oude retorica en worden niet meer toegepast in moderne overtuigende teksten (Braet, Retorische kritiek, 2007). De verschillende stijlmiddelen brengen een uiting tot stand. De stijl van het bericht moet afgestemd zijn op de gelegenheid en het publiek. De stijl moet bovendien passend zijn bij de spreker: in de oudheid vond men dat iemand taal zijn persoonlijkheid weerspiegelde (Karreman & van Enschot, 2013). De stijl die de politicus gebruikt kan hierbij een rol spelen door de verschillende stijlmiddelen. Om een

(7)

6 positionering te plaatsen, is niet alleen wat er gezegd wordt van belang maar ook hoe dit gebeurt. De aanwezigheid van ideologische kenmerken op stijl- en inhoudelijk niveau getuigt van de

verbondenheid van een discours met een ideologie en van ‘ideologisch werk’. De vraag hoe politici zich tegenover anderen positioneren, wordt doorgaans beantwoord door keuzes te bestuderen op het terrein van aanspreekvormen en/of voornaamwoorden. Maar er zijn zoveel meer stijlmiddelen die aan de positionering bijdragen. Deze stijlmiddelen worden in deze paragraaf aan het licht gebracht.

1.2.1. Grammaticale categorieën

In de eerste plaats komt stijl tot uitdrukking in grammaticale keuzes die een spreker of schrijver maakt op het gebied van zinsbouw. Van Leeuwen (2015) beschreef in zijn onderzoek naar de spreekstijlen van de politici Pechtold en Wilders in publieke optredens bijvoorbeeld verschillen in de syntactische positie de verwijzingen naar ‘de kiezer’ innamen in hun zinnen, naar typen

aansprekingen van collega’s en citaatvormen. Hij liet zien dat de verschillende stijlkeuzes van deze politici resulteren in verschillende effecten op het gebied van ervaren ‘afstand’ of ‘nabijheid’ tot de kiezers of collega-politici

1.2.2 Woordgebruik

Alle manieren waarop woorden worden gekozen is een manier van stijl en effecten te creëren met teksten. Stijl wordt dus – mede - vormgegeven door de keuze voor een specifiek woord om iets te benoemen. Met woorden kan kleur worden gegeven aan een bericht. Kleur betekent dat de auteur positie inneemt in een bepaald onderwerp/debat en duidelijk wordt waar de auteur zich bevindt in een debat, wat zijn positie is (Gamsory & Modigliani, 1989).

1.2.3 Stijlfiguren

Een onderdeel van stijl zijn stijlfiguren. Vanouds is er in de retorica veel aandacht voor het gebruik van stijlfiguren, ook wel een retorische figuur genoemd. Een retorische figuur is een opzettelijke, creatieve afwijking van het gewone taalgebruik met het doel de overtuigingskracht van de tekst te vergroten. De afwijking moet dus opzettelijk zijn: taalfouten en onbeholpen formuleringen horen niet bij de stijlfiguren. Het doel van stijlfiguren is de overtuigingskracht te vergroten; er zijn immers ook allerlei andere afwijkingen van het gewone taalgebruik waarmee andere doelen worden nagestreefd (Karreman & van Enschot, 2013).

Er zijn ontzettend veel verschillende stijlfiguren, de stijlfiguren verschillen ook van aard. Stijlfiguren worden verdeeld in tropen en schema’s (Karreman & van Enschot, 2013). Schema’s hebben betrekking op de vorm of stijl van de verwoording. Tropen (ook wel beeldspraak genoemd) hebben betrekking op de verwoording en de inhoud tegelijkertijd. Bij een troop bevindt de afwijking zich in de betekenis en wordt een woord of begrip in de regel vergeleken met iets anders. Er wordt een betekenis overgedragen (overdrachtelijk) (Braet, Retorische kritiek, 2007). Bij een schema - stijlfiguren in engere zin- is er sprake van een ongewone formulering door andere middelen dan betekenisverandering. Bij een zit de afwijking dus niet in de betekenis, maar meer aan de oppervlakte (niet-overdrachtelijk).

Metaforen vormen het politieke stijlmiddel bij uitstek (bijv. Lakoff & Johnson, 2003). Vrijwel elke politicus bespeelt dit instrument om kiezers aan zich te binden, stemmen te werven, zo veel mogelijk mensen te bereiken, de aandacht op zichzelf te vestigen, of een afwijkende meningen te bevorderen. Beeldspraak vormt het hart van de emotie in de politieke taal. Zij belichaamt een compacte persuasieve versie van ideologie, omdat zij het toonbeeld is van de eenheid van vorm en inhoud (De Landtsheer, 2009). Metaforen brengen woorden en woordgroepen over naar een ‘vreemde’ context, in dit geval de politiek. Zij trekken de aandacht door hun contrasteren van twee inhoudelijk verschillende domeinen (Beer & De Landtsheer, 2004).Al sinds de jaren 1980, is algemeen bekend dat metaforen niet alleen dienen als taalkundige verschijnselen die voor de retoriek worden toegevoegd een tekst of toespraak, maar ook om de conceptuele inhoud over te brengen (Lakoff &

(8)

7 Johnson, 1980). Zoals Burgers, Konijn en Steen (2016) beweren kunnen metaforen voldoen aan één of meer van de functies van framing zoals gedefinieerd door de Entman (1993): ze kunnen voorgrond een bepaalde probleemstelling, geven een causale interpretatie, aanpakken van een probleem-evaluatie en/of bevordering van een mogelijk probleem oplossing (Boeynaems, Burgers, Konijn, & Steen, 2017).

Een voorbeeld van een metafoor die gebruikt is in de politiek is de bekende uitspraak van Wilders over de ‘tsunami van islamisering’. Hiermee brengt Wilders een politiek fenomeen als islamisering in verband met een natuurramp. Metaforen spelen als emotionele taalelementen een rol in het proces van ‘management of anxiety’, men kan ze gebruiken om gerust te stellen maar ook om onrust te zaaien (Emrich, 2001; Gaus, 2010). Deze laatst genoemde zal waarschijnlijk het

beoogde effect van Wilders zijn geweest.

In het onderzoek van Boeynaems, Burgers, Konijn, & Steen (2017) zijn metaforen als frames bestudeerd. Uit hun studie blijkt dat enkele frames niet alleen metaforen bevatten, maar ook deels bestaat uit een hyperbool. Een hyperbool kan worden gedefinieerd als ‘een overdreven expressie’ (Burgers, Brugman, Renardel de Lavalette & Steen, 2016).

1.2.4. Tekststructuur

Twitter geeft de mogelijkheid om hashtags toe te voegen. Dit teken staat symbool voor online taal. Twittergebruikers gebruiken hashtags in een bericht (Gulden, 2019). Een hashtags (aangeduid met #) is een label om aan te geven over welk onderwerp een tweet of twitterbericht gaat. Twitter hashtags zijn bedoeld om tweets te koppelen aan een bepaald onderwerp. Door hashtags te gebruiken in je tweets, heb je dus meer kans dat je twitterberichten gevonden worden door twitteraars die zich bezig houden met dit zelfde onderwerp (Gulden, 2019). Een hashtag gebruiken in tweets levert dus veel voordelen op. Een twitteraar kan niet alleen eenvoudig monitoren wat erover je gezegd wordt en werken aan je online reputatie, maar je kunt ook een conversatie over een bepaald onderwerp starten, deze gemakkelijk volgen en betrokken blijven.

