• No results found

ONZE IJSBEREN IN DE LENTE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ONZE IJSBEREN IN DE LENTE "

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

oktober 1959

olitiek en G ultoor

(2)

. i t . \

;

OKTOBER 1959 .

Onze ijsberen in de lente

De a<:htergebleven gebieden van Nederland Speurtocht in de RK pers

Amerikaanse kijk op Sowjet~wetenschap

De buitenlandse hulp van het Amerikaanse imperialisme.

ECONOMISCHE NOTITIES:

De toestand in Joegoslavië

Nieuwe verschijnselen in de Amerikaanse economie BOEKBESPREKINGEN:

Het grootste bedrog van onze tijd·

PARTIJDOCUMENTEN:

M. Bakker 409 F. Baruch 416 ' · J. Duveen 423

435 Ku-I-tsji 443

447 449

W. K. 452

Verklaring Dag. Bestuur CPN over 12-e Waarheid-Zomerfeest 455

Telegram CPN aan PKI-congres 456

Partijbestuur CPN wenst CPSU geluk 456

...

POLITIEK en CULTUUR

verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasu!l LeidSestraat 25, Amsterdam.c., tel. 8595'7.

De abonnementsprijs is f 4,50 per jaar, f 2,25 per half jaar,

losse nummers 40 cent. ·

Ons gironummer is 1 '78127, gemeentegiro: P. 1527.

Correspondentie over betalingen en verkoop :~.enden

naar de administratie pfa Pegasus •

Alle correspondentie over de inhoUd naar de redactie van P. en C . Prinsengracht 478, Amsterdam.C. tel. 62565.

(3)

19e jaargang no. 10 oktober 1959

Politiek en Cultuur

!maandblad gewljdiJaan de theorie en praktijk van het

marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur dernc.p.n.

ONZE IJSBEREN IN DE LENTE

V

ier maanden ongeveer zijn voorbijgegaan waarin wij geregeerd worden door de club van De Quay. Wat is de oogst dier vier maan- den? Normaal zou het een vrij korte tijd zijn om reeds een terugblik te kunnen wagen. Maar in dit gevallijkt het ons wel te doen.

Dat komt niet in de laatste plaats, door de klimaat-omstandigheden waarin dit politieke plantje het leven heeft gezien en getracht heeft het te behouden. Bij een jonge plant die in een kas wordt opgefokt, moet men altijd de tijd nemen om te zien wat het wordt. Maar het Quay-spruitje is boven de grond gekomen in getij, waarin de warme voorjaarslucht opdringt en de komende lente zich aankondigt door stormachtige weersomstandigheden.

Laat ons dus eens kijken of we tot enige conclusies kunnen komen.

MakkeliJk te herkennen

W

at zijn politieke karakter betreft heeft de huidige regering de herkenning niet moeilijk gemaakt.

Op internationaal gebied begon zij met het haastig doorvoeren van de wet, die het mogelijk maakt om dienstplichtige soldaten naar Nieuw Guinea te sturen. Dat was in de eerste plaats een politieke provocatie.

Immers, door het optreden van de communistische Kamerfractie was deze uitzending een punt van de eerste orde geworden in de discussie in het land en waren daarover felle verschillen van mening ontstaan.

Maar vooral tegenover de Indonesische Republiek was het een pro- vocatie. Als antwoord op de talrijke verklaringen van Indonesische zijde, dat men een vreedzame regeling van de zaak Nieuw-Guinea na- streefde, was het scheppen van de mogelijkheid om een heelleger naar dit eiland te sturen, weinig minder dan een openlijke uitdaging, een geloofsbelijdenis aan het voltooide verleden van Jan Pieterszoon Coen en Van Heutz.

409

(4)

' l .

. · .. 1L:I. ·

De koloniale aspiraties van het De Quay-regiem werden door deze maatregel afdoende gedemonstreerd.

De houding van de nieuwe regering in het grote strijdpunt van deze tijd, de koude oorlog tegen de socialistische landen, werd aanvankelijk minder duidelijk omlijnd. Maar dat liet niet lang op zich wachten. De eerste de beste daad op dit gebied was de poging, ons geruisloos op te schepen met de atoombewapening van het leger, volgens een sy- steem waarbij wij volledig overgeleverd zullen zijn aan de Ameri- kaanse willekeur.

Ondanks de samenzwering der zwijgenden, van Welter tot Burger, gelukte het niet, wederom dankzij de communistische partij, om dit plan geheel in het geheim door te voeren. Er werd een debat afge- dwongen in het parlement, maar dit debat onthulde dan ook dat de re- gering de N orstad-.Speidel-weg volledig verder wilde bewandelen.

Namens de hazen

O

p sociaal gebied lieten de heren er evenmin gras over groeien. Zij kondigden een nieuwe, drastische verhoging van huren en melk- prijs aan. En zij kwamen met hun vrije loonvorming die, zoals wij reeds herhaaldelijk hebben aangetoond, in de eerste plaats de vrijheid is om waar mogelijk geen loonsverhoging te geven. In dit geval ging het er speciaal om, dat de "vrije loonvorming" moest verhinderen dat een algemene loonronde tot stand zou komen.

Terwijl de profeten van de vrije loonvorming schijnheilig uitriepen dat de tegenstanders daarvan de arbeiders wilden belemmeren om het hun toekomende te verwerven, liet de praktijk al gauw de waarde van deze kreten zien. De overeengekomen loonsverhoging in de haven werd door de regering gekortwiekt en hetzelfde zou gebeurd zijn met de nieuwe CAO in de groot-metaal, indien niet de acties der arbeiders - in de eerste plaats die van Werkspoor in Amsterdam - zulks voorkomen hadden.

Het onverbloemdst kwam het bezitterskarakter van de regering (waarin nu reeds vier secretarissen van ondernemersorganisaties zit- ting hebben) wellicht tot uiting op een zijlijntje, namelijk bij de be- handeling van de huiseigenaren.

Volgens de wet zijn die verplicht de helft van de vorige huurver- hoging (van 25 pct) aan de staat in bruikleen te geven. Het niet vol- doen aan deze bepaling is strafbaar; de straf loopt tot een half jaar hechtenis of tienduizend gulden boete.

Inmiddels is de aanmeldingstermijn reeds geruime tijd verstreken en nog altijd zijn er vele tienduizenden huiseigenaren (de regering is nogal vaag over het preciese getal; er wordt geschat 60.000) die niet aan hun verplichtingen hebben voldaan.

Het was andermaal de communistische fractie - bij het debat over de sociaal-economische politiek van de regering - die deze kwestie aan de orde stelde, daarin nagevol:gd door de PvdA. Maar wat zei de minister van Volkshuis;vesting, Van Aartsen?

410

(5)

. Dat weliswaar de wet nog van kracht is, maar dat hij niet van plan 1s haar toe te passen.

Een regering, onder wier bewind arbeiders vervolgd worden die sta- ken voor hoger of tegen lager loon, geeft officieel haar fiat aan de huiseigenaren die de wet overtreden!

Zoals gezegd, vaak blijkt het karakter van een politiek het duide- liJkst in bijzaken. Verschillende reactionaire maatregelen die de rege- rmg heeft ondernomen zijn nog in het beginstadium van hun uitvoe- ring, de verhoging van huren en melkprijs is nog in de maak - maar het feit dat een minister, namens de regering, vanuit zijn spreekge- stoelte oproept tot wetsovertreding door de bezitters, laat aan duide- lijkheid niets te wensen over.

