• No results found

DREMASTffi OPINIEBLAD VAN DE J.O.V.D. - VERSCHIJNT 10 MAAL PER JAAR - JAARGANG 35. NR. 1, JANUAR11983

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DREMASTffi OPINIEBLAD VAN DE J.O.V.D. - VERSCHIJNT 10 MAAL PER JAAR - JAARGANG 35. NR. 1, JANUAR11983"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NEDERLANDSE POLITIEKE

PATITIJEN

DREMASTffi

OPINIEBLAD VAN DE J.O.V.D. - VERSCHIJNT 10 MAAL PER JAAR - JAARGANG 35. NR. 1, JANUAR11983

Het kasp lan tje

Naar aanleiding van de verhalen over een op nanden zijnde ver­ andering in de relatie tussen VVD en JOVD vond op 15 januari j.1. in "Kobus aan de Poort” in Amersfoort een gecombineerde JOVD-districten- en verenigingsraad plaats. Gezien de zeer korte termijn (1 week), waarop die vergadering werd opgetrom­ meld, zou wellicht het best van een "spoedvergadering" kunnen worden gesproken. Wi1jan«Loomans was er bij en legde vervol­ gens zijn oor elders te luisteren... Een korte impressie.

JOVD-NOTA

JOVD-voorzi tter Eric Brinck- mann stelde in zijn (uitvoe­ rige) inleiding dan ook dat het nodig was om aan de onze­ kerheden een einde ta maken en de feiten op een rijtje te zetten. Bovendien achtte hij het verstandig in dit stadium de mening van de ach­ terban te horen. (Die achter­ ban was dat uiteraard roerend met hem eens.)

Brinckmann schetste daarom de gang én de stand van zaken tot op heden.

Kern van de zaak is, dat de VVD kampt met het probleem van de jongerenopvang. Ter oplossing van dat probleem zijn binnen de partij een aan­ tal "opties" naar voren ge­ schoven. (Eên van die moge li j­ ke oplossingen zou, zoals be­ kend, zijn om alle liberale jongeren in één jongerenorga­ nisatie binnen de VVD te

inte-d o o r

W ilja n L o o m a n s

greren.) De VVD heeft daarop alle belanghebbenden (waaron­ der de JOVD) uitgenodigd om ten aanzien van die problema­ tiek "van gedachten te wisse­ len". Mede onder druk van de door de VVD naar voren gescho­ ven oplossingen (die door de

JOVD als niet altijd even ge­ zond worden ervaren) heeft de JOVD ook een oplossing "bedacht”

Zij heeft inmiddels een nota "VVD-jongerenbei ei d" opgesteld, waarin zowel de meer partijorga- nisatorische aspecten als de praktische uitvoering zijn uit­ gewerkt.

Daarbij wordt een bijna complete handleiding gepresenteerd, aar de hand waarvan een zorgvul­ dige jongerenopvang gereali­ seerd zou kunnen worden. De JOVD ziet daarbij voor zich­ zelf een even omvangrijke als duidelijke omlijnde rol wegge­ legd, op basis van haar hui­ dige onafhankelijke positie. "Onafhankelijke in samenwer­ king", zo luidt het motto. Een en ander zou dan moeten woraen vastgelegd in een sa­ menwerkingsovereenkomst tusser de VVD en de JOVD.

Aldus zou de JOVD het probleeir van de VVD oplossen, (da's althans mijn inschatting). Eer voor de VVD aantrekkelijker alternatief lijkt nauwelijks denkbaar, zou je zeggen. De zaak had dus allang in kannen en kruiken kunnen zijn, ware het niet dat een zo langzamer­ hand berucht deel van de VVD- jongerencontacten een derge­ lijke oplossing vooralsnog in de weg staat. Hoofduitgangs­ punt voor de VVD is namelijk, naast de uitdrukkelijke stel­ ling dat jongeren zich poli­ tiek onafhankelijk moeten kun­

nen opstallen, dat er niet twee liberale jongerenorgani­ saties ontstaan. Het JOVD- recept zou er êcther toe lei­ den dat de jongerencontacten het uitzicht op een eigen of­ ficiële status ontnomen zou worden. En dat is nu niet be­ paald iets, wat die jongeren­ contacten zich voor ogen heb­ ben gesteld.

De VVD heeft wat dat betreft tot dusverre echter nog geen duidelijke keuze kunnen, wil­ len óf durven maken. Juist dat betekent, dat de positie van de JOVD voor de VVD nog steeds ter discussie staat. Maar hoe de kaarten precies liggen, dat is blijkbaar niet te zeg­ gen. Aan de ene kant stelde Brinckmann b gvoorbeeld voort­ durend dat de zaak de afgelo­ pen tijd schromelijk is over­ trokken. Aan de andere kant opende hij de vergadering met de opmerking dat het ging om een "gedenkwaardige dag", dat er sprake is van een "ernstige en belangrijke ontwikkeling" en dat de komende periode van

"beslissende betekenis" zou zijn voor de toekomst van de JOVD. Dat zijn natuurlijk geer woorden waarmee eventuele on­ gerustheid wordt weggenomen. Bovendien noemde Brinckmann de vermeende tegenstelling tussen JOVD en jongerencontac­ ten "bijzonder groot". En vice-voorzitter Frank Rohof, die een toelichting gaf op hei ontstaan van die jongerencon­ tacten, sprak steeds van "Het gevaar van de jongerencontac­ ten".

RUSTIG SLAPEN

Zodoende ontaardde de vergade­ ring - wellicht tegen de be­ doeling van het JOVD-hoofdbe- stuur in - in een discussie over de onafhankelijkheid.

Brinckmann stelde meermalen met nadruk dat het hoofdbestuur weet waar de JOVD staat: "Wij staan bovenop de onafhankelijk­ heid;" (Als die nog maar niet begraven is, denk ik er dan achter.) Maar toen later één van de aanwezigen zich liet ontval­ len dat het verder leek als het HB zei: "Gaat U maar.rustig sla­ pen, het hoofdbestuur waakt wel over U", werd duidelijk dat de ernst van de situatie door de betreffende spreker iets te lichtzinnig werd ingeschat en dat dergelijke woorden niet ge­ sproken zouden worden. Integen­ deel , bijna emotioneel riep de JOVD-voorzitter zijn gehoor op via afdelingen en districten te tonen wat de JOVD (voor de VVD) waard is. "Wij weten wat we te bieden hebben en dat moeten we laten zien ook! Maar daarvoor hebben wij U, de Basis, hard nodig;11 En die roep werd door de vergadering verstaan.

FLEXIBELER

Hoewel de onafhankelijkheid van de JOVD dus wat betreft de JOVD niet bespreekbaar is, houdt men er bij haar opstel­ ling klaarblijkelijk wel dege­ lijk rekening mee dat er bin­ nen de VVD op het beslissende moment anders over zou kunnen worden gedacht.

Uiteraard is het daarom zaak alert te blijven. Via inzet op alle mogelijke niveau's moet de JOVD trachtep de ont­ wikkelingen zoveel mogelijk te sturen; en voor zover de trein al in gang gezet is,moet getracht worden haar het mooi­ ste stationnetje binnen te rijden. De VVD moet "bèwerkt" worden, want veel, zo niet alles blijft afhangen van de opstelling van de VVD. Valt wat dat betreft nu echt niets te zeggen? De heer Klein Molenkamp, voorzitter van de landelijke propagandacommissie van de VVD en uit dien hoofde deelnemer aan het overleg met de JOVD (laat het woord "on­ derhandelen" nog maar even

zitten), vindt dat ook de JOVU er belang bij heeft dat er nie twee jongerenorganisaties ont­ staan. Wat de gesprekken be­ treft meent hij dat voorkomen moet worden dat de "die hard's

, die aan beide zijden opere­ ren, de overhand krijgen. Om­ trent de te kiezen oplossing stelt hij verder "nog geen zinnig woord te kunnen zeggen" Alle alternatieven zijn voor de VVD bespreekbaar. Op de constatering, dat dat voor de JOVD anders ligt (de onafhan­ kelijkheid is niet bespreek­ baar), reageert hij: "Wij zijn wat dat betreft wat flexibe­ ler..."

KASPLANTJE'

VVD-voorzitter Kamminga vindt dat er geen sprake is van wel­ ke tegenstelling dan ook."Echt de gesprekken zijn in de beste vriendschap gevoerd." En over de dreiging van twee jongeren­ organisaties: "Als je dat ziet aankomen, moet je op tijd je vinger opsteken." Niet zomaar besluiten nemen, maar ieder­ een tijdig bij de problematieK betrekken. In dat verband noemt hij de JOVD-nota "een uitstekend rapport", waarvan een aantal punten zonder meer overgenomen zouden kunnen wor­ den. Maar ook Kamminga laat niet het achterste van zijn tong zien. Wel stelt hij met klem dat er snel een oplossing gevonden moet worden, "want an­ ders gebeurt er van alles, be­ halve dat er iets aan jongeren­ opvang gedaan wordt."Hij bena­ drukt echter steeds weer dat het tot dusverre gaat om "ori­ ënterende gesprekken". Hij is dan ook helemaal niet gelukkig met de manier waarop de zaak op dit moment in de publiciteii is. "Kijk, het is natuurlijk best wel spannend, want je praat over zaken als onafhan­ kelijkheid en zo. Maar nieuwe ontwikkelingen moet je als een kasplantje behandelen; daar moet je niet meteen met je grote voeten op gaan staan..." zo besluit hij.