1.3 Baudet en Klaver

Jesse Klaver (1986) van GroenLinks en Thierry Baudet (1983) van Forum voor Democratie zijn twee ‘nieuwe’ en jonge politici in de Tweede Kamer. Beide mannen zorgen voor een frisse wind in Den Haag, beiden met een andere stijl. Ze willen beide op een eigen manier een nieuwe beweging in Nederland starten. Het aantal zetels van GroenLinks werd met behulp van Jesse Klaver tijdens de Tweede Kamerverkiezingen verhoogd van vier naar zeventien zetels. Thierry Baudets Forum voor Democratie was een nieuwe partij in het politiekspectrum en kwam binnen met twee zetels. De mannen moeten zich positioneren, niet alleen in de Tweede Kamer, maar ook voor het publiek en online. Klaver en Baudet hebben veel volgers op hun online kanalen. Het is aannemelijk dat dit te maken heeft met de interesse van mensen in de inhoud van de online kanalen, maar ook deels met hun profilering als ‘persoon’ en de aantrekkingskracht die zij op jongeren hebben. Jesse Klaver heeft op zijn persoonlijke Twitteraccount ruim 261.300 volgers (Jesse Klaver, 2020). Dit zijn beduidend meer dan 134.800 volgers van GroenLinks op Twitter (GroenLinks, 2020). Baudet heeft 220.400 volgers op zijn persoonlijke Twitterpagina (Thierry Baudet, 2020), in tegenstelling tot de 67.100 volgers op de algemene Twitter pagina van zijn partij Forum voor Democratie (Forum voor

Democratie, 2020). Deze cijfers geven aan dat zowel Klaver als Baudet zich bewust en met nieuwe middelen positioneren in het publiek debat. Baudet en Klaver geven een nieuw elan aan de politiek. Mede hierdoor zitten media bovenop beide politici en liggen Baudet en Klaver ook onder een

vergrootglas. Een vergelijking wordt al snel gemaakt. De imago’s van Klaver en Baudet verschillen van elkaar, dit komt mede doordat zij zich verschillend positioneren en een andere ideologie nastreven. De boodschap die zij verspreiden is anders, maar beide mannen controleren graag hun uitingen en houden graag hun imago en positie in de hand. Bij publieke figuren, zoals politici, komt hun imago of ‘image’ voor een niet gering gedeelte tot stand via hun uiterlijke verschijning in de audiovisuele

(9)

8 media (Braet, 2007). Het imago van Baudet en Klaver komt dus voor een deel tot stand door de gekozen stijl.

Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten tussen de politici Klaver en Baudet: ze hebben ambitie, willen een ander Nederland, vertegenwoordigen een nieuwe generatie en gebruiken nieuwe politieke vormen en media (Business Insider Nederland, 2019). Jan Schippers (2019) vertelt dat de overeenkomst tussen de twee leiders, de analogie in politieke stijl en uitstraling is. Deze

overeenkomt komt vooral tot uitdrukking in hun speeches met quasireligieuze taal en in

samenkomsten in het land waar fans de politieke leider als hun ‘messias’ kunnen toejuichen, omdat ze deze beschouwen als de reddingsboei die het land van de ondergang gaat redden. Wie zich eraan vastklampt, raakt slechts verder op drift. Om deze reden is het parool om waakzaam en nuchter te zijn in denken en doen. Niet aan de aantrekkingskracht van tegenpolen toegeven, maar vaste koers houden (Schippers, 2019).

In de volgende alinea’s wordt een beschrijving gegeven van beide heren door verschillende mediaoordelen. Dit is van belang om de samenhang tussen het politiek debat en de stijl beide politici te beschrijven, zodat dit in verband kan worden gebracht met de stijl op Twitter. Eén Vandaag heeft een kort panelonderzoek uitgevoerd naar hoe kiezers over Thierry Baudet en Jesse Klaver denken. Verder zijn er columns van politiek commentatoren en diverse kritische analyses over Baudet en Klaver gelezen. Het is niet de bedoeling geweest om een volledige, wetenschappelijk verantwoorde media-analyse uit te voeren. In dit onderzoek is er aangehaakt bij wat andere mensen met verstand van zaken hebben gezegd over het imago van beide politici.

1.3.1 Baudet de intellectueel

Volgens politiek commentatoren komt Baudet over als een elitaire en intellectuele jongen, die vertelt over literatuur – en graag benoemt dat hij een aantal boeken heeft gelezen en vooral heeft

geschreven. Hij benoemt graag zijn liefde voor klassieke en pianomuziek. Het taalgebruik van Baudet speelt ook een rol in het beeld de intellectuele man. Hij gebruikt moeilijke woorden en formuleringen die vaak beeldspraken bevatten. Dit typeert hem niet als een ‘man van het volk’ (De Jong & Van Leeuwen, 2018). Het beeld van een intellectuele man riep Baudet ook op met zijn

overwinningsspeech na afloop van de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2019. In zijn speech gebruikte hij een vocabulaire dat een grote groep burgers niet dagelijks spreekt (Boterman, 2019). Historicus Frits Boterman vertelt hierover: “Baudet positioneert zich als eenzame profeet. Kennelijk bezit Baudet de wijsheid die Minerva in de klassieke oudheid had. Hij stelt zich op als iemand van heel hoog niveau maar dat spreek kennelijk ook aan. En met het idee dat de gevestigde orde faalt – de elite waartegen Baudet fulmineert - kun je jezelf profileren als profeet annex politicus. Daarmee spreekt hij niet de taal van het volk” (Boterman, 2019).

Aan de andere kant probeert Baudet als benaderbaar politicus wel degelijk dicht bij zijn kiezers te komen. Zo is Baudet kritisch over het politieke systeem, dat volgens hem ‘op’ is. Parlementaire debatten, die hij geregeld links laat liggen, typeert hij als ‘poppenkast’ en zinloze ‘toneelstukjes’. Verder hekelt hij wat hij, wat hij zelf ‘het partijkartel’ noemt: “Zoals kartels in de zakenwereld prijsafspraken maken en drempels opwerpen om nieuwkomers weg te houden, zo maken politieke partijen opinie-afspraken” (De Jong & Van Leeuwen, 2018).Zijn woordgebruik zegt hier dus iets over de mate waarin hij zich wil positioneren ten opzichte van het volk en ten opzichte van andere politici. Als hij debatten in de Tweede Kamer bijwoont, plaatst hij zich met een

‘inclusief wij’ uitdrukkelijk naast zijn collega’s. Tegelijkertijd schept hij afstand. Thierry Baudet een elitaire houding en spreekt geaffecteerd. Volgens het beeldverhaal dat Baudet zelf gecreëerd heeft, is hij een politicus die zich verre houdt van het electoraat. Bovendien één die afstand graag in stand houdt (Imbach, 2018). Baudet heeft volgens het panel van Eén Vandaag een frisse uitstraling. Verder is hij verbaal sterk en spreekt hij een nieuw geluid (Rademaker, 2017).

(10)

9

1.3.2 Klaver de gewone man

Jesse Klaver hoort bij de nieuwe lichting van GroenLinks, hij wordt ook wel de ‘kroonprins’ of ‘De Jessias’ van GroenLinks genoemd. Klaver staat de media altijd makkelijk te woord en trekt een nieuwe generatie aan. De boodschap van Klaver wordt verpakt in jeugdig enthousiasme. Veel kiezers vonden Klaver tijdens de landelijke verkiezingen van 2017 sympathiek; hij manifesteert zich met lef en durf (Altena, 2017). Hij weet goed hoe hij mensen moet mobiliseren. Hij heeft een andere boodschap dan het GroenLinks van vroeger. Hij wil vooral zichzelf profileren door op het gevoel te zitten, in plaats van op principes. Klaver staat voor verandering, maar haalt zijn inspiratie vaak bij anderen vandaan. Het blijkt dat hij bijvoorbeeld een aantal speeches van Obama gebruikt in zijn eigen verhalen (Hans Klis, 2019). Hij gebruikt vaak woorden zoals ‘hoop’ en ‘verandering’. Klaver wil graag overkomen als een gewone man. “Een mengeling van politiek jargon en gewone mensentaal kenmerkt Klavers speeches” (Meulen, 2018). “Hij laat dit zien door taal te gebruiken die de burger verstaat, maar ook door beeld van een gemiddelde Nederlander op te roepen. Een voorbeeld hiervan is online bericht van Klaver op Instagram. Op de foto is te zien dat hij op de bank ligt in een

eikeltjespyama. De foto kwam veelvuldig terug in het nieuws en op websites. Hij wil hiermee laten zien dat hij ook een mens is. Het bericht ging viral online. Mark Rutte haalde het kledingstuk maanden later nog aan in een debat. Ook speelt emotie een belangrijke rol in de speeches van uitingen van Klaver (Meulen, 2018).