Om het beeld volledig te maken willen wij hier nog slechts noemen de zware straffen die, ongetwijfeld met de actieve zegen van bovenaf, gegeven worden aan jonge mannen die weigeren de BB-pakjes aan te trekken. Voor hen treedt geen minister in het krijt. Terwijl zij de cel ingaan, verkrijgen doorgewinterde fascisten en beulen als Van Geel- kerken en Haase de vrijheid.

Ongelukkig in het spel

O

ver de bedoelingen van De Quay c.s. behoeft dus geen twijfel te bestaan, maar een kikker met kwade bedoelingen kan nog geen rivier omleggen.

Vier maanden, schreven we, is niet lang. Maar er zijn niet veel re- geringen geweest in onze historie, die kans zagen in vier maanden tijds zo snel hun gezicht te verliezen.

De eerste klap viel al op de dag van de regeringsverklaring.

Daar moest mejuffrouw Klompé, begerig naar wat bij-werk van de departementen van Sociale Zaken en misschien ook Onderwijs, ver- nemen dat haar verlangens niet bevredigd konden worden.

Dat was een hard gelag voor mejuffrouw Klompé, die wel aanvoelt dat zij met haar couvéuse-departementje van Maatschappelijk Werk bezig is zich de spot van heel denkend Nederland op de hals te halen.

Juffrouw Klompé wilde er werk bij hebben, omdat zelfs zij wel moet begrijpen, dat men tenslotte om harentwille alleen niet ieder jaar een Indonesische tegenregering of een Hongaarse contra-revolutie, met de bijbehorende emigrantenzorg, tot stand kan brengen.

Later bleek dat het feit, dat zij onmiddellijk reeds met de kous op het hoofdje naar haar departem~nt terugkeerde, bijna op de dag van het eerste regeringsoptreden reeds tot een crisis had geleid.

De volgende klap was voor de nieuwe minister van Economische Za- ken, De Pous, die bij zijn eerste optreden in een professorale rede met veel cijfers berekende, dat de arbeiders het na de bestedingsbeper- king beter hadden gekregen, en die nog diezelfde middag van collega Rooivink hoorde, dat weliswaar de cijfers lieten zien dat de mensen het beter hadden, maar dat hij meende dat het omgekeerde het geval was.

In dezelfde zitting demonstreerde minister Van Rooy op overtui- 411

(6)

gende wijze zijn totale onbekendheid met de zaken van zijn departe- ment van Sociale Zaken.

Het begin was dus niet best, maar het zou ei')ger worden. Dat ge- beurde, toen bekend werd dat de zelfverzekerde Unilever-directeur Sydney van den Bergh buiten het regeringskasteel in een hoogst opval- lende persoonlijke kwestie was verzeild geraakt. Er was een wanho- pige poging om de zaak stil te houden, maar regering en "trouwe" pers

(van ,Het Vrije Volk' tot aan ,De Volkskrant') slaagden daarin niet, doordat De Waarheid het publiek op de hoogte bracht van wat de bui- tenlandse pers schreef. De heer Van den Bergh moest de aftocht blazen.

Een nieuw dieptepunt ontstond toen bleek, dat de regering zo weinig crediet had dat geen enkele liberaal zijn directeurs-zetel voor die van minister wilde verwisselen.

En de hevigste nederlaag leed het geschokte stel, toen men de nieu- we metaal-CAO, die een loonsverhoging van 5 pct inhield, wilde ver- nietigen en één dag van felle arbeiders-actie de regering op de knieën kreeg.

Over wat komen gaat kunnen wij nog weinig zeggen, omdat op het ogenblik dat dit geschreven wordt de miljoenen-nota nog niet bekend is.

Wel is bekend, dat De Quay zich het wantrouwen der noordelijke provincies op de hals heeft gehaald door daar een bezoek te brengen en o.a. over de inpoldering van de Lauwerszee te zwijgen, en doordat zelfs het in de regel zo dociele en lamvleugelige college van Burgemees- ters en Wethouders van Amsterdam publiek heeft moeten maken, dat de belangen van de hoofdstad, bijvoorbeeld in dat geval van de IJ-tun- nel, volledig veronachtzaamd worden.

Tegenstellingen

A

lles bijeengenomen is dus de regering-De Q'uay, die aangekondigd was als een regering van de sterke mannen van rechts, na enkele maanden tijds reeds in een hopeloos slop geraakt en heeft ze in een wonderbaarlijk snelle tijd het crediet bij brede lagen van het volk vol- ledig verspeeld.

De oorzaak hiervan is de steeds onontwarbaarder kluwen van tegen- stellingen in de kringen waarop zij steunt.

De oorzaak van deze tegenstellingen ligt voornamelijk op het inter- nationale vlade

Vooral de reis van Chroestsjow naar Amerika is het bewijs van grondig veranderde omstandigheden. De reis zelf met wat daaraan voorafgegaan is, bewijst twee dingen.

In de eerste plaats, dat er zeer invloedrijke kringen zijn, in Amerika en ook in Engeland, die met de Sowjet-Unie tot een vergelijk willen komen op bepaalde punten. Althans, tot een voorlopig vergelijk. Uiter- aard geeft geen imperialist de droom op, dat eenmaal de socialistische macht op aarde vernietigd zal worden. Hoezeer ook ieder feit bewijst dat het socialisme steeds sterker wordt en het kapitalisme steeds zwak- ker, imperialisten zouden geen imperialisten zijn als ze hun wens tot 412

(7)

overheersing van de gehele wereld niet zouden blijven koesteren.

Maar sommigen zijn, na hun fias-co van de laatste jaren (Hongarije, Egypte, de poging de communistische wereldbeweging te scheuren) tot de conclusie gekomen, dat nu vreedzame co-existentie de weg is. Het moet tot hen doorgedrongen zijn, dat de militaire macht van het socia- lisme zodanig is geworden, dat van een eenzijdig gevoerde blitzkrieg der NAVO geen sprake kan zijn. Deze wetenschap is door de nieuwe maanraket nog eens duchtig onderstreept.

Anderzijds zijn er de krachten, die hun ganse bestaan te danken heb- ben aan de koude oorlog. Er zijn er zulke in Amerika, maar vooral in Europa zijn ze duidelijk vertegenwoordigd in de regimes van Adenauer en De Gaulle.

De opvattingen dezer beide tegengestelde groepen botsen ook binnen de Nederlandse bourgeoisie, binnen de Nederlandse politieke partijen op elkaar.

En deze tegenstellingen houden weer nauw verband met een grote strijd op economisch gebied, die zich met name in en rondom de Euro- markt ontketent.

Er zijn grote tegenstellingen tuss-en de Nederlandse metaal-industrie en die van Duitsland bijvoorbeeld.

Er zijn scherpe botsingen met de Franse bourgeoisie, die lak heeft aan alle Euromarkt-bepalingen, met name op agrarisch gebied.

Met België zijn er toenemende moeilijkheden, o.a. op het gebied van de agrarische en de handelspolitiek.

