• No results found

Jaaroverzicht Socialisme en Democratie 1989

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jaaroverzicht Socialisme en Democratie 1989 "

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaaroverzicht Socialisme en Democratie 1989

Artikelen Akkerboom, Broer Barning, Ton Berg,J.Th.J. van den Berg, J.Th.J. van den Bleich, Anet 8/ok/and, Hans

Boef-van der Meulen, Suus Breedveld, Willem

Brink, Gabriel van den Caste/eijn, Lo Day, A/an

Duyvensz, PI H. van Dijk/J. van Nieuwburgl W.J. van Noort/8. Ramautarsing

£1/emers, J.£.

Elzinga, D.J.IG.J. van Heiden Hartmans, Rob

Heering, Aart Heering, Aart Jonker,£.

Huitzing, An Kam, C.A. de Kam, C.A. de

Ka/ma, Paul!Marnix Krop Koch, Koen

Koch, Koen Koedijk, Paul Kossmann, E.H.

Kremer, Frits Mulder, Bertus Niphuis-Ne/1, Marry Opschoor, Hans Pels, Dick Peschar, J.L.

Peters,Jit

Ploeg, Rick van der Priemus, Hugo Roemjantsev, 0/eg Rozemond, Sam

Ruigrok, Winfried!Phili Viehoff

55-57 58-63,68 Economische groei als voorwaarde voor milieubehoud

De Europese dilemma's van de Partij van de Arbeid Ministeriele verantwoordelijkheid: 'De zweepslag voor

de ambtelijke dienst' 119-131

307-309 314-315,319 Een formatie te winnen

Wordt Europa een groot ltalie?

Vrijheid en gelijkheid. De inzichten van Richard Norman

De bedrijvige school: een nieuwe visie?

Joop den Uyl, zijn kabinet- en waarom het niet werd voortgezet

Het beschavingsideaal van Abram de Swaan Naar een Europeanisering van het buitenlands beleid Nog is Labour niet verloren

243-247,251 303-306, 332 31-35 365-369 203-205 196-202 De stroomvoorziening gestroomlijnd. Neo-corporatisme

in de energiesector 65-68

47-51 Verdeling van macht

Overheidsbedrijven en overheidsdeelnemingen in provincie en gemeente

Het fascisme en de vernieuwing van het socialisme.

98-103

De SOAP in de jaren dertig 170-177

De metamorfose van de PSI 282-287

Een vergeten jubileum: honderd jaar Internationale 382-384, 393 Een halve eeuw herorientatie. Vijftig jaar Socialisme en

Democratie (Jubileumnummer) 1-64

83-88 36-41 104-108, 116 'Profijt van de overheid': wie profiteert er eigenlijk?

Ongelijkheid van inkomens 1959-1989 Links bezuinigen

Politiek als program

De PvdA en de NAVO: de eerste vijftien jaar De PvdA en de NAVO: de jaren zestig en daarna Den Uyl bij Vrij Nederland. Een impressie Op zoek naar continu'iteit: de Jaarboeken voor het democratisch socialisme

Van plansocialist tot anti-ideoloog. Den Uyl in de jaren vijftig

Willem Banning - volksopvoeder tussen vrijzinnigheid

25-30 162-169 275-281 5-10,30 349-351 11-16, 35

en orthodoxie 335-340, 343

Demografische ontwikkelingen in Europa: wat hebben vrouwen er mee te maken?

Pleidooi voor een ecocentrische politiek Den Uyl als denker. Een erfenis in fragmenten Hoe vertellen we het meneer Van Kemenade? Over onderwijs en verdelingsvraagstukken

Decentralisatie - motieven en consequenties

Tien jaar van voorspoed en ongeluk: Mrs. Thatcher en de Britse economie

Naar een investerende overheid

Over de autoritaire modernisering en het sociaal- democratische alternatief

Nederland als deelstaat

Japan: land van eeuwigdurend conservatisme

132-135 89-94 17-24 42-46 248-251 191-195 141-145 223-231 155-161, 169 136-140

(2)

Scheffer, Paul Het pennanente symposium en het eeuwfeest 69-71, 80

Scheffer, Paul Afscheid van de verzuilde sociaal-democratie 373-381

Schippers, Fred Annoedebestrijding en de Algemene Bijstandswet 236-242 Bee

Smeets, H De verlossing van Joris en andere verhalen 341-343

Smeets, H.M.A.G. WRR -advies 'Allochtonenbeleid': bruikbaar, maar

onevenwichtig 310-313

Schrijver, Nico Kiezen voor kwaliteit, ook in het Noord-Zuidbeleid 344-348

Sterks, C.G.M. Toekomstige tekorten 316-319 BeL<

Stokkom, Bas van Citoyen versus consument. De mogelijkheden van een

republikeinse politiek 267-274 Clil

Tromp, Bart Gelijk hebben en gelijk krijgen. Bart Tromp, de

sociologie en de Partij van de Arbeid 95-97, 103

Tromp, Bart Gestolde vemieuwing 370-372, 381 Da1

Verrips, Ger Inkeer en afkeer bij Sebastian Haffner 178-182

Verrips, Ger Sloveense lente 232-235 D01

Witteveen, Tobias Leidt meer personeel tot een beter parlement? 206-212

Dre Commentaren

Barendregt, Nel Automatisch koppelen? 189 Gie

Berg, J.Th.J. van den Ruud Thatcher en Margaret van Dam 81

Fortuin, Johanna Zo kort na ... 117

Kalma, Paul 50 jaar 1 Ha1

Kalma, Paul Politieke partijen 153

Kalma, Paul Onderhandelingspartner 363 Het

Kooistra, Sander Tien jaar WOR 301

Scheffer, Paul Oud links 221 Kol

Tromp, Bart Bevrijding van het communisme? 265

De Keizer, Madelon Toekomst der vrijheid 53 Ma.

Wansink, Hans Meester mag het raam open? 333

Gedichten

Braun, Volker Het leen 252

£/shout, Ron Kleine fuga voor Paul Celan 109 Ma.

Hartmans, Stefan Het delirium der dingen: 213

Kuijper, Jan De graven van Hendrik van Veldeke en Jan van Brabant 146

Kloos, Hans Pluchebeesten 320 Per

Kosters, Onno Nohow 288

Ahmad Shamlu Uit de wond in het hart van Abal 385 Roz

Swaan, Wim Sandor Kanyadi, Op een neersuizend noteblad 183 The

Qiongliu, Vlinder Vlinder 72

Verspoor, Dolf Frederico Garcia Lorca, Norm en paradijs van de zwarten 352

Per Signalementen

Berg, J.Th.J. van den Bij het overlijden van de HRWB 289-290

Gerrits, Andre Hoe 'beheersbaar' is de perestrojka? 386-387

Hupkes, Sander Het sterk verwaterde socia1isme 253-255

Kalma, Paul Karl Mannheim 147-149

Kalma, Paul Politieke partijen 214

Kalma, Paul Het einde van het Fordisme 321-324

Peters, J.P.M. Europa na 1992: een reus op Iemen voeten? 73-74

Rehwinkel, Peter De Quay en de 'uiterste noodzaak' 354-355

Tromp, Bart Grondpolitiek 353-354

Klassieken

Akkerboom, Broer H.J. Hofstra, Socialistische belastingpolitiek 356-358

Brinkman, Maarten W. Drees, Zestig jaar levenservaring 387-389

Perry,Jos W.H.Vliegen, De dageraad der volksbevrijding 290-292

Smithuijsen, Cas E. Boekman, Overheid en Kunst in Nederland 324

Boeken

Becker, Frans L.W. Nauta en J.P. Koenis (red.), Een toekomst voor het socialisme? Theorievorming aan het eind van de

(3)

Beer, Paul de

Beuningen, Frank van Cliteur, Paul

Dam,F van Dona, Hans Drees, W.

Gier, Erik de

Hartmans, Rob Heerikhuizen, Bart van Koo/e, Wibo

Maas, P.F.

Manenschijn, G.

