Vraag nr. 212 van 14 februari 2003
van de heer JAN VERFAILLIE
Groene energie – Afvalverbrandingsovens
In het kader van de Ky o t o-richtlijnen dienen elek-triciteitsproducenten – binnen een vooropgestel-de timing – bepaalvooropgestel-de percentages "groene ener-gie" te gebruiken.
Naast herbruikbare energie van bijvoorbeeld wind-m o l e n s, z o n n e-e n e r g i e, b i o g a s, behoort ook de energie afkomstig van warmte van afvalverbran-dingsovens tot de "groene energie". De V l a a m s e overheid certificeert deze – in tegenstelling tot Belgische en Europese wetgeving – niet als groe-ne egroe-nergie.
1. Waarom wordt energie die ontwikkeld wordt door de verbrandingsovens, door de V l a a m s e regering niet erkend als groene energie, dit in tegenstelling tot de Belgische en Europese wet-geving terzake ?
2. Gebeurt dit alsnog, zodat intercommunales sub-sidies kunnen krijgen en daardoor nog milieu-vriendelijker kunnen investeren (vernieuwing en verbetering van de installaties) ?
Antwoord
1. Vanuit het afvalbeleid staan preventie en recu-peratie van afval voorop. Om deze prioriteiten van het afvalbeleid niet te doorkruisen is geop-teerd om de elektriciteitsopwekking uit restaf-val niet te erkennen en te ondersteunen als groene stroom. Als Vlaams minister bevoegd voor Energie wens ik het afvalstoffenbeleid van mijn collega bevoegd voor Leefmilieu niet te d o o r k r u i s e n . Mijn beleid inzake groene stroom treedt hoogstens op als flankerend beleid van het afvalstoffenbeleid. Het beleid inzake groene stroom biedt geen alleenstaande oplossingen aan voor het huishoudelijk afvalstoffenbeleid. De Europese Richtlijn van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsop-wekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt catalogeert de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval onder definitie van biomas-s a . Dit betekent dat elektriciteitbiomas-sopwekking uit deze biologisch afbreekbare fractie in aanmer-king wordt genomen voor het behalen van de Europese doelstellingen inzake hernieuwbare
e n e r g i e b r o n n e n . Dit betekent echter niet dat deze vorm van elektriciteitsopwekking in Vlaanderen van dezelfde steunmechanismen moet kunnen genieten als andere vormen van hernieuwbare energie. G r o e n e s t r o o m c e r t i f i c a-ten worden wel toegekend voor de elektrici-teitsopwekking uit de organisch-b i o l o g i s c h e stoffen van selectief ingezameld afval indien deze tenminste apart, dus niet samen met restaf-val, worden verwerkt.