En niet in de laatste plaats is daar het "Engelse probleem", gescha- pen door het feit, dat de-ze traditionele handelspartner thans tot aan·

voerster van een vijandig blok is geworden.

De handelsoorlog woedt volop in West-Europa en deze heeft zijn volle weerspiegeling in de houding van de diverse economische (en poli- tieke!) groepen in ons land.

Het zijn de doodskrampen van de koude oorlog en de scherp toe- nemende belangentegenstellingen in het kapitalistische kamp, die de hoofdoorzaak vormen van de steeds duidelijker naar voren tredende crisistoestand in de Nederlandse bourgeoisie en ook in het Nederlandse kabinet.

Geen wonder. IJsberen, zeeleeuwen, walrussen en pinguïns horen nu eenmaal niet thuis in een zacht klimaat!

"Loyaler" kan het niet

E

éq. van de trekken in het politieke leven van Nederland die in deze situatie het meest opvallen is de meer dan miserabele houding van de PvdA-leiding in alle hierboven genoemde vraagstukken. Her- haaldelijk is de laatste tijd de vergelijking gemaakt met de Engelse aan- duiding van de niet-regerende partij als "harer majesteits allerloyaal- ste oppositie".

Wel, loyaler tegenstand dan die welke de heer De Quay van de PvdA ondervindt, kan geen vertrouwensman der ondernemers zich ooit wen- sen.

413

(8)

I

. i l 1 '

'~

Zowel tijdens de verkiezingscampagne van de PvdA als op het daar·

na volgende bijzondere congres van het NVV was de eis van een loon- ronde gesteld; bij de eerste aankondiging van de "vrije loonvorming"

door De Quay en Zijlstra is die eis van tafel verdwenen.

De oppositie tegen de troepenuitzending naar Nieuw-Guinea was zo halfslachtig, dat men zich afvroeg of het wel oppositie was.

En op het gebied van de buitenlandse politiek - dat is de Ameri- kaanse atoombompolitiek en die van herbewapening der nazi's, zoals ze door Luns gevoerd wordt -heeft de PvdA zich trouw aan de be- lofte .gehouden, die Van der Goes van Naters deed vóór de kabinets- crisis: In of buiten de regering, de PvdA zou de tot nu toe gevoerde politiek blijven steunen. ·

De enige daad van de PvdA-leiding in al deze tijd waarin ze de

"oppositie" uithangt, is tot nu toe geweest een openbare verklaring tegen het sociaal-democratisch centrum - een verklaring welke niet zozeer gericht is tegen de leiders van deze groep, waarvan er een aan- tal al meer in moeilijke tijden als "linkerhand" zijn opgetreden, als wel tegen de toenemende wens bij het gewone PvdA- lid om het woord van strijd in de daad van strijd om te zetten.

De kracht der CPN

H

et belangrijkste feit echter uit de achter ons liggende Quay-periode betreft de Communistische Partij.

Doodverklaard na de verkiezingen, bleek zij in werkelijkheid over een bij tegenstanders waarschijnlijk onvermoede, en voor hen beslist onbegrijpelijke, levenskracht te beschikken.

Daarvan getuigde de kracht die het communistische woord bleek te bezitten bij de beweging in de metaal-industrie, op het eind van au- gustus.

Daarvan getuigde ten overvloede nog eens het magnifieke Zomer- feest van onze krant, dat met één slag alle sprookjes over het "ver- nietigde" communisme uit de wereld hielp.

De Communistische Partij, als partij van de arbeidersklasse, is een machtsfactor van grote betekenis in ons land, waarvan het gewicht zal winnen naarmate bij het smelten van het ijs der koude oorlog, ver- warring en tegenstellingen binnen de bourgeoisie groter zullen worden en het internationale prestige van het communisme zal stijgen.

Dat daarbij de activiteit van de communisten zelf van het meeste ge- wicht is - dat moet nu tot ieder doordringen.

NASCHRIFT

N

adat dit artikel geschreven was, werden troonrede en miljoenen- nota van de regering De Quay bekend.

Zij onderstrepen wat hierboven over het reactionaire karakter van deze regering gezegd werd .

Maar zij doen tegelijk met nog grotere klaarheid het feit in het 414

(9)

oog springen, dat van alle belangrijkste verkiezings-programpunten der PvdA er niet één in het regeringsprogram is opgenomen.

De opheffing der bestedingsbeperking door een loonronde is af- gewezen.

De regeling van de kwestie Nieuw-Guinea is afgewezen.

Over stopzetting der atooom-wedloop wordt niet gesproken, de be- wapeningsuitgaven worden niet verlaagd maar verhoogd.

Wat wel verlaagd en niet verhoogd wordt, is de bouw van woning- wetwoningen ...

Het program-De Quay is in regelrechte tegenstelling tot wat de PvdA bij de verkiezingen zei te verlangen.

De PvdA-leden zullen, op grond van deze feiten, zeker eisen dat hun parlementaire groep tegen de De Quay-regering stemt en niet, om de weg voor terugkeer naar de ministerszetels open te houden, dit pro- gram voor haar verantwoording neemt!

M. BAKKER.

415

(10)

•, ..

I ,

I ' i ( ' '

' '

J::;i:.i,L •. · ! '

De achtergebleven gebieden

van Nederland

S

inds 1948 heeft de regering zes industrialisatie-nota's gepubliceerd.

Ln al deze nota's hield zij zich - soms uitvoerig, soms zeer sumier - met de achterstand in de drie Noordelijke p:wvincies bezig. Talrijke commissies en wetenschappelijke instellingen zijn door de minister van Eeonomische Zaken aan het werk gezet, om de toestand in de "pro- bleemgebieden" te bestuderen. De Provinciale Staten bleven niet ach- ter. Talloos zijn de op aansporing van de toenmalige minister van Eco- nomische Zaken, Zijlstra, geproduceerde rapporten. Zij hebben alle twee d1ngen gemeen: geen van deze rapporten werd uitgevoerd en tot verheldering van het vraagstuk hebben zij weinig kunnen bijdragen.

Reeds in zijn Tweede Industrialisatie-nota (sept. 1950) erkende min.

Zijlstra dat er "structurele werklooshetd" in deze provincies was en hij verklaarde toen dat de oorzaak van deze toestand "voornamelijk hierin ligt, dat de bestaansbronnen in de betro~ken streken onvnldoen- de ontwikkeLd zijn".

Onderzoekingen naar de "noodzaak" van maatre.gelen waren dus vrij overbodig.

In de Vierde Industrialisatie-nota verzekerde dezeUde minister dat een "zeer belangrijk aspect" van zijn industrialisatiebeleid in de toen verstreken jaren het werk is geweest, dat "in het bel•ang van een betere regionale spre1ding van de industriële uitbreidingen en met name ter bevordering van de industrievestiging in die gebieden" is verricht, "die onder een structureel tekort aan werkgelegenheid hebben te lijden".

Maar deze uitspraak maakte hij direct belachelijk door de cijfers die hij in dezelfde nota verstrekte. Daaruit bleek nl. dat in de drie jaar tussen begin 1950 en eind 1952 in Z.W. Groningen aan 32 mannen en twee vrouwen (!) door nieuwe industriële vestigingen werk was ver- schaft, in Oost-Groningen aan 175 arbeiders, 1n Oost-Friesland aan 494, in Oost-West-Friesland aan 20 en in N.O. Overijsel aan 100! Dit is na- tuurlijk al weer historie - al was het een belachelijke - en bovendien hebben de meeste van de betrokken bedrijfjes hun poorten al weer gesloten. Maar het verhaal liet toen al zien, hoe Den Haag over een

"betere regionale spreiding" van de industrie dacht.