Perry, los Rozemond, Sam

Theeu~es, Jules

Pen op Papier

20ste eeuw; Pim Fortyn en Siep Stuurman, (red.), Socialisten in no-nonsensetijd

D. Braun, Der Niederliindische Weg in die Massen- arbeitlosigkeit ( 1973-1981 ). Eine politisch-institutionel/e Analyse;

W. Visser/R. Wijnhoven, Baan brekende politiek. De achterkant van de massa/e werkloosheid

Strobe Talbott, The master of the Game- Paul Nitze and the Nuclear Peace

W. Aalders, Revolutie en Reveil 1789-1989;

Henk Woldring, De Franse revolutie, een aktuele uitdaging

Paul Hoebink, Geven is nemen. De Nederlandse ontwikkelingshulp aan Tanzania en Sri Lanka

Marnix Krop e. a. (red.), Het negende jaarboek voor het democratisch socialisme

Jose Toirkens, Schijn en werkelijkheid van het bezuinigingsbeleid 1975-1986

Rob Neij, De organisatie van het maatschappelijk werk;

Ernest Hueting, De permanente herstructurering in het welzijnswerk

P.J. Knegtmans, Socialisme en democratie. De SDAP tussen klasse en natie ( 1929-1939)

Marnix Krop e. a. (red.), Het achtste jaarboek voor het democratisch socialisme

Ruud Vreeman, Chauffeurs, havenwerkers en industrie- arbeiders. Over vakbeweging en arbeid

R. Kooie, e. a., 40 jaar vrij en verenigd;

Marnix F. Westers, Mr D.U. Stikker en de naoorlogse reconstructie van het liberalisme in Nederland;

W.J.A. van den Berg e.a., Kopstukken van de WD;

In tweede Lezing. Drie decennia Liberaal Reveil M.A.P. Bovens, C.J.M. Schuyt en W.J. Witteveen (red.), Verantwoordelijkheid, Retoriek en Realiteit. Verantwoor- delijkheid in publiek recht, politiek en maatschappij Angenies Brandenburg, Annie Rome in-Verschoor 1895-1978. 1. Leven en werk. 11. Noten en Commentaar Wim Knulst, Van vaudeville tot video

Paul de Beer, Werkloos toezien? Drie scenario's van de arbeidsmarkt

74-76

260-263 293-294

255-260 326-328 328-332 215-219

389-391 360-362 294-296 219-220

184-188

358-360 110-113 391-393 149-152 76-80, 113-116

(4)

> ---

50 jaar

'Zover moest de breuk met het verleden gaan, dat zelfs de naam van De Socialistische Gids verdwijnt. Vol- gens mijn weten is dit in de geschiedenis van het Ne- derlandse tijdschriftwezen iets ongehoords. Een tijd- schrift van bijna een kwart eeuw ( ... ) wordt met een pennestreek vernietigd.'

Niet iedereen was vijftig jaar geleden even ingenomen met het nieuwe tijdschrift Socialisme en Democratie.

W.A. Bonger, redactiesecretaris sinds jaar en dag van

De Socialistische Gids, het theoretisch tijdschrift van de SDAP waarvoor SenD in de plaats kwam, gaf in het laatste nummer (december 1938) Iucht aan zijn veront- waardiging. Hij voelde zich in de steek gelaten door de Ieiding van de SDAP, die de 'vernieuwing' van de par- tij die toen gaande was, ook in een wisseling van tijd- schriften tot uitdrukking wilde brengen. SenD begon met een geheel vernieuwde redactie, bestaande uit W.

Banning, H. Brugmans en J. van Gelderen.

Het is hier niet de plaats om op de geschiedenis van ons blad, dat inmiddels een (onafhankelijk) maandblad van de Wiardi Beckman Stichting is geworden, in te gaan. Dat zal in de loop van het jaar gebeuren, in een daaraan geheel gewijd nummer. De redactie volstaat met op te merken dat zij aan de 'de verdediging, ver- breding, verdieping en uitwerking der democratisch- socialistische gedachte' (SenD, januari 1939) hoopt bij te dragen door het maken van een onafhankelijk, gedegen en 1eesbaar blad. Of we daarin slagen, zal me- de af te lezen zijn aan de kring van lezers die het blad aan zich zal weten te binden.

Het vijftigjaar jubileum wordt ingezet met een num- mer ter herinnering aan Joop den Uyl, die precies veer- tig jaar geleden directeur van de Wiardi Beckman Stichting werd. Uitgangspunt bij het redigeren van dit nummer is geweest, het werk van Den Uyl en de erfenis die hij nalaat, op hun waarde te schatten. Met wat meer afstand dan direct na zijn dood, eind 1987, mo- gelijk was; soms kritisch; maar nooit zonder het besef dat de sociaal-democratie een groot verlies geleden heeft. (pk)

soclallsme en democralle nummerl

januarl1989

(5)

sodallsme en democratie nummer 1

januarl1989

!/

2

In:

Volg groo zijn 1 litiek Het heef1 mag goed he de Dat forrr staat In d1 henc Maa plaa Toe1 dod Den nen van gens die 1

kuru goec Oro moe

en~

het1 mac het1 Ma;

mili hou

VOO

thee a an dert vee) ord derl voo ling stru gra1 Grc voo 'Ik hag gol1 Ro1 psy bra

(6)

Inleiding

Volgens sommigen was J.M. den Uyl niet aileen een groot staatsman, maar vond hij bovendien nauwelijks zijn gelijke als economist, als literatuurkenner, als po- litick denker en als edel mens.

Het is de vraag of men aan iemand die zijn roeping heeft gezocht in de politick wei zoveel hoedanigheden mag toewensen. Alles bij elkaar is het wat vee! van het goede en gelukkig was Den Uyl een man midden in de hedendaagse vraktijk en geen klassiek universalist.

Dat hij uitgroeide tot een politicus van uitzonderlijk formaat is vrijwel onomstreden. Ook de allure van een staatsman op hoogtijdagen wordt hem niet ontzegd.

In dit verband duikt telkens de even waardige als be- hendige afwikkeling van de Lockheed-affaire op.

Maar een socialistisch premier is niet in de eerste plaats ingehuurd om het Koninklijk Huis te bestieren.

Toevallig trok deze zaak vee! aandacht en camera's, doch als voorzitter van een vijfpartijen coalitie heeft Den Uyl nog heel wat vaker zijn staatsmanschap kun- nen bewijzen, door aanwending achter de schermen van zijn grondige dossier- en mensenkennis. Overi- gens denkt men bij een staatsman al gauw aan iemand die meent het zonder dialoog met de samenleving te kunnen stellen. In die zin was Den Uyl daarvan het goede tegendeel.

Groot econoom? Zonder twijfel kon hij schijnbaar moeiteloos inzichten uit aile windstreken verwerken en produceerde hij terloops in het gesprek, wanneer het zo uitkwarn, uit het hoofd hele cijferreeksen uit de macro-economische verkenningen van een land dat het onze tot relevant vergelijkingsobject kon strekken.

Maar bij voorbeeld met de consequenties van het leef- milieu voor het waardenspectrum van de staatshuis- houding was hij niet zo voorlijk. En hoewel hij ooit voor de studie in de economic in plaats van voor de theologie had gekozen om dienstbaar te kunnen zijn aan het vermijden van een her haling van de crisisjaren dertig, hoorde men hem in de jaren tachtig opvallend vee! vaker over veiligheidsbeleid en politieke wereld- ordening, terreinen waar hij slechts beperkt was on- derlegd, mede door gebrek aan echte belangstelling voor de grondslagen daarvan. Ook heeft hij de uithol- ling van zowel het socialistische als het nationale in- strumentarium door een ongestuurde Europese inte- gratie ten enenmale onderschat.

Groot literatuurkenner? In zijn liefde en aandacht voor de Jetteren was Den Uyl toch uitermate selectief.

'lk heb geen gestel voor spleen', zei hij in het Onbe- hagen-nummer van De Gids in 1967. Maar hetzelfde gold, dunkt me, voor romantiek, voor wat Henriette Roland Holst 'natuurverrukking' noemde en voor de psychologiserende roman. Dan vallen al wei hele brokken weg. 'Gedichten waren voor Joop den Uyl

wapenen', heeft Jacques Wallage opgemerkt. Als we dat Jaatste woord niet te nauw opvatten, is dit treffend uitgedrukt. Literatuur was een schild tegen berusting en vervlakking en een zoeklicht op wat ten diepste bestrijding verdient. Maar graag ook gebruikte hij zijn citaten, a! naargelang het gehoor varierend van het Oude Testament tot Brecht, voor versteviging van zijn positie in een actuele discussie.

