Vraag nr. 61 van 10 januari 2003
van de heer JAN VERFAILLIE Woonuitbreidingsgebieden – Westhoek
Het regeerakkoord voorziet in het selectief aan-snijden van de woonuitbreidingsgebieden.
Historisch gezien zijn de Westhoekgemeenten ge-meenten met bijzonder weinig woonuitbreidings-g e b i e d e n . Destijds werd bijna alle woonuitbreidings-grond in de Westhoek ingekleurd als landbouwgebied. Van de totale hoeveelheid onbebouwde percelen bouw-grond in de Westhoekgemeenten wordt 5,3 % spe-culatief ingehouden en de onmiddellijk beschikba-re bouwgrond bedraagt 14,4 %. Nieuwe bouwper-celen tegen betaalbare prijzen in de Westhoek blij-ken in de toekomst een utopie.
Werden er vanuit de diensten van de minister reeds adequate stappen genomen om voor bovenvermeld probleem een gepaste oplossing te zoeken ? Zo ja, welke ? Wordt er gedacht aan stimuli en zo ja, welke ?
Zo neen, wanneer worden hieromtrent initiatieven genomen ?
Antwoord
In de Westhoek is geen enkel groot- of regionaal-stedelijk gebied geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n . Conform het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zal de provincie in pro-vinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen de kleinste-delijke gebieden Ieper, Ve u r n e, Diksmuide en Po-peringe afbakenen.
In een afbakeningsproces wordt de afweging ge-maakt of er bijkomend woongebied ontwikkeld dient te worden. Voorzover ik van de provincie We s t-Vlaanderen begrepen heb, wil zij deze afba-keningsprocessen starten waar de gemeente in een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan al een verge-vorderde visie heeft opgenomen over het program-ma van het kleinstedelijk gebied.
Uit diverse gemeentelijke ruimtelijke structuur-plannen en gemeentelijke woonbehoeftestudies, ook uit de We s t h o e k , blijkt duidelijk dat er in zeer veel gemeenten nog een aanzienlijk aanbod aan bouwmogelijkheden is, zowel in het stedelijk ge-biedgedeelte als in het buitengege-biedgedeelte. In de kustgemeenten is dit wellicht minder het geval van-wege de specifieke druk ten gevolge van tweede
verblijven en pensioenmigratie en is er soms nood aan specifieke mogelijkheden voor de plaatselijke bevolking.