Bovendien hadden opmerkzame waarnemers reeds in die jaren kun- nen vermoeden, wat de werkelijke bedoelingen waren. Want al in de Tweede Industrialisatie-nota merkte de minister terloops op, dat één der oorzaken van de structurele werklooshe1d in de Noordelijke pro- vincies "de geringe geneigdheid" der bevolking zou zijn tot "migratie naar gebieden, waar de werkgelegenheid groter is''.

Wat men sindsdien met een vreemd woo:vd als "expulsie" - uitsto- ting - heeft aangedu1d, is de kern van het bele1d der regering geble- ven.

Het heeft thans weinig zin na te gaan, wat de regering in haar opeen- volgende nota's zoal heeft beweerd. Hoe ver verwijderd zij van de wer- 416

(11)

kelijkheid was, blijkt echter uit haar nota van 1955, toen zij zich al af- vroeg, of niet de tijd was gekomen om "in bepaalde gevallen het tot- dusver gevoerde stimulerende beleid te beëindigen"! In werkelijkheid was er niets gebeurd, want de weinige bedrijven, die zich in de voor- gaande jaren in de Noordelijke provincies hadden gevestigd, waren op de golven van de conjunctuur er heen gedreven en hadden geen bij- zondere sümulans van de regering nodig.

De onafgebroken reeks van beloften, waarop geen daden volgden, hadden in elk geval tot gevolg, dat de Kamer na de Zesde Industriali- satie-nota in juli 1958 een motie goedkeurde, die als volgt lu1dde:

"De Kamer. . . . van oordeel, dat gegeven de omvang van de werklooshetd en de migratie in verschillende gebieden, in het bijzonder de Noordelijke provincies, een samenstel van maat- regelen noodzakelijk is om de structuur van deze gebieden te verbeteren en het peil der werkgelegenheid te verhogen, vraagt de regering in samenwerking met de provinciale en de gemeen- tebesturen en met inschakeling van het georganiseerde bedrijfs- leven voor deze gebieden een programma op te stellen van alle maatregelen, die nodig zijn ter verbetering van de structuur,

... enz.".

Er was dus na zes nota's en na tien jaar ingespannen we11k tot "sprei- ding" van de industrie nog steeds geen programma. Er was niets in Den Haag, al moeten wij er direct aan toevoegen, dat in de drie provin- cies en een reeks gemeenten (zoals b.v. de omvangrijke gemeente Smal- lingerland in Friesland) wel concrete denkbeelden waren uitgewerkt om de groeiende noodtoestand een halt toe te roepen.

Dat die toestand er was, bleek steeds duidelijker uit het groeiend aantal migranten naar het Westen en de voortdurende stijging van het aantal permanent werklozen. Dat men met een bewuste politiek van Den Haag te maken had, bleek niet alleen uit de reeds aangehaalde feiten, maar ook uit zulke zaken als het stopzetten van de cultuurtechni- sche werken in de Slikken, waardoor bewust het werk van vele jaren dat al tientallen miljoenen had gekost ongedaan werd gemaakt. Het bleek ook uit de terugkeer naar de methoden van de jaren '30, toen men hele groepen werklozen met de schop in het veen liet ploeteren, terwijl de turfmachines stonden te roesten.

Maar kenmerkend is ook het feit, dat de regering nimmer nauwkeu- rig gegevens over de ontwikkeling in de Noordelijke provincies be- kend heeft gemaakt. Een overzicht over de ontwikkeling van de indu- strie in de verschillende de1en van het land ontbreekt. Slechts op spe- ciaal verzoek van de twee Kamers van Koophandel voor Groningen en Oostelijk Groningen is een (gebrekkig) overzicht van de industriële ontwikkeling in deze provincie beschikbaar.

Uit de gegevens, die deze beide Kamers in hun jaarverslagen heb- ben kunnen brengen, blijkt, dat de industriële produktie in hun gebied in de vijf jaren van 1954 tot '58 van 820 miljoen gulden op 989 miljoen gulden steeg. Deze cijfers zeggen op zich zelf niets, aangezien zij de geldontwaarding niet tot uiting brengen. Warmeer men op de officiële index-cijfers van de ontwikkeling der groothandelsprijzen voor afge- werkte produkten steunt, kan de omvang der Groningse produktie van

417

(12)

• I l

l ~:

I -J

,~

1958- uit:gedrukt in prijzen van 1954- ruw 'geschat worden op 950 miljoen ,gulden. Dit zou met een stijging van krap 14 pct overeenkomen, terwijl het landelijk gemiddelde voor dezelfde periode 26 pct was.

Maar zelfs na deze correctie mag men aan de stijging geen al te grote betekenis hechten. Want de stijging van de industriële pvoduktie is voornamelijk het gevolg geweest van de vestiging en uitbreiding van zuLke kapitaal-intensieve bedrijven als die van Philips in Stadskanaal en de chemische industrie.

Het aantal industrie-arbeiders steeg in dezeUde periode van vijf jaar van 29.700 tot 32.500, dus met slechts 9 procent. 2.800 arbeiders vonden in die vijf jaar werk in de Groningse industrie. De betekenis van dit cijfer wordt duidelijk, wanneer men weet, dat de "gemiddelde geregis- treerde arbeidsreserve" in de proV.incie voor het afgelopen jaar 7.959 mannen bedroeg of bijna zes procent van de totale beroepsbevolking.

Daarbij komt, dat in de vijf jaar een belangrijk aantal, voornamelijk jongere, arbeidskrachten naar het Westen gemigreerd is.

Deze cijfers illustreren niet alleen de toestanden in de provincie Gro- ningen, maar zij zijn een duidelijke aanwijzing voor de toestand in het hele gebied van het Noorden.

*

S

inds het einde van het vorige jaar gaat een onafgebroken stroom van brieven en verzoeken uit ,alle delen van de drie provincies naar Den Haag, waarin op de groeiende noodtoestand wordt gewezen en voorstellen tot verbetering van de situatie worden gedaan. Het he·

langrijkste van deze docU!menten is ongetwijfeld het aanvankelijk ver- trüuwelijk opgesteLde rapport over de "Financiële Aspecten der toe- komstige ontwikkeling van het Noorden des Lands 1960-1980".

Dit rapport betreft uitsluitend de financiële consekwenties van een reeks concrete plannen die door technici van de. drie prüvincies zijn uitgewerkt.

Op grond van berekeningen over de te verwachten natuurlijke be- volkingsaanwas, Immen de samenstellers tot de conclusie, dat in de ja- ren 1960-'80 uit de drie provincies 280.000 personen naar andere delen van het land zullen vertrekken, indien geen "stimulerende" maatrege- len tot de ontwikkeling van het gebied worden genomen.

Het plan tot stimulering van de industriële ontwikkeling gaat van de volgende veronderstellingen uit:

1. Er zullen 110.000 personen vertrekken. Dit lijkt de rapporteurs

"nationaal aanvaardbaar".

