Vraag nr. 34
van 14 oktober 1999
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Onteigeningen brug Kampenhout-Sas – Sociale be-geleiding
Omtrent de onteigeningen van bewoners rond de brug van Kampenhout-Sas heb ik in het verleden reeds verschillende parlementaire vragen gesteld aan de bevoegde ministers.
Het gemeentebestuur van Kampenhout zou een overlegorgaan hebben opgericht om de getroffen inwoners sociaal te begeleiden. De betrokken in-stanties hierbij zijn de administratie Wegen en Ve r-keer – afdeling Wegen V l a a m s-B r a b a n t , de admi-nistratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (Arohm), het ont-eigeningscomité Brussel, het OCMW, de huurders en de eigenaars.
Op een vraag van mijnentwege deelde de minister v i c e-president mee dat zijn administratie deze pro-blematiek van nabij zou volgen, binnen het kader van de stuurgroep voor het project.
Kan de minister vice-president een stand van zaken meedelen aangaande de sociale begeleiding van de getroffen inwoners ?
Welke stappen werden er reeds ondernomen door de betrokken instanties ?
Antwoord
De procedure voor de onteigening van de nodige gronden voor de realisatie van het project N26 Leuven-Mechelen/N21 Brussel-Aarschot in Kam-penhout en Boortmeerbeek, is opgestart op 24 s e p-tember 1999.
Zodra het ministerieel besluit betreffende de ont-eigeningen ten algemenen nutte is genomen, k a n op een officiële basis werk worden gemaakt van de oprichting van een overlegorgaan door het ge-meentebestuur van Kampenhout voor de begelei-ding van de getroffen inwoners.
Binnen het kader van de stuurgroep van genoemd infrastructuurproject zal de administratie We g e n en Ve r k e e r, via de afdeling Wegen V l a a m s - B r a-b a n t , de nodige initiatieven nemen om de sociale b e g e l e i d i n g, onder voorzitterschap van de gemeen-te Kampenhout, tot een goed einde gemeen-te brengen.
In deze sociale begeleidingscommissie zullen de volgende instanties zitting hebben :
– gemeentebestuur van Kampenhout, – de afdeling Wegen Vlaams-Brabant,
– de onteigeningscomités Brussel en Mechelen, – de afdeling ROHM Vlaams-Brabant,
– de sociale huisvestingsmaatschappijen (de Bra-bantse Huisvestingsmaatschappij en Providen-tia),
– het OCMW, – de huurders, – de eigenaars.
Aangezien het project wegens de vrij zware ontei-geningsprocedure pas is opgenomen op het inves-teringsprogramma van het jaar 2001, zullen de ge-troffen inwoners slechts dienen uit te zien naar een nieuwe woonst voor maart-april 2002. S o m m i g e n zullen zelfs nog een jaar langer kunnen blijven w o n e n , afhankelijk van de fasering van de werken. De juiste fasering van de werken zal bekend zijn bij de eindafwerking van het ganse ontwerp. D e z e eindafwerking zal worden afgerond in het eerste kwartaal van het jaar 2000.