Toch benieuwd hoe dat kas­ plantje er na deze winter uit ziet...

Sam enw erking: ja

Met verrassende oppervlakkigheid

circuleren er geruchten over de zogenaamde 'bereidheid' van de JOVD om haar politieke onafhan­ kelijkheid op te geven. Het spookverhaal dat de JOVD op orga nisatorisch onder de paraplu van de VVD gaat kruipen berust al op een ven groot misverstand. De praatjes zijn ontstaan nadat besprekingen waren gestart tus­ sen vertegenwoordigers van het VVD hoofdbestuur en hét JOVD hoofdbestuur. De besprekingen gaan over de vraag: Hoe moet 1 liberale jobgerenorganisatie tot

• E ü N i j p e l s

stand gebracht worden? Een vraag die blijkbaar aanleiding geeft voor de nodige beroering. Wat is er aan de hand?

WIE DE JEUGD HEEFT...

Het ligt nog vers in het geheu­ gen dat maar liefst 29% van de jonge kiezers een VVD hokje rood kleurde bij de Tweede Kamerver­ kiezingen in september 1982. Me­ de door de inspirerende inzet van het dynamische duo Nijpels- Kamminga is de VVD niet alleen erg populair gebleven, maar ook de grootste partij onder de kie­ zers van 18 t/m 24 jaar. Dit in het achterhoofd houdend is het heel logisch dat de VVD vaart wil zetten achter een goede opvang van jongeren. Een samenhangend en uitgebalanceerd jongerenbeieia is meer dan noodzakelijk gewor­ den om de toestroom van jongeren in liberale banen te leiden. Wie de jeugd heeft, heeft de toe­ komst;

De grote belangstelling voor het liberalisme heeft ook de JOVD geen windeieren gelegd. Mede door de enorme inzet van vele JOVD ers in het land heeft onze club een flinke ledenwinst ge­ boekt. Het resultaat: rond de 5000 leden én veruit de grootste politi eke jongerenorgani sati e van het land. Niet gering!

De JOVD heeft op tijd haar ba­ kens verzet en goede werkplan­ nen samengesteld om niet alleen flink aan politiek te doen, maar ook om de nieuwe leden en belangstellenden op te vangen. De mogelijkheden hiertoe blij­ ken heel duidelijk uit de werk­ plannen organisatie en

vor-minq 1983._______ . —

Ada den Ottelander

JONGEREN AANPAK '83

Nadat de eerste roes van de ver­ kiezingswinsten was uitgewerkt, werd het rap tijd voor bezinning Hoe nu verder, bijvoorbeeld met de jongerenaanpak. Een groot aantal VVD afdelingen belde ons Algemeen Secretariaat of wist de weg naar een JOVD afdeling in de buurt te vinden.

Een variatie aan vragen over de opvang van jongeren werd ons ge­ steld. Een natuurlijk gevolg van onze historiche taak de liberale jongeren op te vangen.

Naar aanleiding van de vragen en verzoeken van de VVD afdelin­ gen en de wetenschap dat veel meer VVD afdelingen met dezelf­ de problematiek te maken hadden, ontwikkelde ons hoofdbestuur de actie 'Jongerenaanpak 1983', kortweg JA '83. Achter deze

actie steekt de gedachte: 'onaf­ hankelijkheid in samenwerking'. Uit deze keuze blijkt de samen- werkingsgedachte van de JOVD heel duidelijk. Samen aan het werk om te voorkomen dat jonge­ ren zich teleurgesteld van het liberalisme afwenden of op pen- deldrift slaan.

De JOVD heeft de actie 'J A '83' vlot op poten kunnen zetten. Niet vreemd! Al heel lang biedt ■ de JOVD vele mogelijkheden om met leeftijdgenoten te ontdekken en te ervaren hoe de politieke keuken er uit ziet en hoe het keukengerei gebruikt kan worden. Nadat er de afgelopen jaren de nodige problemen zijn opgelost, hebben wij nu een goedlopend ap­ paraat en de nodige financiën en kennis om zo'n actie op touw te zetten.

INHOUD EN OPZET J A '83

De Jongeren Aanpak '83 biedt de mogelijkheid voor de VVD om samen met de JOVD de liberale jongeren op te vangen. Om hier­ aan bekendheid te geven is het volgende gebeurd.

Ten eerste is er een brief naar alle VVD-afdelingen gestuurd met als bijvoegsel het werkplan vor­ ming 1983. In de brief wordt een schets gegeven van de JOVD als organisatie en wat wij zoal aap

activiteiten kunnen ondernemen. Tevens wordt aangeboden om de liberale krachten te bundelen en een adequate epvanq.van jon­ geren te verzorgen.

Ten tweede hebben alle J0VD- afdelingen informatiemateriaal over J A '83 gehad. Onze afdelin­ gen vormen immers de belang­ rijkste schakel om de actie ten uitvoer te brengen en te laten slagen. Het zijn en blijven de mensen in de afdelingen die zorgen voor de contacten met de VVD-afdelingen in hun gebied. Voor zover dat niet het geval was of kon zijn (bij pas nieuwe afdelingen moet nig veel op po­ ten gezet worden) werden in het kader van JA '83 tips gegeven. Bijvoorbeeld het uitwisselen van afdelingsbladen, het gere­ geld bezoeken van eikaars bij­ eenkomsten, het schrijven van stukjes, een spreekbeurt houden over de JOVD en de relatie tot de JOVD en/of gezamenlijk één of meer activiteiten organise­ ren. Daarnaast kan worden ge­ dacht aan het meewerken in com­ missies en/of het afdelingsbe­ stuur. Wij hebben niet voor niets een pressiefunctie!! Ten derde zijn zoveel mogelijk VVD-afdelingen benaderd. Over het algemeen waren de VVD-be- sturen positief tot heel posi­ tief over JA '83. Minder pesi-

(2)

DRIEMASTER

C O L O F O N

DRIEMASTER

Het schip van de vrijheid, voortgestuwd door verant­ woordelijkheid, verdraag­ zaamheid en sociale recht­ vaardigheid.

REDACTIE HOOFDREDACTEUR Wim Fels

Van der Goesstraat 4 3521 TL Utrecht 030-939981 . EINDREDACTEUR Vacature REDACTEUR VERENIGINGSNIEUWS Caroline Loen Sijmen Grootstraat 22 1135 HN Edam 02993-62515

REDACTEUR ALGEMENE POLITIEK Atzo NicolaT

Churchilllaan 203-3 1078 EB Amsterdam 020-728835

REDACTEUR INTERNATIONALE POLITIEK Albert Berens

Abel Tasmanlaan 12 2803 GK Gouda 01820-20113

EXTERNE INTERNATIONALE CONTACTEN Wilfried Derksen Reestraat 53 6531 JK Nijmegen 080551249 -REDACTEUR PRIKBORD Vacature AUDITOREN Wiljan Loomans Joost van Gilse (HB) Jules Maaten (HB) DRUKKER Ebel Noorman B.V. Groningen SLUITINGSDATUM COPY: 9 februari 1983. HOOFDBESTUUR VOORZITTER Eric Brinckmann Struisenburgdwarsstraat 194 3036 AW Rotterdam D10-116068

VICE VOORZITTER POLITIEK Antoin Schol ten

Lindenlaan 21 6561 CG Groesbeek 08891-1990

VICE VOORZITTER ORGANISATIE Frank Rohof

Hengelosestraat 225A 7521 AC Enschede 053-358954

ALGEMEEN SECRETARIS Joost van Gilse

Jacoba van Beierenlaan 65 2613 JB Delft

02159-11960

Concept resolutie A uto­

matisering

000 PREAMBULE 010 Automatisering.

011 De technologische ontwikkeling is een uiting van de voortschrijdende kennis van de mens.

012 Technologie is geen autonome ontwikkeling, maar kan beïnvloed worden.

013 Innovaties zijn toepassingen van de technologische ontwikkeling.

014 Automatisering van productieprocessen is een belang­ rijke vorm van innovatie.

015 Micro-electronica is één der belangrijkste technolo­ gische ontwikkelingen van de laatste tijd, en vindt met name toepassing in het automatiseringsproces. 016 Automatisering heeft zowel positieve als negatieve as­

pecten.

017 Positieve aspecten zijn:-productiviteitsverhoging -kwaliteitsverbetering van

producten.

-de mogelijkheid het individu beter tot zijn recht te laten komen..

018. Negatieve aspecten. zijn:-uitstoot van arbeid ■ -toenemende formalisering van

de maatschappij, hetgeen tot vervreemding kan leiden -toenemende inbreuk op de pri­

vacy. 020 Beleid

021 Een gezonde economie is essentieel voor het verwezen­ lijken van de primaire overheidsdoelstellingen van op­ timale en immateriële welvaart voor haar burgers. 022 De overheid moet echter randvoorwaarden stellen bij

haar streven naar een gezonde economie ten aanzien van sociale aspecten, veiligheid, volksgezondheid en bescher­ ming van het milieu.

023 De huidige maatschappij is overbestuurd en de bureau­ cratie heeft overal om zich heen gegrepen waardoor veel initiatieven in de kiem gesmoord dreigen te worden. 024 Initiatief en creativiteit zijn belangrijk voor de dy­

namiek in onze samenleving, welke noodzakelijk is voor een gezonde

economie.-025 Automatisering is onontkoombaar mede in het licht van ontwikkelingen in het buitenland, en het open karakter van onze economie.