Groot politiek denker? Dan even we! niet in de zin van een systeembouwer: in menig opzicht was hij door de tijd heen zelfs weinig consistent. Er zijn trouwens niet zo vee! grote denkers die zichzelf steeds trouw bleven en waar dit wei opgaat wijst het dikwijls op verstarring en oogkleppen. Bij een politicus op het voorste plan moeten we op onveranderlijkheid niet eens willen ho- pen.

Een hoogstaand mens? Ja, maar Den Uyls bezeten- heid van zijn taak in staat en samenleving liet hem doorgaans onvoldoende ruimte om vriendschap en persoonlijke zorgvuldigheid te cultiveren buiten zijn door het gezinsleven en door de politick van de dag be- paalde gezichtskring. En in het harde gevecht om in- vloed en gelijk was hij allerminst wars van slimme stre- ken en demagogic. Vooral wanneer laatstgenoemd middel met een vleugje humor werd aangelengd liet overigens zijn gehoor zich bij vol bewustzijn willig in- pakken. Zo ook toen Den Uyl tijdens de formatie van 1973 voor de partijraad verscheen met de biecht: 'lk heb uw mandaat voor de witte rand aan een kabinet overschreden: bij 'enkele' confessionele ministers denkt men aan twee of drie, misschien nog aan vier, hooguit aan vijf, maar niet aan zes.'

Vee! is geschreven over zijn gebrek aan moed om op beslissende momenten knopen door te hakken en een koers te forceren tegen kortzichtige weerstanden uit de partij in. Als dieptepunt wordt dan aangedragen dat hij in oktober 1977 het liet afweten toen de partijraad, maandenlang dronken gevoerd met overspannen ver- wachtingen, de greep naar het maximaal haalbare niet op een achternamiddag kon meemaken. Hij had, zo horen we eindeloos herhalen, toen het machtswoord moeten spreken, dus dreigen niet aileen het bijltje van het formateurschap, maar ook de politieke scepter er- bij neer te gooien. Hoewel het verloop van die episode altijd nog op een onbevangen geschiedschrijver wacht, was naar mijn waarneming een dergelijk machtswoord in die beruchte zitting te Utrecht niet eens nodig geweest. Een klemmend beroep, direct na de pauze voor gewestelijk delegatieberaad, om het eindoordeel een paar dagen uit te stellen teneinde de kruitdamp op te Iaten trekken, was door afgevaardig- den op de meer realistische vleugel, die nu afgingen op haastig bij elkaar gegraaide avondbladen, als een

S. Rozemond

Adjunct-directeur van het Nederlands lnstituut voor Internationale Betrekkingen 'Ciingendael'; voorzitter van de redactie van SenD

socialisme en democratle nummer 1

3 januari 1989

(7)

socialisme en democratie nummer 1

januarl 1989

hoogst welkome uitweg gezien. Zelfs iemand als de huidige FNV-voorzitter behoorde, zoals ruim een week later bij de stemming over een harde, door hem mee ondertekende congresmotie bleek, a1 duidelijk tot de kleine minderheid. In dit geval geen gebrek aan moed, naar mijn smaak, maar wei een kapitale fout in het taxeren van de gemoederen in het gei'mproviseerde onderkomen van een schimmige theaterzaal. Of een andere uitkomst van die formatie op termijn vee! had uitgemaakt is een kwestie apart: niemand weet hoe het de Partij van de Arbeid dan zou zijn vergaan in de 'conservatieve tegenstroom', waarover Den Uyl al binnenskamers in diezelfde weken sprak.

Laten we Joop den Uyl niet proberen te idealiseren: ai- leen al in zijn opvattingen op hoofdpunten moet hij meermalen hebben misgetast: 6fwel in de jaren vijftig met zijn virulente aanvallen op het kernwapenstand- punt van de Labourrebel A neurin Bevan en in de jaren zestig met zijn wat overdreven nadruk op 'autobezit en goedkope cruises naar Amerika voor iedereen' Of- wei in zijn latere bekering tot het verregaand relative- ren van afschrikking en onbegrensde groei.

Nog vee! minder echter dan voor idealisering is er re- den Den Uyl bij te zetten als een welbespraakte partij- politicus en handige bedrijver van het spel om de kie- zersgunst. In kardinale lijnen was hij wei degelijk con- sistent. Altijd heeft hij de mate van ideeel onderschei- dingsvermogen als een belangrijker middel tegen ex- terne dreiging aangemerkt dan aantallen wapens.

Voorzover bij velen dit onderscheidingsvermogen juist dreigt te slink en evenredig aan de toename van de militaire tegenkracht, gold dit niet voor hem. Het ge- vaar van elke ideo Iogie als verlokking om gemene zaak te maken met stromingen die groots en meeslepend het humane handwerk minachten is hij zijn Ieven lang on- vermoeibaar blijven signaleren en bekampen.

Het democratisch keurslijf heeft hij steeds met ere ge- dragen. Vandaar ook zijn weerzin tegen zogenaamde machtswoorden, nog afgezien van zijn vrees voor no- deloze scheuring. Wie rijk gezegend is met de gaven

4

van de taal en het scherpe verstand moest in zijn kijk tot het einde toe argumenteren en anderen infecteren met bezieling en met geloof in de politiek van het uiterst bereikbare. Het streven de voornaamste keuze- vragen tot in de kern bloot te leggen en vervolgens zo- veel mogelijk mensen in de afweging te betrekken, het onomwonden overredingsproces, behoorde voor hem tot het wezen van de staatkundige besluitvorming.

Geen zwaarder verwijt aan het adres van tegenspelers klonk uit zijn mond dan dat zij de politiek zelf ver- dacht maakten.

Diepgang in theorie en cultuur was voor Den Uyl toch heel wat meer dan een opportuun wapen voor elk ogenblik. Dat tonen wei zijn sublieme bijdragen aan de publieke gedachtenwisseling, ook mi. zijn terugtre- den als politiek Ieider. In deze nieuwe, of voor hem juist oude en vertrouwde, rolleek nog een vruchtbare toekomst weggelegd. Men leze er aileen al maar zijn laatste, deels postume geschriften op na: een sterk po- lemische waarschuwing tegen overmatige pretenties van de bestuurskunde, een weergaloos opstel over cul- tuurbeleid ... 1

Ook in decennia van onvoorstelbare activiteit was Den Uyl bij uitstek een animator gebleven van het politieke debat op het hoogste intellectuele niveau. Toch be- waarde hij nog pijlen in zijn koker, omdat de positie van ministerieel en parlementair voorman nu eenmaal beperkingen oplegde. Hij was bereid de intellectuele boog opnieuw te spannen. Zijn rijke ervaring en het vermogen telkens weer diep door te dringen in de worsteling om de tijdgeest brengen mij ertoe met over- tuiging dit nummer van SenD te open en met de mach- teloze these dat Joop den Uyl, bezien vanuit de doelstelling van dit blad, te vroeg uit ons aller midden is weggerukt.

No ten

I. In: Acta Politico 1987-4 en in: A.M. Bevers e.a. In ons diaconale land (Amsterdam 1988).

De

Enkel 1945, den CJ deh01 H.M.

vroeg over c voeds Die g een Ia De st eensd rig ve lands1 ciaal venst1 zi)l, k kertij1 verpli Dreej uit he de be·

voorr

w. s

Stiehl teur 1 redac W.F.

ad vis demr tijdje veel2 kaar gen p die~

verei opste Dat binn•

nade toev1 vend een r nis, 1

een ~

bel at Den mee(

voor eerst die k Als I land

(8)

k h :t :-

,_

·s

ih ik n :- :n ·e

n

)-

:s II-

m ce

e -

a e

at le et de lr- h- je en

ns

Den Uyl bij Vrij Nederland. Een impressie

Enkele maanden na de bevrijding, in de zomer van 1945, werd de jonge Parool-journa!ist J.M. (loop) den Uyl, benaderd door een gerenommeerde collega, de hoofdredacteur van het weekblad Vrij Nederland, H.M. (Henk) van Randwijk. De oud-verzetsman vroeg hem om voor zijn blad een artikel te schrijven over de havenstakingen die op dat moment het naar voedsel hunkerende Nederland in hun ban hielden.

