Project 101.6040
Niveaucontrole op het k1-1aliteitsonderzoek van boerderijmel k ten behoe-ve van het Centraal Orgaan voor Helkhygiëne
Projectleider: ing. A.E.H. Vermunt
Rapport 90.27 Augustus 1990
Jaaroverzicht - 1989
K1-1aliteitsoverzicht van het klo7ali-teitsonderzoek van boerderijmelk
A.E.H. Vermunt, G.J.H. Loeffen, A. de Koning, F. Simons, I. Pruiksma
Afdeling: Hicrobiologie en Algemene Chemie
Goedgekeurd: ir G.S. Roosje
Rijks-Kwaliteitsinstituut voor land- en tuinbomo1produkten (RIKILT) Bornsesteeg 45, 6708 PD Wageningen
Postbus 230, 6700 AE Wageningen Telefoon 08370-75400
Telex 75180 RIKIL Telefax 08370-17717
Copyright 1990, Rijks-K\olaliteitsinstituut voor land- en tuinbomolpro -dukten.
Overname van de inhoud is toegestaan mits met duidelijke
bronvermel-ding. VERZENDLIJST INTERN: directeur sec torhoofden afdeling ~licrobiologie (8x)
afdeling Algemene Chemie ( 4x)
programmabeheer en informatieverzorging (2x) circulatie
bibliotheek
EXTERN:
Dienst Landbou\olkundig Onderzoek (2x)
Directie Veehouderij en Zuivel (ir J.J. Bakker)
Directie Voedings- en K\olaliteitsaangelegenheden
Centraal Orgaan voor Nellehygil!!ne (20x)
Regionaal Orgaan voor Nel lehygil!!ne Noord-Nederland Regionaal Orgaan voor Hellehygiëne Oost-Nederland Regionaal Orgaan voor Hellehygiëne \Vest-Nederland
Regionaal Orgaan voor Hellehygiëne Zuid-Neder 1 and
(15x) (15x) (15x) (25x)
Commissie van Advies van het Centraal Orgaan voor Hellehygiëne (15x)
Stichting Hellecontrolestation Noord-Nederland (2x)
Stichting Melkcontrolestation Oost-Nederland (2x)
Stichting Helkcontrolestation Hest-Nederland (2x)
-1-INHOUD blz SAMENVATTING 3 1 INLEIDING 4 2 HATERIAAL 4 2. 1 Contramonsters 4 2.2 Rondzendmonsters celgetal 5
2.3 Rondzendmonsters bacteriegroeiremmende stoffen 5
2. 3. 1 K\.;ralitatief 5
2.3.2 Kwantitatief 5
2.4 Rondzendmonsters van sporen van boterzuurbacteriän 6
2. 5 Rond zendmans ters van zuurt eg raad van het vet 6
2. 6 Rond zendmonsters vriespunt 6
2.7 Reinheidsbeoordeling 7
3 HETHODEN VAN ONDERZOEK 7
3. 1 Celgetal
7
3.2 Bacteriegroeiremmende stoffen7
3.3 Reinheidsbeoordeling 8 3.4 Kiemgetalbepaling 8 4 RESULTATEN EN DISCUSSIE 8 4. 1 Celgetal 8 4. 1.1 Rondzendmonsters celgetal 8 4. 1.2 Contramonsters celgetal 9 4. 2 Contramonsters kiemgetal 94. 3 Rondzendmonsters bacteriegroeiremmende stoffen 11
4. 3. 1 K\olalitatief onderzoek 11
4. 3. 2 K\o7antitatief onderzoek 11
4.4 Herbeoordeling reinheid 12
4. 5 Sporen van boterzuurbacteriën 12
4.5.1 Contramonsters van sporen van boterzuur- 12
bacteriën
4.5.2 Rondzendmonsters van sporen van boterzuur- 13
-2
-blz
4.6 Zuurtegraad van het vet 13
4.6.1 Contramonsters van zuurtegraad van het vet 13
4.6.2 Rondzendmonsters van zuurtegraad van het vet 13
4. 7 Vriespunt 13
4. 7.1 Contramonsters van vriespunt 13 4. 7.2 Rondzendmonsters van vriespunt 13 '•· 8 Beoordeling contramonstergrafieken (herhaalbaarheid 14
en reproduceerbaarheid) 5 OVERIGE ACTIVITEITEN 5. 1 Contactdagen 5.2 Redactiecommissie 6 LITERATUUR BIJLAGEN A TABELLEN 1 T /~1 18 B FIGUREN 1 T/H 12
C Pl"WGRAHHA CONTACTDAG CHEFS LABORATORIA 21-02-1989 D PROGRANNA CONTACTDAG CHEFS LABORATORIA 22-11-1989
14 111 15
-3
-SAHENVA'fl'ING
De niveaucontrole op het kl-1aliteitsonderzoek van boerderijmelk ~.,ordt uitgevoerd door ringonderzoeken tussen de 4 melkcontrolestations en het referentielaboratorium (RIKILT) uit te voeren, door onderzoek van contramonsters te verrichten en door herbeoordelingen van reinheids-watten uit te voeren.
In dit rapport zijn de resultaten over 1989 verwerkt.
De algemene conclusie is dat het niveau van het kwaliteitsonderzoek, zoals dat op de melkcontrolestations wordt uitgevoerd, goed is. Indien te grote afwijkingen zijn opgetreden is contact opgenomen met het he -treffende laboratorium.
-
4-1 INLEIDING
In het kader van niveaucontrole op de kwaliteitsparameters van
boer-derijmelk werd periodiek vergelijkend onderzoek verricht tussen de 4
melkcontrolestations (H.C.S.) en het referentielaboratorium (RIKILT).
Het betreft onderzoeken ten behoeve van de lmaliteitscontroles die
worden uitgevoerd in verband met de uitbetaling van melk.
Niveaucontroles Herden uitgevoerd in relatie tot de volgende
k\.,ali-teitsparameters: - celgetal
- bacteriegroeiremmende stoffen (kl•lalitatief en k\.,antitatief)
- zuurtegraad van het vet
- vriespunt
- sporen van boterzuurbacteriën
Voor de reinheidsproet is
4
maal5%
van de watten van eenveertien-daagse periode herbeoordeeld. Dit is uitgevoerd door controleurs van
het Regionaal Orgaan voor Hel khygiëne (R. O.H.).
Ten behoeve van het reproduceerbaarheidsonderzoek zijn per regio
con-tramonsters onderzocht op celgetal, kiemgetal, vrije vetzuren,
vries-punt, sporen boterzuurbacteriën. Het betreffende R.O.M. heeft de
re-sultaten van het betreffende Melkcontrolestation en het RIKILT
uitge-zet in grafieken met zgn. "betroUio~baarheidslijnen".
Tijdens dit verslagjaar zijn 2 RIKILT-contactdagen gehouden voor de
chefs van laboratoria van melkcontrolestations.
De resultaten van de diverse onderzoeken zijn per melkcontrolestation
onder de codes A, B, C en D aangegeven in tabellen en grafieken. De
resultaten van het RIKILT zijn vermeld onder code
R
.
2 MATERIAAL
2. 1 Contramonsters
Tankmelkmonsters zijn in duplo door of namens het R. O.M. genomen. Na
het bemonsteren zijn de monsters, gekoeld op smeltend ijs, afgeleverd
bij het betreffende melkcontrolestation en het RIKILT. De monsters
-5-kiemgetal en/of celgetal en/of vriespunt en/of vrije vetzuren en/of
sporen boterzuurbacteriën.
2.2 Rondzendmonsters celgetal
Voor de rondzendingen 01 t/m 09 is uitgegaan van individuele koemelk.
Om een eventuele invloed van het monstermateriaal (mengmelk of
indivi-duele koemelk) uit te sluiten is in de volgende rondzendingen (10 t/m
12 en 01E) gebruik gemaakt van mengmel k. Deze mengmelk is afkomstig
van het melkcontrolestation Oost-Nederland. Het RIKILT bereidt hieruit
rond zendmonsters door menging van diverse mengmel knwnsters.
De monsters voor het onderzoek op apparatuur met Coulter-Countet·-
prin-cipe zijn gefixeerd met 0, 2% formaldehyde. De monsters voor het
onder-zoek met de fossomatics zijn geconserveerd met 0. 2% kaliumdichromaat.
Per serie zijn steeds 10 monsters (5 duplo's) verzonden.
In totaal zijn zo 13 series van 10 monsters verzonden.
2. 3 Rondzendmonsters bacteriegroeiremmende stoffen
2.3.1 Kwalitatief
Naast een aantal blanco monsters van steriele volle UHT-melk zijn een aantal monsters gespiked met diverse bacteriegroei remmende stoffen.
Hiertoe zijn gebruikt: penicilline, semisynthetische penicilline
(cloxacilline), dapsone, sulfamethazine en ander antibioticum
(oxytetracycline). Na mengen en coderen zijn de monsters afgevuld in
porties van 10 ml en diepgevroren verstuurd. In totaal zijn 6 series
van 20 monsters verzonden.
2.3.2 Kwantitatief
Aan steriele volle UHT-melk is een bekende concentratie van
kaliumben-zylpenicilline toegevoegd. Na mengen en afvullen, in porties van 10 ml, zijn de monsters gecodeerd en in diepgevroren toestand verzonden.