026 De overheid dient automatiseringsinitiatieven te stimu­ leren, dit dient voornamelijk te geschieden door middel van het scheppen van de juiste randvoorwaarden.

027 Bij dit beleid dienen de negatieve effecten van automati­ sering duidelijk in ogenschouw genomen te worden om deze te verminderen.

030 Arbeid

031 Arbeid zorgt ervoor dat men materieel onafhankelijk kan zijn, en heeft een sociale functie voor de werkenden, en biedt tevens

ontplooiingsmogelijkheden.-032 Het behouden en creeëren van werk dient in samenhang te worden bezien met de kwaliteit ervan.

033 Verdergaande automatisering heeft grote kwantitatieve en kwalitatieve gevolgen voor de arbeid.

034 Voor het opvangen van de kwalitatieve gevolgen van de ar­ beid is een actief humaniseringsbeleid gewenst.

035 Het overheidsbeleid dient gericht te blijven op volledige werkgelegenheid.

036 Op korte termijn kunnen arbeidsplaatsen verloren gaan, maar op lange termijn kunnen er arbeidsplaatsen ontstaan door nieuwe prcduct-markt combinaties en productiviteits­ verhoging.

037 Herverdeling van arbeid is een instrument om de pijn van de werkloosheid te verlichten.

040 Besluitvorming

041 Automatisering veroorzaakt angst en onzekerheid bij velen. De grootst mogelijke zorgvuldigheid, openheid en inspraak rond automatisering is geboden.

042 Belanghebbenden dienen zoveel mogelijk invloed te hebben op de besluitvorming ten aanzien van automatiseringspro­ jecten.

043 Deze invloed wordt gerealiseerd door middel van vertegen­ woordigende raden.

044 Hiervoor is het nodig dat alle leden over voldoende informa­ tie beschikken.

045 De hoeveelheid invloed van een vertegenwoordigende raad moete evenredig zijn met zijn belang bij het project. 100 ECONOMISCHE ASPECTEN EN -BELEID

110 Analyse

-dat het economische groei bevordert en zo op lange ter­ mijn een gunstig effect'op onze economie en daarmee op dewerkgelegenheid zal hebben.

-dat het ons in staat stelt met het buitenland te blijven concurreren.

116 Dit laatste maakt automatisering essentieel voor die sec-__ toren waarvan de producten naar hun aard gevoelig zijn

oor internationale concurrentie. Voor de sectoren waarvoor dit niet geldt (bijvoorbeeld overheidsdiensten) vervalt deze reden echter.

117 desondanks is het op lange termijn uit oogpunt van efficien- cybeheersing gewenst om ook in deze sectoren te automatise­ ren, hoewel naar tempo en aard van invoering een ruimere keuze mogelijk is.

120 Algemeen beleid

121 De overheid dient de dynamiek in de samenleveing té bevor­ deren door:

-aanpassing van productieprocessen sneller mogelijk te maken -sociale en geografische mobiliteit van d e w e r k e n d e n

vergroten.

122 Om de korte termijn werkgelegenheidseffecten van automati­ sering op te vangen, kan de overheid enkele aanzetten geven tot arbeidstijdverkorting, deeltijdarbeid, en vervroegde uit­ treding.

123 Arbeidstijdverkorting is alleen dan wenselijk als de bedrijfs tijd niet vermindert, en dit met evenredige inlevering van loon gepaard gaat.

124 Deeltijdarbeid heeft minder nadelen dan arbeidstijdverkorting maar de mogelijkheden zijn beperkt.

125 Vervroegde uittreding mag slechts op basis van vrijwilligheid plaatsvinden, daar anders de last van de werkloosheid op een beperkte groep wordt af.gewenteld.

130 Specifiek beleid

131 De coördinatie van het technologiebeleid bij de overheid dient beter gestructureerd te worden.

132 De volgende aspecten zijn bij de beleidscoördinatie' op het gebied van technologisch beleid van belang:

-het bevorderen van de technologische kennis en kunde in het algemeen en op specifiek terrein.

-het richten van technologisch onderzoek op economische en industriële vernieuwingen.

-de overdracht van technologische kennis van onderzoekin­ stellingen (inclusief universiteiten) naar het bedrijfs­ leven, alsmede de kennisoverdracht tussen de bedrijven dient te worden verbeterd

-onderzoek en ontwikkelingen in het bedrijfsleven en inves­ teringen in nieuwe technologieën dienen te worden bevorderd. 133 Op onderzoek aan universiteiten, gericht op technologie, mag

de komende jaren niet worden bezuinigd.

134 De overheid heeft met de oprichting van drie centra voor microelectronica een basis gelegd, doch om de 'drempelvrees' voor het kleine en middelgrote bedrijf te verlagen zijn een aantal regionale steunpunten wenselijk.

135 Ter stimulering van automatiseringsprojecten en investeringen dient de overheid fiscale en financiële maatregelen te nemen, met name voor kleine en middelgrote bedrijven.

136 De overheid stelt kredietfaciliteiten beschikbaar voor inno­ vatieprojecten, en kan eventueel subsidie verstrekken voor onderzoek naar deze projecten.

137 Het op innovatie gericht overheidsaankoopbeleid is een be­ langrijk instrument bij zowel het bevorderen als het sturen van innovatie.

138 Het Nederlandse bedrijfsleven dient vroegtijdig betrokken te worden bij de overheidsorders. Protectionistische bevoorde­ ling moet hierbij vermeden worden.

220 Medezeggenschap bij invoering automatisering

221 Werknemers moeten via hun vertegenwoordigende raden be­ trokken worden bij de voorbereiding, vaststelling, vorm­ geving en uitvoering van automatiseringsprojecten. 222 De overheid moet hierin het voorbeeld geven door met

haar eigen werknemers een medezeggenschapcontract af te sluiten, waarin inspraak wordt geregeld bij beslissingen die een belangrijke wijziging inhouden van de kwaliteit van de arbeid.

223 Deze medezeggenschapscontracten kunnen als voorbeeld die­ ren voorsoortgelijke contracten die op basis van vrijwil­ ligheid in het bedrijfsleven worden afgesloten.

224 In deze contracten moet een diepgaande trainingsmogelijk- heid worden opgenomen die het werknemers, die hun colle­ ga's vertegenwoordigen bij het automatiseringsoverleg, mogelijk moet maken de automatiseringsvoorstelle-n en e- ventuele alternatieven daarvan met kennis van zaken te kunnen beoordelen. 230 Aspectenonderzoek PENNINGMEESTER Hans Veltkamp Kerkplein 1 8051 GH Hattem 05206-41812 INTERNATIONAAL SECRETARIS Jules Maaten Turfschip 96 1186 XN Amstelveen 020-410300 TWEEDE SECRETARIS Meint Waterlander Spilsluizen 24 9712 NT Groningen 050-143005

111 Automatisering en micro-electronica zijn onderdeel van eeuwenlange economische en technologische ontwikkeling, en kunnen daar dan ook niet los van'worden gezien. 112 Onze huidge welvaart is mogelijk gemaakt door vroegere

economische groei. Automatisering is in de huidige si­ tuatie een voorname vorm van productiviteitsverhoging, welke de belangrijkste determinant van deze economische broei is.

113 Economische groei is een doel va het economisch beleid van de overheid, brengt de realisering van andere doel­ stellingen dichterbij, en is als zodanig een wezenlijk on­ derdeel van een gezonde economie.

114 Automatisering zal op korte termijn in vele gevallen ne­ gatieve effecten sorteren door het verlies van arbeids­ plaatsen.

115 Voordelen van automatisering zijn echter:.

231 Er moet onderzoek verricht worden naar de diverse maat­ schappelijke gevolgen en aspecten van de invoering van nieuwe technologiën.

232 Hiertoe dient een onafhankelijkeonderzoeksinstelling te worden ingesteld die ook speurt naar mogelijke alterna­ tieven welke beter aan huidige en toekomstige maatschap­ pelijke belangen tegemoet komen. Samenwerking met de centra voor micro-electronica verdient aanbeveling. 233 Deze onderzoekinstelling verricht in eerste instantie

aspectenonderzoek voor overheidsinstanties en parlement, maar staat ook open voor dienstverlening op commerciële basis aan het bedrijfsleven.

(3)

3

240 Pri vacy

241 Ieder individu heeft recht op privacy. Dit recht is ech­ ter niet absoluut, omdat in onze complexe maatschappij op bepaalde plaatsen opslag van persoonlijke gegevens noodzakelijk is.

242 De technologische ontwikkelingen van de laatste decennia hebben grote gevolgen gehad op het gebied van gegevens­ verwerving, gegevensverwerking en opslag.

243 Betingrijke aspecten hiervan zijn schaalvergroting en de mogelijkheid tot koppeling van gegevens uit verschillen­ de registers.

244 Teneinde te voorkomen dat deze inbreuk op de persoonlij­ ke levenssfeer verder gaat dan strikt noodzakelijk, dient een evenwicht te bestaan in de behartiging van belangen van het individu, en van de houder van het persoonsre-gi ster.