1.4 Positioneren via social media

Door social media kan een politicus voortdurend aanwezig en informatie zenden, hierdoor krijgt de politicus een prominente plek in de hoofden van mensen. Social media bereiken niet alleen de leden en achterban, maar iedereen. Social media kanalen bieden mogelijkheden voor een individuele politicus om zich te profileren. Uit onderzoek van Kruikemeier (2015) blijkt dat websites en social media een platform zijn voor zelfpromotie voor politici. Deze ontwikkelingen zorgen er voor dat de burgers dichter bij de politiek staan. Uit een onderzoek van Kruikemeier, Van Noort, Vliegenthart en de Vreese (2013) blijkt dat interactieve en gepersonaliseerde online communicatie de politieke betrokkenheid van de burger vergroot. Het blijkt ook dat de effecten van interactiviteit sterker zijn in een persoonlijke omgeving (Kruikemeier, van Noort, Vliegenthart, & de Vreese, 2013). Deze

interactie heeft gezorgd voor een actief, continu debat tussen burgers, politiek en media. Zo worden de burgers steeds meer hun eigen scheidsrechter (Boer, Puts, Livestro, & Brussel, 2014).Politici zetten vaak Twitter in tijdens de campagne (Boer, Puts, Livestro, & Brussel, 2014).

Social media - Twitter voorop – stimuleren juist actieve interactie; de burger die zijn eigen nieuws zoekt en bepaalt. Bovendien hebben politici steeds vaker eigen accounts in plaats van accounts die worden onderhouden door de partij (Small, 2010). Eigen sociale media kanalen zijn ideaal voor politici om allereerst zelf de boodschap en het frame te bepalen dat ze in de markt zetten. Het biedt ze de mogelijkheid om kritische vragen te ontwijken en selectief om te gaan met commentaar. Trump is een frequent gebruiker van deze tactiek. Hij communiceert vooral eenzijdig via Twitter en zijn woordvoerders voeden de pers zonder inhoudelijk in te gaan op vragen (USG Professionals, 2017).

Twitter heeft grote veranderingen veroorzaakt in hoe burgers de politiek volgen. Het onderzoek van Parmelee en Shannon (2012) is een van de eerste uitgebreide onderzoeken naar hoe Twitter in de politiek wordt gebruikt en wat voor invloed dit heeft op de relatie tussen burgers en politici. Het blijkt dat de volgers actiever zijn geworden, doordat politici in tweets acties vragen bv: ‘Doe je mee?’ Hoewel Twitter aan populariteit heeft gewonnen, is er nog relatief weinig bekend over de

achtergrondkenmerken van politieke twitteraars (Kruikemeier, van Noort, Vliegenthart, & de Vreese, 2015). Waarom zit een politicus op Twitter, wat is het doel. Uit onderzoek van Marktlinq (2014) blijkt dat van alle Kamerleden 86% vindt dat Twitter het belangrijkste sociale platform voor hun dagelijkse werkzaamheden. Opvallend is dat ‘nieuwe’ platformen zoals Instagram nog nauwelijks gebruikt worden door politici. Wat ook blijkt uit het onderzoek is dat Tweede Kamerleden gebruiken

(11)

10 regelmatig Twitter voor hun dagelijkse werkzaamheden en ter voorbereiding bij een politiek debat. Andersom maken burgers steeds vaker beslissingen op basis van social media. Het is een toegankelijk medium waar veel informatie op te vinden en te zoeken is. Iedereen kan hierdoor hun eigen nieuws filteren (Bronner & Hoog, 2013). Verkiezingen (politiek in het algemeen) zijn een voorbeeld van een “high-involvement” product/dienst waarbij de rol van sociale media de laatste tien jaar enorm is toegenomen. Kon de kiezer in het verleden alleen informatie over het beleid te horen krijgen via televisie en flyers, nu kan de kiezer ook informatie ontvangen online en hierdoor de interactie aangaan (Bronner & Hoog, 2013). Ook is op Twitter en andere social media kanalen is het gedrag van ‘online vrienden’ goed te volgen, dit heeft invloed op het online gedrag ( Shannon & Parmelee, 2012).

1.5 De stijl van Twitter

Communicatiemiddelen zoals Twitter, Facebook, Instagram en Snapchat verschillen erg van elkaar in content en mogelijkheden. Een factor die van invloed is op de mogelijkheden die een taalgebruiker heeft, is genre. Burger en De Jong (2009) schrijven: “de keuze die een schrijver maakt uit mogelijke formuleringen [...] wordt mede bepaald door [...] genre.” Het genre is dus van invloed op de retorische middelen die de spreker ter beschikking staan. Het genre social media is vrij nieuw voor politici en heeft een aantal eigen kenmerken. Dit vergt wellicht een andere manier om de boodschap te verspreiden. Media kunnen – net als genres – de stijl beïnvloeden.

De taal die online wordt toegepast, wijkt vaak af van de ‘officiële’ spelling- en

grammaticaregels. De zogenoemde digi-taal heeft bepaalde kenmerken (Verheijen, 2016). Wat betreft orthografie staat ze algemeen bekend om het gebruik van onconventionele spelling (‘textisms’, oftewel transformaties van conventioneel gespelde woorden) en emoticons. Een veelgenoemd syntactisch kenmerk is het weglaten van woorden, met name functiewoorden. Een lexicaal kenmerk is het gebruik van veel Engelse leenwoorden (Crystal, 2008; Frehner, 2008; De Decker & Vandekerckhove, 2012). Grafische kenmerken zijn bijvoorbeeld het gebruik van hyperlinks en het incorporeren van afbeeldingen, geluidsbestanden of video’s; er kan sprake zijn van

multimodaliteit, een ‘blending of graphic with grapheme’ (Carrington, 2004, p. 218). Digi-taal is dus een taalvariant die afwijkt van de standaardtaal. Het is aannemelijk dat Klaver en Baudet deze taal toepassen in hun berichten op Twitter. Het is echter relatief onbekend in welke mate en op welke wijze politici online campagne voeren. Dit is een belangrijke vraag omdat recent onderzoek laat zien dat bepaalde online campagnestrategieën en communicatievormen (inzet van interactieve en persoonlijke communicatie) effectief zijn. Burgers voelen zich aangetrokken tot bijvoorbeeld interactieve en persoonlijke communicatie. Wanneer zij op interactieve en persoonlijke wijze communiceren met politici, dan leidt dat tot meer politieke betrokkenheid bij burgers (Lee & Oh, 2012; Lee & Shin, 2012) en mogelijk tot meer voorkeurstemmen voor een politicus (Kruikemeier, 2014).

Er zijn een aantal redenen waarom de taal online anders is dan schriftelijk. De nieuwe media is 24/7 ‘up-to-date’ en toegankelijk, hierdoor is efficiëntie en snelheid van groot belang. Tempo is belangrijker dan ‘foutloosheid’ (Silva, 2011, p. 152). Via online geschreven berichten kan je geen expressie meegeven in de vorm van intonatie, volume of lichaamstaal en gezichtsuitdrukking (video’s buiten beschouwing gelaten), dit heeft invloed op de taal. Ten slotte staan de online content

mogelijkheden nog aan het begin van nieuwe technische ontwikkelingen, hierdoor kun je als individueel creatief en innovatief communiceren via nieuwe media. Spelen met taal draagt immers bij aan een eigen identiteit.

Twitter is het geschikte middel om op de hoogte te zijn van nieuws. Andersom geldt dat een politicus de kans heeft om anderen op de hoogte te brengen van bijvoorbeeld ontwikkelingen, nieuws, mening. Twitter is erg interactief, het is makkelijk om een conversatie met iemand te starten

(12)

11 (Gouman, 2010). Interactie met het publiek zorgt voor binding. De kosten voor Twitter zijn laag en het is een toegankelijk medium. Daarom zijn er verschillende achtergronden waarom politici dit medium gebruiken. Twitter heeft niet zoals Facebook de mogelijkheid om uit te weiden, een lang verhaal te verspreiden. Dus op Facebook is er mogelijkheid om emotie toe te voegen (Zessen & Kooistra, AD, 2017). Twitter is vooral voor snel nieuws, mede omdat een post maar 140 tekens bevat. Hierdoor moet je als zender snel ‘to the point’ komen en beknoptheid is cruciaal. Tweets bevatten vaak links naar informatie waardoor ze lijken op minipersberichten (Golbeck et al., 2010). Deze links zijn vaak verwijzingen naar andere media, zoals nieuwsberichten en televisie-uitzendingen.