-
6
-2.4 Rondzendmonsters van sporen van boterzuurbacteriën
Vanuit een kuil voersuspensie met 5 x 105 sporen per ml (die bij -40°C be\>Jaard \>lord t) is een 1: 100 verdunning gemaakt in steriel millipore water. Vervolgens is gedurende 1 uur geschud bij kamertemperatuur, '"aarna 5 duplo-monsters zijn gemaakt in magere UHT-melk met ca. 25,
15, 10, 5 en 2 sporen per ml. De monsters zijn diepgevroren en gekoeld verstuurd naar de melkcontrolestations. In totaal is 1 serie verzon -den.
2. 5 Rondzendmonsters zuurtegraad van het vet
Aan porties tankmelk zijn verschillende concentraties mechanisch geho -mogeniseerde melk toegevoegd en ca. 60 uur bewaard bij 4 °C. Na voor
-screenen op het gehalte vrije vetzuren zijn per serie 10 monsters ge
-codeerd (5 duplo's) gekoeld verstuurd. Er zijn 4 series verstuurd en \>lel 2 series in het voorjaars- en 2 series in de najaarsperiode. Tevens werden per serie, voor de controle van de titratieapparatuur, 3 monsters boterolie meegestuurd met verschillende concentraties palmitinezuur.
De bereiding van deze rondzendmonsters is identiek aan die van voor -gaande jaren. Er is in 1989 onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van dergelijk bereide monsters in vergelijking met monsters \•maraan bloed -serwn is toegevoegd. Hieruit bleek dat de remming van Haterstofperoxy-de effectiever is bij gebruik van gehomogeniseerde melk dan bij ge-bruik van bloedserum, zodat rondzendmonsters bestemd voor de bepaling van vrije vet zuren het best bereid kunnen worden door toevoeging van gehomogeniseerde melk (1).
2.6 Rondzendmonsters vriespunt
Aan porties melk is, al dan niet water toegevoegd en vervolgens is geconserveerd met kaliumelichromaat. Van 5 porties zijn steeds 2 duplomonsters gemaakt, gecodeerd en in een serie van 10 monsters verzonden. Er zijn 2 series verstuurd.
-
7-2. 7 Reinheidsbeoordeling
Eénmaal per kwartaal zijn 5% "at random" genomen \vatten uit een veer-tiendaagse periode door controleurs van de R.O.M. herbeoordeeld.
3 HETHODEN VAN ONDERZOEK
Tenzij anders vermeld zijn de onderzoeksmethoden toegepast die zijn
vermeld in de "Reglementenbnnde:).." van de Stichting Centraal Orgaan voor Helkhygiëne (2).
3. 1 Celgetal
De melkcontrolestations onder code A-I, A-ll, B-Il en D-Il hebben het
celgetal bepaald met een fossomatic tvaarbij helling (slope )=1, 000 en
intercept (bias)=O is gebruikt.
De mel !<controlestations onder code B-III, C-II, C-III en C-l V hebben
het celgetal bepaald met een fossomatic waarbij helling en intercept
zijn ingesteld op basis van de resultaten van de celgetalbepaling met
de Coulter Connter.
De melkcontrolestations onder code C-l en code D-I hebben het celgetal bepaald met een Coulter Counter (type H.C.C.).
Het melkcontrolestation onder code B-I en het RIKILT bepalen het
cel-getal met een Coulter Counter type ZF.
3.2 Bacteriegroeiremmende stoffen
Dit onderzoek is uitgevoerd volgens de methode "Onttolerp-voorschrift
betreffende het aantonen en identificeren van melkvreemde bacterie
-groeiremmende stoffen in boerderijmel I<", opgenomen als bijlage in
-8-3.3 Reinheidsbeoordeling
Bij het R.O.M. Oost-Nederland is steeds door 4 controleurs de
her-beoordeling van reinheidswatten uitgevoerd. Als standaard zijn hierbij
de door het betreffende R. O.H. toegepaste standaardwatten gebruikt.
De resultaten zijn steeds vergeleken en bij onderlinge verschillen of
verschillen ten opzichte van de resultaten van het M.C.S. is met het
RIKILT overleg gepleegd over het definitieve resultaat van de
her-beoordeling.
In 1990 zal het RIKILT niemoJe standaardloJatten verstL"ekken op basis van
Norit en Brusselse aarde.
3.4 Kiemgetalbepaling
Het RIKILT paste, in tegenstelling tot de melkcontrolestations, de
gietplaatmethode volgens NEN-1507 (4) toe.
4 RESULTATEN EN DISCUSSIE
4. 1 Celgetal
4. 1.1 Rondzendmonsters celgetal
De resultaten van 13 rondzendingen, ieder bestaande uit 10 monsters,
zijn geanalyseerd.
In tabel 1 (bijlage A) zijn de duplo-afloJijkingen (Sx) \of'eergegeven; de
gemiddelde duplo-afwijking (1,5%) is goed (1988: 1,9%, zie (5)) .
In tabel 2 (bijlage A) zijn de resultaten van de gemiddelde
aflvijking-en t .o.v. de norm (a) weergegeven; de gemiddelde a over 1989 (-2,2%)
is goed (1988: -2,8%). In tabel 3 (bijlage A) zijn de resultaten van
de gemiddelde standaardafwijking ten opzichte van de norm (Sa) weerge
-geven; de gemiddelde Sa over 1989 (5,5%) is goed (1988: 5,3%). Overi
-gens is er, per melkcontrolestation gezien, geen duidelijk verschil te
zien tussen de resultaten verkregen met mengmelk en individuele
koe-melk. Desalniettemin zal verder worden gewerkt met mengmelk, daar dit
ook in de praktijk door melkcontrolestations 1wrdt gebt"uikt.
-9
-lo/eergegeven in figuren 1 (H.C.S. A), 2 (H.C.S. B), 3 (H.C.S. C) en 4
(H.C.S. D).
Zie voor de figuren bijlage B.
In tabel '• (bijlage A) is lo/eergegeven voor de jaren 1985 t/m 1989 lo/el k
percentage van de rondzendmonsters buiten de betromo1baarheidslijnen
ligt; de verschillen tussen de diverse melkcontrolestations zijn
aan-zienlijk. De resultaten van melkcontrolestation B zijn moeilijk te
vergelijken met die van voorgaande jaren daar slechts 40 analyseresul -taten beschikbaar 1o1aren. De resultaten van melkcontrolestation C zijn
duidelijk anders t .o.v. die van 1988. Dit \olürdt veroorzaakt door het
feit dat dit melkcontrolestation in 1989 met ingestelde slope en bias
(op basis van Coolter Counter) \>lerkte en in 1988 met slope=1,000 en
bias=O werkte.
4. 1.2 Contramonsters celgetal
In figuren 5 t/m 8 (bijlage B) staan de resultaten grafisch \o/
eergege-ven van de contramonsters celgetal (figuur 5: H.C.S. A; figuur 6:
H.C.S. B; figuur 7: H.C.S. C; figuur 8: M.C.S. D).
De punten \o~eergegeven met een driehoekje zijn punten \olaarvan de x-
en-/of de y-waarde buiten de grafiek vallen; de originele x- en Y"""'"aarde
zijn beide gedeeld door een factor zodat het getransformeerde punt wel
binnen de grafiek valt. Voor elk melkcontrolestation is weergegeven
\velk percentage van de monsters buiten de betrou1o1baarheidslijnen ligt,
zie hiervoor ook tabel 18 d (hierin geldt: code 1=N.C.S. A; 2=N.c.s.
B; 3=H.C.S. C;4=N.C.S. D).
In tabel 4 (bijlage A) is voor de jaren 1985 t/m 1989 loleergegeven \o~el k
percentage van de contramoosters bui ten de bet romo1baarheid slijnen
ligt; het gemiddelde percentage (5, 7%) is duidelijk lager dan in
voorgaande jaren.
4.2 Contramonsters kiemgetal
In de figuren 9 t/m 12 (bijlage B) staan de resultaten grafisch
loleer-gegeven van de contramonsters kiemgetal, \o~aarbij per N.C.S. twee
gra-fieken zijn gemaakt: grafiek A bevat de resultaten lineair weergegeven
-
10-driehoekje zijn punten waarvan de x- en/of de y-waarde buiten de gra -fiek vallen; de originele x- en Y""'"aarde zijn beide gedeeld door een factor zodat het getransformeerde punt '"el binnen de grafiek valt. De afl.lijldngen tussen RIKILT en de diverse melkcontrolestations zijn gekwantificeerd door een t- toets voor gepaarde '"aarnemingen uit te voeren op alle resultaten beneden 250 kolonievormende eenheden. De berekende t-,."aarden bed roegen:
-
voor H.C.S.A:
1 ineai r: t=4,22; logaritmisch: t=12,98; beiden: P(O, 01-
voor N.C.S. B: lineair: t=6,28; logaritmisch: t=13' 09; beiden: P(O, 01-
voor N.C.S. C: lineair: t=4' 08; logaritmisch: t= 7,43; beiden: P(O, 01-
voor ~i. C.S. D: lineair: t=5, 56; logaritmisch: t= 8, 72; beiden: P(O, 01Dit betekent dat er bij alle melkcontrolestations een significante af -wijking t .o.v. het RIKILT optreedt.
Voor elk melkcontrolestation is weergegeven \•Telk percentage van de monsters bui ten de bet rom."baarheid slijnen ligt, zie hiervoor tabel ook 18b.
In tabel 4 (bijlage A) is weergegeven voor de jaren 1985 t/m 1989 ,.,elk percentage van de monsters bui ten de betroUI."baarheid slijnen ligt. De resultaten van de melkcontrolestations (rolbuismethode) zijn over het algemeen hoger dan de resultaten van het RIKIL'f (gietplaatmetho -de). Op het RIKILT vindt thans onderzoek plaats naar de relatie tussen het kiemgetal bepaald met de rolbuismethode ( ösediameter 1, 5 mm) en de gietplaatmethode. De resultaten \•Tijzen erop dat met de rolbuismethode met ösediameter 1, 5 mm ook hogere kiemgetallen '...orden gevonden dan met de gietplaatmethode.