Die gebeurtenissen bleken de redactie van VN voor een lastig probleem te stellen.

De stakingen, zo werd er geredeneerd, konden wei eens de voorbode blijken te zijn van de door VN zo vu- rig verlangde politieke radicalisering van het Neder- landse volk, die een voorwaarde was om tot een so- ciaal rechtvaardiger samenleving te komen. De ha- venstakers en vooral hun aanvoerder, Berend Blok- zi}l, konden daarom op sympathie rekenen. Tegelij- kertijd echter voelde de VN-redactie zich ook verplicht aan de progressieve regering-Schermerhorn- Drees, die de stakingen ontoelaatbaar had verklaard uit het oogpunt van de nationale wederopbouw. Met de beide socialistische regeringsleiders onderhield het voormalige verzetsblad goede betrekkingen. Premier W. Schermerhorn had zitting in het bestuur van de Stichting Vrij Nederland en hij rekende hoofdredac- teur Van Randwijk tot zijn politieke raadgevers. De redacteur 'sociale rubriek' bij VN, de ambtenaar W.F. de Gaay Fortman, was inzake de stakingen de adviseur van minister W. Drees. Minister Hein Vos, de man van het Plan van de Arbeid, was zelfs nog een tijdje rubriekredacteur bij het weekblad. Er was VN vee! aan gelegen om de beide strijdende partijen tot el- kaar te brengen (er vonden zelfs geheime bemiddelin- gen plaats) en zo een vreedzame oplossing te bereiken die het vernieuwingsproces niet zou verstoren. Dat verei te ook in journalistiek opzicht een voorzichtige opstelling.

Dat Van Randwijk, die nog steeds geen redacteur- binnenland tot zijn beschikking had, Joop den Uyl be- naderde voor die dans op het slappe koord, was niet toevallig. Ze waren geen vreemden voor elkaar en bo- vendien hadden ze wei het een en ander gemeen, zoals een middenstandsafkomst, een grote dorst naar ken- nis, een soms visionaire blik, sterke gedrevenheid en een grote sociale bewogenheid. Maar er was nog een belangrijker overeenkomst. Zowel Van Randwijk als Den Uyl hadden zich losgemaakt van hun gerefor- meerde afkomst en hadden tijdens de oorlog definitief voor het socialisme gekozen. In zekere zin was hun eerste ontmoeting in oktober 1944, een uitvloeisel van die keuze.

Als hoofdredacteur van het illegale blad Vrij Neder- land en als belangrijk vertegenwoordiger van de linker

sectie van de illegaliteit, knoopte Van Randwijk tegen het einde van de oorlog gesprekken aan met geestver- wanten over een mogelijke samenwerking. Hij had na- melijk grootse plannen met Vrij Nederland. In een na de bevrijding uitgegeven beginselverklaring, waarin werd teruggegrepen op formuleringen uit de oorlog, liet VN weten dat het zijn taak na de bevrijding niet beeindigd achtte. Na de oorlog zou ook de vrede ge- wonnen moeten worden. Als ondergronds blad stond

VN niet aileen in het teken van 'negatief' maar ook van 'positief verzet'. De oorlog werd opgevat als een soort katharsis die de weg kon vrij maken voor een al- lesomvattende vernieuwing van een samenleving, waarvan a! in de jaren twintig en dertig de tekortko- mingen waren gebleken. Met 'het sociale debacle van de moedejaren na 1918' als waarschuwend teken voor ogen, wilde VN die vernieuwing verdedigen. Als 'werkgemeenschap', die werd ondersteund door een weekblad, een uitgeverij, een vormingscentrum en een sociale dienst, zag VNvoor zichzelf 'een nieuwe en on- afwijsbare taak' naast de nieuw te vormen politieke partijen. Die taak lag 'in de opvoeding tot kennis en verantwoordelijkheidsbesef, die beide voorwaarden zijn voor een waarlijk democratisch bestel.'

Uiteraard was zo'n streven niet mogelijk zonder het hanteren van bepaalde normen en principes, maar VN, dat 'het gesprek' als een van de wezenlijke bestanddelen van zijn werk beschouwde, wilde zich slechts binden in 'het uitgangspunt en de gezindheid'.

VN was democratisch, anti-liberalistisch en anti- kapitalistisch, maar verzette zich ook tegen elke vorm van totalitarisme. Regulering van produktie en con- sumptie was noodzakelijk, maar dat mocht niet ten koste gaan van de 'creatieve persoonlijkheid' en haar rol in het geestelijk en maatschappelijk Ieven. 1 In het najaar van 1944 sprak Van Randwijk over deze ideeen tijdens een bijeenkomst met een groepje men- sen dat zich aanduidde als 'De Nieuwe Vrijheid'- groep. De naam van die groep was ontleend aan de ti- tel van het illegale blad dat een paar keer werd uitgege- ven en die op zijn beurt weer was gelnspireerd door de titel van het hoek van J. de Kadt, Het fascisme en de nieuwe vrijheid. De 'politieke studiegroep' bestond dan ook voor een belangrijk dee! uit oude !eden van de groep rond De Nieuwe Kern, het vooroorlogse blad van J. de Kadt enS. Tas. Joop den Uyl, op wie het boek van De Kadt een grote invloed had uitgeoefend, was door de uitgever Geert van Oorschot in deze sociaal-democratische gesprekskring terechtgeko- men. In het gezelschap, waarin vooral werd gediscus- sieerd over de noodzaak van politieke hervormingen na de oorlog en de positie van de arbeider, begon Den Uyl a! snel een belangrijke rol te spelen. Samen met de

Paul Koedijk Journalist

socialisme en democratie nummerl

5 januari 1989

(9)

soclalisme en democratie nummer 1

januari 1989

advokaat J. van der Hoeven stelde hij enkele concept- programma's op. Na een ruzie binnen de groep nam hij met Sal de Tas redactie van De Nieuwe Vrijheid over. Bovendien hielp hij mee met de uitgave van een drietal door Tas geschreven brochures. Een daarvan bevatte vermoedelijk de neerslag van de gesprekken met Van Randwijk. In De politieke taak der illegale beweging werd gepleit voor de organisatie van een sociaal-vooruitstrevende beweging, waarin na de oor- log alle illegale strijders opgenomen zouden zijn en waarin voor Vrij Nederland en Het Parool, als oudste en grootste progressieve groepen, een toonaangeven- de rol was weggelegd. 2

De entree bij VN

Doordat Den Uyl de VN-denkbeelden had leren ken- nen en waarderen, voelde hij in de zomer van 1945 goed aan voor welk dilemma Van Randwijk en zijn re- dactie waren gesteld door de havenstakingen. Het zo nadrukkelijk beleden gesprekskarakter mocht door de lezers niet worden uitgelegd als vrijblijvendheid of besluiteloosheid. Anderzijds zou een al te duidelijk partij kiezen de geloofwaardigheid van VN als discus- sieplatform ondergraven. Den Uyl besloot de uitda- ging die Van Randwijk hem bood aan te nemen. Ver- volgens schreef hij een artikel dat in VN van 25 augus- tus 1945 werd geplaatst onder de droge titel 'Notities bij een staking'. Daarin vroeg hij zijn lezers om 'be- scheiden' te oordelen over de staking (en ook niet ai- leen naar het rommelen van hun maag te luisteren) en begrip op te brengen voor het gebrek aan vertrouwen bij de in het verleden zo vaak bedrogen havenarbei- ders. Hun overheersende motief was 'het verlangen naar betere toestanden' en niet, zoals wei werd be- weerd, arbeidschuwheid of communistische agitatie.

Den Uyl wees de regering daarom op de 'speciale ver- antwoordelijkheid' die zij droeg bij het wegnemen van 'de spanningen tussen onder-en bovenbouw'. 3 Tege- lijkertijd citeerde hij instemmend Schermerhorn, die de eisen van de stakers redelijk en billijk had ge- noemd. De redactie van Vrij Nederland had aanlei- ding om tevreden te zijn.