1.6 Probleemstelling

In paragraaf 1.3 zijn diverse mediaoordelen besproken die suggereren dat Klaver en Baudet zich verschillend opstellen in het politiek debat. De analyses in de media blijven echter vaak beperkt tot enkele losstaande observaties op basis van een enkele speeches, terwijl een systematischer

benadering de effecten van de uitingen onderbouwd in beeld kan brengen. Omdat Twitter de laatste jaren ook onderdeel is geworden van het publiek debat, maakt de stijl van Baudet en Klaver op Twitter een belangrijk onderdeel van hun positionering. Hier is echter nog weinig onderzoek naar gedaan. In dit onderzoek wordt er getracht om (meer) inzicht te bieden in de werking van stilistische keuzes op Twitter.

In de boodschap die politici verspreiden, gebruiken politici talige kenmerken om zich te onderscheiden (Van Leeuwen, 2015). Van Leeuwen onderzocht de spreekstijl van politici in parlementaire toespraken. Er is in het verleden veelvuldig onderzoek gedaan naar stijl van politici tijdens publieke optreden zoals speeches en tv-debatten (Van Leeuwen, 2015; De Landtsheer, Kalkhoven & Broen, 2011). Tegenwoordig speelt het debat niet alleen af in de Tweede Kamer of tijdens speeches, online op Twitter vindt het debat plaats. Naar verwachting zet deze trend zich voort en wordt dit medium volop wordt ingezet tijdens de Tweede Kamer verkiezingen van volgend jaar. Uit het verleden blijkt dat advertenties en andere politieke post op Facebook en Twitter een enorme invloed hebben gehad op het verloop van de verkiezingen (Kempenaar, 2019). Het voordeel van social media voor politici is dat hun boodschap en content bovendien veel makkelijker aanpassen. Op social media kun je een post een minuut voordat deze live gaat nog aanpassen. Bovendien kan de politicus de boodschap naar een veel specifiekere doelgroep zenden en zijn de resultaten meetbaar (Kempenaar, 2019). De budgetten voor online worden ook steeds hoger (Kreijveld, 2020). Het is daarom van belang om inzicht te krijgen hoe de stijl van politici op Twitter is. In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre de taalmiddelen die Baudet en Klaver gebruiken op Twitter samenhangen met hun positionering. De hoofdvraag in dit onderzoek luidt:

In hoeverre hangen de taalmiddelen die Baudet en Klaver op Twitter gebruiken samen met hun inhoudelijke positionering in het politieke debat?

Dit betreft een taalkundig-stilistisch onderzoek, er wordt geen experimenteel onderzoek naar stilistische keuzes verricht. Op basis van een analyse wordt aannemelijk gemaakt dat dergelijke stilistische keuzes een bepaald effect hebben op de positionering die Klaver en Baudet willen innemen. Er wordt in deze studie nagegaan of er inhoudelijke verschillen in positionering zijn te herleiden in de manier waarop politici zich van taal bedienen op Twitter.

(13)

12

2. Methode Stijlanalyse

In de voorgaande paragrafen is er diverse literatuur besproken over positionering en stijl, zodat dit onderzoek in een kader kunnen worden geplaatst. Het uitgangspunt van dit onderzoek is dat Baudet en Klaver zich verschillend positioneren door middel van stijl.

Voorafgaand aan dit onderzoek is er een aanname dat positionering een effect is van de stijl die politici gebruiken. De manier waarop een politicus zich uit om een ander te bereiken, komt tot stand door middel van gesproken of geschreven woord: in dit geval een Tweet. Kortom, een politicus moet zijn woorden zorgvuldig kiezen. Taal is dus bij uitstek het middel om de positionering van een

politicus tot uiting te brengen. Stilistische keuzes in een tekst kunnen leiden tot een bepaalde globale indruk van zo’n tekst als geheel. Het leggen van causale verbanden tussen specifieke

formuleringskeuzes in een tweet en globale indrukken van de tweets als geheel neemt in deze scriptie een centrale plaats in. In dit onderzoek wordt er gewerkt met verschillende deelvragen om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden:

 Welke stijlmiddelen kunnen worden gekoppeld aan de posities van Klaver en Baudet?  Wat zijn de verschillen tussen Klaver en Baudet?

Wat de onderzoeksmethode van de stijlanalyse betreft, ben ik geïnspireerd geraakt door een onderzoek van Van Leeuwen (2015), waarin hij twee politici met elkaar op het gebied van stijl vergelijkt. Wellicht ten overvloede, wil ik benadrukken dat de analyse die volgt enkel is gericht op stilistische verschijnselen. Andere factoren, die mogelijk bijdragen aan de indruk dat Klaver en Baudet zich verschillend opstellen, blijven dus buiten beschouwing. Onder deze factoren kunnen de inhoudelijke boodschappen van beide politici vallen.

2.1 Onderzoeksprocedure

Het onderzoek omvat een stijlanalyse op taalkundig grondslag. Het doel van deze stijlanalyse is aannemelijk maken dat taalelementen die worden gebruikt op Twitter, bijdragen aan de

positionering van Baudet en Klaver in het publiek debat. De analyse wordt uitgevoerd in drie fases: een exploratieronde, een systematiseringsronde en een conclusieronde. Dit begint bij het in kaart brengen van een groot scala aan stilistische middelen en eindigt bij inzichtelijk hebben welke taalpatronen er ontstaan die bijdragen aan de positionering. Dit gegeven brengt het onderzoek bij het volgende punt van de stijlanalyse: hoe brengt een stijlanalyse de relevantie van taalmiddelen aan de orde in het publiek debat? De taalpatronen worden vergeleken met de positionering van Baudet en Klaver. Deze wordt in de eerste ronde van de analyse vastgesteld. Deze vergelijking wordt aangeduid met de termen: macroniveau en microniveau. Het macroniveau bestaat uit de

positionering van Baudet en Klaver en het microniveau bestaat uit de taalpatronen. Het proces van analyseren is voltooid wanneer er een moment komt dat er een beeld ontstaat dat interne

consistentie vertoont en daarbij ook overeenstemming vertoont met observaties en interpretaties uit andere, onafhankelijke bronnen. Bij de stijlanalyse op macroniveau worden er verbanden gelegd tussen resultaten van de analyse op microniveau en een globale tekstinterpretatie. Bij de stijlanalyse op microniveau wordt er gekeken naar de identificatie van relevante taalpatronen en hun lokale interpretatieve effecten. Samengevat, de taalmiddelen in het microniveau worden vergeleken met de positie van Baudet in het macroniveau en andersom. Dit volgt elkaar op, dit is een doorlopend proces.

(14)

13

2.1.1 Macroniveau geoperationaliseerd

Uit diverse mediaoordelen blijkt dus dat Baudet en Klaver zich verschillend opstellen in het politiek debat. Baudet positioneert zich als een ‘intellectueel’ en Klaver als ‘de gewone man’. Het

macroniveau van Baudet en Klaver is vastgesteld op basis van onderzoeken, politiek commentatoren en beeldvorming in de media (paragraaf 1.2). Beide begrippen worden in de komende paragraaf gedefinieerd.

Definitie intellectueel

Intellectueel wordt in de Van Dale gedefinieerd als “hoger, veelal wetenschappelijk ontwikkeld iemand“ (Van Dale, 2019). De website woorden.org formuleert een intellectueel als volgt: “Iemand met wetenschappelijke interesses en een brede algemene ontwikkeling. Een intellectueel is een persoon met een grote algemene ontwikkeling, een goed ontwikkeld oordeelsvermogen, die betrokken is bij het maatschappelijk en cultureel debat” (woorden.org, 2019). De website Ensie beschrijft het nog uitgebreider: “Een intellectueel is een persoon met een grote algemene

ontwikkeling. Daarnaast heeft deze persoon een sterk ontwikkeld oordeelsvermogen en is hij of zij betrokken bij het maatschappelijk en cultureel debat.” Intellectuelen hebben natuurlijk allemaal verschillende ideeën en levenswijzen. Zij hebben echter wel gemeen dat zij graag invloed uitoefenen. Dit berust op het idee dat een intellectueel namens de hele samenleving spreekt. Daarnaast zijn intellectuelen onafhankelijk, denken zij kritisch en zijn zij betrokken” (Ensie, 2016). In dit onderzoek wordt intellectueel gedefinieerd als iemand met een hogere algemene ontwikkeling en die betrokken is bij de maatschappij en het cultureel debat.