245 Bij onvoldoende regulering van toepassingen van automati­ sering treedt privacyverlies van het individu op.

246 (concomitant begeleidend)

Een wet op privaatrechtelijke protectie van het individu in zijn/haar persoonlijke intrahumane levenssfeer dient dan ook tot stand te komen. Een terdege controle op het functioneren van deze wet is essentieel, en door de zich snel vertechnologiserende maatschappij moet er een sys­ tematische detectie van discrepanties tussen geconsta­ teerde actuele realiteit en al dan niet geanuleerde in­ tenties geëntamineerd worden.

300 ONDERWIJS 310 Inleiding

311 In een door technologische ontwikkelingen snel veranderen­ de maatschappij zal het onderwijs, dat gericht dient te zijn op persoonlijke ontDlooiing en voorbereiding op het functioneren in die maatschappij, een nog belangrijker plaats gaan innemen.

312 Door de ontwikkeling van nieuwe technieken zullen nieuwe onderwijsmethoden ontstaan.

313 Deze dienen te worden toegepast waarbij ervoor gewaakt dient te worden dat het sociale karakter van het onderwijs behouden blijft.

314 Boven genoemde ontwikkelingen vereisen aanpassingen op de te onderscheiden gebieden van het onderwijs, te weten basis­ onderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs en her- en bijscholing.

320 Basisonderwijs

321 Bij het basisonderwijs ligt de taak de jeugd vertrouwd te ma(cen met de technologische ontwikkelingen.

322 Dit is een noodzakelijke voorwaarde om latere vervreemding van de maatschappij tegen te gaan

323 Invoering van computers als een hulpmiddel bij het onderwijs is hierbij van het grootste belang.

330 Middelbaar onderwijs

331 Het voorbereiden van de leerling op participatie in de maat­ schappij, waarin micro- electronica hem/haar.ten dienste zal staan, staat bij het middelbaar onderwijs centraal.

332 Enkele beleidsaanbevelingen ten aanzien van het onderwijspro­ gramma zijn:

-het verplicht stellen van een vak informaticawetenschappen -meer nadruk leggen op algoritmisch en logisch denken,dan

op feitenkennis. 340 Hoger onderwijs

341 De technologische ontwikkelingen in de maatschappij vragen van het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepson­ derwijs aanpassingen, mede zodat de onderwijsprogramma's meer op de vraag vanuit de maatschappij worden gericht. 342 Bij het hoger onderwijs dient het vak informatica te worden

ingevoerd waar dit mogelijk en zinvol is. 350 Her en bijscholing

351 Door de snel veranderende maatschappij is continue actuali­ sering van de beroepskennis door middel van éducation per­ manente essentieel.

352 Her- en bijscholing, betaald educatief verlof en post-acade- misch onderwijs zijn hiervoor noodzakelijk en vragen als zodanig om actief beleid van de overheid.

353 Veranderingen in het onderwijs dienen te worden vooraf ge­ gaan door aanpassing en scholing van onderwijsgevenden, waar­ voor de overheid zorg draagt.

354 De overheid moet er op toezien da-t bedrijfsopleidingen een algemeen erkend karakter kunnen krijgen.

LITERATUURLIJST BIJ DE C0NCEPTRES0LUTIE AUTOMATISERING

Maatschappelijke gevolgen van micro-electronica.-“Rapport van de adviesgroep Rathenau. (Staatsuitgeverij 1980)

Reactie regerinq op Rathenau; 16; eptember 1980, Tweede Kamer 1980-1981, 16407 nr. 1-2.

Maatschappelijke gevolgen van de chip-technologie.-T.Huppes (Stenfert Kroese B.V.1980)

Technology Assessment.-Dr. Ir. J.G. Wissema (Kluwerl977)

Chips en de kwaliteit van de arbeid.-T. Huppes.(SM0 informatief' Rapport van de werkgroep micro-electronica.(Voorlichtingsdienst Wetenschapsbeleid)

Liberalisme in dé jaren '80.-7.outendi jk. (TS)

De conceptresolutie automatise­ ring is opgesteld door de ge­ lijknamige commissie. Bij de resolutie heeft de commissie een uitgebreide toelichting gegeven, die U hieronder aan­ treft. Mochten er ondanks deze toelichting toch nog vragen zijn dan kunt U de commissie­ leden rustig opbellen. Onder de cartoon treft U een staat­ je met telefoonnummers..

kfort Eértl 'ff \ cottLfivCzr m s c h Ï Ï z n voot>

de, tdgnis'hlK WK de,

'n duioviïlüci’iiigj

LEDEN VAN DE SOCIAAL- ECONO­ MISCHE COMMISSIE

Fris-o ten Brink,020-197138 Idzard van Eeghen (VZ),050- 128702

King Han Gan,010-760604 Marcel Gubbels,050-140988 Jaap de Mare (tijdens kantoor­ uren) 020-5254156

Sjef de Pont ,02968-4508 Michael de Ridder,020-711429 Luit Tebbens Torringa ,050- 133729

Jaap van der Weide,050-250023.

Toelichtingen Concept resolutie

0 0 0

AUTOMATISEREN NU

Vanaf het allereerste begin heeft de mens geprobeerd zijn omgeving te begrijpen en te beheersen. Dat streven leidde er toe dat de mens vele technieken heeft ontwik keld en nog zal ontwikkelen. Verreweg de meeste van die ontwikkelde technieken zijn ontstaan doordat er vanuit de samenleving behoefte was naar deze probleemoplossende technieken. Technologisch ontwikkeliggen staan dan ook niet op zich zelf, noch ont­ staan ze als vanzelf. Een overheid kan deze ontwikke­ lingen o.a. beïnvloeden door bepaalde onderzoeken te sti­ muleren, maar kan ook d.m.v. regels bepaalde technieken oninteressant maken. Dit laatste is echter pas realis- tich als alternatieven voor­ handen zijn om 'het probleem' op te lossen.

De resolutie gaat over een specifiek gevolg van een technologische ontwikkeling. De ontwikkeling van micro- electronica heeft automati­ sering, een proces waarin arbeid door kapitaal (b.v. machines) vervangen wordt, op veel plaatsen mogelijk ge maakt. De (per definitie) negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid die automa­ tisering heeft worden ons vaak als schrikbeeld voorge­ houden. Dat automatisering ook vele mogelijkheden biedt, doordat het nieuwe producten mogelijk maakt en de effi­ ciency van produktieproces- sen verbeterd, haalt minder vaak de voorpagina's. En juist die mogelijkheden ge­ ven goede kansen voor nieuwe werkgelegheid. Weliswaar op andere plaatsen, maar aan­ passingen zijn (ook zonder

automatisering) onvermijde­ lijk.

Het beleid van de overheid, en daarop richt de resolutie zich voornamelijk, dient dan ook gericht te zijn op het bevorderen van die aanpassing en. Sommige aanpassingen moet de overheid versnellen (b.v. t.a.v. de arbeidsmarkt), an­ dere moet ze weer sturen om het individu te beschermen (privacy-bescherming en mede­ zeggenschap) .

In de hele afweging moet voor de overheid het belang van al haar burgers voorp staan. Helaas wordt één groep maar al te vaak vergeten, n.1. de toekomstige burgers. Deze groep heeft geen stem, laat staan dat ze kan protesteren en molesteren. Toekomstige burgers zijn dan ook al te vaak (ongeboren) kind van de rekening bij het korte-ter- mijn beleid dat Den Haag voert om haar schreeuwende burgers (tijdelijk) tevreden te stellen. Dit beleid is wel begrijpelijk, want men moet haar iedere keer weer verkiezen, maar meer aandacht voor de toekomst zou toch niet misstaan.

Idzard van Eeghen

In de resolutie monden boven­ staande overwegingen uit in een mixture van korte en lange-termijn beleid. Voor.de lange termijn zijn van het allergrootste belang: een gezonde economie, beleidsinte gratie van sociale aspecten en een overheid die inziet dat een voortdurend verande­ rende maatschappij niet in een keurslijf van allerlei regeltjes past, maar daaren­ tegen een bedding behoeft waarin het kan voortkolken. Voor de korte termijn zijn er een veelheid van gebieden waar de overheid directe in­ vloed heeft en aanpassingen

kan versoepelen zoals b.v. bij het onderwijs, herverde­ ling van arbeid en onderzoek De snelheid van de ontwikke­ lingen maken het echter wel noodzakelij'k dat de overheic niet weer Allerlei werkgroe pen e.d. instelt, maar komt met een beleid dat ons daad­ werkelijk helpt met automati séren.

020

TOELICHTING SOCIAAL BELEID De voortgaande automatisering heeft naast gevolgen voor de werkgelegenheid ook gevolgen voor de arbeidsomstandigheden. Het zal voor de werknemer steeds moei lijker worden om de werkzaamheden, welke hij ver­ richt , te kunnen doorgronden (b.v. vroeger laste de werk­ nemer zelf, nu controleert hij 1 af automaten). Deze en andere kwaliteitseffecten op de ar­ beid zijn in het verleden wel door de overheid onderkend en vertaald in beleid, maar het gevaar dreigt dat dit beleids­ tere;' n onder druk van de .econo mische crisis als luxe zal worden beschouwd en op de ach­ tergrond zal raken. De com-. missie zou dat een jammerlijke ■ontwikkeling vinden, omdat

goede werkomstandigheden gro­ te invloed hebben op de ar­ beidsvreugde en de arbeids­ productiviteit. Een integratie van de sociale aspekten binnen het innovatiestimmuleringsbe- 1 eid via een sociaal georiën­ teerde technologiepolitiek, zo als men dat in West-Duitsland reeds kent, lijkt de gewenste beleidscontinuiteit beter te waarborgen.