2. De werk1ooshe~d in de drie provincies zal een "aanvaardbare om·

vang hebben. Wat hieronder wordt verstaan, delen de samenstellers niet mee. In elk geval - hoe men ook verder moge denken over het aanvaarden van een bepaald percentage werklooshetd als quasi- onvermijdelijk- blijkt hieruit, dat de opzet van het plan beschei·

den moet worden genoemd.

3. Rekening wovdt gehouden met een achteruitgang van het aantal arbeidsplaatsen in landbouw en veenderij van 119.000 in 1960 op 85.000 in 19~0.

418

(13)

4. Tenslotte wo11dt voor-ondersteld dat de volgende plannen "in elk geval" in de komende jaren hun beslag zullen krijgen:

a) inpoldering van de Lauwerszee;

b) hetere beheersing van het Friese boezemwater;

c) de zuivering resp. afvoer van het industriële afvoerwater in Groningen en Drenthe en

d) de noodzakelijke herziening van de historisch gegroe~de situ- atie met betxe~king tot beheer v;an onderhoud van wegen, kanalen, enz. in het Groningse veenkoloniale gebied.

Deze zaken vallen dus buiten het ontwikkelingsplan, maar hun uit- . voering is van beslissend belang voor het verwerkelijken van dat plan.

Welnu, de inpoldering van de Lauwerszee wordt door de regering gesaboteerd en de onder b. en c. genoemde plannen wachten nog steeds op goedkeuring van de regering. Zij moeten trouwens als onderdeel van het plan- Lauwerszee worden beschouwd. Maar juist het nauwe ver- band van de inpoldering van de Lauwerszee en de bijkomende wer- ken met de in dit rapport bedoeLde algemene ontwikkelingsplannen onderstrepen de grote betekenis van de actie die thans gevoerd wordt ten gunste van de snelle inpoldering van de Lauwerszee.

Wanneer in de komende 20 jaar 110.000 beroeps-personen uit de drie provincies naar eLders vertrekken, dan nog zal de totale beroepsbe- volking met 89.000 personen stijgen. Aangezien echter rekening wordt gehouden met een achteruitgang van het aantal a11beidsplaatsen in de landbouw en de veenderij met 34.000 personen, zal voor 123.000 mensen werk gevonden moeten worden. (De "aanvaar,dbare werkLoosheid'' niet meegerekend!) '

In het drie-provinciën-plan is aangenomen, dat bij een gestimuleerde ontwikkeling hiervan 77.000 mensen in de industrie terecht zullen ko- men en de rest in andere beroepen.

Voor deze "gestimuleerde" ontwikkeling is gedurende de 20 jaar een totale investering van 18,8 miljard gulden nodig. Dit bedrag lijkt schrik~

barend hoog. Maar uiteindelijk zou slechts een extra bedrag van 2,6 mil- jard gulden of 130 miljoen gulden per jaar voor rekening van de over- heid komen. (De tamelijk ingewikkelde berekening zullen wij onze lezers besparen. We willen slechts opmerken, dat bij een niet-gestimu- leerde ontwikkeling toch al bijna 5,2 milja11d guLden overheids- investe- ringen plaats moeten vinden. Maar dan zullen niet 110.000, maar 280.000 personen uit het Noorden moeten vertrekken!)

De 130 miljoen gulden, die jaarlijks extra gevraagd worden, zijn in het plan onderverdeeld over een groot aantal projecten, die deels be- trekking hebben op het directe scheppen van werkgelegenheid, deels op bijkomende ontwikkelingswerken als wegen, kanalen en spoorwegen, uitbreiding van de openbare nutsbedrijven, woningbouw en onderwijs alsmede werken voor uitbreiding van de recreatie-mogelijkheden en het toerisme.

De samenstellers zijn van mening dat, indien de regering het plan zou afwijzen, toch een belangrijk deel van de gevraagde extra 130 mil- joen gulden door de regering uitgegeven zou moeten worden - hetzij in de vorm van werklozensteun, hetzij voor extra huizenbouw en be- vordering van aanvullende industrialisatie elders in het land.

419

(14)

' '

l

D

e vraag is thans, hoe de regering tegenover de verlangens van de Noordelijke provincies staat.

De meest betrouwbare aanwijzing is haar practijk. Maar wij be- schikken ook over een zeer onthullende verklaring van regeringszijde, waarvan de grote betekenis destijds nauwelijks tot het publiek is door- gedrongen.

Op 14 januari van dit jaar heeft dr J. Winsemius, hoofdplanoloog voor industriële zaken van de Rijksdienst voor het Nationale plan voor leden van het industrieschap "Centrale Groninger Veenkolonien" te Veendam in zo duidelijk mogelijke bewoordingen de achtergronden van de systematische achterstelling der drie provincies door de rege- ring uiteengezet.

Hij verklaarde volgens een verslag van zijn redevoering in de Friese Koerier dat twee factoren de vestiging van nieuwe industrieën bepa- len: de uitputting van de energie-grondstoffen en de Euromarkt.

Verder zei hij, dat het werk bij de kolenbekkens zal toenemen en- zo vulde hij betekenisvol aan: die bekkens zijn in het Roergebied.

Voorts merkte hij op, dat alles wijst "op een verhoogde functie in het Westen op allerlei gebied, vooral bij het verkeer". Daar in het Wes- ten, aan zee, komt een uitbreiding van de zware ijzerindustrie, en wel aan de Waterweg en het NoordzeekanaaL "Dit betekent centralisatie en tevens dat er in de toekomst een 'Verhoogde belangstelling voor onze watermondingen zal zijn, zeker bij een Verenigd West-Europa".

Overigens zijn er nog andere factoren: de werkgelegenheid en de ver- keerssituatie.

Hier echter keerde dr Winsemius ,de argumentatie om. De "ge- heimzinnige aantrekkingskracht" van het Westen zit 'm in de werkge- legenheid. De stelselmatige achterstelling van het Noorden, die het ge- brek aan werkgelegenheid ve:worzaakt, wordt dus door hem als argu- ment gebruikt, om voor het Noorden niets te doen.

Dan is er nog het g:mte geboorteoverschot in het Zuiden. In Brabant en Limburg heeft men een hoog geboortecijfer. "Dat is odk in het Noor- den zo, doch daar trekt men weg''! En de mensen worden tot wegtrek- ken gedwongen, omdat er geen werk is.

De aangewezen provincies voor industriële uitbreiding zijn volgens deze regerings-zegsman dus Brabant en Ltmburg en ook Gelderland en OverijseL "De armen van de randstad-Rolland steken dutdelijk in zuidelijke en oostelijke richting en over de grenzen heen naar de be- volkingsgebieden van België en Duitsland".

Aldus luidt in lyrische bewoordingen de Euromarkt-visie van Den Haag op het Noorden. "Het Noorden valt er min of meer buiten", zei dr Winsemius hetgeen betekent dat het zo ongeveer afgeschreven is.

Troostend zei dr Winsemius tenslotte, dat als straks- bij de Euromarkt - "de grenzen wegvallen" het economisch gebied van de Noordelijke provincies niet aan de grens ophoudt.

Dit was het tamelijk onverhu1de advies, om zich maar op West-Duits- land te oriënteren. Industrialisatie van het Noorden heeft in deze Euro- markt-gedachtengang natuurlijk geen enkel nut.