Definitie ‘gewone man’

Het begrip ‘gewone man’ bestaat niet in het woordenboek. Deze woorden zijn geoperationaliseerd tot toegankelijk en benaderbaar. Zoals Van der Meulen omschreef in zijn rapport over Klaver “Hij vertelt verhalen waarin iedereen zich wel in kan vinden” (Meulen, 2018). Hiermee kan hij een groot publiek aanspreken. Ook zijn de meet-ups waar Klaver spreekt letterlijk toegankelijk. Mede daarom zijn deze twee begrippen gekozen. De Van Dale omschrijft toegankelijk als te betreden; bereikbaar (Van Dale, 2019). Ook zijn er online woordenboeken geraadpleegd. Woorden. Org definieert benaderbaar als 1) Aanspreekbaar 2) Genaakbaar 3) Mak 4) Open 5) Toegankelijk 6) Toeschietelijk (woorden.org, 2019). Ensie formuleert benaderbaar als te benaderen, makkelijk mee te praten (Ensie, 2017). Onder ‘gewone man’ wordt in dit onderzoek een benaderbaar iemand verstaan, die open, toegankelijk en aanspreekbaar is.

2.1.2. Analyseprocedure

De stilistische analyse bestaat uit drie ronden. De drie ronden volgen elkaar op, waarbij in elke ronde een vergelijking wordt gemaakt tussen het macroniveau en het microniveau. In figuur 2.1 wordt uitgevoerde analyse schematisch weergegeven. De ronden worden aangevuld met componenten uit het onderzoek van Van Leeuwen (2015). Van Leeuwen gebruikt een soortgelijke methode in zijn proefschrift over de taalkundig-stilistische benadering van Nederlandse parlementaire toespraken. Een exploratieronde waarin losse observaties en intuïtieve indrukken van de te analyseren tweets worden verzameld. Op basis van de informatie over het macroniveau dus ‘intellectueel’ of ‘gewone man’ - kan worden terug geredeneerd en bepaald welke observaties passen bij de twee concepten. In het vorige hoofdstuk zijn verschillende stijlfiguren en woordkeuzes besproken, die als stijlmiddel kunnen fungeren in tweets. Het wordt verwacht dat Klaver en Baudet gebruik maken van deze stijlmiddelen. Echter, wordt verwacht dat Klaver en Baudet gebruikmaken van meer stijlmiddelen dan enkel de besproken stijlfiguren en diverse formuleringen. Om niets uit te sluiten, wordt er een groot scala van stijlmiddelen geanalyseerd. Hierbij wordt de checklist van Verhagen (2001a) aan gehouden (zie bijlage I). De middelen worden bekeken vanuit een ‘bottom-up’ positie, net als in het onderzoek van Van Leeuwen (2015) naar Wilders en Pechtold. Daarnaast kan het voorkomen dat er

(15)

14 tijdens de eerste analysefase een aantal stilistische verschijnselen, die niet zijn meegenomen in de checklist, gaan opvallen. Deze verschijnselen worden aan de lijst van observaties toegevoegd. In deze fase staat de vraag ‘wat gebeurt er allemaal in de taal?’ centraal. Ook stijlpatronen die nog niet in verband staan met het macroniveau worden hierbij betrokken. De exploratieronde bestaat uit twee delen: het microniveau (in de taal) en het macroniveau (de posities van Klaver en Baudet). De uitkomsten van de exploratieronde, na de analyse van de posities van beide politici, is te lezen in paragraaf 1.3.

Daarna volgt een systematiseringsronde waarin de opbrengst van de exploratieronde wordt onderworpen aan een systematische analyse. Er wordt gezocht naar talige stijlkenmerken, op basis van een checklist van Verhagen (2001a). In de checklist van Verhagen (2001a) worden vier

categorieën stijlmiddelen onderscheiden, onder de noemers A) Grammatica, B) Woordgebruik, C) Stijlfiguren, D) Tekststructuur. De lijst wordt in bijlage I weergegeven. Verhagen heeft, op basis van de lijst van Leech & Short (2007: 6164), een checklist van stijlmiddelen ontwikkeld voor in het Nederlands. De checklist geeft individueel nog geen antwoord op de vraag welke taalverschijnselen relevant zijn voor de stijl die mogelijk voor ogen ligt. De relevante taalverschijnselen komen naar voren in de volgende stap, wanneer ze in verband kunnen worden gebracht met de stijleffecten die een macroniveau van tekstinterpretatie vormen.

Deze ronde van systematiseren bevat een vaste procedure. Nadat de tweets met behulp van de checklist zijn geanalyseerd, komen er een groot aantal resultaten naar voren. Niet alle resultaten zullen worden meegenomen in de uiteindelijke conclusie, omdat ze naar alle waarschijnlijkheid geen patroon vormen, maar ‘toevallig’ zijn gebruikt. De resultaten van de analyse worden op

systematische wijze geanalyseerd, waarin de resultaten worden vergeleken met het macroniveau en de regels van taal. De procedure gaat als volgt: 1) Per gevonden taalpatroon wordt er theorie opgezocht en een definitie vastgesteld. 2) De elementen uit het patroon die in het verlengde van het macroniveau volgen, worden vastgesteld. 3) De frequentie van het patroon wordt geteld en

uitgewerkt met voorbeelden.

In de laatste ronde - een conclusieronde - worden de opbrengsten uit de vorige ronden in kaart gebracht en in samenhang geïnterpreteerd. Aan het eind van deze fase is er een geïntegreerd en goed gefundeerd beeld van de stijl van de geanalyseerde tekst. In deze fase wordt bekeken welke stijlmiddelen relevant zijn voor Klaver en Baudet en van welke stijlmiddelen aannemelijk kan worden gemaakt dat ze bijdragen aan het verschil in positionering van Klaver en Baudet.

Al met al kan een systematische, wetenschappelijk verantwoorde stijlanalyse worden gevisualiseerd als een spiraalvormige cyclus die, naarmate de cycli worden herhaald, resulteert in een steeds preciezer en specifieker beeld van de stijl van de te analyseren tekst of teksten (zie figuur 2.1). In de eerste ronde van de stijlanalyse zijn er vijftien tweets geanalyseerd per politicus. Aan de hand van deze analyse zijn er daarna nog vijftien tweets per persoon geanalyseerd. In totaal komt dit neer op 796 woorden van Baudet en 839 woorden van Klaver.

(16)

15

Figuur 2.1: Componenten en rondes in het stijlonderzoek in de checklistmethode

2.2 Verantwoording onderzoeksmateriaal

Het materiaal dat centraal staat in het onderzoek bestaat, uit tweets van Jesse Klaver en Thierry Baudet in de tijdsperiode van 1 januari 2018 t/m 28 februari 2018 (zie bijlage II). De tweets staan online en zijn geraadpleegd via een desktop. Na het verzamelen van de tweets van Klaver en Baudet, blijkt er een groot verschil te zijn tussen het aantal tweets in de desbetreffende periode. Baudet plaatste meer dan vier keer zoveel tweets als Klaver. Na een eerste observatie van de tweets, blijkt dat Baudet vaak reageert op andermans tweets, dit is overigens een van de redenen waardoor Baudet zoveel meer tweets heeft. De tweets waarin Baudet een reactie geeft op een andere tweet zijn verwijderd uit het onderzoeksmateriaal. Daarnaast zijn tweets in andere talen dan in het Nederlands verwijderd uit de database. De tweets zijn handmatig gecodeerd.

macroniveau

Interpretatie construeren evidentie zoeken voor

interpretatie

microniveau

macroniveau

Interpretatie construeren evidentie zoeken voor

interpretatie

microniveau

macroniveau

Interpretatie construeren evidentie zoeken voor

interpretatie microniveau vergelijking vergelijking EXPLORATIERONDE SYSTEMATISERINGSRONDE CONCLUSIERONDE

(17)

16

Tweets Woorden

Klaver 30 839

Baudet 30 796

Tabel 2.2: Aantal geanalyseerde online berichten in periode 1 januari t/m 28 februari 2018

Na de proefanalyse bleek dat de resultaten uit vijftien tweets al veel data gaven. Hierna is besloten om het aantal tweets op 30 te zetten.