De kwalitatieve en kwantita­ tieve gevolgen van automati- serings voor de arbeid zullen zeer groot zijn. Het ligt dan ook voor de hand om werknemers en dan in het bijzonder hun

gekozen vertegenwoordiger? de gelegenheid te geven mee te praten over automatiserings- voorstellen. Om deze inspraak goed tot zijn recht te laten komen is het noodzakelijk dat de direkt betrokken werknemers vertegenwoordigers via een uit­ gebreide voorlichtingscursus de vereiste kennis- opdoen om' volwaardig mee te kunnen pra­ ten. ,0m goede inspraakprocedu­ res te verzekeren beveelt de commissie de invoering van medezeggenschapscontracten aan.

Luit

Tebbens Torringa

Over de exacte invulling van de beslissingsbevoegdheid voor werknemers wil de commis­ sie geen uitspraak doen, om­ dat dit onderwerp hiervoor te complex is.

De invoering van een nieuwe techniek kan allerlei sociaal maatschappelijke gevolgen met zich mee brengen (bv. de in- voeridng van kernenergie en van de anticonseptie pil ). Daarom is het gewenst dat een onafhankelijk onderzoek insti­ tuut de nieuwe technieken eerst op allerlei relevante gevolgen gaat beoordelen al­ vorens de overheid c.q. de politiek besluit tot invoe- ri ng.

Deze nieuwe beoordeling zal geen wettelijke verplichting mogen zijn maar zal als axtra onderzoeksmogelijkheid aan overheid, parlement en even­ tueel bedrijfsleven ter be­ schikking dienen te staan om zo latere moeilijkheden te voorkomen.

100

ECONOMibCHE ASPECTEN EN BELEID Reeds enkele eeuwen is een technische enconomische ont­ wikkeling aan de gang die tel­

kens weer accelereert. Vele van de uitvindingen die hier­ aan ten grondslag lagen had­ den in eerste instantie ar- biedsbesparende toepassingen

(stoommachine, computer), doch met het toepassen ervan werden nieuwe product-markt combinaties gevonden en kwam er een economisch groeiproces op gang dat het oorpspronke- lijke verlies van arbeids­ plaatsen meer dan goedmaakte Micro-electronica en de meest voor de hand liggende toe­ passing ervan, automatisering, zijn'slechts een neiuwe stap in dit proces. Het beleid van de overheid moet er dan ook op gericht zijn de mechanis- mes die de aanpassingen aan de steeds veranderde omgeving tot stand brengen, zo effec­ tief mogelijk te laten werken. Oftewel, een dynamische maat­ schappij vraagt om 'geoliede" aanpssingen. Op deze wijze kon automatisering ons wel­ licht uit de economische pro­ blemen halen, die zij overi­ gens niet heeft veroorzaakt.

Jaap de M are

Bovendien heeft Nederland w e i ­ nig keus, omdat het buiten­ land in ieder geval automati­ seert. Het is nu bijblijven of afvallen in de race der naties,(zoals Engeland eerder is afgevallen).

Behalve het stimuleren van de dynamiek in de samenleving door middel van het scheppen van de juiste randvoorwaarden (wat het hart van het econo­ misch beleid dient te zijn), kan de overheid ook specifiek gericht beleid voeren. Hier­ bij valt te denken aan het innovatiebeleid, en dan in het bijzonder de coördinatie van het technologiebeleid, het universitair onderzoeks­ beleid, de centra voor micro- electronica, het ter beschik­ king stellen van kredieten en

(4)

4 _________________

__________________________________ DRIEMASTER

V e r v o l g v a n p a g i n a 3 subsidies voor automatiserings­ projecten, etc. Wat dit laat­ ste betreft is de commissie wat huiverig: subsidies mogen wel worden verstrekt voor het onderzoek naar automatiserings­ projecten, maar dient voor het overige zo veel mogelijk be­ perkt te worden.

24Ö

TOELICHTING PRIVACY

Bij privacyproblematiek gaat het om aanspraak van indivi­ duen op het recht om zelf te bepalen wanneer, heo en in wel­ ke mate informatie over hen • naar anderen wordt overgedra­ gen. Dit ter bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Naast dit belang van het indi­ vidu bestaat er eveneens het belang van de houder van per­ soonsregistraties. De houder kan het algemeen belang behar­ tigen (bevolkingsregister) of dat van een (particuliere) in­ stelling (abbonnementesbe- stand). In beide gevallen is deze opslag van persoonlijke gegevens noodzakelijk voor het functioneren van onze samenle­ ving of delen daarvan (zie 241) Het belang van het individu en het belang van de houder bot­ sen nogal eens. In een wette­ lijke regeling m.b.t. privacy en persoonsregistratie dient men dan ook te komen tot een evenwicht in de behartiging van beide belangen (l.)-(zie 244) Hierbij bepaalt de doel­ stelling van de persoonregi­ stratie of wettelijk ingrij­ pen noodzakelijk is.(2) Genoemde wettelijke regeling ontbreekt momenteel in Neder­ land en de rechtspositei van het individu t.o.v. de houder

v e r v o l g v a n p a g i n a 1 tieve geluiden kwamen van die afdelingen die vroeger te kam­ pen hadden met (ex-)JOVD'ers die een geheel eigen inhoud ga­ ven aan de doelstellingen en functies van de JOVD. Ondanks deze rimpels heeft JA'83 dui­ delijk succes gehad. Succes b.v. in de vorm van concrete activiteiten tot het oprichten van splinternieuwe JOVD-afde- 1i ngen.

DEELGROEPEN ONDERSCHEIDEN Om de jongerenopvang zo effec­ tief mogelijk aan tecpakken in de VVD, is het goed deelgroepen te onderscheiden. Jongeren heb­ bel wel bepaalde overeenkomsten, interesses en belangen, maar dat betekent niet dat ze over een kam geschoren kunnen worden, integendeel.

Iedere jongere wil een volwaar- dige plaats in onze samenleving verwerven en daar moet de no­ dige kennis, ervaring en vaar­ digheden voor opgedaan worden. Ieder jongere doet dat op zijn eigen manier. Dit is ook te mer­ ken aan de verschillende behoef­ tes en wensen van jonge VVD-le- den. Zo zijn er ruwweg drie groepen te onderscheiden:

1. Een belangrijke groep van jon­ ge leden die enkel en alleen partijlid willen zijn. Deze groep valt te onderscheiden. Enerzijds heb je leden die ■ niet actief willen of kunnen

zijn en zich tevreden stellen met een soort 'steunlidmaat- schap'. Anderzijds heb je le­ den die lekker actief in de VVD willen meedoen als vol- waardig lid en beslist niet naar leeftijd onderscheiden willen worden.

2. Een belangrijke groep van jon­ ge leden die ook gewoon par­ tijlid willen zijn, maar wel eerst een steunte in de rug willen hebben. De taal die in de politiek gesproken wordt is vaak wat nieuw. Die willen ze net als een aantal basis­ vaardigheden en basiskennis onder de knie krijgen. Kortom: enige vormings- en scholings­ activiteiten om vlot de partij in te kunnen duiken.

3. Deze laatste groep van jonge leden kiest voor het actief zijn in een politieke jonge­ renorganisatie. Het overgrote •

is dan ook niet sterk. Deze positie dreigt nog verder ver­ zwakt te worden door de recen­ te technologische ontwikkeling­ en ( zie 242) die opslag van persöonlijke gegevens in een Data Base (3.) mogelijk maak­ ten.

Het gebruik van een computer bij gegevensopslag leidt tot schaalvergroting en de mogelijk­ heid tot koppeling van gegevens uit verschillende bron (4.)-

(zie 243). Door deze koppeling kan b.v. de overheid een soort totaalbeeld van het individu verkrijgen. Wanneer hieraan gesi bindende regels gesteld worden, treedt privacyverlies van het individu (zie 245) op, vooral wanneer dit zg. administratieve beeld gebruikt wordt om beslis­ singen te nemen t.a.v. indivi­ duele personen.

Sjef de Pont

De automatisering van gegevens­ verwerving, verwerking en op­ slag zal echter toch doorgang moeten vinden, omdat het even­ eens grote voordelen (bv uit­ sluiting menselijke fouten)biect Zij dient echter wel gepaard te gaan met een versterking van de rechtspositei van het individu. Dit laatste is dan ook één van de uitgangspunten van de in 1972 ingestelde staatscommissie Koopmans, die zich heeft bezig­ gehouden met privacy en persoors registraties. De werkzaamheden van de staatscommissie leidden in 1981 (!) tot een wetsont­ werp dat echter niet werd aan­ genomen. Momenteel probeert men de aldus ontstane leemte op te vullen d.m.v. een interimwet. Hoe de definitieve wet eruit zal gaan zien is dan ook nog niet duidelijk maar wel staat vast, dat deze regelmatig zal

deel van deze jongeren is lid van de JOVD. De JOVD gaat uit van dezelfde liberale begin­ selen, is zo ook erkend door de VVD.' Dat maakt het allemaal heel begrijpelijk. Daarbij komt dat de VVD altijd afkerig is geweest is van een binnen de partij opererende jongeren­ organisatie.