In het verslagjaar 1989 zijn door de diverse melkcontrolestations tot medio 1989 (toen trad het nieuwe voorschrift betreffende de kiemgetal-bepaling in ,.,erking) verschillende ösediameters gebruikt:
Melkcontrolestation A: tot medio 1989 ösediameter 2,0 mm, daarna 1,5 mm.
Melkcontrolestation B: tot medio 1989 ösediameter 1, 6 mm, daarna 1, 5 mm.
-11-Hel !<controlestation C: gedurende geheel 1989 ösediameter 1, 5 mm
Melkcontrolestation D: tot medio 1989 ösediameter 2,0 mm, daarna 1,5
mm.
4.3
Rondzendmonsters bacteriegroeiremmende stoffen4.3.1
Kwalitatief onderzoekDe resultaten van 6 rondzendingen, 'o~aarbij iedere keer 20 monsters per laboratorium zijn geanalyseerd, zijn verwerkt.
In tabel 5 (bijlage A) is aangegeven hoe vaak een analyseresultaat
foutief is beoordeeld. Hierbij is rekening gehouden met de detectieni-veaus voor de verschillende preparaten. Deze detectienidetectieni-veaus zijn voor
penicilline-G -kal iumbenzy 1 0, 003 IE/ml, semi-syn thetische penicilline
(cloxacilline) 0,100 ug/ml, dapsone (dds) 0,020 ug/ml, sulfamethazine 1,0 ug/ml en oxytetracycline 0,200 ug/ml. Indien monsters met een
concentratie lager dan het hier aangegeven detectieniveau door de
melkcontrolestations als blanco 'o~erden beoordeeld, is dit als een juist resultaat aangemerkt.
In tabel 6 (bijlage A) is een overzicht gegeven van alle monsters die
in 1988 en 1989 voor het k1o~alitatief onderzoek werden aangeboden. Het
blijkt dat in 1989 1,9% van de monsters fout is beoordeeld. Dit komt
vnl. doordat M.C.S. B (en in mindere mate M.C.S. A) de sulfapreparaten
minder gevoelig detecteren. Ook is gebleken dat geen enkel blanco monster positief is beoordeeld en dat alle monsters die penicilline
bevatten ook als penicilline zijn geanalyseerd. Eén monster is ten onrechte als penicilline geanalyseerd.
In het algemeen zijn de resultaten van het kwalitatief onderzoek goed,
maar niveaucontrole blijft noodzakelijk.
4. 3. 2 K'o~antitafief onderzoek
De resultaten van 6 rondzendingen, ieder bestaande uit 10 monsters,
zijn veno~erkt.
In tabel 7 (bijlage A) zijn de duplo-af\o~ijkingen Sx \oleergegeven. De
gemiddelde duplo-afwijldng over 1989 bedroeg 5,0% (1988: 5,6%).
-12
-ahri.jking ten opzichte van de gedoseerde concentratie (a) Heergegeven.
Deze bedroeg gemiddeld over 1989 3, 5%. Deze ,.,aarde is niet direct
ver-gelijkbaar met die van 1988, omdat met ingang van 1989 op statistische
gronden een andere berekening van a is toegepast: de huidige \o7aarde
voor de overgang van goed naar matig van 19, 9% komt overeen met de
\o7aarde 4,9% van 1988.
In tabel 9 (bijlage A) zijn de standaardaf\o7ijkingen ten opzichte van
de gemiddelde logaritmische aho1ijking (Sa) ,.,eergegeven. Deze bedroeg
gemiddeld over 1989 12, 8%. Overigens zijn deze \o7aarden ook niet direct
vergelijkbaar met die van 1988: de huidige \o7aarde voor de overgang van
goed naar matig van 14,9% komt overeen met de \o7aarde van 4. 9% van
1988. De resultaten van het k\o7antitatief onderzoek zijn over het
alge-rneen goed.
4. 4 Herbeoordeling reinheid
In 1989 is 4 maal een herbeoordeling uitgevoerd, Haarvan de resultaten
samengevat zijn in tabel 10 (bijlage A). In de tabel is weergegeven ,.,elk percentage van de reinheidswatten gelijk cq. niet gelijk t.o.v.
de beoordeling door de melkcontrolestations, is beoordeeld.
Het percentage gelijk beoordeelde \olatten ligt 0,6% hoger dan in 1989.
Of dit alleen te Hijten is aan de invoering van standaardwatten is
moeilijk te beoordelen.
4.5 Sporen van boterzuurbacteriën
4.5.1 Contramonsters sporen van boterzuurbacteriën
In tabel 11 (bijlage A) zijn de resultaten per H.C.S. samengevat van
de series contramonsters die op sporen van boterzuurbacteriën zijn
on-derzocht.
In het merendeel van de gevallen komen de resultaten van het RIKILT en
de diverse melkcontrolestations goed overeen. In 1990 zal er naar
,.,or-den gestreefd de frequentie van monstername over alle regio's zo
-13-4.5.2 Rondzendmonsters sporen van boterzuurbacteriën
In 1989 heeft 1 rondzending van sporen boterzuurbacteriën
plaatsgevon-den. Oe resultaten van deze rondzending zijn \veergegeven in tabel 12
(bijlage A). Voor de k\valiteitsborging van deze analyse zullen in 1990 wederom rondzendingen plaats vinden.
4.6 Zuurtegraad van het vet
4.6.1 Contramonsters
Voor de resultaten hiervan zie par. 4.8 en tabel 18 h (bijlage A).
4.6.2 Rondzendmonsters
In tabel 13 (bijlage A) is een overzicht gegeven van het aantal te
grote duplo-verschillen (dit is )0,04 meq per 100 g vet). In tabel14
(bijlage A) is een overzicht gegeven van het aantal te grote af,Yij
-kingen ten opzichte van de norm (>O, 04 meq per 100 g vet). In tabel 15
(bijlage A) is de relatieve af,Yijking van de som t.o.v. de norm aan
ge-geven voor zmvel de melk- als de vetmonsters. Hierbij is voor melk de
som van 10 waarnemingen en voor boterolie de som van 3 waarnemingen
,.,eergegeven. In tabel 16 (bijlage A) is in procenten het aantal te
grote duploverschillen en het aantal te grote afh•ijkingen ten opzichte
van de norm per jaar weergegeven. Dit is zowel voor de mellononsters
als voor de vetmonsters weergegeven.
4. 7 Vriespunt
4.7.1 Contramonsters
Voor de resultaten hiervan zie par. 4.8 en tabel 18 f (bijlage A).
4. 7.2 Rondzendmonsters
In tabel 17 (bijlage A) is een overzicht gegeven van het aantal te
0
-14
-en het aantal te grote afl.lijkingen ten opzichte van de norm
(>O, 003°C). De duplo-nauwkeurigheid is zeer goed; slechts 1 van de 129 duplo- bepalingen had een te grote ahlijking (0,004°C).
Het aantal te grote afl.1ijldngen ten opzichte van de norm is goed: 8
van de 259 bepalingen (3%) had een te grote afl.lijking ten opzichte van de norm. Bij
7
van de 8 uitslagen met een te grote afwijking ten op-zichte van de norm \>las de af\üjking 0,004°C en bij 1 monster 0,005°C.4. 8 Beoordeling contramonstergrafieken (herhaalbaarheid en reprodu -ceerbaarheld)
Zoals vermeld in par. 2.1 worden regelmatig series contramonsters
on-derzocht. Uit dit onderzoek volgen gegevens betreffende de
reprodu-ceerbaarheld (resultaten RIKILT versus resultaten melkcontrolestation)
en gegevens betreffende de herhaalbaarheid (resultaten binnen het melkcontrolestation). De analyseresultaten \Wrden verzameld door de
R. O.H. en veno1erkt in zgn. correlatiegrafleken en beoordeeld door het R.O.H.
Periodiek \>lOrden deze correlatleg rafleken \-leer beoordeeld door een
ad-hoc \olerkgroep van de adviescommissie van het C.O.H ••
De resulaten van deze herbeoordeling van de correlatiegrafieken zijn
vermeld in tabel 18 a t/m h (voor de codering in deze tabellen geldt:
1=t'1.C.A. A; 2= N.C.S. B; 3= M.C.S. C; 4= H.C.S. D).
5 OVERIGE ACTIVITEITEN
5.1 Contactdagen
In 1989 zijn door het RIKILT ttolee maal zgn. contactdagen geörganiseerd
voor de chef's van de laboratoria van de melkcontrolestations. De programma's van deze beide dagen zijn opgenomen in bijlage C en
bijlage D. Doelstelling van deze dagen is de kwaliteit van het
onder-zoek van boerderijmelk te bevorderen door uittolisseling van
praktijk-ervaringen en door waardevolle discussies. Deze contactdagen zijn zeer
-15
-5.2 Redactiecommissie
In 1989 is gewerkt aan de volgende voorschriften:
- Aantonen van bacteriegroeiremmende stoffen in boerderijmelk: dit
conceptvoorschrift ,.,ordt momenteel voorgelegd aan de diverse melk
-controlestations en reg ionale organen voor melkhygiëne.
-Bepaling van de verontreinigingsgraad van boerderijmelk.
- Het nemen, transporteren en be,.,aren van k\>laliteitsmonsters van diep
-gekoelde melk uit boerderijtanks.