Resultaten exploratieronde

In de exploratieronde zijn de posities Klaver en Baudet gedefinieerd. Dit is het uitgangspunt voor de verdere analyse. Ook zijn er in deze ronde vijftien tweets geanalyseerd. Bij deze analyse zijn alle taalverschijnselen bekeken. Deze analyse heeft een aantal resultaten opgeleverd, waaruit blijkt dat een aantal stijlpatronen frequent naar voren komen en data bieden om verder te bekijken. Daarnaast wordt er gekeken of deze stijlpatronen in verband staan met het macroniveau. Het gaat om patronen uit alle onderzochte stijlmiddelen: stijlfiguren, woordgebruik, bijvoeglijke naamwoorden en uitroep. Daarom is de verwachting dat er patronen worden gevonden bij hoofdzintypes, bijvoeglijke

naamwoorden, bijwoorden, stijlfiguren en woordgebruik.

2.2.1 Betrouwbaarheid van de analyse

Van Leeuwen (2015) beschrijft deze methode als betrouwbaar door de heuristische functie van een checklist. Door deze checklist systematisch langs te lopen, wordt de onderzoeker gedwongen om een grote variatie aan stijlmiddelen in de analyse te betrekken en wordt de kans verkleind dat relevante stijlmiddelen over het hoofd worden gezien. Stijl zit dus niet alleen in het gebruik van bepaalde stijlmiddelen, maar evenzeer in het afzien van bepaalde formuleringskeuzes. Om die reden is het van belang om bij het identificeren van stijlmiddelen niet alleen te werken met een checklist, maar ook vergelijkend te werk te gaan. De afwezigheid van stijlmiddelen in een tekst komt makkelijker aan het licht, wanneer een analist de tekst met een andere vergelijkt. Deze werkwijze verkleint, net als het systematisch langslopen van een checklist, de kans dat er relevante stijlmiddelen over het hoofd worden gezien. Hierdoor kan er een objectieve en betrouwbare vergelijking worden gemaakt tussen Klaver en Baudet.

Een ander aspect dat de betrouwbaarheid van dit onderzoek verhoogt, is het contextloos beoordelen van woorden. De woorden worden zelfstandig en afhankelijk van elkaar geanalyseerd en beoordeeld. De context staat los, omdat de context niet objectief en niet in te schatten is. Ook zijn overgenomen citaten en anekdotes niet meegenomen in de analyse.

(18)

17

3. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de analyse besproken. Per onderdeel van de checklist worden de verwachtingen, resultaten en verschillen tussen Jesse Klaver en Thierry Baudet getoond. Bij het lezen van de resultaten is te zien dat de verschillen minimaal zijn. Dit is een zeer verrassend resultaat, gezien de grote verschillen die in een eerder onderzoek zijn beschreven. In de

discussieparagraaf wordt een mogelijke verklaring voor de afwijkende bevindingen uit dit onderzoek gegeven. Het vermoeden is dat de stijl van beide politici sterk is beïnvloed door het

communicatiemedium waaruit de hier geanalyseerde data afkomstig zijn: Twitter.

3.1 Grammaticale categorieën

3.1.1. Hoofdzintypen: vraag, uitroep of bevel?

Zinnen kunnen ingedeeld worden naar de functie die ze vervullen in het communicatieproces. We onderscheiden in dit kader de volgende communicatie functies in zinnen: uitroep, vraag en bevel (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn, 1997, p. 23.1).In ruime zin behoren alle volledige en onvolledige zinnen, die op luide toon worden uitgesproken en in geschreven taal meestal van een uitroepteken voorzien zijn, tot de uitroepende zinnen. Wat betreft de communicatieve functie kunnen het mededelende, vragende, maar vooral bevelende zinnen zijn. Een gemeenschappelijk kenmerk van uitroepende zinnen is dat ze uitdrukking geven aan een vorm van emotie, zoals verbazing, ergernis of schrik (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn, 1997, p. 23.5.1)

Een vraag, bevel en uitroep verschillen van elkaar, maar alle drie willen ze iets bij een ander gedaan krijgen. De genoemde hoofdzintypes zijn een vorm van een directieve taalhandeling. De schrijver – in dit geval Baudet of Klaver - onderneemt een poging om de lezer ertoe te brengen iets te doen of te laten (Houtkoop & Koole, 2008).

Uitgaande van het macroniveau, is de verwachting dat Klaver meer vragen stelt dan dat hij een uitroep doet. Klaver neemt de positie aan van een gewone man, die benaderbaar is en graag het gesprek aangaat met de burger. Daarom is de verwachting dat hij vragen gaat stellen. Baudet stelt zich elitair op; hij staat boven het publiek en wil graag zijn kennis delen. De verwachting is dat hij vaker een uitroep zal doen.

Baudet Klaver

Vraag 6 (0.75) 4 (0.48)

Uitroep 5 (0.63) 6 (0.72)

Bevel 1 (0.13) 3 (0.36)

Tabel 3.1.1: Diversiteit in hoofdzinstype

Nadat de verschillende hoofdzintypes zijn geanalyseerd, blijkt er bijna geen verschil te zijn in de frequentie van de verschillende hoofdzintypes. In een gedetailleerde analyse zijn er toch minimale verschillen te zien in het gebruik van een type zin, bijvoorbeeld in de vorm van een vraag. Aangezien Twitter bij uitstek een medium is dat directe communicatie faciliteert ( Shannon & Parmelee, 2012), was het te verwachten dat de communicatie op Twitter een hoge mate van interactiviteit bevat, zoals vragen gericht op het publiek. In de data is te zien dat een aantal vragen duidelijk op het publiek gericht, tweet 30 (voorbeeld 1) van Klaver is hier een passend voorbeeld van.

(19)

18

(2): Tweet 4:“Waarom niet een wat objectievere, serieuzere documentaire over deze thematiek?” (Baudet)

(3): Tweet 29: “Wat staat er in deze memo’s dat ze zolang geheim moesten blijven?” (Klaver) (4): Tweet 35: ‘ Wie pakt dit op?” (Baudet)

Klaver en Baudet stellen niet vaak een directe vraag aan het publiek. De meerderheid van de vragen bestaat uit algemene vragen, niet direct gericht op een persoon. De vragen kunnen worden gesteld om een discussie op gang te brengen (voorbeeld 2, 3 en 4).

Retorische vraag

Een bijzonder soort mededelende zin, is de retorische vraag: een vraag waar eigenlijk geen antwoord op wordt verwacht. Retorische vragen zijn taaluitingen die de vorm van een vragende zin hebben, maar mededelend van karakter zijn. Uit de dataset blijkt dat Baudet iets vaker vragen stel. De helft van deze vragen is retorisch. De aantallen en de gevonden verschillen zijn echter erg klein.

Baudet Klaver

Vraag 6 (0.75) 4 (0.48)

Retorische vraag 3 (0.38) 1 (0.12)

Tabel 3.1.2: Overzicht in diversiteit vraagtypes

Directe aanspreking

Klaver maakt vaker gebruik van een directe aanspreking dan Baudet. Hij doet dit ook op een andere manier dan Baudet. Klaver benoemt vaak ‘jullie’ in tweets, waarmee hij publiek aanspreekt. Baudet benoemt een persoon in een tweet. Daarnaast stel Baudet vaak een vraag, of richt zich indirect tot het publiek. Dit kan elitair overkomen. Klaver daarentegen, gebruikt je/jullie – dit is een directe aanspreking op het publiek.

Baudet Klaver

Directe aanspreking 1 (0.13) 7 (0.84)

Publiek 0 5 (0.58)

Gericht op persoon 1 (0.13) 2 (0.24)

Tabel 3.1.3: Overzicht in directe aanspreking

In de tweets van Klaver is te zien dat hij het publiek direct aanspreekt met vragen of door jou/jullie te benoemen:

(5): Tweet 30: ….”Bij jou ook?”

(6): Tweet 5: “Nederland op z'n best: hulpdiensten die de hele nacht hebben doorgewerkt, de NS, ProRail, ANWB en niet te vergeten jullie….”

Baudet spreekt in het voorbeeld een persoon aan, maar niet direct gericht op het publiek. Dit is wel een directe aanspreking, want zijn intentie is waarschijnlijk dat Gerrit Hiemstra komt voor een debat.

(7): Tweet 15: “Samen met klimaatexpert @marcelcrok nodig ik @GerritHiemstra uit voor een debat over CO2 en het Parijs-akkoord….”