Te oordelen naar het krantenverslag had dr Winsemius met zijn be·

toog alleen maar succes bij de genodigde West-Duitse toehoorders. De 420

(15)

teleurstelling onder de overigen was groot. De voorzitter van het indu- strieschap, prof. Keunig, sprak over een "vicieuze cirkel", een ander bestuurslid, v.d. Mark, zei: "Wij hebben brede wegen nodig, niet om onze mensen af te voeren, maar om onze produkten weg te krijgen".

Hoewel sommige delen van het s1otwoo:vd van dr Winsemius "met hoongelach" werden ontvangen, moeten wij toch ook zeggen, dat men op de kern van het betoog niet inging. En die kern was: ontwikkeling van het Noorden past niet in de Euromarkt-plannen en ook niet in het plan om de centralisatie van de industriën aan de riviermonden voort te zetten.

Daarbij zullen ook andere overwegingen een rol spelen, die door dr Winsemius niet genoemd zijn. Ongetwijfeld immers is en wo:vdt druik uitgeoefend door de ondernemersgroepen van Rotterdam en het Zuiden om de industrialisatie langs ,de kortste route van de kust naar het Roer- gebied te bevorderen en die loopt "toevallig'' niet over het Noorden.

Voorts hc·eft men te maken met de gevolgen 'van de Euromarkt voor de landbouw. De regering wil reeds lang af van de steun aan de inten- sieve landbouw. Haar "sanerings"-plannen wijzen in dezelfde richting.

Een onvermijdelijke prijsstijging van de granen als gevolg van de West- Duitse en Franse eisen (daar immers liggen de produktiekosten veel hoger) zou de toch al zwakke concurrentiepositie van zuivel-indu- strie, bacon- en eierenproduktie, die voor een zeer belangrijk deel van goedkoop buitenlands graan afhankelijk zijn verder ondermijnen. Kort en goed: een verschuiving van het accent naar de extensieve landbouw ligt in de lijn van de Euromarkt-politiek. Dit echter verklaart eveneens de volhardende weigering van de regering, om doortastende maatre- gelen in het Noorden te nemen.

Het is ongetwijfeLd ook niet toevallig, dat de tekenen van sabotage juist in het afgelopen jaar steeds duidelijker werden. 'Doen de werk- loosheid omstreeks de jaarwisseling een ware noodtoestand schiep (in sommige Friese gemeenten steeg zij toen tot 18 pct van de beroeps- bevolking) stelde de regering voorwaa:vdelijk en uitsluitend voor "struc- tuurverbetering" 20 miljoen gulden ter beschikking, waarvan b.v. voor Friesland 4,3 miljoen. Gezien de talloze voorwaarden kan worden aan- genomen, dat zelfs dit crediet niet geheel kon wo:vden opgenomen.

De sabotage van de ontwikkelingsplannen kreeg soms een geniepig karakter. De rijkstoewijzing voor huizenbouw we11d in Friesland dit jaar verlaagd van 1900 tot 1300, terwijl de capaciteit in deze provincie 4100 per jaar bedraagt.

Een ander typerend voorbeeld levert de gemeente Opsterland. Daar zijn 750 boerderijen en woonhuizen, die niet aangesloten zijn op het electrische net (V'olgens de burgemeester "wellicht het grootste aan- tal van alle gemeenten in Nederland"). De gemeente had een plan goed- gekeurd voor aansluiting van 75 huizen. Hoewel de kosten op de ge- wone begroting - dus zonder de kapitaaldienst - nog geen 200 gulden bedroegen en dus geen enkele invloed op het deficit van de begroting hadden, werd het plan door Gedeputeerde Staten afgewezen.

De inmiddels naar financiën verhuisde minister Zijlstra heeft het vorige jaar nog een gebaar gemaakt, om de gemoederen tot rust te brengen. Hij liet de Noordelijke provincien toen weten dat hij van plan 421

'

i'

(16)

t

!

l

!

:'.

was een reeks gemeenten als "industriekernen" aan te wijzen en ver- zocht de provinciale besturen, hem voorstellen te doen.

Dit stuitte op groot ver.zet. De voorzitter van de Kamer van Koop- handel in Drenthe merkte in zijn Nieuwjaarsrede op: "Wat mij per- soonlijk verbaast is, dat waar het Noorden in zijn geheel als probleem- gebied is aangemerkt, er nog speciale industriekernen moeten worden aangewezen".

Ged. Staten van Friesland wezen er in een brief van oktober vorig jaar eveneens op, "dat de gehele provincie Friesland als probleemge- bied moet worden aangemerkt". Niettemin deden zij een voorstel, over- eenkomstig het ministeriële verzoek.

In april jJ. nam de minister zijn beslissing en wees enkele gemeen- ten in elke provincie als industriekernen aan en in elk geval minder dan was voorgesteld. Het gevolg hiervan was - zoals de minister waar- schijnlijk verwacht had - verdeeldheid in de provincies. De beguns- tigde gemeenten waren gereserveerd tevreden, de gepasseerde veront- waavdigd. De gemeente Bolsward (Fr.), door de minister gepasseerd, had het in haar bezwaarschrift aan de Tweede Kamer over een "econo- misch stelsel, mogelijk van Amerikaanse herkomst". Protestbrieven kwamen ook uit andere gemeenten.

Het ging er de minister echter niet aLleen om het front te scheuren.

De hele opzet van de "industriekernen" heeft nl. niet veel om het lijf.

Voor het gehele land wil de minister voor de ontwikkeling van de z.g.

infra-structuur der kernen (aanleg van wegen e.d., stroom- en gasvoor- ziening, enz.) 7,5 miljoen gulden, te verdelen over 5 jaar, beschikbaar stellen.

Zelfs de Commissaris van de Koningin in Friesland zag zich genood- zaakt hierover in het openbaar te verklaren: "Als er niet meer beschik- baar wordt gesteld, mag gezegd worden, dat wij er niet komen met onze plannen. Die vorderen vele, vele miljoenen".

Inderdaad. En wel volgens het drie-provinciën-plan ca. 40 miljoen jaarlijks voor de "infra-structuur" in plaats van de vijf keer 1,5 mil- joen die de minister voor het hele land voor dit doel beschikbaar wil stellen!

Klachten zijn echter niet toereikend om een verandering van de poli- tiek van Den Haag te bewerkste>lligen. Daartoe is allereerst nodig, dat men er zich van bewust is dat het bij de ten achterstelling van de drie provincies om een weloverwogen politiek van het Rijk gaat. Het is een politiek, gedicteerd door de Roer-monopolies en de grote ondernemers in het Zuiden van het land. Ten tweede zou elke poging om de provin- cies op zijwegen te dringen en verdeeldheid te scheppen, afgewezen moeten worden.

Maar vooml moet de bevolking in beweging wo11den gebracht. Dit kan echter alleen, indien zij de plannen kent, het nut er van inziet en er mee instemt. Hoe volmaakt sommige plannen van technisch stand- punt uit ook mogen zijn, als .zij niet bekend zijn onder de massa en niet door haar worden g:ed:ragen, kan men moeilijk succes verwachten. Bo- vendien is er een doelbewuste politieke kracht voor nodig, om de bewe- ging te ontwikkelen en in de juiste richting te stuwen. Dit is het wat de communisten zich ten doel stellen te doen.