- Uit te voeren bepalingen en onderzoeksfrequentie.
6 LITERATUUR
1 RIKILT-rapport 90. 14
Remmende \>lerking van waterstofperoxide op de vetsplitsing in melk die
geactiveerd is door toevoeging van gehomogeniseerde melk of bloedse
-rum. A. de Koning en J.F. Labrijn.
2 Landelijke voorschriften voor de uitvoering van het
kl>laliteitsonder-zoek en voor de klasse-indeling der door Veehouders geleverde melk.
19de uitgave april 1984. Stichting voor Helkhygiëne 's-Gravenhage.
3 RIKIL'f-rapport 85.4
Bacteriegroeiremmende stoffen in boerderijmelk.
4 NEN 1507 Bepaling van het kiemgetal. Hel k en melkprodukt en. 3de
druk, december 1988.
5 RIKILT-rapport 89. 19
Jaaroverzicht 1988. Kwaliteitsborging van het k1o1aliteitsonderzoek van
boerderijmel k.
Tabel 1. Celgetal. Ove _cht van de duplo-afwijking (Sx) in
Bijlage
A
MCS's A B
c
D RApparaatnr. I II I II l i l I II III
IV
I
II
Rond- Week Gem. +
zending nummer st. afw.
01-89 3 0,7 0,5 1,3 0,7 1,5 0,7 2,0 1,6 2,2 1,2+0,6 02-89 7 2,7 0,8 3,9 2,3 1,8 3,9 3,4 3,1 2,7 + 1,1 03-89 11 1,3 0,6 2,1 3,0 0,7 1,8 2, 6 3, 6 0,8 1,8.2:_1,1 04-89 15 0,6 0,7 1,7 1,3 2,0 1,0 1,0 4,7 2,4 0,5 1,6 + 1,3 05-89 19 0,9 0,5 1,5 1,8 1,4 1,4 0,7 3,1 0,8 1,3 .2:_ 0,8 06-89 25 0,5 0,8 1,3 1,8 0,8 1,9 2,0 3,1 1,0 1,2 1,4+0,8 07-89 29 0,6 0,4 2,3 3,2 1,3 1,1 0,8 1,8 1,5 1,1 1,4 .2:_ 0,8 01E-89 31 0,9 0,9 2,2 2,9 1,0 2,3 2,3 1,5 1,6 3,9 0,9 0,7 1,8 + 1,0 08-89 33 0,3 0,4 2,5 1,1 1,0 1,5 2,6 2,2 1, 0 1,4.2:_0,9 09-89 37 0,5 0,4 0,8 2,5 2,6 1,0 1,1 1,6 2,1 0,8 1,3 .2:_ 0,8 10-89 41 0,5 0,4 1,4 1,5 1,8 2,9 0,7 0,7 2,0 2,3 1,0 1,1 1,4 + 0,8 11-89 46 0,3 0,5 0,6 1,7 1,0 2,7 1,8 0,8 2,0 1,4 1,7 1,3 1,3 .2:_ 0,7 12-89 50 0,6 0,4 0,8 2,3 2,5 2,4 1,0 1,4 0,8 1,0 1,6 0,5 1,3 .2:_ 0,8 Gem. 0,8 0,5 1, 4 2,4 1,4 1,2 1,3 2,4 2,0 1,2 1' 5 St.afw. 0,6 0,2 0,6 0,8 0,7 0,4 0,6 1,2 0,9 0,7 Goed : t/m 4,9% Matig : 5,0- 6,8% Slecht:
>
6,8%Bijlage A
Tabel 2. Celgetal.Overzicht van de gemiddelde afwijkingen ten opzichte van de norm (a) in
%
.
MCS's A B
c
DApparaatnr.
I
I II
I I IIII
I IIII
IV
I IIRond- Week Gemid ./
zending nummer st. afw.
01-89 3 +13,9 +15,6 +5, 6 +9,7 +2,2 +3,3 +7,5 +21,8 +10, 0 + 6,7 02-89 7 -20,3 +0, 4 +26,1 -19,3 -14,7 +15,1 -17,4 -4,3 + 18,6 03-89 11 -9,0 -9,3 -3' 3 +8,4 -14,5 -13,6 -6,4 -9,3 -7,1 + 7,2 04-89 15 -1' 1 -2,0 +6, 8 +6, 2 +0, 9 -3,1 +8,1 -0,8 +6,6 +2, 4 + 4,4 05-89 19 -2' 1 -0,6 +3, 9 -1' 2 -7,2 -10,3 +1,2 -3,8 -2,5 + 4,5 06-89 25 +2, 4 +1' 1 +1' 1 +20,8 -0,5 -5,5 -6,4 -9,2 +6, 9 +1, 1
.:!:.
8,9 07-89 29 -4,4 -3,8 +0, 6 -2,0 -16,6 -11,8 -13,2-o'
4 -2' 3 -6,0.:!:.
6,2 01E-89 31 -1,8 -3' 2 +7,8+10,3 -9, 1 +0,6 -15,2 -9' 4 -7,7 -2, 1 +5' 0 -2,3 + 7,8 08-89 33 -f,,4 -5,4 +8,1 -18,5 -16,6 -16,4 -0,2 -6,0 -7' 7.:!:.
9,2 09-89 37 -2' 2 -3' 2 -2' 9 +3,5 -10,0 -12,5 -15,1-o,
5 +1' 0 -4,7.:!:.
6,4 10-89 41 +0,8-o,
9 +5' 5 +7,6 -14,4 -2,1 -13,0-12,2 -8,6 +0,6 +4,0 -3,0 + 7,8 11-89 46 -2,2 -1' 2 -1,5 +13,5 -3' 3 +2, 5 -7,6 -7' 3 -1' 5 +4, 1 +9, 0 +0, 4 + 6,5 12-89 50 -7' 0 -6,1 -4,9 +5, 5 -9,9 +0,2 -15,8 -13,9 -10,0 +1' 8 +4' 0 -5,1 + 7,2 Gemid. -3,0 -1' 6 +1, 6 +6,2 -10,4 -9,8 -7,9 +0,8 +1,5 -2' 2 St .afw. 7,6 6,1 4,2 8,7 7,4 5,5 7,6 6,0 9,7Bijlage
A
Tabel 3. Celgetal.
Overzicht van de gemiddelde standaardafwijkingen ten opzichte van de norm (Sa) in
%
.
MCS's A B
c
DApparaatnr. I I I I
II
III
I
II
III
IV
I
II
Rond- Week Gemid.
I
zending nummer st. afw.
01-89 3 12,9 12,5 3,1 2,2 7,3 6,9 2,7 12,7 7,5:!:._4,7 02-89 7 12,0 4,8 16,5 7,3 6,6 6,9 9,6 9,1+4,0 03-89 11 5,5 5,7 2,7 5,3 8,2 7,7 4,9 5,6 5,7+1,7 04-89 15 10, 4 9,9 2,9 3,9 4,8 5,0 10,7 4,6 11,9 7,1:!:._3,5 05-89 19 9,6 10, 0 3,3 4,3 5,2 5,8 6,6 6,3 6,4:!:._2,4 06-89 25 8,7 7,9 4,3 6,0 5,7 5,1 4,5 2,6 8,1 5,9:!:._2,0 07-89 29 8,4 8,5 2,9 3,7 4,2 4,8 4,3 3,6 6,7 5,2:!:._2,1 01E-89 31 5,7 5,1 5,5 5,1 2,7 2,1 2,5 1,8 2,5 3,7 5,2 3,8:!:... 1,5 08-89 33 9,0 8,6 12,0 3,8 3,3 3,2 3,1 8,0 6,4+3,4 09-89 37 5,3 5,7 3,4 2,9 2,8 2,1 1,4 3,4 3,5 3,4 + 1,4 10-89 41 3,1 3,1 1,7 2,6 3,9 2,9 2,1 1,9 2,9 3,3 3,9 2,9:!:._0,7 11-89 46 4,7 4,8 2,4 4,0 2,1 3,8 1,7 1, 1 2,0 3,4 4,2 3,1:!:... 1,3 12-89 50 6,7 6,5 3,7 5,0 3,5 3,5 2,6 3,2 3,5 2,8 6,5 4,3:!:... 1,6 Gemid. 7,8 7,4 3,4 5,3 4,5 4,3 3,9 4,0 7,1 5,5 St .afw. 3,0 2,7 1' 1 4,2 2,2 2,2 2, 7 1,4 2,9
Bijl
ag
e A
Tabel 4. Overzicht van het aantal punten buiten de betrouwbaarheidslijnen, uitgedrukt in procenten.
Contramonsters Rondzendmonsters
Kiemgetal Celgetal Celgetal
1985 1986 1987 1988 1989 1985 1986 1987 1988 1989 1985 1986 1987 1988 19-89 MCS 's % % % % % % % % % % % % % % % A 8,5 20,3 20,8 6,7 16,2 23,0 14,8 14, 1 12,6 11,5 17,5 14,5 5,8 4,4 7,0 B 4,4 3,7 5,9 2,0 11, 1 39,0 16,7 11' 1 13,3 6,1 4,2 5,0 0,0 22,9 12,5
c
6,0 10,7 17,0 11' 3 6,2 48,1 32' 0 6,1 12,0 1,5 19,2 8,3 0,0 5,9 17,2 D 5,3 6,0 8,0 2,7 7,3 15,3 25,9 12,0 ll' 4 3,8 10,0 0,0 18,3 4,2 4,7 Gem. 6,1 10,2 12,9 5,7 10,2 31,4 22,4 10,8 12,3 5,7 12,7 7,0 6,0 9,4 10,4Bijlag
e
A
Tabel 5. Bacteriegroeiremmende stoffen •
Overzicht van het aantal foutief beoordeelde monsters per deelnemer,
Rond-zending 01-89 02-89 03-89 04-89 05-89 06-89 TOTAAL
*
Code:per rond zending.