Uit bovenstaande blijkt dat ie­ dere deelgroep zo z'n specifieke eisen stelt. Hierbij is het van belang dat deelgroep 1 niet no­ deloos lastig wordt gevallen met jongerenactiviteiten. MAAGKRAMP IN DE VVD

Het is duidelijk dat de VVD graag éér, liberale politieke jongerenorganisatie wil hebben, die zorg kan dragen voor de uit­ voer van het jongerenbeiied. Op dit moment zit de VVD echter met enkele VVDJC's (VVD-Jongeren Contacten) in haar maag. Meestal zijn VVDJC's ontstaan doordat de JOVD niet of weinig bekend

was of doordar er wat verkeerde ideeën over de JOVD bestonden. Hierbij spelen persoonlijke frustaties van ex-JOVD'ers een rol.

Het Hoofdbestuur van de VVD heeft met het hoofdbestuur van de JOVD besprekingen geopend om te komen tot één liberale jon­ gerenorganisatie, die de zorg kan dragen voor de opvang van liberale jongeren. Dit is heel logisch. Versplintering is ab-' soluut niet nodig.

De onderhandelingen hebben tot r nu toe nogal in het teken ge­ staan van discussiëren over structuren. Dat is jammer. Waar gaat het immers om? Er moeten snel activiteiten van de grond I komen, zodat de jongeren die be­ hoefte hebben aan opvang, niet teleurgesteld het hoofd in de schoot leggen. Na het opgang brengen van de broodnodige ac­ tiviteiten kan er gepraat wor­ den over zo doelmatog mogelijke structuren. Structuren die het best aan kunnen sluiten bij reeds bestaande. Effectief wer­ ken.

PARTIJ IN PARTIJ

Een oplossing die geopperd is, i is JOVD'ers en niet JOVD'ers samen te smelten en vervolgens te integreren in de VVD. Poli­ tiek zou de nieuw ontstane JCVD

moeten worden aangepast (zie 246) aan de snelle ontwikkeling en op dit gebied.

Noten:

1. ) Over de wijze waarop men dit evenwicht dient te realiseren % langzamerhand internationale overeenstemming bereikt. Men kan dit vinden in het volgende kamerstuk:zitting 1981-1982 17207 NR 3 op pag. 10.

2. ) Data Base of gegevensbank gecentraliseerde verzameling van met elkaar samenhangende bestanden (def.I.B.M.). 3. ) Dit wordt nader uitgewerkt in het reeds genoemde kamer­ stuk op pag. 9.

4. ) Natuurlijk was deze kop­

peling vroeger ook mogelijk; computers hebben dit echter technisch eenvoudiger gemaakt

300

AUTOMATISERING EN ONDERWIJS De door de ontwikkeling van de micro-electronica snel op­ komende technologie veroor­ zaakt veranderingen waarvan het effect minstens vergelijk baar is met het effect van de uitvinding van de boekdruk­ kunst. Dit was de mening van de adviescommissie voor onder wijs en informatietechnologie in een rapport voor de minis­ ter van onderwijs en weten­ schappen. Op dergelijke in­ grijpende veranderingen moet het onderwijs al op korte termijn inspelen. In de na­ bije toekomst moeten alle burgers over een zekere ken­ nis van informatietechnolo­ gie beschikken. Wat kan een computer,wat kan zij niet, hoe bedien ik het apparaat, met déze dingen kan al op de basisschool begonnen worden.

onafhankelijk zijn, maar orga- nasatorisch geheel ingèbed in de VVD. Hier kleven nogal wat bezwaren aan.

Al heel gauw zou een 'partij in een partij' ontstaan. Im­ mers, de jongeren kunnen zelf­ standig allerlei politieke uit­ spraken doen (en niet alleen over jongeren), uitspraken die beslist niet overeen hoeven te komen met de grote partijlijn. Kijk maar naar de JS (Jonge So­ cialisten) in de PvdA of in min­ dere mate naar het CDJA (Chris­ ten Democratisch Jongeren Appèl) in het CDA. Zo'n 'partij in een partij' leidt tot aanscherping van de politieke accentverschil­ len die er nu eenmaal in een partij bestaan, ook in de VVD. Dit euvel zou'mensen ook in conflict kunnen brengen. Met wie loyaal zijn, de jongeren­ club, de afdeling, de kamercen­ trale? De conflivten liggen zo snel voor het oprapen. Herrie in de partij is nu net iets dat de VVD niet kan nebben. Het is ook niet goed, een partij moet zo eensgezind mogelijk naar buiten kunnen optreden. Als er herrie zou komen, dan ligt het voor de hand dat de partij wegen gaat zoeken om de jongerenclub de mond te snoeren. Dit zou met ieder orgaan binnen de partij vrij gemakkelijk kun­ nen gebeuren. Denk maar aan het veranderen van reglementen. Wat er ook mag gebeuren: herrie of de mond snoeren, beide zijn voor de VVD en de JOVD zeer on­ voordelig. Dwangmatige banden werken beklemmend. De situatie zoals die nu tussen de VVD en. de JOVD is, is bewust gekozen. Door een bewuste keuze te maken, creëer je een .situatie van zorg­ vuldig omgaan met het gekozene. Een situatie die verre de voor­ keur geniet.

OP EEN RIJTJE

Als integratie voor beide par­ tijen zo onvoordelig is, dan is het logisch dat de voordelen van de onafhankelijkheid eens op een rijtje worden gezet. Hier komen ze.

l.Door zelf mee te werken aan de opbouw en instandhouding van een 'eigen' afdeling leren mesnen ontzettend veel. Het zélf verantwoordelijk zijn bevordert ook het zorgdragen

Doel hiervan is de leerling kennis te laten maken met de nieuwe technologie, om latere' angst voor computers te voor­ komen, om te voorkomen dat alleen begaafde enkelingen zich er mee bezig zullen hou­ den en om een ondergrond te te verschaffen voor verder in formatieonderwijs.

In het middelbaar onderwijs zal de leerling zich met over­ gave op informatietechnologie kunnen storten. In de eerste jaren van het voortgezet on­ derwijs zal iedere leerling het vak informaticawetenschap pen krijgen. Het vak zal als belangrijkste elementen hebber het leren doorzien van een gegeven algoritme, het leren onderbrengen van een probleem in een algoritme en het prac- tisch leren omgaan met com­ puterapparatuur . Ook de maatschppelijke gevolgen van de nieuwe technologie moeten aan bod komen. Eén en ander houdt in dat op middelbare scholen computerapparatuur aangschaft zal moeten worden.

In het al eerder aangehaalde rapport "leren over informa- tietechnologie:noodzaak voor iedereen" zegt de commissie dat uiteindelijk een terminal

King Han Gan &

Friso ten Brink

of microcomputer tot de be­ schikking van twee leerlingen moet staan.

Naast het werken met computers moet er nog meer veranderen in het middelbaar onderwijs. Omdat de samenleving momen­ teel aan grote veranderingen onderhevig is, moet minder accent gelegd worden op fei­ tenkennis, en moeten denkme­ thoden en inzicht in struc­ turen en samenhang van gege­ vens belangrijker worden. Ver­ anderingen in de maatschappij vereisen een flexibele denk­ wereld. Het onderwijs moet dit bevorderen.

voor continuïteit. Niemand wil tenslotte iets waar hij of zij veel energie in heeft gestopt in elkaar zien vallen als een kaartenhuis, integendeel. Ie­ dere jongere zou dezelfde mo­ gelijkheden moeten kunnen krijgen om zo veel ervaringen op te doen.

Zou de JOVD in een partij zit­ ten, dan is de kans groot dat dan rustig tegen de partij worden aangeleund. Het is dan immers de verantwoordelijkheid van de partij om alles goed te laten verlopen. Niets mense­ lijks is een mens vreemd! De prikkel om zelf flink de han­ den uit de mouw te steken is dan minder. Dit in tegenstel­ ling tot de situatie waarin

'de eigen boontjes moeten wor­ den gedopt'.

2.Wanneer een jongerenorganisa­ tie zit ingebed in een partij, zie je continue aderlating aan capabele jongeren. Jonge men­

sen met capaciteiten worden vrij snel opgeslokt door de moederpartij. Geen wonder dat de JS en het CDJA een veel minder belangrijke rol in het politieke spectrum spelen dan de JOVD. Ga maar eens na hoe­ veel JOVD'ers of oud-JOVD'ers er niet in vertegenwoordigende lichamen zitten. Negen mensen in de VVD-Tweede Kamerfractie, velen in Staten- en Raadsfrac­ ties enz. Hierbij komen dan

Vooral in de beroepsuitoefe­ ning zullen met micro-elec­ tronica samenhangende appara­ tuur en technieken grote ver­ anderingen teweeg brengen. Om de technieken te beheersen en toe te passen ziin nipuwe he­ ropen ontstaan. De inhoud van vele beroepen is door micro- electronica veranderd. Voor _ het onderwijs zelf zijn grote aantallen informatica-geschool de docenten nodig. Op vrijwel alle gebieden van het hoger onderwijs zal informatica

(technisch en praktisch) dan ook zijn intree doen.