F. BARUCH 422

(17)

Speurtocht m

RK pers

D

e huidige algemene politieke toestand vereist van de zijde der wer- kers meer dan ooit een machtige strijdpositie.

De katholieke regering-De Quay, die met behulp van de Protestants- Christelijke groeperingen en de VVD elke loonsverhoging ontoelaat- baar acht, zal alleen dan haar politiek wijzigen, wanneer zij daartoe wordt gedwongen.

De strijd voor meer loon, de strijd tegen de huurverhoging, de strijd tegen de stijging van de levensmiddelenprijzen, de strijd voor de vrede, dit alles maakt eenheid van actie van alle werkers noodzakelijk.

Deze eenheid komt er niet vanzelf. Daar is vooral voorlichting voor nodig. De arbeidersklasse beschikt daarbij wat de opinievorming be- treft over een scherp wapen, de Communistische Pers.

Maar de tegenstanders van elke vooruitgang beschikken eveneens over wapens, die de grote massa van werkenden moeten beïnvloeden.

Eén van die wapens is de machtige kapitalistische pers, waarbij de Rooms-Katholieke wel een bijzondere plaats inneemt, omdat zij de meest zwarte reactie vertegenwoordigt.

Het gevaarlijkste aspect van de R.K. pers is, dat zij zich tegenover haar gelovige lezers bedient van richtlijnen van het Vaticaan en het Episcopaat, om zodoençie de katholieke werkers op godsdienstige gron- den te dwingen tot gehoorzaamheid en volgzaamheid aan de reactio- naire politieke leiders.

Wilt U weten hoe de zogenaamd godsdienstige lijn van deze bladen is, dan behoeft U slechts te lezen wat er in de klassieke Encycliek Re- rum Novarum, anno 1891, uitgesproken door paus Leo XIII, staat:

"De eerste plicht van de staat is de privaat-eigendom door het gezag van en de steun der wetten te beschermen.

En vooral nu de begeerlijkheid zo heftig is ontbrand, moet het volk binnen de grenzen van zijn plicht gehouden worden; want wel is het geoorloofd naar verbetering te streven, als niet te kort wordt gedaan aan de rechtvaardigheid. Maar aan een ander het zijne te ontnemen en onder het voorwendsel ener onzinnige ge- lijkheid zich het bezit van een ander toe te eigenen, dat wordt door de rechtvaardigheid verboden en is ook in strijd met het algemeen belang."

En verder:

"Het staatsgezag moet hier (bij acties e.d. red. P & C) dus tus- sen beide treden, de opruiers beteugelen en zo de arbeidersklasse voor moreel bederf en de wettige eigenaars voor gevaar van be- roving behoeden."

Daarachter verschuilt zich heden ten dage de R.K. pers. Wie echter aan de politieke touwtjes trekken zullen wij proberen aan te tonen.

423

'