Heek n** Code* ~1CS 's nr. per A B
c
D R MCS s 1 0 0 0 0 3 20 aa/p 0 0 0 0 0 b 0 0 0 0 0 s 1 1 0 0 0 11 20 aa/p 0 0 0 0 0 b 0 0 0 0 0 s 0 2 0 1 0 19 20 aa/p 0 0 0 0 0 b 0 0 0 0 0 s 0 0 0 0 29 20 aa/p 0 0 0 0 b 0 0 0 0 s 0 4 0 0 0 37 20 aa/p 0 0 0 1 0 b 0 0 0 0 0 s 0 0 0 0 0 46 20 aa/p 0 0 0 0 0 b 0 0 0 0 0 s 2 7 0 1 0 120 aa/p 0 0 0 1 0 b 0 0 0 0 0=
sulfa - cq. sulfanpreparaat s aa/p b=
ander antibioticum - cq. penicilline proparaat = blanco **n: Aantal monsters n** Aantal Totaal Fout 1 100 0 0 2 100 0 0 3 100 0 0 0 80 0 0 4 100 1 0 0 100 0 0 10 580 1 0Bijlage
A
Tabel 6. Bacteriegroeiremmende stoffen.
Totaal overzicht van de door de melkcontrolestations en
het referentielaboratorium onderzochte monsters.
1988 Aantal % Aantal 1989 monsters monsters Totaal onderzocht 600 100 580 Goed* beoordeeld 591 98,5 569 Fout beoordeeld 9 1' 5 11
Sulfa's als blanco beoordeeld 8 1,3 10
Ander antibioticum als
penicilline beoordeeld 1 0,2 1
* Als "goed" beoordeeld zijn alle resultaten die overeenkomen met het
toegevoegde preparaat. Indien monsters met een concentratie lager dan
het in 4.3.1 aangegeven detectieniveau als blanco zijn beoordeeld, is
dit ook als goed beoordeeld.
% 100 98,1 1,9 1' 7 0,2
Bij lage 1\
Tabel 7. Penicilline onderzoek.
Overzicht van de duplo-afwijkingen (Sx) in
%.
Rond- Heek HCS"s Gem./
zending nr. A B
c
D R St .afw. 01-89 3 4,9 0,8 5,8 4, 1 8,2 4,82:2,7 02-89 11 4,2 1, 1 10,8 2,8 8,7 5,5 2:4,1 03-89 19 5,0 3,0 2,0 12, 2 6,9 5,82:4,0 04-89 29 2, 7 5,4 3,9 7,8 3,6 4,72:2,0 05-89 37o,
7 8,0 8,3 1, 1 3,6 4,32:3,7 06-89 46 9,2 2,3 10,5 6,9 8,8 5,02:3,2 Gem./ 4,5 3,4 6,9 5,8 6,6 5,0 St .afw. 2,8 2,8 3,6 4,0 2,4 Goed t/m 9. 9 Natig 10, 0 - 15, 0 Slecht:>
15,0Tabel 8. Rond-zending 01-89 02-89 03-89 04-89 05-89 06-89 Gem./ St.afw. Goed Hatig Slecht: Penicilline onderzoek.
Overzicht van de gemiddelde logaritmische afwijking in
ten opzichte van de gedoseerde concentratie (a) in %.
\.Jeek nr. A 3 -3' 5 11 -2' 7 19 +21' 0 29 -6,4 37 -6,8 46 +5' 3 +1' 2 10' 7 t/m 119,91 1
2o, o-3o, o
1 )30,OI
B -18,0 +8,2 -18,5 -5' 9 -9' 1 +9,1 -5' 7 12,2 HCS'sc
D R +3' 2 +28, 3 +10, 0 +7,0 -8,6 +4' 9 +0, 2 +25,9 +16, 0 +3,6 -8,7 +1,8 -2' 1 +16, 0 +8,4 +4,3 +16, 9 +5,9 +2' 7 +11' 6 +7' 8 3,2 16,4 4,9 fHjlage i\ % Gem./ St.afw. +4,02:_17,1 +1,82:.
7,2 +8,9 2:.18,1 -3' 1 + 5,5 +1' 3 2:_10,6 +8,3 + 5,1 +3, 5Bijlage A
Tabel 9. Penicilline onderzoek.
Overzicht van standaardafwijkingen ten opzichte van de gemiddelde logaritmische af1-1ijking (Sa) in
%.
Rond- loleek HCS 's Gem./
zending nr. A B
c
D R St .afw. 01-89 3 5,3 19,0 10,8 17, 1 8,0 12,0.2:_5,9 02-89 11 8,7 13, 1 10,3 9,9 12, 1 10,8.2:.
1,8 03-89 19 14,6 14,5 16,9 10,6 11,2 13,6.2:_2,6 04-89 29 26, 1 16,6 7,6 11, 7 3,2 13,0.2:_8,8 05-89 37 15,4 20,3 16,9 10,9 6,3 14, 0.2:.
5, 5 06-89 46 15, 3 12,9 16,9 12,9 8,5 13,3.2:_3,2 Gem./ 14,2 16, 1 13, 2 12,2 8,2 12,8 St .afw. 7, 1 3, 1 4,2 2,6 3,3 Goed t/m14,9 Hatig 15, 0-20, 0 Slecht: >20, 0Oijlage A
Tabel 10. Herbeoordeling reinheidswatten.
Het aantal reinheioswatten, in procenten, van 4 centrale
herbeoordelingen dat qua gradatie gelijk bleef resp. veranderde ten opzichte van de gradatie-indeling door de melkcontrolestations.
MCS Datum Gelijk I
->
I I I I-->
I I I->
l i l l i l-->
beoordeeld (%) A 23-3 97,05 12-6 97' 10 13-9 98, 72 7-12 91,49 B 23-3 98, 91 12-6 98,93 13-9 99, 11 7-12 99,34c
23-3 99' 07 12-6 99, 55 13-9 97,76 7-12 97,36 D 23-3 99,04 12-6 98,35 13-9 97,31 7-12 98,72 Gem. 97,99 Gradatie I 0 punten II=
1 punt lil=
2 punten (%) 0, l7 2, 72 0,55 8,33 1, 09 0,00o,
78 0, 00o,
12o,
23 0,56 1, 01 0,96 1,37 2, 55 0,43 1, 30 (%) (%) (%) 2, 08 0,00 0, 70 0,00 0, 18 0,00o,
18 0,00o,
00o,
00 0, 18o,
00 0,00o,
00 0, 00 1, 07o,oo
0,00o,
11 0,00 0, 55 0,66 0,00 0,00 0,69 0, 12 0, 00o,
11o,
11 0,00 1, 57 0, 11 0,00 1,22 0,41o,oo
0,00 0,00 0,00o,
14 0,14 0, 00o,
14 0,00o,
00 0,85 0,00 0,00 0, 55o,
08o,
08 I IBijlage A
Tabel 11. Resultaten contramonsters sporen van boterzuurbacteriën.
MCS Resultaat Totaal resultaat RIKI LT % afwijkend resultaat
HCS pos neg ten opzie ht e van RIKI LT
A pos 0 0 0
41'
4
neg45
2
B pos 0 0 068'
0 neg 60 0c
pos 1 0 1 4~,2 neg44
0 D pos 0 0 0 1g,o neg 15 0Tabel
12.
/ f(Ji t slagen rond zetl<:t:J"iiSters boterzuurbacteri~
Nummer 01-89
Uitp,r··->Prd in week 50
Monster Geom. LABORATORIUM
nummer gem id. A
I
BI
D H TT
u
MPN /m l * IMPN/mll * IMPN/mll * IMPN/ml * IMPN/ml * IMPN/ml
l
*
)MPN/mlI
I I 1I
31t' 61 ,5,10,9,10 139,23 ,5,10,10,8 137,00 ,5,10,10,9,49,01 ,5,10,10,7,30,25 ,S,lO.R.7' 19,35 15,10,10,9 149,01 9 5,10,10,10 74,18 5,10,10,10 74,18 5,10,9,7 23,56 5,10,8,8 21,97 .4,1v,~,J, 6,86 5,10,10,10 74,18 6I
18,50 ,5,1Ó,l0,9 49,01 5,10,10,8 37,00 5,10,9,6 20,53 5,10,5,2 6,96 4,7,10,3 4,46 5,10,9,6 20,53 7 5,10,9,8 27,30 5,10,10,9 49,01 5,10,10,6 25,56 5,10,9,3 13,95 2,10,6,6 3,84 5,10,10,8 37,00 3 11, 64 5,10,9,6 20,53 5,10,10,6 25, 56 5,10,9,4 15,84 5,10,7,2 9, 09 5,9,6,6 8, 40 5,10,7,6 14,50 10 5,10,7,3 10,21 5,10,8,5 15,12 5,10,4,2 6,15 5,10,8,2 10,52 5,9,7,0 5,46 5,10,9,2 12,30 2 7,24 5,10,5,3 7,76 5,10,5,5 9, 66 5,10,5,3 7, 76 5,10,5,1 6,26 5,8,3,2 3,63 5,10,8,4 13,39 5 5,10,7,2 9, 09 5,9,7,2 6,55 5,10,7,4 11 '47 5,10,4,1 5,54 4,10,5,2 4,51 5,10,4,3 6,84 4I
2,94 15,10,1,0I
3. ssIs.
