Vraag nr. 100
van 5 december 2003
van de heer CARL DECALUWE De Lijn – Capaciteit autobussen
Vaak wordt geklaagd over overvolle bussen tijdens de piekuren van de schoolgaande jeugd. De maxi-male capaciteit van een bus is bepaald op 95 perso-n e perso-n , perso-niettegeperso-nstaaperso-nde 80 persoperso-neperso-n reeds eeperso-n over-volle bus betekenen.
De directie van De Lijn kan 80 personen echter niet als overvol beschouwen vanwege de bovenver-melde bepaling. Het probleem vormen de bagage en schooltassen van de reizende jongeren.
Bovendien wordt er op deze piekmomenten vaak enorm gedrumd bij het opstappen, wat een boete van 55 euro kan opleveren.
1. Is de minister op de hoogte van de diverse klachten van overbezetting ?
2. In welke mate kan de maximale capaciteit wor-den gereduceerd tot 80 personen ?
Is dat iets wat wordt overwogen ? Waarom wel of waarom niet ? Indien wel, wanneer zou dit operationeel kunnen zijn ?
3. Is de minister op de hoogte van het feit dat er voor het drummen boetes worden uitgedeeld ? Hoeveel van deze boetes werden er dit jaar reeds uitgeschreven ?
Antwoord
1. Van alle capaciteitsproblemen, zowel deze ge-meld door de klant, de chauffeur als door de c o n t r o l e u r, houdt De Lijn, per entiteit, s t a t i s t i e-ken bij met inbegrip van de geboden oplossin-gen.
2. De theoretische maximumcapaciteit voor de voertuigen van De Lijn (ongeveer 90 plaatsen afhankelijk van het type) betreft in de praktijk ook de echte maxima. Aangezien deze theoreti-sche maxima bepaald zijn op basis van de ide-aaltypische situatie (alle zitplaatsen bezet, a l l e passagiers schuiven maximaal door, geen kin-d e r w a g e n s, b o o kin-d s c h a p p e n t a s s e n , r u g z a k k e n , dieren of andere bagage), wordt deze maxi-m u maxi-m c a p a c i t e i t , zelfs tijdens de piekuren van de schoolgaande jeugd, zelden of nooit bereikt. I n
het kader van het netmanagement wordt be-paald dat bij structurele overbezetting de capa-citeit of de frequentie blijvend verhoogd wordt. Structurele overbezetting treedt op wanneer de bezetting gemiddeld 90 % of meer van de in het voertuig aangegeven maximumcapaciteit be-draagt gedurende 15 minuten van een rit (= meer dan ± 80 reizigers volgens type voertuig). Met het oog op het remediëren van vastgestelde capaciteitsproblemen wordt het reduceren van de maximumcapaciteit tot 80 personen niet o v e r w o g e n . Het vervangen van standaardvoer-tuigen door gelede bussen, het verlengen van ritten om zodoende op bepaalde plaatsen bijko-mende capaciteit te creëren of het inleggen van bijkomende ritten lijken meer opportuun. 3. In het ministerieel besluit van 13 februari 2003
houdende wijziging van de prijzen voor het ver-voer van reizigers op het net van het stads- e n streekvervoer van het Vlaams Gewest en hou-dende vaststelling van de tussenkomst van der-den in de kosten van het openbaar vervoer van de gebruikers (Staatsblad van 3 maart 2003), staan de toeslagen vermeld die geheven worden bij specifieke inbreuken op het politiereglement of tegen de exploitatie.