Misschien dat zijn bijdrage ook als lakmoesproef be- doeld was geweest, maar in ieder geval werd Den Uyl kort daarop gevraagd om bij VN de vacature van redacteur-binnenland te komen vervullen. Dat was precies waar hij op had aangestuurd, herinnerde zijn vriend Milo Anstadt zich later, maar volgens Den Uyl zelf was hij pas na enig aandringen voor het verzoek gezwicht. Van Randwijk had hem gezegd dat hij als commentarierend journalist beter op zijn plaats was bij een weekblad. Maar hij hanteerde ook prozalscher argumenten. Naast een forse salarisvooruitgang kreeg Den Uyl ook de prositie van adjunct-hoofdredacteur aangeboden. 4 In oktober 1945 verliet Den Uyl Het Pa- rool, waar hij slechts enkele maanden gewerkt had, en maakte hij, zesentwintig jaar oud, zijn entree op de

VN-burelen.

Het pand Keizersgracht 604 waar de VN-organisatie huisde, gonsde in die eerste naoorlogse jaren van poli- tieke, sociale en culturele activiteiten. Talloze organi-

6

saties, zoals het Comite voor Actieve Democratie, de Perhimpoenan Indonesia (de lndonesische studenten- vereniging) en, wat later, het Sociaal Democratisch Centrum (de georganiseerde linkse stroming binnen de nieuwe Partij van de Arbeid), vonden er voor kor- tere oflangere tijd onderdak. De grote zaal in het pand werd regelmatig verhuurd aan politieke partijen en be- wegingen, zoals het Humanistisch Verbond, dat er zijn oprichtingsvergadering hield (initiatiefnemer Jaap van Praag was redacteur bij VN). 's Avonds or- ganiseerde het VN-vormingscentrum, dat werd geleid door de radicale dominee Frits Kuiper, discussies over belangrijke onderwerpen of kon er genoten worden van toneel, muziek en literatuur (zoals een poezie- avond met Henriette Roland-Holst). Gerenommeerde binnen- en buitenlandse bezoekers, politici, kunste- naars, professoren en journalisten kwamen regelma- tig over de vloer.

In die fascinerende en stimulerende omgeving voelde Den Uyl zich al snel thuis, al kreeg hij niet vee! tijd om van alles te genieten. Hoewel Van Randwijk in belang- rijke mate het gezicht van VNbleef bepalen door zijn hoofdartikelen, ontwikkelde Den Uyl zich binnen korte tijd tot de spil waaromheen het blad dagelijks draaide. De hoofdredacteur was vaak op reis en bo- vendien beg on de rusteloze geest van Van Randwij k al snel naar nieuwe uitdagingen om te zien. Steeds meer werk kwam neer op de schouders van Den Uyl. Na ver- loop van tijd ging hij de dagelijkse redactievergaderin- gen leiden en kreeg hij ook de zorg voor eindredactie en opmaak. Daarnaast ging hij -zich vanaf einde 1946 bemoeien met de uitgave van het blad Atoom (een ini- tiatief van Van Randwijk na zijn ontmoeting in Ame- rika met enkele kritische kerngeleerden). In 1947 werd Den Uyl bovendien belast met het verschaffen van ko- pij voor een ander VN-project, het blad Opbouw- Pembinaan, een in Indonesie verschijnend tijdschrift dat was ontstaan uit een samenwerking van VN met progressieve Nederlanders en Republikeinse Indone- siers.

De toenemende hoeveelheid werk en verantwoorde- lijkheid ging echter ook gepaard met een groeiende rol van Den Uyl op inhoudelijk terrein. Als adjunct- hoofdredacteur moest hij bovendien steeds vaker het gezicht naar buiten van VN vertegenwoordigen. Zo kreeg hij al snel een belangrijk aandeel in de gesprek- ken over een mogelijke samenwerking tussen Vrij Ne- derland en de Nederlandse Yolks Beweging (NVB).

De Nederlandse Volks Beweging

Het thema samenwerking had eind 1945 voor het eerst tot een gesprek geleid tussen VN en NVB, maar de noodzaak werd vooral gevoeld na het ontstaan van de Partij van de Arbeid, die de verwezenlijking van een van de hoofddoelen van de NVB betekende. Na dat succes wilde de NVB zich net als Vrij Nederland gaan toeleggen op de volksopvoeding. Om verspilling van energie tegen te gaan en de 'fighting spirit' te verster- ken was overleg nodig. De 'geestelijke en politieke conjunctuur in Nederland' verdroeg zich niet met het voortbestaan van twee 'zozeer gelijksoortige publici- teitscentra', zo werd geconcludeerd in een vertrouwe-

lijk res

Rand~

De ges grotea sonalis VNde den. Z ties als Uyl m

malig~

redact

lisme~

eindel1

duide~

gold~

'die al wing(

augus·

sum v eenko1 nog e1 dat d~

in het Volge

genst~

dien • 'datn len,(<

denki demo

VOOrl\

digin1 voor 1 waaq stem<

verlo strijd een

9

heid' omwi bela~

huive het n DeP

~e"i

gmg~

beid, gedat wevt eind same hoot spro1 Fran heq bese·

heid Den deni kom

wez~

(10)

de :n- ch .en Jr- nd Je-

er 1er or- eid ver len :ie- :de :te- na- Ide om ng- :ijn 1en jks bo- k al ,eer 1er- rin- ctie 946 ini- me-

·erd ko- uw- trift met me- rde- :rol net-

bet Zo rek- Ne- ).

:erst r de n de een dat

~a an van ster-

ieke

t het

>lici- Jwe-

lijk resume dat was opgesteld door H. Brugmans, Van Randwijk en Den Uyl.5

De gesprekken werden evenwel bemoeilijkt door de grate argwaan die er bij VNbestond tegenover het per- sonalistisch socialisme van de NVB. Vooral daarin zag

VN de wezenlijke verschillen met de eigen denkbeel- den. Zowel in de gesprekken tussen de beide organisa- ties als intern hij VN kwam dat naar voren. Ook Den Uyl moest daarin kleur hekennen. Volgens zijn toen- malige collega B. W. Schaper, was de adjunct-hoofd- redacteur minder gereserveerd tegenover het persona- lisme dan Van Randwijk en hijzelf. 6 Maar het was uit- eindelijk Den Uyl die de bij VN levende bezwaren het duidelijkst onder woorden hracht. In algemene zin gold dat hezwaar vooral een personalistische filosofie 'die aile kenmerken van een gesloten Jevensbeschou- wing draagt', zo liet Den Uyl tijdens een hespreking in augustus 1946 aan het NVB-hestuurslid G. van Wal- sum weten. 7 Mogelijk naar aanleiding van deze bij- eenkomst stelde Den Uyl zijn hezwaren en die van VN nog eens uitgehreid en expliciet op schrift in een stuk dat door de historicus Jan Bank werd teruggevonden in het NVB-archief.

Volgens Den Uyl riep het personalisme een te grote te- genstelling op met de socialistische traditie. Boven- dien appelleerde het aan een vitalistisch levensgevoel 'dat meer waarde hecht aan person en dan aan beginse- Jen, (dat) het Ieven hoven de Jeer en de daad hoven het denken stelt.' Daarin school het gevaar van een anti- democratische tendens, die ondermeer bleek uit het voorstel om bevoegdheden van de volksvertegenwoor- diging naar de regering te schuiven (een gevaar waar- voor in VN vooral door Den Uyl regelmatig werd ge- waarschuwd). Den Uyls grootste hezwaar, en daarin stemde hij overeen met Van Randwijk, gold echter de verloochening van het begrip arheider en arheiders- strijd. De NVB heschouwde klassenstrijd immers als een op te heffen antithese op de weg naar 'volkseen- heid'. 8 Een dergelijke geforceerd streven van 'eenheid omwille van de eenheid', met voorbijgaan aan reele belangentegenstellingen, maakte VN erg huiverig. Die huiver was uiteindelijk een van de oorzaken waardoor het nooit tot een fusie tussen VN en NVB kwam.