9. 1.o
I 2,95 1 5,8,2,2 I 3,31 ,5,6,3,0I
2,261
s.8,3,2I
3,63 ,5,10,2,0I
3,97 8 5,8,0,0 2,26 4,10,2,2 3,48 4,6,0,1 1, 51 4,9,3,1 3,01 4,6,1,3 2,00 5,10,2,1 4, 40j ____
j
___
.
____
j __
_ l
___
~_l , Sx%I
Sa% a%I
I
44,3 +36,0 44,0I
37,6 +47,8 46,2 60,7 +0, 4 51,7I
30,4 -24,8 31,7 50,8 -53,3 82,0 37,4 +41,1 32,0I
I
I
l
l
*=aantal positieve huizen bij 1,0:0,5:0,1:0,05 ml resp. 5,10,10,10 buizen per monster
c:o I-· ~ ... CJ <.Q C'D )>
Bijlage A
Tabel 13. Zuurtegraad van het vet.
Overzicht van het aantal te grote duploverschillen
in de mel krooosters per rondzending per apparaat ( n=S).
Labo rato ri um Rond zending
01-89 02-89 03-89 04-89 A app. 1 0 0 0 0 2 0 0 0 0 B app. 1 0 0 0 0 2 0 0 0 0
c
1 1 0 0 2 2 0 1 0 0 D app. 1 1 0 0 0 R 0 0 0 0Bij lage 1\
Tabel 14. Zuurtegraad van het vet.
Lab. A app. 1 2 B app. 1 2 C app. 1 2 D app. 1 RIKILT 1
Overzicht van het aantal te grote afwijkingen te opzichte
van de norm per onderzoek per apparaat.
01-89 vetmelk n=3 n=10 3 3 0 0 0 0 0 0 10 10 10 9 1 0 1 0 Rond zending 02-89 03-89 vetmelk n=3 n=10 0 0 2 0 0 0 0 0 1 2 2 0 0 0 0 0 vet n=3 0 0 0 0 0 0 0 0 melk n=10 4 8 0 0 0 0 10 0 04-89 vet n=3 0 0 0 0 0 0 0 0 melk n=10 1 1 0 0 1 1 10 0
Bijlage A
Tabel 15. Zuurtegraad van het vet.
Lab. A app. 1 2 B app. 1 2 C app. 1 2 D app. 1 RIKILT 1
Overzicht van de som van de gevonden waarden gedeeld door de som van de normwaarden berekend per rondzending per
deelnemer uitgedrukt in
%.
01-89 ve~elk n=3 n=10 89 89 100 101 102 100 100 98 86 86 90 91 103 99 102 99 Rond zending 02-89 03-89 ve~elk n=3 n=10 100 100 101 100 10199
10299
97 95 105 103 101 100 100 98 ve~elk n=3 n=10 9896
10099
102 100 102 10296
95 100 100 101 99 108 100 04-89 vet melk n=3 n=10 9999
101 101 101 99 100 99 103 103 99 99 99 98 111 100Bijlage A
Tabel 16. Resultaten rondzendmonsters zuurtegraad van het vet van 1985
t/m 1989.
Jaar Aantal te grote duplo Aantal te grote afwijkingen verschillen in
%
t.o.v. de norm in%
melk vet melk
1985 9,2 6,2 19, 5
1986 4,3 14, 1 16,4
1987 9,8 1,9 18,8
1988 1,0 4,2 20,3
Bijlag
e A
Tabel 17. Vriespunt.
Overzicht van het aantal te grote duploverschillen per
rond zending per apparaat (n=5) en het aantal te grote
afwijkingen ten opzichte van de norm (n=10).
Aantal te grote duplo Aantal te grote af1oli j kingen
Rond zending Lab. A app. 1 2 3 B app. 1 2 3 C app. 1 2 3 D app. 1 2 3 4 RIKILT Opmerking 1 n=4 2 n=9 verschillen 01-89 0 0 0 01) 0 0 0 0 0
~3)
0 0 0 3 apparaat defect 4 apparaat in revisie r9027tab t .o .v. de norm 02-89 01-89 02-89 -4) 0 -4) 0 0 0 0 0 4 0 02) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0~3)
0 0 0 1 0 3 0 0 0 0 0 1Bijlage
A
Tabel
1
8a
tzt89kgt. c
14105190
Overzicht indelingen contratonstergrafieken
KIBKGBTAL 1989 Herhaalbaarheid
CKURAAL ORGW VOOR KELKHYGIKN&
Volterlaan 7 I t t t t tt 11"11 tI t t tI I t t I . I t t tt I I tt t. t tt t t i l t t t i l t t t t t t t t t t t t l l t t tt I I • • tt I t t t t l t t t tI I t 11 tI l i l t t t t ttt
*••••
ttttt I 11 t t , , I I I I , , , t t t ••• 11 I tt t 2288 GC RIJSWIJK 2 3 4 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 • Geaiddeld-
---
-
·
---
---
---
---
--
-
---
-
---
---
..
---
--·
---
---
..
---.
---
--
---
..
-
_,---
---18 18 18 11 15 17 15 18 17 17 18 16 17 16 18 17 18 18 15 3 2 1 3 0 0 1 4 1 3 0 1 0 0 4 0 1 2 5,6 16,7 11,1 9,1 20,0 0,0 0,0 S,6 23,5 5,9 16,7 0,0 S,9 0,0 0,0 23,S 0,0 S,6 13,3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,9 0,0 0,0 0,0 2 2 2 2 2 2 2 3 2 2 1 3 10 1S 18 17 16 24 19 • Aantal onderzochte tonsters (RI •
0 2 1 3 3 • Aantal buiten lijnen (nl •
6, 7 0,0 11,8 6,3 12,5 15,8 • n in 1 van R
0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(PI • 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in \ van .N 2 2 • Indeling !!CS 1 2 2 • Indeling CO!! 426 37 8,7 2 0,5 1,44 1,48 ... ---... ---... _____ ---____ ... ---... __ ... ___ ... a ..... ---.. ___ ..... _ ... ___ t ___ .... - - - -.. __ 24 24 0 2 0,0 8,3 0 0 0,0 0,0 2 20 M M M
M M
M M M M
M
M M M M M M M M
0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 0 0 1 1 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4,2 0,0 4,2 0,0 4,2 4,2 0,0 0,0 4,2 4,2 0,0 0,0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 24 24 24 24 • Aantal onderzochte tonsters ( N 1 •
0 0 1 0 • Aantal buiten lijnen (nl •
0,0 0,0 4,2 0,0 • n in \ van R
0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(pI •0,0 0,0 0,0 0,0 • p in \ van N 1 1 • Indeling !!CS 2 1 1 • Indeling CO!! S76 1,6 0 0,0 1,04 1,04 ---.. --.. ---.. --.. ----.. ---.. ---.... ---... --... -... ---.... ---.... ---• ... ---.. -.. -.. - .... a--.... -....
---15 15 1S 15 15 15 15 15 12 15 15 1S 15 15 15 15 15 15 14 15 15 15 15 14 15 15 • Aantal onderzochte tonsters (RI •
0 1 1 0 2 0 1 2 0 1 0 0 1 0 0 2 1 2 1 0 0 1 0 0 2 0 • Aantal buiten lijnen (nl •
0,0 6,7 6,7 0,0 13,3 0,0 6,7 13,3 0,0 6,7 0,0 0,0 6,7 0,0 0,0 13,3 6,7 13,3 7,1 0,0 0,0 6,7 0,0 0,0 13,3 0,0 • n in \ van R 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in \ van N 1 1 1 2 2 2 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 • Indeling !!CS 3 1 1 1 2 1 2 1 • Indeling CO!! 385 18 4, 7 0 0,0 1,15 1,19 - - - -.. --- - - - -- - - ---... - - - -.. - - -.. - -- - - -t - - - .. - - .. - - - .. - - - -.. - - - -t------- ---26 27 23 19 23 24 13 37 15 29 0 1 2 0 1 0 22 20 27 28 22 17 26 0 19 26 25 2S 25 24 24 26 0 0 0 0 1 0 024 • Aantal onderzochte tonsters (NI • • Aantal buiten lijnen (nl •
616 19 7,7 3,7 4,3 5,3 0,0 4,2 15,4 0,0 6,7 0,0 9,1 5,0 3,7 3,6 0,0 5,9 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 4,0 0,0 0,0 0,0 8,3 • n in\ van N • 3,1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
o
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ x en >Sx 1 ( p 1 • 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p inI
vanN
•
0,0 2 1 1 2 2 2 2 • Indeling KCS 4 ' Indeling COK 1, 15 1, 15Tabel 18b
ttt89kgt. c 22105/90
Overzicht indelingen contratonstergrafieken KIEKGETAL 1989 Reproduceerbaarbeid
9ijla
a
e A
CERTRAAL ORGAAR VOOR KELKHYGIEN& Volterlaan 7 t t t tt tt tttttt ••• t t t t ••••••• t tt t •••• t t t
t.