Tot nu.toe heb ik het alleen nog maar gehad over het onder­ wijs aan leerlingen en studen ten die hun opleidingen nog moeten krijgen, of er nog mee bezig zijn. Veel mensen die hun opleiding al genoten heb­ ben, zullen merken dat hun kennis door de vele verande- ringen^verouderd is. Voor hen is het noodzakelijk dat er mogelijkheiden komen voor her­ scholing (opleiding tot een ander beroep)en bijscholing ( actualiseren van de voor het beroep benodigde kennis en vaardigheden). Omdat het einde van de technologische ontwik­ kelingen nog lang niet in zicht is, zal nieuwe kennis vrij snel weer verouderen. Om optimaal te kunnen functione­ ren moet je dus altijd in staat zijn nieuwe dingen te leren, iets wat in de resolu­ tie als een staat van "educa- tion permanente" aangeduid wordt.

:en eerste vereiste voor al wat hierboven genoemd wordt is echter wel dat er snel leer­ programma's opgesteld worden en dat er docenten voorhandig zijn, die de nieuwe kennis en vaaridigheden kunnen uitdragen. Her- en bijscholing op dit ge­ bied is dan ook zeer belang­ rijk en moet ogenblikkelijk be­ gonnen worden. Wil Nederland niet definitief de boot missen op het gebied van micro-elec- tronica, informatietechnologie en automatisering, dan wordt het hoog tijd dat het onderwijs grondig aangepakt wordt.

nog de politieke bijdragen in de vorm van stellingen, amen­ dementen e.d. die in de loop der jaren plaatsjes in de par­ tijprogramma's hebben gevon­ den.

3. Het hebben van een zelfstan­

dige organisatie geeft de mo­ gelijkheden voor een snelle besluitvorming. Niets geen bu­ reaucratische rompslomp, niets geen rekening houden met par­ tijlijn en partijtactieken waardoor een heel stuk bewe­ gingsvrijheid wordt ingeperkt. Zo nu en dan moeten er gewoon snelle besluiten genomen wor­ den, het is dan wel akelig om te wachten op goedkeuring.

4. Door haar' onafhankelijkheid

kan de JOVD veel gemakkelijker liberaal denkende jongeren be­ naderen. Jongeren die nog niet definitief willen kiezen voor een politieke partij, maar die eerst kennis, ervaring en vaardigheden willen opdoen om daarna bewust een keuze te kunnen maken. De tegenwoordige practijk wijst uit dat veruit de meeste mensen op den duur wel VVD-lid worden of VVD kie­ zen. Een deel van deze mensen zou zeker uit de boot zijn ge­ vallen als ze gelijk VVD-lid hadden moeten worden.

5. Bij bovenstaand punt sluiten

(5)

Mediabeleid

Een groot meningsverschil tussen CDA en VVD over een te voeren mediabeleid is nieuws. Het mediabeleid heeft de gemoederen al eerder hevig doen oplaaien. Al in 1965 ont­ stond er tussen de liberalen en de confessionelen een cri­ sis vanwege de toenmalige ontwerp-omroepwet: het kabinet- Marijnen kwam ten val. Voor het eerst in de wereldgeschie­ denis ontstond er een regeringscrisis als gevolg van de problematiek rond een samenhangend mediabeleid. Het lijkt mij niet dat het kabinet-lubbers eenzelfde lot is voorbe­ houden. Vandaag de dag zijn er veel belangrijkere zaken aan de orde. Hoewel? Het ligt er maar helemaal aan hoe hoog de meningsverschillen worden opgespeeld.Er zijn een aantal principiële tegenstellingen, gebaseerd op twee totaal andere levenshoudingen en maatschappijvisies: de ethisch^ moralistische van de confessionelen en de vrijzinnige non- conformistische van de liberalen.

Nog even een beetje geschie­ denis. In 1953 werd voor het eerst een ontwerp-omroepwet (6 (1) jaar na de aankondi­ ging ervan) aangeboden aan de Tweede Kamer. Typisch was dat hierin totaal geen melding ge maakt werd van het medium tele visie, terwijl al twee jaar lang (vafaf 2 okt. 1951) tv- uitzendingen in de ether waren Evenals nu liep de politiek ver achter de technologische ontwikkelingen aan. Na wat heen en weer gesukkel tussen de Kamer en de verschillende regeringen, kwam pas in 1965 het ware mes op tafel: via een motie werd de regering-

Marijnen gevraagd op welke

datum reklame op tv en radio zou kunnen worden toegelaten. En dit terwijl er nog steeds geen omroepwet van kracht was. Zoals eerder gezegd: de liberalen en confessionelen werden het niet eens en het kabinet kwam ten val. In 1967 werd dan eindelijk een ont­ werp-omroepwet aangenomen, die het jaar ervoor al door minis­ ter Vrolijk uit het kabinet Cals aan de Tweede Kamer was aangenomen. Op 29 mei 1969 trad de omroepwet in werking. DE OMROEPWET

Via een uitgebreide preambule (het "Open Bestel") kwam men tot de volgende vijf meest be langrijke steunpilaren van de omroepwet:

Ten eerste de pluriforminteit. Elke omroep die zendtijd kreeg toegewezen moest representa­ tief zijn voor een bepaalde maatschappelijke, culturele of godsdienstige dan wel geeste­ lijke stroming in de Neder­ landse samenleving. En verder "op zodanige wijze gericht zijn op de bevrediging van in het volk levende culturele of godsdienstige dan wel geeste­ lijke behoeften, dat hun uit­ zendingen uit dien hoofde ge­ acht kunnen worden van alge­ meen nut te zijn", (art.13,lid 2, ten 4e) Concreet betekende dat bijvoorbeeld dat er alleen een neuwe omroep bij zou kun­ nen komen als deze "iets nieuws" zou kunnen toevoegen aan alle reeds bestaande ge­ luiden.

Ten tweede, -een rechtstreeks gevolg-: dat elke omroep een volledig programmapakket werd voorgeschreven. Iedere omroep moest dus op deze wijze wel zijn eigen karakter laten blij ken. Dit programmavoorschrift verplichtte iedere omroep onde andere een eigen aktualiteiten rubriek in het programma-aan- bod op te nemen.

Ten derde moest er een overkoe­ pelend orgaan komen (NOS) met een drieledige taak: 1) zake- 1ijk/juridische belangen behar­ tigen van de omroepen-en bloc, 2) verzorgen van gezamelijke programma's en 3) aanbieden van omvangrijke technische fa­ ciliteiten.

Ten vierde werd zendtijd ver­ leend in relatie tot de status van de omroep. En deze status werd rechtstreeks ontleend aan het ledental van de omroep. Ten vijfde de financiering. In de wet werd duidelijk gesteld dat de onkosten voor alle te­ levisie en radio uitzendingen niet op de begroting van over­ heidsdiensten zouden komen te staan. Het gebeuren in Hilver­ sum zou volledig

self-suppor-ting moeten zijn. Door kijk­ en luistergelden en een een-, traal geleide reklamevoorzie- ning (STER) zou het grootste deel van de kosten worden ge­ dekt.

PLURIFORMITEIT

Waarover men in de omroepwet niets terugvindt (het is een "omroep"-wet) zijn de gedruk­ te media. Dat een mediabeleid hier niet zomaar aan voorbij kan gaan behoeft geen betoog. Het WRR-rapport heette niet voor niets "samenhangend me­ diabeleid".

De werderzijdse invloed van de radio en televisie enerzijds op de kranten en tijdschriften anderzijds moet niet worden onderschat. De opkomst van de televisie in de jaren '50 was funest voor de kranten. Ge­ lukkig hebben veel kranten de vuurproef doorstaan. Maar kun­ nen ze ook een nieuwe aanval , te boven komen als adverteer­ ders steeds meer in de gele­ genheid gesteld worden radio en televisie te gebruiken ? Staat de pluriformiteit in de krantenwereld niet op het spel ? Je zou rigoreus kunnen ingrijpen en geen extra rekla­ me toelaten op radio en tele­ visie. Maar bekijk het eens van de kant van de

adverteer-P e te r B e sse m s

der. Waarom zou deze alleen on dagbladen of tijdschriften mo­ gen adverteren en waarom wordt de radio en tv hem grotendeels waerhouden. De schrijvers van het WRR-rapport vrezen inder­ daad ernstige problemen ten aanzien van het voortbestaan van enkele kranten. Zij plei­ ten dan ook voor een zeer ge­ leidelijke opvoering van de STER-zendtijd. Misschien dat nieuwe technologische vorde­ ringen als viewdata of "kabel­ krant" hierop kunnen inspelen. In ieder geval mag je de ge­ drukte media niet verheffen boven de gesproken media. Dat zou een niet-evenredige ver­ deling van belangen zijn. Uit deze problematiek blijkt al meteen dat twee van de vijf eerder genoemde pijlers van de omroepwet met elkaar kunnen botsen: pluriformiteit en financiering.

Een rare zaak is momenteel in Nederland dat het niet moge­ lijk is een radio- of televi­ sieprogramma te maken waarin verschillende boeken, platen of films centraal staan die al uitgebracht zijn. Dat be­ tekent namelijk dat reklame- gelden (mochten die überhaupt een rol spelen) niet via de centraal geleide STER-spot binnenkomen maar rechtstreeks bij een omroep belanden. Waar­ om zou een omroep geen rekla­ me jn het programma-pakket mogen opnemen ? Dat zou een hoop extra mogelijkheden voor die omroep bieden. Meer eigen producties bijvoorbeeld. Tegenstanders van zo'n systeem blijven vaag: wordt zo'n om­ roep niet te commercieel ? Komt die omroep niet onder druk van commerciële belangen te staan ? Kunnen omroepen die niet met de reklamewedren mee willen doen en geen rekla­ me in hun zendtijd willen op­ nemen, nog wel blijven be­ staan ? Wordt het programma- aanbad te eenzijdig ?