De P:utij van de Arbeid

De wat aarzelende gevoelens van VN jegens de NVB gingen voor een dee! ook over op de Partij van deAr- beid, die immers sterk doortrokken was van het NVB- gedachtengoed. Toch werd de oprichting van de nieu- we volkspartij met instemming begroet. Den Uyl, die eind 1945 al met enige zorg restauratieve trekken in de samenleving signaleerde, sprak van een novum en een hoopvol teken. De nieuwe partij kon, als zij de oor- spronkelijke doelstelling van de liherale partij uit de Franse Revolutie weer opvatte, een 'nuttige functie' in het politieke Ieven vervullen, 'met een nieuw sociaal besef wakend tegen het opofferen van geestelijke vrij- heid aan materiele gelijkheid.'9

Den Uyl formuleerde ook de verhouding tussen VN en de nieuwe partij: 'Vrij Nederland hegroet de totstand- koming van de nieuwe partij als de gedeeltelijke ver- wezenlijking van een van de idealen, waarvoor het na

de hevrijding zijn werk tijdens de bezetting heeft voortgezet', schreef hij in VN van 16 fehruari 1946.

Maar, zo hield hij zijn lezers voor, het zou onjuist zijn om VN als een groepering hinnen de PvdA te beschou- wen (zoals Het Paroo/ wei deed, PK). Voor de verwe- zenlijking van de eigen volkspedagogische taak was het nuttig 'dat wij voortdurend deze distantie tot de politiek (het terrein van de machtsvorming) bewaren'.

VNwas volgens Den Uyl 'bij uitstek aangewezen ( ... ) om na te gaan in hoeverre de principiele doorbraak, waarvan de Partij van de Arbeid het resultaat is, wer- kelijk geslaagd mag heten' .1o

Den Uyl verwoordde in zijn artikel de consensus bij VN zoals die tot stand was gekomen na een eind janua- ri 1946 gehouden interne discussie, waartoe de Ieider van het vormingscentrum, Frits Kuiper, het initiatief had genomen. Bij die gelegenheid waren natuurlijk ook wei onderlinge verschillen aan het Iicht gekomen.

De gewone lezer kon dat bij het lezen constateren, want terwijl Den Uyl zijn artikel de titel 'Na de door- braak' meegaf, zette B.W. Schaper (die eveneens, zij het voor korte tijd, adjunct-hoofdredacteur was), bo- ven zijn beschouwing de titel 'De grote doorbraak?'. 11 Ook Den Uyl had wei enige kritische kanttekeningen geplaatst (ondermeer dat groepen ter linkerzijde van de oude SDAP buiten het overleg waren gehouden, waardoor het meest klassebewuste dee! van de arhei- ders buiten de partij zou blijven), maar hij stelde zich toch iets terughoudender op dan Schaper, die al snel secretaris werd van het Sociaal Democratisch Cen- trum. Voor zover bekend was Den Uyl daarvan geen lid, alhoewel hij zijn naam wei eens onder een oproep van het Centrum inzake Indonesie heeft gezet. Val- gens Milo Anstandt, die door Den Uyl bij VNwas ge- haald, trad zijn vriend voorzichtig op hij het zich ver- werven van 'een zekere linkse signatuur' .12 Van Rand- wijk was, in tegenstelling tot Schaper en Den Uyl zelfs geen lid van de partij geworden en zo gold Den Uyl binnen het hoofdredactionele trio als de grootste sym- pathisant van de PvdA, hetgeen hem tot voorwerp van goedmoedige spot maakte na de teleurstellende ver- kiezingen van 1946.

Den Uyl had die verkiezingen, de eerste na de oorlog, opgevat als in wezen een keuze tussen 'vrije en geleide economie, tussen een door de staat geleid welvaarts- plan en een nieuwe paging met particulier initiatief en de vrije organisatie'. 13 Na het bekend worden van de uitslag moest hij erkennen dat door het falen van de PvdA de doorbraak vrijwel mislukt was en er niet aan een coalitie-regering zou zijn te ontkomen. Ondanks dat daardoor een 'machteloze compromissenpolitiek' dreigde, leek hij geen voorstander van een oppositie- rol voor de PvdA. De vraagstukken die dienden te worden opgelost waren daarvoor te ingrijpend en, zo had iedereen kunnen merken, de les van de Engelse politiek was 'dat een oppositie minder invloed uitoe- fent, naarmate de te behandelen vraagstukken dieper ingrijpen'. In een coalitiekabinet zou de PvdA echter wei dienen vast te houden aan een aantal door Den Uyl geformuleerde beginselen, zoals een blijvende geleide economie, herziening en uithouw van de sociale verze-

sociallsme en democratie nummerl

7 januari 1989

(11)

socialisme en democratie nummer 1

januari 1989

kering, de uitvoering van medezeggenschap in de be- drijven, de hervorming van het onderwijs gericht op 'mens-vorming' en, als zeer gewichtig punt, een poli- tiek van vrijwillige samenwerking met Indonesie.14 Hoewel Den Uyl een jaar later, na de formulering van het nieuwe beginselprogram, concludeerde dat het ex- periment met de PvdA geslaagd was, legde hij weinig enthousiasme aan de dag voor het politieke optreden van de partij. De jonge PvdA vertoonde regelmatig een gebrek aan voldoende 'machtswil', kritiseerde Den Uyl. In tegenstelling tot de communisten noem- den de socialisten de zaken te weinig bij naam, spoor- den zij de 'machtskernen' niet op (laat staan dat ze die aanvielen) en leek het compromis meer een zaak van principe dan van opportuniteit te zijn geworden. Tot voortdurende ergernis van Den Uyl werd daardoor ook een groeiende afkeer van de politiek bij grote de- len van de bevolking bevorderd. 1 s

Wat de positie van de PvdA in de regeringscoalitie met de KVP betreft, was VN in een lastig parket terechtge- komen. Op de redactievergadering van 16 juni 1946 concludeerde Van Randwijk dat VNbij een rechts ka- binet vrij spel zou hebben gehad, maar dat VN zich door deze coalitie 'in een uiterst moeilijke positie' be- vond. Het blad zou aan de ene kant vasthouden aan zijn kritische instelling, maar anderzijds 'zullen wij door onze anti-kapitalistische grondslagen achter de regering moeten staan'16, VNhoopte op dat moment nog dat binnen de coalitie een radicaal anti-kapitalis- tische geest zou kunnen heersen. Maar Den Uyl moest ongeveer terzelfdertijd constateren dat de werking van die geest steeds meer werd bemoeilijkt door de over- heersing van een probleem dat ook VN zeer vee! zor- gen baarde, de Indonesische kwestie. 17

De Indonesische kwestie

De strijd om de onafhankelijkheid van de jonge Repu- bliek Indonesie ging Vrij Nederland bijzonder aan het hart. Er bestonden zeer hartelijke banden met de In- donesische studenten van de Perhimpoenan Indone- sia, van wie een aantal naar Indonesie was vertrokken om de Republiek te steunen (zoals de oud- VNredac- teur Setyadjit). Bovendien stemden Van Randwijk, Schaper en Den Uyl overeen in de mening dat een volk dat zelf knechtschap had gekend en daaruit was be- vrijd, niet zelf een ander volk onderdrukt mocht hou- den. De oorlog bleef een belangrijke maatstafvoor het voormalige verzetsblad. 'De strijd der achterliggende jaren', zo schreef Den Uyl begin 1946, 'heeft bijzon- der duidelijk gemaakt dat het soms noodzakelijk is ter wille van gerechtigheid en vrijheid bepaalde staatsver- banden te doorbreken en een nationalisme, dat zich uitzichtloos vastklampt aan de onaantastbaarheid van eigen staat of rijk, te vernietigen.' Volgens de ex- gereformeerde moest daar zelfs de Grondwet voor wijken.18

Zolang de regering bereid bleek om via onderhande- lingen tot een oplossing te komen, kon zij in principe op de steun van VN rekenen, ook a! kostte dat soms moeite. 'Het is geen prettige bezigheid dergelijke kri- tiek op de eigen regering te moeten uitoefenen', schreef Den Uyl eens nadat hij het langdurig vertragen

8

van de ondertekening van het Akkoord van Linggad- jati 'een ernstige staatkundige fout' had genoemd.19 Aan die terughoudende opstelling van VN kwam ech- ter een abrupt einde bij het uitbreken van de Eerste Politionele Actie.