tt t t t t t t t tt· tttt t t t t t t t t t t t t t t t I tt tt tt ••••••••••• tt tt tt t t t t t t tt t tt tttt t t t t t t t t t t t t t t t t t ttt ttt 2288 GC RIJSWIJK 2 3 4 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 2S 26 • Getiddeld .. - ... - ... - - - ... ---... --- - - - -... --- --- - t - - - - --- - -- - - -t -0 1S 617 0 OIO 14 0 1S 15 2 1 3 14,3 617 2010 0 0 0OIO OIO OIO 2 2 2 0 15 0 3 2010 617 2 3 0 15 617 0 OIO 0 14 711 1 711 2 2 1S 0 1S 2 6 1313 4010 1 1 617 617 3 3
0 1S • Aantal ondertochte tonsters (R) • 4 • Aantal buiten lijnen (n) • 2617 • n in\ van R
0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 010 • p in \ van A 3 • Indeling !!CS 1 3 • Indeling CO!! 148 24 1612 4 217 1190 2100 - - - ... - - - ... -- - - - -- -- - - -- - - -.- - - ... -... - - - - ....... - - - -t -- - - -- - - -- - - -- - -- - - - -t -15 0 15 0 1 OIO 617 0 0 OIO OIO 2 2 1S 1 617 0 OIO 15 0 1S 3 2 20,0 1313 0 0 OIO OIO 3 2 2 2 0 15 0 OIO 0 OIO 15 617 0 OIO 0 1S 1Sz
1313 3313 0 0 OIO OIO 2 3 2 31S 1S 15 • Aantal onderzochte tonsters (R) • • Aantal buiten lijnen (n) • 010 1313 2010 • n in \ van R
0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 010 010 0 I 0 • p in \ van R 2 2 • Indeling !!CS 2 2 2 • Indeling CO!! 180 20 11,1 0 OIO 1183 1167 - - - - -- -... - - -... - --- - - - --- .. - - - -- - -- - - -- - - -- -- - - -- - - -t - - - ---... . -0 15 0 15 15 0 2 3 1 1313 2010 617 0 0 0OIO OIO OIO
2 2 2 0 12 0 15 0 1S 0 15 0 0 1 0 813 0,0 OIO OIO 0 0 0 0
OIO OIO 0,0 OIO
0 15 1 617
0 OIO
15 0 14 0 1S • Aantal onderzochte tonsters (A) • 1 1 0 • Aantal buiten lijnen (n) • 61 7 711 0 1 0 • n in \ van R
0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 010 010 010 • p in \ van R • Indeling !!CS 3 • Indeling CO!! 161 10 612 0 OIO 1118 1118---·---
-
---
-
---t ______
_
____ _
1S 0 15 0 OIO OIO 0 0 0,0 OIO 1 1 0 0 15 0 15 2 617 1313 0 0 0,0 OIO 2 0 16 4 2SIO 0 OIO 2 0 0 1S 0 15 0 1S 617 617 617 0 0 0 0,0 OIO OIO 1 1 1 1 1S 15 0 OIO 617 0 0 OIO OIO 1 10 • Aantal onderzochte tonsters (R) • • Aantal buiten lijnen (n) • • n in \ van R
• Aantal paren [ I en >SI 1 (p) • • p in \ van N • Indeling !!CS 4 • Indeling CO!! 151 11 713 0 OIO 1120 1130
Tabel 18c
tzt89cgt.c 14/0S/90
Overzicht indelingen contratonstergrafieken CELGETAL 1989 Herhaalbaarheid
Bijlage A
CKNrRAAL ORGAA!i VOOR KELKHYGI&NE
Volterlaan 7 •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2288 GC RIJSWIJK 2 4 7 8 10 11 12 13 14 1S 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 I Geaiddeld ... - - - ... I ... t ... ... 18 0 18 0 15 0 15 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 1 1 1 1 17 0 0,0 0 0,0 1 1 0 18 0 0 0,0 0 0,0 16 18 0 6,3 0,0 0 0 0,0 0,0 1 1 0 18 0 15 0 0 0,0 0,0 0 0 0,0 0,0 1 1 0 15 0 0 0,0 0 0,0 16 0 0,0 0 0,0 20 1
Aantal onderzochte tonsters { N 1 1
0 1 Aantal buiten lijnen {nl •
0,0 1
n in \ van N
0 1 Aantal paren [ I en >SI
I
(p} • 0,0 1 p in\ vanY
1 Indeling !!CS 1 1 Indelinq COl! 219o,s
0 0,0 1,00 1,00 ... "' ... "" ... "" ... t ... ... "" ... "" ... I ... "" ... -24 0,0 0 0,0 24 0 0,0 0 0,0 0 24 0 0,0 0 0,0 0 24 2 8,3 0 0,0 2 2 0 24 24 0 0,0 4,2 0 0 0,0 0,0 24 0 0,0 0 0,0 24 0 0,0 0 0,0 24 0 0,0 0 0,0 0 24 24 0 0 0,0 0,0 0 0 0,0 0,0 0 24 0 0,0 0 0,0 1 1 24 4,2 0 0,0• Aantal onderzochte tonsters {N} •
1
Aantal buiten lijnen {n} 1 1 n in \ van I
1 Aantal paren [ I en >SI
I
{p) •1 p in \ van I 1 Indeling !!CS 2 1 Indeling COl! 312 4 1,3 0 0,0 1,08 1,08 - - - -t - - - -- -- - - -- - - - t---15 1S 15 1S 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 15 0 0,0 0 0,0 0 12 15 15 0,0 0,0 0,0 0 0,0 0,0 0,0 1S 1S 15 0 0 0,0 0,0 6,7 0 0 0 0,0 0,0 0,0 1 1 0 1S 15 1S 0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0,0 0,0 0,0
0 1S 14 1S 15 1 Aantal onderzochte tonsters
{RI 1
0 0 0 0 • Aantal buiten lijnen {n) • 0,0 0,0 0,0 0,0 1 n in \ van
N
0 0 0 0 1 Aantal paren [ I en >SI
I
{p) 10,0 0,0 0,0 0,0 1 p in \ van M 1 Indeling KCS 3 1 Indeling COl! 266 0,4 0 0,0 1,00 1,00 ---·---·---0 27 0 19 0 3, 7 0,0 0 0 0,0 0,0 0 24 0 0,0 0 0,0 0 37 1S 0 0,0 0,0 0 0 0,0 0,0 0 22 20 26 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0 17 1 5,9 0 0,0 1 1 19 26 25 15 2S 24 1 1 0 1 0 0 5,3 3,8 0,0 6,7 0,0 0,0 0 0 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1 1 1 1 0 26 0 0,0 0 0,0 1
Aantal onderzochte tonsters {Hl 1
• Aantal buiten lijnen {n} 1
'nin\vanR
1
Aantal paren [ I en >SI
I
(p) •1 p in \ van N 1 Indeling KCS 4 • Indeling COl! 367 5 1,4 0 0,0 1,00 l, 00
Tabel l8d
tzt89cgt.c 14/05/90Overzicht indelingen contraaonstergrafieken
CKLGKfAL 1989 Reproduceerbaarheid
Bijlage A
CKirR!AL ORGAAi VOOR KKLKHYGIKIK
Vollerlaan 7 •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2288 GC RIJSWIJK
2 3 4 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 1
Ge1iddeld ... - - - ... - - ... - ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...I ... • ... • I ... ...
0 0 0 15 0 0 0 0 15 0 15 0 0 15 0 0 0 0 14 0 15 0 0 0 0 15 1 Aantal onderzochte 1onsters (N) • 104
3 2 2 3 1 0 • Aantal buiten lijnen (D) 1 12
6,7 20,0 13,3 13,3 21,4 6, 7 0, 0 • n in \ van M t 11,5
0 0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(pi • 00,0 a,a a,a a,a o,a 0,0 a,o • p in \ van N t 0, 0
t
2 2 2 2 1 1 • Indeling IICS 1 t 1, 57
2 2 2 2 1 1 • Indeling COlt • 1,57
- - - -... - - - -t ... - ... - ---- - - · - - -
---0 15 a 15 a 15 0 15 a 15 0 0 15 a 15 a a a 0 15 15 a 0 15 15 15 • Aantal onderzochte loosters (NI • 18a 4 2 3 a 0 a 0 1 a a a 1 • Aantal buiten lijoen (o) • 11
26,7 13,3 2a,a a,o 0,0 a,a o,a 6, 7 a,a 0,0 0,0 6,7 • n in\ van X
•
6,1a a 0 0 a a 0 a a a 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(pi • 0 0,0 0,0 o,a o,a o,a a,a 0,0 0,0 a,a o,a a,a 0,0 • p in \ van R•
a,a•
•
3 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 • Indeling ltCS 2 • 1,42 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 • Indeling COH • 1,42
- - - --- ---t - - - ... - - - - --- ... - - - · - - - - ---
---a a 15 a 15 0 a a 12 0 15 0 15 a 15 a a a a 15 0 0 a 14 0 15 • Aantal onderzochte loosters (R) • 131
2 a a 0 0 a 0 0 a 1 Aantal buiten lijoen
(Dl 1
2 13,3 a,o a,o a,o 0,0 o ,a a,a a,o a I 0 • D in \ van Jl t 1, 5
0 0 a . a 0 0 a 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(PI • 00,0 o,a a,o 6,0 a,a 0,0 o,a o,a a,a • p in \ van R • 0,0
2 1 1 1 1 1 1 1 1 • Indeling ltCS 3 t
1,11
2 1 1 1 1 1 1 1 1 • Indeling COlt
•
1,11---·---·--- ---15 a 15 a 0 0 15 a a a 0 16 a 0 0 a 0 15 0 15 a 0 0 15 a • Aantal onderzochte lOOSters (NI • 1a6
2 a 1 0 a a 1 • Aantal bui ten lij oen (nl • 4
13,3 0,0 6,7 o,a 0,0 a,o 6, 7 • o in 1 van N • 3,8
0 0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 0 0,0 0,0 0,0 0,0 a,o 0,0 0,0 • p in \ van N • 0,0•
•2 1 1 1 1 1 1 • Indeling IICS 4 t 1,14
Bijlage A
Tabel
18e
m89vrp.c23/04/1990
Overzicht indelingen contraaonstergrafieken VRI&SPUNT 1989 Herhaalbaarheid
CEJfRA!L ORGAAN VOOR HELKHYGI&NE
Vollerlaan 7
t t t t t tt ... , t 1 I t t t t t t l ' t t t tt t t •• tt ••••• I t tt I tt'tttttttt • • • • • • • • • I tt IJ I I 11 IJ t t l t tI tI I tt t t . t t t t t • • • • • • • • t . . . t tI t t t I I I tI t t t t t t t tt I t t tt 1 I 2288 GC RIJSWIJK
2 4 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 • Geliddeld
---·--- ---·---18 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16 17 18 17 10 0 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte 1onsters {Hl • 96
0 0 2 6 3 2 • Aantal buiten lijnen {nl • 13
0,0 0,0 11,8 33,3 17,6 20,0 • n in ' van R
•
13,50 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
{p l • 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in \ van H•
0,0•
•1 1 1 3 2 2 • Indeling KCS 1 • 1,67
1 1 2 3 2 2 • Indeling COK
•
1,83---·----
---
---
--
-
---
·---0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte 1onsters {NI • 20
• Aantal buiten lijnen {n} •
5,0 • n in t van R t
5,0
0 • Aantal paren [ :t en >SI
I
(pj • 00,0 • p in \ van H
•
0,0•
• Indeling KCS 2
•
1, 00• Indeling COK
•
1, 00 ---·---·----1S 0 14 0 0 1S 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 14 0 0 • Aantal onderzochte 1onsters (RI • 13
0 4 0 1 1 • Aantal buiten lijnen {n} •
0,0 28,6 0,0 6,7 7,1 • n in \ van R • 8,2 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ x en >S:t
I
(pj • 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in ' van R•
0,0•
3 1 1 1 • Indeling IICS 3 • 1,40 3 1 1 1 • Indeling COK•
1,40 ---·---·----8 6 2S 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 25 24 0 26 0 • Aantal onderzochte 1onsters {Nl • 146
0 1 0 0 0 3
s
1 • Aantal buiten lijnen (n) • 10 0,0 16,7 0,0 0,0 0,0 12,0 20,8 3,8 • n in t van R•
6,8 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SII
I PI • 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in t van H•
0,0•
3 1 • Indeling KCS 4
.