Uit de resultaten en de gegeven voorbeelden kan worden afgeleid dat Baudet en Klaver verschillende typen hoofdzinnen gebruiken met verschillende functies. Baudet stelt iets meer vragen dan Klaver, maar het verschil is minimaal. Dit geldt ook voor het feit dat Klaver vaker dan Baudet een bevel

(20)

19 gebruikt in zijn tweets. Dit komt niet overeen met de verwachting waarin werd vermoed dat Klaver meer vragen zou stellen. Klaver wil graag in contact komen met het publiek, om de interactie op gang te houden. Door niet direct het publiek aan te spreken en door retorische vragen te stellen, komt niet direct een interactie op gang.

3.1.2. Bijvoeglijke naamwoorden

In de exploratiefase kwam naar voren dat Baudet en Klaver beiden gebruikmaken van bijvoeglijke naamwoorden. In deze fase werd er echter nog niet gekeken naar de functie van de bijvoeglijke naamwoorden of het type bijvoeglijke naamwoord. Daarom volgt in de systematiseringsronde een diepere analyse van de bijvoeglijke naamwoorden.

Een bijvoeglijk naamwoord (adjectief) is een woord dat een nadere bijzonderheid van zelfstandigheid aangeeft. Deze zelfstandigheden worden aangeduid door substantieven. De nadere bijzonderheid die aan een zelfstandigheid toegeschreven wordt, kan een eigenschap (een kenmerk, een kwaliteit en dergelijke), of een toestand zijn (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn, 1997, p. 6.1).De

belangrijkste subtypen van bijvoeglijke naamwoorden zijn graadadjectieven en absolute adjectieven (Mazeland, 2017, p. 32). Dit onderscheid wordt ook gemaakt tussen de bijvoeglijke naamwoorden van Klaver en Baudet.

Gradeerbare bijvoeglijke naamwoorden zijn afhankelijk van al dan niet persoonlijke criteria die de taalgebruiker kan aanleggen – bijvoorbeeld mooi. Met name gradeerbare adjectieven worden vaak gebruikt om referenten (personen, dingen) te evalueren of te beoordelen (Mazeland, 2017, p. 32). Met absolute adjectieven worden dingen in de wereld objectiever beschreven (Mazeland, 2017, p. 32). Een absoluut bijvoeglijk naamwoord – bijvoorbeeld zwaarbevochten - is niet afhankelijk van enige criteria buiten de bepaalde zelfstandigheid (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn, 1997, p. 6.2.2.).

De aanname is dat Baudet als intellectueel meer gebruik zal maken van beoordelende bijvoeglijke naamwoorden, dan de gewone man Klaver. Een intellectueel is een persoon met een grote algemene ontwikkeling, een goed ontwikkeld oordeelsvermogen en die betrokken is bij het maatschappelijk en cultureel debat. Daarom is de verwachting dat Baudet vaker gebruikmaakt van oordelende bijvoeglijke naamwoorden, aangezien hij het debat wil aangaan.

Uit de resultaten blijkt dat Baudet vaker een bijvoeglijk naamwoord gebruikt (61) dan Klaver (50). Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn in eerste instantie onderverdeeld in de belangrijkste subtypen van bijvoeglijke naamwoorden; de absolute- en graadadjectieven. Uit de resultaten blijkt dat Baudet en Klaver vaste uitdrukkingen gebruiken, waarbij bijvoeglijke naamwoorden standaard gebruikt moeten worden. Dit geeft geen reëel beeld van de werkelijkheid en gekozen stijl van een politicus. Een voorbeeld van een vaste uitdrukking is de tweet van Baudet:

(5): Tweet 3: Gelukkig nieuwjaar! fvd.nl/word-lid #fvd

Deze vaste uitdrukkingen worden in deze dataset ‘uitbijters’ genoemd. Deze uitbijters kunnen een sterk vertekend beeld geven van de werkelijkheid. De uitbijters worden hieronder benoemd, maar worden verder niet meegenomen in de hierna besproken cijfers.

Baudet Klaver

Vaste uitdrukking 6 (0.75) 4 (0.48)

Tabel 3.1.4.: Overzicht gebruikte bijv. naamwoorden bij vaste uitdrukking

Toch zeggen deze frequentiecijfers niet alles om een stijlpatroon te kunnen identificeren. Er is namelijk ook iets bijzonders aan de hand met de spreiding van de bijvoeglijke naamwoorden. Het blijkt dat een deel van de bijvoeglijke naamwoorden die Klaver gebruikt, in twee tweets voorkomen.

(21)

20 In die twee tweets gebruikt hij dertien bijvoeglijke naamwoorden. Dat is bijna een derde deel van alle gebruikte bijvoeglijke naamwoorden. Er wordt van een stijl gesproken wanneer een politicus

bepaalde taalelementen frequent gebruikt, op verschillende momenten en op dezelfde wijze. Er is besloten om deze tweets uit de resultaten te halen, omdat deze bijzondere opeenstapeling van bijvoeglijke naamwoorden wordt gezien als een patroon dat afwijkt van het ‘normale’ gebruik; nog een uitbijter dus.

Het gaat om de volgende tweets:

(8): Tweet 1: Een heel gezond, vrolijk, hoopvol, strijdbaar, fantastisch en vooral gelukkig 2018!

(9): Tweet 4: Wat geweldig! Ongelofelijk trots op onze wethouders: @PaulSmeulders is de beste lokale bestuurder en @lotvanhooijdonk is de beste jonge bestuurder van Nederland.

Gefeliciteerd. GroenLinks levert de beste lokale bestuurders van Nederland!

Nu de uitbijters uit de resultaten zijn gehaald, ligt de focus op de graadadjectieven en absolute adjectieven. Baudet en Klaver maken beiden gebruik van de mix tussen graadadjectieven en absolute adjectieven (zie tabel hieronder 3.1.5.). Ze maken allebei meer gebruik van graadadjectieven dan absolute adjectieven.

Baudet Klaver

Graadadjectieven 36 (4.52) 29 (3.46)

Absolute adjectieven 19 (2.39) 12 (1.43)

Totaal aantal bijv. naamwoorden

55 (6.99) 41 (4.87)

Tabel 3.1.5.: Overzicht verscheidenheid in bijvoeglijke naamwoorden

Belangrijk om nogmaals te vermelden, is dat bij de analyse van de bijvoeglijke naamwoorden

expliciet is gekeken naar het woord op zichzelf, dus de betekenis van het woord. De context is hierbij niet meegenomen. Graadadjectieven kunnen subjectief of objectief zijn (Mazeland, 2017, p. 32). Dit blijkt ook uit de resultaten, Baudet en Klaver wisselen objectieve graadadjectieven af met subjectieve graadadjectieven.

Baudet Klaver

Subjectief 25 (3.14) 22 (2.62)

Objectief 11 (1.38) 7 (0.83)

Tabel 3.1.6.: Overzicht verscheidenheid in graadadjectieven

Voorafgaand aan de analyse was de aanname dat Baudet als intellectueel veelvuldig gebruik zou maken van graadadjectieven. Aangezien een intellectueel kritisch is, was de verwachting dat hij bijvoeglijke naamwoorden zou gebruiken om personen en dingen te evalueren en te beoordelen. Baudet gebruikt inderdaad meer subjectieve bijvoeglijke naamwoorden dan objectieve bijvoeglijke naamwoorden, maar dat doet Klaver ook.

3.1.3. Bijwoorden

Niet alleen bijvoeglijke naamwoorden kunnen een mate van subjectiviteit aangeven, ook bijwoorden doen dit. Een bijwoord of adverbium wordt gedefinieerd als een woord dat een nadere

bijzonderheid (zoals een graad, een omstandigheid, enz.) noemt van een door een gezegde of een bepaling uitgedrukte werking, eigenschap of toestand (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn,

(22)

21 1997, p. 8.1).Bijvoeglijke naamwoorden geven eigenschappen van ‘entiteiten’ aan, bijwoorden geven eigenschappen van omstandigheden aan en hoedanigheden van handelingen en gebeurtenissen. Bijwoorden worden ook gebruikt om een bijvoeglijke of bijwoordelijke bepaling, wat zo’n

bijzonderheid betreft, te modificeren. Bijwoorden kunnen vaak weggelaten worden, het gaat om optionele toevoegingen of nuanceringen (Mazeland, 2017, p. 36).