Hoewel de gebeurtenissen niet helemaal onverwacht kwamen en men bij VN rekening had gehouden met de mogelijkheid dat Nederland zou overgaan tot geweld (in maart 1946, onder andere omstandigheden, had Den Uyl de eventuele noodzaak van 'democratische geweldsuitoefening' nog niet uitgesloten), veroor- zaakten ze toch een schok. Nu door een van de partij- en zo'n gewelddadig einde was gemaakt aan 'het ge- sprek', kon ook VNniet aan een keuzeontkomen. Dat gebeurde onder hectische omstandigheden. Op die middag van 21 juli 1947, de eerste dag van de Actie, woonden Van Randwijk, Schaper en Den Uyl een spoedvergadering bij van Bestuur en Raad van Over- leg van de Vereniging Nederland-Indonesie, waarvan de VN-hoofdredacteur voorzitter was. Nadat op ver- zoek van Den Uyl de redenen geformuleerd waren waarom de regeringspolitiek moest worden afge- keurd, sloot een overgrote meerderheid zich bij die af- keuring aan. 20 Dezelfde keuze werd daarna gemaakt in de vergadering van de VN-kernredactie, met uitzon- dering van redacteur W. Schuijt (voormalig hoofdre- dacteur van het katholieke verzetsblad Christojoor), voor wie het tevens aanleiding werd om VN te verla- ten. Besloten werd om het VN-nummer van die week radicaal om te gooien en terwijl Van Randwijk zich zette aan zijn later beroemde hoofdartikel 'Omdat ik Nederlander ben', begon Den Uyl aan een analytisch commentaar op de door premier Beef afgelegde rege- ringsverklaring. In zijn 'Epos der lankmoedigheid?' corrigeerde Den Uyl het door Bee! geschetste beeld van de situatie in Indonesie, waarop de beslissing tot militaire ingrijpen was gebaseed.21

De snelle reactie van de VN-hoofdredactie, onder druk van de omstandigheden, leidde tot een heftige in- terne crisis. Slechts met grote moeite kon een breuk worden voorkomen met Nico Stujkens, lid van het stichtingsbestuur van VN en Kamer lid voor de PvdA, die zich zeer gestoord had aan de artikelen van Van Randwijk en Den Uyl. Ben aantalleden van de 'grote' redactie (kernredactie plus rubrieksredacteuren), de hooglerarenP. Gey/, J.H. W. Verzij/en W.F. deGaay Fortman, stapte evenwel uit protest op.22

Voor Geyl en Verzijl was de opstelling van VNinzake de Politionele Actie in feite slechts de druppel geweest die een allengs voller wordende emmer van onbehagen over de politieke lijn van het blad had doen overlopen.

Die onvrede hing minder samen met de wijze waarop het thema Indonesie in de VN-kolommen verscheen, dan wei met een ander, nog wezenlijker probleem, de houding van Vrij Nederland tegenover de Sovjet-Unie en het communisme.

De Sovjet-Unie en het communisme

AI in de loop van 1946 was het thema Rusland een vast punt van discussie geworden in de dagelijkse redactie- vergadering van Vrij Nederland . Dat was niet ver- wonderlijk, want niets bedreigde de bestaansgrond

van ~

wereJ, senwt gelijk keus nism<

1947 brief.

ench;

een 1

ramp

COml1

pen' omd<

Bove nen

v

Dem gefo1 kele land te m1 links koni gen ~

VN~

tiek 1 hetc' vorrr ding Dell gens Kad1

ian~

de o·

de~

offe maa

'ho~

nent A an naa1 naJI]

beer ze te Mal niet nisn van ove1 de t anti dio

SChl

van feitl vaa den van lan1 van einc loo

(12)

d-

19

h- te ht ::le ld id he

lf-

ij-

~e­

tat lie ie, en

!f-

an

!r- en

~e­

lf- tkt m- re- r), la- 'ek

!Ch

ik :ch ge- :1?' eld tot ier in- 'uk het lA, 'an

•te' de 1ay

1ke :est

~en

en. rop en, . de 'nie

1ast .tie- ter- )nd

van VN zo sterk als de dreigende opsplitsing van de wereld in twee machtsblokken, die een Europese tus- senweg in de vorm van een 'sociale' democratie onmo- gelijk zou maken. 'Het gaat tenslotte om een politieke keus in een situatie waarin kapitalisme en commu- nisme elkaar naar het Ieven staan', schreef Den Uyl in 1947 naar aanleiding van de Bisschoppelijke Vasten- brief. 'Daartussen zoekt een politiek van het midden, en christelijk en humanistisch gei'nspireerd, zijn weg in een soms krampachtig, soms heroi'sch pogen een rampzalig conflict te voorkomen'. Het fervente anti- communisme zoals dat door de katholieke bisschop- pen werd gepredikt, vond Den Uyl ongeloofwaardig omdat er geen behoorlijk alternatief tegenover stond.

Bovendien zou het de blik afsluiten voor andere bron- nen van gevaar, zoals het kapitalisme zelf. 23

De middenpositie van VNzoals die door Den Uyl werd geformuleerd verhinderde echter niet dat het bladen- kele jaren een duidelijke welwillendheid jegens Rus- land liet doorklinken in zijn kolommen. Oat had zeker te maken met de hoop van Van Randwijk dater van links Europa een matigende invloed op de Sovjet-Unie kon uitgaan. Naarmate de internationale ontwikkelin- gen steeds meer die hoop logenstraften, nam binnen

VN de discussie toe. Vooral Geyl uitte regelmatig kri- tiek op een zijns inziens gevaarlijke neiging bij VN om het communistische gevaar te bagatelliseren. Maar het vormde ook voor Van Randwijk en Den Uyl aanlei- ding om vele nachten door te discussieren.

De adjunct-hoofdredacteur, die zijn wantrouwen je- gens het stalinisme had opgedaan in de leerschool De Kadt/Tas, bleek heel wat sceptischer tegenover Rus- land te staan dan zijn chef. Deze wist hem weliswaar de ogen te openen voor de nationalistische trekken in de Russische politiek en de betekenis van de enorme offers die het land tijdens de oorlog had gebracht, maar dat nam Den Uyls reserve niet weg.24 De vraag 'hoeveellengte je de Sovjet-Unie gaf' bleef een perma- nent discussiepunt vormen.

Aan die discussie kwam feitelijk pas een einde in 1948, naar aanleiding van de communistische machtsover- name in Tsjecho-Slowakije. VN had altijd gepro- beerd, zijn doelstellingen indachtig, om zich geen keu- ze te Iaten opdringen en de discussie gaande te houden.

Maar ook Van Randwijk ontkwam na 'Praag 1948' niet aan een fundamentele afwijzing van het commu- nisme. Wei bleven hij en Den Uyl wijzen op de gevaren van de anti-communistische vloedgolf die Nederland overspoelde en die de democratie tot s1achtoffer dreig- de te maken. Den Uyl vroeg zich af of door allerlei anti-communistische maatregelen (zoals het van de ra- dio weren van CPN-ers) niet het doe! voorbij werd ge- schoten: '( ... ) de democratie bestaat juist bij de gratie van het risico dat zij neemt met de bestrijders van haar feitelijke politiek en sociale inhoud. ( ... ) Zonder aan- vaarding van de daarin opgesloten risico's verwordt democratie tot een met geweren bewaakte hand having van de status-quo.' Sinds Praag leek de toon in Neder- land 'niet die van de verontruste democraat, maar die van de ketterjager en de rancuneuze reactionair, die eindelijk de kans schoon ziet om de gehate stakers en looneisers in de hoek te jagen', stelde Den Uyl vast.