Het is bepaald niet gemakkelijk antwoord te geven op deze vra­ gen. Evenzo is het moeilijk de eventuele gevolgen te vóórspel­ len van nieuwe ontwikkelingen. Dat er veranderingen moeten komen staat vast. Het Hilver- somse systeem nu is vastge­ roest: een antiek, vergrijst bolwerk van een klein clubje elitairen. Demagogen die zich in staat achten te weten wat goed is en vooral wat niet goed is (lees Amerikaanse se­ ries als Dallas) voor het Ne­ derlandse volk. De Nederlander wordt als een kind gezien dat nog via de televisie en een "vol ledig programmavoorschrift" opgevoed en bijgesteld moet worden en vooral niet na twaalf uur naar bed mag. Met zijn al­ len in de klas met de NOS als leraar.

drtom, onder het motto dat meer reclame de pluriformiteit in de media benadeelt, komen we in Nederland geen stap verder. Nog een gevolg van de pluri- formiteitsclausule in de om­ roepwet: als een club van hon- derdvijftiduizend sportliefheb­ bers (status C-omroep) zich verenigen tot een omroep, en vervolgens zendtijd aanvragen, krijgen zij die niet. Omdat zij dan geen "maatschappelij­ ke, culturele dan wel geeste­ lijke stroming vertegenwoor­ digen in de samenleving." Dat op deze manier een groot kijkerspubliek het kijkgenot van sportprogramma's wordt onthouden druist in tegen el­ ke liberalistische benadering van het mensbeeld in. De ver­ leiding is groot om deze situ­ atie te vergelijken met prak­ tijken in landen achter het ijzeren gordijn. Daar wordt ook van bovenaf bepaald wat goed is voor de kijker... NOS

Van de eerder genoemde drie taken avn de NOS is er eigen­ lijk nog maar een die goed functioneert. De zakelijk/ juridische belangenbehartiging van de omroepen gezamelijk. Een voorbeeld, dat toch ook al weer een jaar geleden actueel was, is de affaire rond het Nieuwsblad van het Noorden. Dit dagblad wist op een gegeven moment uitgebreide inhouden van nog uit te zenden programma's vanuit het buitenland (België) te betrekken. Vervolgens pu­ bliceerden zij die dagelijks. Een voorrecht dat tot dan toe alleen de omroepen was voor­ behouden in hun omroepbladen. Het was duidelijk dat dit een aanslag was op deze omroep­ bladen. De omroepen hebben dan ook via de NOS een kort geding aangespannen. Hier tra­ den de omroepen duidelijk ge­ zamenlijk naar buiten onder de juridische paraplu van de NOS. Uiteindelijk bleek dat de re- genbeschermer niet bestand was tegen de door de dagblad­ pers veroorzaakte windstoten door de mazen van het auteurs­ recht. Zodat niet lang daarna alle grote kranten in Neder­ land eveneens dagelijks uit­ gebreide programmainhouden pu­ bliceerden.

Taken waarin de NOS is tekort­ geschoten, of beter gezegd uit zijn voegen is gebarsten; zijn het leveren van de technische faciliteiten (te lange wacht­ tijden, en te starre, ambtelij­ ke regelingen.) en de eigen producties. De Nederlandse Om­ roep Stichting is het laatste decennium uitgegroeid tot een omroep met een volledig pro­ gramma. Met een eigen speci­ fiek karakter en ideologie. Het uitzenden van opiniërende programma's als "Panoramiek", "Het Capitool" of "Den Haag Vandaag" zou alleen de taak moeten zijn van de omroepver­ enigingen. Een mogelijke taak voor de NOS zou weggelegd kun­ nen zijn voor die producties waarvoor de omroepverenigin­ gen geen interesse tot uit­ zending tonen, vanwege de

ver-wacnte lage kijkdichtheid. Als de NOS zich inderdaad zou beperken tot programma's voor minderheden, en programma's waarom de omroepen gezamenlijk hebben gevraagd, zou de zend­ tijd van de NOS bijzonder kun­ nen worden beperkt.

Deze beschouwing is zodanig ook in de grote lijnen te her­ kennen in het regeeraccoord tussen CDA en VVD. Waarschijn­ lijk de enige taak ten aanzien van het mediabeleid waar ze het wel met elkaar eens zijn ge­ worden .

NIEUWE TECHNOLOGISCHE ONTWIK­ KELINGEN

zendapparatuur biedt de kabel meer mogelijkheden voor locale en re­ gionale omroep. Snelle duidelijk­ heid over de mogelijkheden tot locale en regionale programma's, vooral de financiering, is dan ook gewenst.

Het eventuele gebruik van de glasvezelkabel (minder demping, snellere transmissie, meer ka­ nalen) zou nog meer voordelen en mogelijkheden geven. Maar dan ontstaan er problemen op een heel ander terrein: Trade-off voor technici. Kosten-Baten ana­ lyse voor economen. De volgende karakteristiek maakt het één en ander duidelijk (zie illustratie) Tot slot nog iets over pas ont­

gonnen geavanceerde technolo- giën bij de media. Vieuwdata en Teletekst zijn inmiddels door en door bekend, de kabel rukt op, en abbonnee-tv, kies- tv, en satelliet tv laten niet lang meer op zich wachten. Wat betreft de satelliet-tv, bin­ nen niet al te lange tijd hangt de eerste-Europese commerciële omroepsatelliet in geostatio­ naire baan. Verwacht wordt 1985. Iedereen die dan de bekende pa- raboolantenne van 80 cm in.zijn tuin heeft staan, kan dan de verj- schillende kanalen ontvangen. Als Hilversum hier niet op inspeelt I zal straks een groot gedeelte van de Nederlandse kijkers via een , eigen antenne veel liever de '< grootste producties- en speelfilms vanuit de'ruimte willen zien. dan

het gekneuter uit Hilversum. j

Er is al een omroep die hier op inspringt en al bezig is een ka-l naai te huren op de ECS-satelliet in '85. De CAI's in Nederland zou den dat kanaal dan kunnen opvan­ gen en via het systeem van'abon­ nee tv doorgeven aan de kijker. Er gaan in Den Haag nu al weer stemmen op of dat niet in strijd is met art. 13 van de omroepwet, dat een verbod behelst tot in­ voering van commerciële neven­ activiteiten...

Al meer dan 65% van het Nederland se volk is bekend met 'de' kabel.. Buiten een betere ontvangst en meer buitenlandse zenders heeft de kabel nog een groot voordeel Door eenvoudigere en goedkopere

Nu zijn er twee scenario's voorspeld:

1. De verzadiging treedt pas op boven de kostengrafiek van de glasvezel en

2. De verzadiging bereikt bij lange na niet dé kostengrafiek van de glasvezel.

In het laatste geval zal het dus byzonder verwerpelijk zijn over te gaan op de glasvezel. Bovenal staat één ding vast: De mediaconsument zal steeds meer moeten’gaan betalen voor steeds meer nieuwe snufjes. Abonnement kabel, abonnement viewdata, abonnement abonnëe- tv, abonnement videotheek etc. Als er een verhoging zou ko­ men van de kijk- en luister­ gelden» en als de marktsector nog steeds nagenoeg buiten­ spel wordt gelaten, zal de koopkracht in de informatie­ stroom van de mediaconsument een onaanvaardbaar laag peil bereiken.

* *

De gestippelde lijn geeft aan hoeveel het publiek wil uitgeven (=opbrengst) naar rato van het aantal kanalen dat zij krijgt aangeboden. De getrokken lijn geeft de ontw kp- en aanleg- -kosten als functie van het aan­

tal kanalen. De karakteristiek laat zien dat er bij de opbreng­ sten een verzadiging optreedt, de mensen kunnen er gewoon niet meer geld aan uitgeven.

O PBRENG ST/

KOSTEN

Trade-off karakteristiek van gewone en glasvezel kabel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In figuur 31 is m een horizontale of een vertikale lijn achter het tafereel en op deze lijn zijn een aantal gelijke stukken afgepast.. 32 geeft een indruk van de

Dat deze vertikale lijnen gebogen zijn en niet recht, zoals de traditionele perspectiefleer eist, doet ons helemaal niet onnatuurlijk aan.. In Pythagoras 3 hebben we

Ten tweede zijn zowel voor als tegenstanders van de Taiwan-order het erover eens dat de Volksrepubliek pas over 5 a 10 jaar een handelspartner van beteke­.. nis

De besluiten die door haar genomen worden, zijn bindend voor alle lidstaten, maar zij zijn niet afdwingbaar.. Om haar taak tot waarborging van de internationale

Belangstellenden voor deze commissie worden vriendelijk verzocht zich zo spoedig mogelijk .op te geven bij het Algemeen Secretari

Nu ontstaan er problemen door­ dat een satellietzender op de aarde een signaalbundel werpt die door de scheve inval een signaalveld produceert met een

aanvankelijk sceptisch tegeno­ ver de plannen van Meikert stonden - dat deze resultaat­ gerichtheid het Forum verder zal brengen dan de oude, dwaze interne

Voor de computer gaat gezocht worden naar een tussentijdse oplossing omdat een voor ons geschikt systeem op dit moment niet beschikbaar is. Alle afdelingen moeten de