(18)

~~~? '. !l. . I

j

. I .

' j

! j

D

e Rooms-Katholieke Pers beschikt over een hecht gefundeerd kran- tenapparaat, dat openlijk de katholieke levensopvatting uitdraagt, d.w.z. zij verkondigt de katholieke politiek van het grootkapitaal; dat wil niet zeggen, dat zij er voor terugschrikt om ook - waar nodig ·- gecamoufleerd op te treden, evenmin als ze er voor terugdeinst zich in zogenaamd neutrale, onafhankelijke of boulevardbladen en periodie- ken in te dringen.

Zo zien we, dat in de Raad van Commissarissen bij De Telegraaf twee katholieken zitting hebben, nl. R. A. van Puyenbroek en F. W. C.

Smulders, mede geïnteresseerd in de N.V. Nederlandse Vlasspinnerij te Tilburg.

In de N.V. Uitgeversmaatschappij Bonaventura (Elsevier) treffen we aan drs R. E.M. van den Brink, directeur van deze N.V., lid van de familie van den Brink, waarvan J. R. M. directeur is van de Amster- damse Bank en minister van Economische Zaken was in de jaren 1948- 1952.

Hoofdredacteur van Vrij Nederland, dat zich een onafhankelijk week- blad noemt, is de vroegere correspondent van de Volkskrant te Lon- den, Mathieu Smedts.

Merkwaardig te weten is, dat Evert Kupers (oud-voorzitter van het NVV) bestuurder is van de Stichting Weekbladpers, die Vrij Neder- land uitgeeft.

Bij de geïllustreerdê weekbladen en de zogenaamde dames- of fa- miliebladen echter is het katholieke etiket geheel weggelaten. Bijna al deze tijdschriften zijn in handen van katholieke concerns. Vanzelfspre- kend is ook hier het doel de beïnvloeding van miljoenen niet-katho- lieken.

Laten we ze even onder de loupe nemen.

De N.V. Geïllustreerde Pers geeft uit: De Week in Beeld, Het Noor- den in Woord en Beeld, Fan Fryske Groun, Eigen Erf, Gelderland in Woord en Beeld, Utrecht in Woord en Beeld, Zuid, Margriet, Made- leine, Cinderella en het op Amerikaanse leest geschoeide weekblad Revue. De oplage van Margriet alleen al bedroeg in 1957 het fantas- tische getal van 630.000.

In deze N.V. De Geïllustreerde Pers bezet de familie Teulings een belangrijke plaats. Zij was van oudsher geïnteresseerd in dag- en week- bladen, geeft nu nog Het Brabants Dagblad uit, had een voorname stem in de Kath. Nederlandse Dagbladpers. F. C. J. M. Teulings, oud-mi- nister van Binnenlandse Zaken, was vóór de oorlog ondervoorzitter van de Nederlandse Dagbladpers en is bovendien financieel econo- misch adviseur van de Centrale Beleggingsmaatschappij Cebema N.V.

te Den Bosch. Weer een ander lid van de familie Teulings bekleedt een functie bij de Nederlandse Uitgeversbond.

Over de katholieke moraal van deze N.V. komen we nog nader t"e spreken.

Dan komen we bij het tweede miljoenenconcern nl. De Spaarnestad, die behalve een tiental dagbladen, w.o. De Tijd, (nu Tijd-Maasbode) ook ''nog een hele serie dames- of familiebladen en zelfs kinderbladen 424

(19)

uitgeeft, allen zogenaamd neutraal. Alleen de Katholieke Illustratie vaart onder eigen vlag.

Hier volgen deze gecamoufleerde bladen: Panorama, Beatrijs, Libelle, (oplaag 484.000) Ros!ta, (vroeger Goed Nieuws) Regina, de jeugdbla- den Taptoe, Okkie, Rebellenclub, Grabbelton, enz.

De commissarisse:p.kring van deze N.V. De Spaarnestad te Haarlem en van het Da:gblad De Tijd is zeer klein. Maar het gaat hier om kop- stukken van het katholiek staatkundig leven, zoals mr H. J. M. Loeff, mr dr P.J. Witteman, en mr G. C. J. D. Kropman, lid der Eerste Kamer en voorzitter van de R.K. fractie, met speciale belangen in het blad De Tijd. Bij deze kleine kring van commissarissen treffen we veel dezelfde namen aan, zoals die van mr G. M. G. H. Russen en de gedelegeerd- commissaris C. P. Ooms (niet alleen bij Spaarnestad en De Tijd). Ook is dit het geval in de zogenaamde N.V. Vaderlandse Beheer Maatschappij, van welke N.V. de heer De Goey directeur is, die met mr W. H.A. M.

Lucas tevens directeur is van De Spaarnestad voornoemd.

Bij het Haagse katholieke dagblad Het Binnenhof was jarenlang commissaris de voorzitter van de Tweede Kamer mr L. G. Kortenhorst, die grote financiële belangen heeft bij de Kon. Mij. De Schelde (pres.

commissaris) en Beynes te Beverwijk, (thans Verenigde Machinefa- brieken) verder nog commissaris is van Grasso te Den Bosch, enz.

Mede-oprichters van Het Binnenhof waren o.a. de groot-warenhuis- bezitters Dreesman en Brenninkmeyer (van C & A); ook nu zit er nog een lid van de familie Dreesman in de Raad van Commissarissen.

Verder is commissaris van Het Binnenhof de Haagse oud-wethouder voor Financiën T. M. Dresmé, die ook zitting heeft in de Raad van Commissarissen van de 's Gravenhaagse Middenstandsbank en lid is van de Raad van Beheer van de Exploitatie Maatschappij Schevenin- gen.

Bij het Neerlandia:-concern, dat vooral in het katholieke zuiden veel bladen uitgeeft, treffen we bij de commissarissenkring namen aan als E.M. J. A. Sassen (behoort tot de rechtse groep Duynstee van de KVP) en F. C. M. Wijffels, evenals zijn mede-commissaris oud-minister voor de KVP.

Het is in dit bestek ondoenlijk al de financiële belangen van katho- lieke krantenbezitters na te gaan, maar we kunnen constateren, dat de gehele katholieke pers beheerst wordt door machtige kapitaalsgroepen en de leiders van de R.K. Kerk, die men echter in dit geval als poli- tieke leiders moet beschouwen.

Politieke mannen dus, maar er zijn ongetwijfeld nog meer katho- lieke grootkapitalisten die hun pers anoniem steunen, d.w.z. anoniem voor de buitenwereld. Slechts af en toe lekt er wat deze kant van de zaak betreft iets naar buiten uit.

Prof. dr L. J. Rogier lichtte in een rede in 1954, uitgesproken in de aula der R.K. Universiteit te Nijmegen een klein tipje van de sluier op en dan nog ongewild, schijnbaar. Hij zeide o.m.:

"Onlangs heb ik een katholiek krantenman de vraag naar een rechtvaardiging van het opnemen van een bepaalde reeks arti-

425

(20)

! !

i r l t

!

l j t ; i

'l

l

l

kelen op een kritiek tijdsgewricht horen beantwoorden met een zinspeling op geldelijke steunpilaren der krant."

In duidelijk Nederlands betekent dit dat de inhoud van de katho- lieke pers bepaald wordt door het achter die kranten staande katho- lieke grootkapitaal, hetgeen overigens evenzeer het geval is bij alle burgerlijke bladen. Want zouden de Unilever, Philips e.d. advertenties plaatsen in bladen die niet naar hun kapitalistische pijpen dansen'?

W

ij komen nu bij een krant waarop bovenstaande uitlating van prof.

*

Rogier best zou kunnen slaan, nl. de Volkskrant. Weliswaar heet de Volkskrant het blad van de Katholieke Arbeiders Beweging(KAB) te zijn. Er staat immers in de stichtingsacte: "Alleen rechtspersonen die naar het oordeel van de Raad van Commissarissen naar hun we- zen tot de KAB behoren kunnen als aandeelhouders worden toege- laten."

En is niet J. A. Middelhuis, voorzitter van de KAB, tevens voor- zitter van de Raad van Commissarissen en hebben niet enige kleine katholieke vakbonden voor een paar duizend gulden aandelen in de zaak gestoken'? We noemen de Katholieke Bond van Houtbewerkers (f 2000,-), de R.K. Bond voor Brood- en Koekbewerkers (f 3000,-), terwijl de Grafische R.K. Bond in november 1951 f 11.000,-en de Ka- tholieke Bond van Overheidspersoneel voor f 10.000,- aandelen nam.

Dat is juist. Maar ... wie stippelt de politiek uit in dit zogenaamde katholieke arbeidersblad, dat overigens, omdat het een ochtendblad is, ook nog door vele niet-katholieken wordt gelezen. (De oplage is ca 157.000). Niemand minder dan prof. C. P. M. Romme, commissaris van de Amsterdamse Bank, waarin zoals reeds is opgemerkt ook de vroe- .gere minister van Economische Zaken J. R. M. van den Brink één van de directeuren is. Hij schrijft de belangrijkste artikelen, naar zijn po- litieke pijpen dansen directie en redactie. En men kan Romme toch moeilijk een vurig KAB-er noemen, die op de bres staat voor de be- langen van de katholieke arbeiders! Toch is hij van 1945-1952 staat- kundig hoofdredacteur van de Volkskrant geweest.

In de brochure over het boekje van Romme "Katholieke Politiek"

schrijft Paul de Groot o.m.:

"Romme's politiek is ook op loongebied een politiek van de grote ondernemers, van het grote kapitaal."

Met katholieke geloofsovertuiging heeft het geschrijf van Romme niets te maken. Natuurlijk wordt veel verhuld onder de mantel van het Rooms Katholieke geloof. De Katholieke Kerk zou niets anders m haar schild voeren dan andersdenkenden te overtuigen van het ware geloof. Maar dat is schijn. Paul de Groot schrijft in "Romme legt zijn kaarten op tafel", blz. 20:

426

"De geschiedenis van de R.K. Kerk in Nederland bewijst, dat de geloofsbeleving er het best bij vaart, wanneer de Kerk zich zo vèr mogelijk buiten de partijpolitiek houdt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook de regio’s waarmee de Noordvleugel concurreert op financiële en zakelijke dienstverlening kenmerken zich vooral door een hoge score op innovatie, maar Noord-Holland

Het nieuwe State­ ment verplicht de accountant om een afkeurende verklaring te geven, indien zijn verzoek om een frauduleuze verantwoording te doen herzien, niet wordt gehonoreerd;

Voor het accountantsberoep, dat in belangrijke mate gebaseerd is op het in zekere zin blinde vertrouwen, dat het publiek in zijn arbeid moet hebben, kan veel en

§ 3 Besprekingen ten kantore van de Bank of America te San Francisco, de grootste bank in de Verenigde Staten, golden in de eerste plaats het zgn. Toen ik echter naar het

De redactie wenst haar voorzitter van harte geluk met deze hoge onder­ scheiding, waarin zij zich ten zeerste verheugt, omdat hiermede het belangrijke en baanbrekende

In de acties van de laatste maanden is de betekenis van de com- munistische partij als stuwende kracht van de beweging voor verbeteringen en veranderingen in

•blokkade van Berlijn de westelijke mogendheden tot een grotere mate van eenheid gebracht dan ooit tevoren. In 1964 doet zich een totaal andere situatie voor. Europa is

Om hetzij het debat dat volgde, wees Twerski er op dat ook als slachtoffer clan wel als producent aannemelijk in cle benadering van de Restatement al deze fac- te maken clat