Uit de exploratieronde van de analyse blijkt dat Baudet en Klaver beiden bijwoorden gebruiken in tweets. Deze data werden gebruikt om verder te onderzoeken welk verschil er tussen de bijwoorden bij Klaver en Baudet zit. Bijwoorden kunnen invloed hebben op de stijl van een politicus om zijn of haar positie te uiten. Bijwoorden hebben dus een effect, omdat ze een

hoedanigheid kunnen meegeven aan handelingen en gebeurtenissen. Ze kunnen dus bijdragen als taalmiddel om de positionering tot uitdrukking te brengen.

Hoe gebruiken Baudet en Klaver bijwoorden? Bij deze analyse wordt er gekeken naar de bijwoorden van modaliteit. Ook bijwoorden kunnen een gevoel aangeven, dit gebeurt met bijwoorden van modaliteit. Met modale bijwoorden kan een schrijver of spreker zijn of haar subjectieve evaluatie, ten aanzien van de zinsinhoud aangeven. Er zijn twee soorten modale bijwoorden: verstandsmodaliteit en gevoelsmodaliteit. Verstandsmodaliteit heeft betrekking op kennis. Daarmee geeft een spreker of schrijver aan hoe hij/zij iets weet en met welke mate van zekerheid dat hij/zij het weet. Gevoelsmodaliteit betreft de markering van houdingen, gevoelens, affectieve evaluaties en opinies (Mazeland, 2017, p. 41).

Politici moeten een positie innemen in het maatschappelijk debat, waardoor er wordt verwacht dat Klaver en Baudet vaak gebruik maken van subjectieve bijwoorden. Baudet zal met feiten komen om mensen te overtuigen, aangezien een intellectueel graag zijn of haar kennis kenbaar wil maken. Klaver spreekt namens het volk en zal dat wellicht meer met gevoel doen.

Baudet Klaver

Bijwoorden 8 (1.01) 8 (0.95)

Tabel 3.1.7: Overzicht frequentie bijwoorden

“Bijwoorden van modaliteit geven uitdrukking aan de realiteitswaarde van het in de zin beweerde ('verstandsmodaliteit'), aan de subjectieve houding of waardering van de spreker of de schrijver ten opzichte van het in de zin uitgedrukte (' gevoelsmodaliteit') “ (Haeseryn, Romijn, Geerts, Rooij, & Toorn, 1997, p. 8.3.2.) Baudet Klaver Verstandsmodaliteit (epistemisch) 5(0.75) 4 (0.48) Gevoelsmodaliteit 3 (0.25) 4 (0.48)

Tabel 3.1.8: Overzicht verscheidenheid in bijwoorden van modaliteit

De verwachting dat Baudet en Klaver gebruik maken van subjectieve bijwoorden bleek te kloppen. Klaver gebruikt (iets) meer bijwoorden met gevoelsmodaliteit dan Baudet, en Baudet gebruikt (iets) meer bijwoorden met verstandsmodaliteit dan Klaver. Dit was ook de verwachting. De mate waarin deze bijwoorden voorkomen, is echter dermate klein, en de verschillen zijn (mede daardoor) dermate minimaal, dat op basis van deze cijfers geen uitspraak kan worden gedaan.

(23)

22

3.2 Woordgebruik

Bij het onderdeel ‘woordgebruik’ is er gekeken naar het jargon van Klaver en Baudet op Twitter. Uit het politieke commentaar (zie hs. 2) blijkt dat het gevoel overheerst dat Baudet moeilijkere woorden gebruikt. Maar klopt die indruk? Om dat te toetsen moet eerst worden bepaald wat kan worden gezien als een moeilijk woord. Een woord is een koppeling van een vorm aan een bepaalde

betekenis. Een moeilijk woord is een koppeling die onbekend of minder bekend is bij een lezer. Dat zal meestal komen doordat de vorm minder bekend is; veelal is de betekenis dat ook, maar dat hoeft niet (Kraf & Pander Maat, 2009).

Politici schrijven teksten voor de gehele bevolking, de taalniveaus van de bevolking

verschillen erg. Om moeilijke woorden objectief te benaderen, is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van een frequentielijst. De maat van een moeilijk woord kan worden gerelateerd aan een

frequentielijst. Hoe vaker een woord wordt gebruikt in Nederlandse teksten, hoe bekender het woord zal zijn bij een grote groep mensen. Op basis hiervan kan dus worden verwacht dat, hoe vaker een woord voorkomt in de frequentielijst, hoe minder moeilijk het woord is. In het onderzoek van Staphorsius (1994) was deze lexicale dekking de belangrijkste voorspeller van de begrijpelijkheid van teksten op basisschoolniveau (Kraf, Lentz, & Pander Maat, 2011).

Lezers herkennen frequente woorden sneller, kijken er minder lang naar, en lezen ze sneller voor. Just & Carpenter verklaren het woordfrequentie effect als volgt: frequente woorden zijn vaker gezien door de lezer, waardoor het niveau van basisactivatie hoger is. Daardoor is er bij het

tegenkomen van die woorden minder tijd nodig tot het activatieniveau zo hoog is dat men de betekenis van het woord kan activeren. Woordfrequentie lijkt een voorspeller van begrip te kunnen zijn doordat het de kans voorspelt dat het woord deel uitmaakt van het vocabulaire van een lezer. Met andere woorden dat het is gekoppeld aan een stabiele semantische representatie (Kraf & Pander Maat, 2009).

Vooraf is de verwachting dat Baudet moeilijkere woorden gebruikt dan Klaver. Klaver zal als de gewone man de taal van het publiek spreken, dus woorden gebruiken die de burger ook frequent gebruikt. Dit wordt in deze analyse nader onderzocht. Het materiaal dat is geanalyseerd bestaat uit de bijvoeglijke naamwoorden, hierbij zijn de vaste uitdrukkingen weggelaten. De grammaticale vorm is intact gebleven (verbuigingen).

Bij deze analyse is een product van Frequentielijsten Corpora gehanteerd, dit is een verzameling lijsten van de 5000 meest voorkomende woorden en hun frequentie in een aantal corpora, die beschikbaar is bij de TST-Centrale (Taalunie, 2014). Deze corpus bestaat onder andere uit het SoNaR-corpus. Deze corpus is leidend geweest voor de analyse. Deze lijst bevat meer dan 500 miljoen woorden tekst, afkomstig uit uiteenlopende domeinen en genres, waaronder ook nieuwe mediateksten (tweets, chats en sms'en).

Na het vergelijken van de woorden van Klaver en Baudet naast elkaar, blijkt dat zowel Klaver als Baudet woorden gebruikt die niet in de lijst voorkomen. De helft van de woorden die Baudet gebruikt staat niet in de frequentielijst (25/58). Bij Klaver zijn dat er 14 van de 45 woorden. Dit komt overeen met de verwachting die van tevoren is uitgesproken: Baudet gebruikt moeilijkere woorden dan Klaver.

Baudet Klaver

In de lijst 33 31

Niet in de lijst 25 14

Totaal aantal woorden 58 45

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze checklist kunnen ondernemers en ondernemende marketeers die actief zijn in de producerende en handelende B2B bepalen of de website van hun bedrijf voldoet aan de

de eerste kleertjes zal je uit enthousiasme al gekocht hebben maar heb je al gekeken voor je babyuitzet.. Dan is het nu

Voor mensen waarbij de energie ooit afgesloten is geweest vanwege wanbetaling kan een borg van 400,- euro gevraagd worden, maar niet alle energiemaatschappijen hanteren deze

Omschrijf hier in grote lijnen welke afspraken zijn gemaakt met aanbieders van residentiële hulp en hoe het contact over de eigen jongeren onderhouden gaat worden?.  Hoe zorg je

Zowel op korte als op de lange termijn zijn geen significante effecten gevonden van het lespakket op het seksueel grensoverschrijdend gedrag noch op de factoren (kennis,

Bijvoorbeeld: Ochtend: 1 tablet Avond: 1 tablet En niet: 2 maal daags 1 tablet Gebruik beeldmateriaal ter ondersteuning van de

Mindspace gaat diepr en laat je nog beter nadenken over specifieke beleids-

Let op: Let op: wissel van stijl met de knoppen voor lijstniveau verhogen of verlagen, of in MS Office met verkorte.. toetscombinatie Alt+Shift +←