1,38 2 3 1 • Indeling COK • 1,38Tabel l8f
tzt89vrp.c
23/04/1990
Overzicnt indelingen contratonstergrafieken
VRIESPU!If 1989 Reproduceerbaarneid
Bijlage A
CE!l1'RAAL ORGAA!I VOOR KELKHYGIENE Volterlaan 7
• • • • • t t •••• t t t t t t •• t t t t t t t t t t t t t t t t t t t l ' t t tt tt tt •• t ttt t ttttttt tt tt tttt ttt t t t • • • • • 11 I t t t t t t 11' 1 t t 11 t t IJ 1'111 • • t l . . . . ttt t t I l t t t t t t l ' t l ' t l ' t t t 2288 GC RIJSi1JK
3 4 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 • Geaiddeld
---·-
---·---0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte tonsters (R) • 15
4 • Aantal buiten lijnen {n) • 4
26,7 • n in 1 van R
•
26,70 • Aantal paren [ 1 en >SI
I
{p) • 00,0 • p in 1 van N • 0,0
•
•
3 • Indeling KCS 1 • 3,00
3 • Indeling COII • 3,00
---
-
---
----
---·---·---
----0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzocbte tonsters (R) • 30
3 0 • Aantal bui ten lijnen {n) • 3
20,0 0,0 • n in 1 van R
•
10,00 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
{p) • 00,0 0,0 • p in % van K
•
0,0•
2 1 • Indeling KCS 2
•
1,SO2 1 • Indeling COK
•
1,50-------*---------t ___________ _
0 lS 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14 0 0 • Aantal onderzocbte tonsters {R) • 44
0 • Aantal bui ten lijnen {n) •
6,7 0,0 0,0 • n in 1 van N
•
2,30 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 00,0 0,0 0,0 • p in 1 van N • 0,0
•
1 1 • Indeling KCS 3 • 1, 00
1 1 • Indeling COK
•
1,00---
---
---
---
---
-
-
-
---
-
---
---
----
---
---
---
-
---·---
---
-·---0 0 lS 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 15 0 0 15 0 • Aantal onderzoen te tonsters {R) • 53
0 0 3 2 • Aantal buiten lijnen {n) •
0,0 0,0 20,0 13,3 • n in ' van N • 9,4
0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >5x
I
(p) • 00,0 0,0 0,0 0,0 • p in ' van N • 0,0
•
• Indeling MCS 4
•
l,SOTabel l8g
tzt89ztg.c
14/0S/90
Overzicht indelingen contratonstergrafieken
ZUURrEGRAAD
1989 Herhaalbaarheid13ijlage A
CKRTRAAL
ORGAAN V
O
OR
MELKHYGI&NE
Volterlaan 7 • • t t. I I • • t t t I • • • • t t t I t t ••••• I t I t t • • I t • • • • t ••• tttt tt t. t t t t t tttt:ttttt • • • • • • • • • t t t t t I t . . . . t • • • • tt t t • • • • t t tI t t t t t t t t I tl'tttt1' tl'l't • • • • • • • • t 2288 GC RIJSWIJK
2 3 4 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 • Gmddeld
---
---
---
---
-
---
---·---
-
---·--
----
---0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1S 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte aonsters (RJ • 1S 0 • Aantal buiten lijnen (n) •
0,0 • n in % van N t 0,0
0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 00,0 • p in \ van R
•
0,0•
• Indeling KCS 1
•
1,00• Indeling CO!!
•
1, 00--- ---·---·---0 0 0 0 0 0 0 24 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 24 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte aonsters (N) • 72
5 1 3 • Aantal buiten lijnen (n) •
20,8 4,2 12,S • n in % van N • 12,S
0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 00,0 0,0 0,0 • p in ' van N
•
0,0•
•
3 1 2 ' Indeling KCS 2 • 2,00
3 1 2 • Indeling COK
•
2,00---·--- ---·---0 0 0 0 0 0 0 0 15 15 0 0 0 0 0 0 0 15 1S 1S 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte aonsters (H) • 75
a
0 2 2 0 • Aantal buiten lijnen (n) • 40,0 0,0 13,3 13,3 0,0 • n in \ van N
•
S,30 0 0 0 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 0 0,0c,o
0,0 0,0 0,0 • p in \ van N•
0,0•
•1 1 1 1 • Indeling KCS 3 • 1,00
1 1 1 1 • Indeling CO!!
•
1,00---·---
---·---0 0 0 0 0 0 0 0 1S 0 20 22 0 0 0 0 0 0 26 2S 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte aonsters (RJ • 108
4 0 • Aantal buiten lijnen (n) •
6,7 5,0 4,5 1S,4 0,0 • n in l van N • 6,5
0 0 0 0 0 • Aantal paren
I
I en >SII
(p) • 00,0 0,0 0,0 0,0 0,0 • p in % van N • 0,0
•
• Indeling KCS 4
.
1, 20Tabel l8h
tzt89ztg.c
14/05/90
Overzicht indelingen contraaonstergrafieken
ZUURrEGRAAD 1989 Reproduceerbaarbeid
Bijlage A
CENTRAAL ORGAAN VOOR !IELKHYGIKNK
Volterlaan 7
t t t. t t t t t t . t t tttt t t . . . ttt tt t t ••• t t tt ttttt •• I t ttttt'l' • • • • I t t tttt •• 11 t t t t t t i l ttt t ttt t tt tt t t t t t I t t t I . , t t t t t . I I tt I I tI t t ttt I tI t t tt tt tI tI t 2288 GC RIJSWIJK
2 4 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 • Getiddeld
---
-·--
---
--
---
---
---·---
---0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14 0 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte tonsters (N) • 14
0 • Aantal bui ten li
i
nell (nl • 00,0 • n in 1 van N
•
0,00 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 00,0 • p in 1 van N • 0,0
•
• Indeling HCS 1 • 1,00
• Indeling COH • 1,00
---·---·---0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 • Aantal O[lderzochte tonsters (N) • 30
0 7 • Aantal buiten lijnen (n) • 7
0,0 46,7 • n in l van N
•
23,30 0 • Aantal paren [ I e[l >SI
I
(p) • 00,0 0,0 • p in 1 van 8
•
0,0•
•
1 3 • Indeling HCS 2
•
2,001 3 • Indeling COH
•
2,00- - - .. - - - -- - - -- --- - - -.. - - - - -- - - -t --- - - --.. .
-0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte tonsters (N) • 30
4 • Aantal buiten lijnen (n) • 4
0,0 26,7 • n in % van N
•
13,30 0 • Aantal paren [ I en >SI
I
(p) • 00,3 0,0 • p in 1 van R
•
0,0t t
3 • Indeling HCS 3
•
2,00• Indeling COH
•
2,00___________________________________________________________________________________________________________________________________ t _________________________________ , ___________ _
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 • Aantal onderzochte 1onsters (N) • 15
• Aantal buiten lijnen (n) •
6,7 • n in 1 van N
.
6, 70 • Aantal paren [ I en >SI ] (p l t 0
0,0 • p in 1 van N t 0,0
•
• Indeling HCS 4 • 1, 00
0 0