Oat bleek ook uit de geringe waarborgen tegen mis- bruik van 'revolutionairen van rechts' waarmee de maatregelen omringd waren.2l

Een rechtse revolutie bleef weliswaar uit, maar de ver- kiezingen van 1948leverden wei een verschuiving naar rechts op. Ietswat gedesillusioneerd stelde Den Uyl vast dat nu ook in Nederland de reactie op de door de oorlog gei'nspireerde vernieuwingsactie had getriom- feerd. De uitslag verrastte hem niet, maar maakte hem wei somber. Het leek steeds onwaarschijnlijker dat in West-Europa de kolossale taak van internationale or- dening en socialistische vormgeving volbracht kon worden die nodig was voor de kleine kans 'om tussen Rusland en Amerika zichzelf te vinden.' Den Uyl vreesde echter vooral de gevolgen voor de binnenland- se politiek. Door de verwijding van de kloof tussen links en rechts kwam de sociaal-democratie in een steeds moeilijker situatie te verkeren: 'Lunshof, Else- vier en Oud hebben hun revanche gekregen. Wat sterk werd in het verzet en wat in de oorlog aan nieuwe ge- dachten groeide, is voor een goed dee! geliquideerd', concludeerde Den Uyl. 'Wat is dat voor een wonderlij- ke trek in ons volk', vroeg hij zich in verbazing af, 'die het op een tijdstip waarop het meer dan ooit op kleur- bekennen aankomt, doet kiezen voor de kleurloos- heid, het opportunisme en de ondoorzichtigheid?

W aarom verlangt het telkens weer terug naar de toe- stand van voor '40, doet het althans pogingen om die toestand zoveel mogelijk te herstellen? ( ... ) Was deze opstand van de belastingbetalers nu werkelijk het bes- te wat ons volk na vijf jaar onderdrukking en verzet wist op te brengen?'26

De overstap naar de WBS

De politieke gebeurtenissen in 1948 en de gevolgen daarvan voor VN, waren voor Den Uyl vermoedelijk een extra reden om zijn eigen positie als journalist eens goed te overdenken. Hij had een aantal jaren met veel plezier en a! zijn inzet bij VN gewerkt en er de blijven- de invloed van het journalistieke werk op zijn denken en manier van werken ondergaan (ondermeer blijkend uit een dead-line instinct en een tik voor opiniepeilin- gen en statistieken). Zijn veelzijdige interesse had hij er nog meer kunnen verbreden en zijn kracht als deba- ter verder kunnen ontwikkelen. In sterke mate had hij de invloed van Van Randwijk ondergaan; een tijdlang probeerde hij zelfs op hem te lijken.2'

Maar gaandeweg was vee! glans verbleekt. Van Rand- wijk en VN verloren hun invloed, het experiment met de redelijke discussie faalde. In een wereld van ver- scherpende tegenstellingen werd het niet-kiezen van

VN steeds minder gewaardeerd. De 'distantie tot de politiek' die VN wilde bewaren had het blad groten- deeld buitenspel geplaatst. Den Uyl trok de conclusie dat werkelijke invloed niet in de eerste plaats in de journalistiek lag, maar juist op dat terrein van machts- vorming waarvan VN zich verre had willen houden.

En invloed, meer invloed, wilde hij graag hebben.28 De wetenschap, de macht van kennis bleef Den Uyl echter ook bekoren. In de zomer van 1948, op vakan- tie in Zwitserland, legde hij zijn vriend Milo Anstadt het dilemma voor. Moest hij de wetenschap in of de

9

soclaUsme en democratie nummerl

januari 1989

(13)

socialisme en democratie nummer 1

januar11989

politlek? Een vraag die door Anstadt meteen werd omgezet in een tegenvraag: 'Je bedoelt of je hoogle- raar wordt of premier?' Na enige aarzeling antwoord- de Den Uyl bevestigend.29

Op 31 december 1948 verliet Joop den Uyl de onaf- hankelijke journalistiek. Veertien dagen later, nu pre- cies veertig jaar geleden, trad hij aan als nieuwe direc- teur van de Wiardi Beckman-Stichting, een functie die wetenschap en politiek in zich verenigde. Zijn nieuwe taak zag hij duidelijk voor zich. Twee jaar tevoren had hij in een bespreking van het maandblad Socialisme en Democratie al eens geconcludeerd hoe juist in dit tijd- schrift opviel 'hoe weinig getracht wordt tot een on- derzoek van de socialistische beweging en de voor- waarden van de vernieuwing daarvan te geraken. ( ... ) Een zeker malaise onder de socialistische intellectue- len demonstreert dit wei en het is stellig verwonderlijk, dat na de grote toevloed van intellectuelen naar de Partij van de Arbeid de dood in de intellectuele pot schijnt te zijn.'30

Dat zou door toedoen van Den Uyl drastisch verande- ren.

Noten

I. Vrij Nederland voor vrije Nederlanders, uitgave VN, Amsterdam 1945.

2. Gegevens over 'De Nieuwe Vrijheid' afkomstig uit: L.

Winkel, De ondergrondse pers 1940-1945 ('s Gravenha- ge 1954)188; Mr. J. van der Hoeven, 'Joop den Uyl als student en daarna', in de bundel Tekens in de tijd. 65 jaar Joop den Uyl (Amsterdam 1984) 63-69; brief Mr. J.

van der Hoeven aan H.M. van Randwijk, 25-6-1945 (ar- chief VN). In deze mede namens Den Uyl geschreven brief wordt bezwaar gemaakt tegen de toelating van G.

van Oorschot tot de Gemeenschappelijke Advies Com- missie van de Illegaliteit, waarin hij 'De Nieuwe Vrij- heid'-groep zal vertegenwoordigen. Van Oorschot blijkt Den Uyl kort na de bevrijding niet meer als groepslid te willen beschouwen.

3. De invloed van De Kadts elite-socialisme klinkt nog door in Den Uyls constatering dat er in de bovenbouw van de maatschappij, 'bij de regering, de wetenschap en de pers' veelal al socialistisch gedacht wordt en dat deze gedachten vervolgens in de onderbouw verwezenlijkt dienen te worden. Twee jaar bleek Den Uyl at heel wat kritische afstand genomen te hebben van De Kadt (mo- gelijk mede onder invloed van Van Randwijk, die niets van De Kadt moest hebben). In een bespreking van De verdediging van het Westen van De Kadt ziet Den Uyl de auteur als politiek denker in Nederland weliswaar nog steeds 'op eenzame hoogte staan', maar verder is hij kri- tisch: 'De ethische fraseologie en de dogmatische ver- starring heeft hij doorzien als geen ander, maar de ver- ontrusting van het geweten, het gevoel van solidariteit, de eenvoudige notie van recht en onrecht, die de ziel zul- len moeten zijn van elke vernieuwing van het socialisme, ziet hij als quantite negligeable, of liever, hij veron- derstelt ze, maar weigert ermee te werken.' Volgens Den Uyl richt De Kadt zijn kritische hartstocht vooral op de gemeenplaatsen van het socialisme en laat hij de kritiek op het kapitalisme aan anderen over. Daardoor is hij op den duur zelfs gaan voorbijzien aan 'het belangrijke re- volutionaire proces in het kapitalisme', en dat heeft weer tot een te positieve kijk op Amerika geleid ('Verstand contra gevoel. J. de Kadt als politiek denker', VN 8-11-1947).

4. Milo Anstadt, 'Den Uyl als journalist', in: J. Jansen van

10

Galen en B. Vuijsje, Joop den Uyl. Een portret in twin- fig interviews (Weesp 1985) 24; G. Mulder en P. Koe- dijk, H.M. Van Randwijk. Een biografie (Amsterdam 1988) 459-460.

5. 'Samenwerking NVB en VN', 'strikt vertrouwelijk resu- me' opgesteld door dr. H. Brugmans, H.M. van Rand- wijk en J .M. den Uyl op 20 augustus 1946, in: archief J.

Romein, port. 38 (IISG).

6. B.W. Schaper, 'Een bescheiden plaatsje voor het prole- tariaat. Bij het ontstaan van de Partij van de Arbeid', in: B. W. Schaper e.a., Het verbleekte ideaal. De linkse kri- tiek op de sociaal-democratie in Nederland (Amsterdam 1982) 14.

7. Verslag bespreking VN-NVB, 23-8-1946 (archief VN). 8. J. Bank, Opkomst en ondergang van de Nederlandse

Volks Beweging (NVB) (Deventer 1978) 63-66.

9. 'Rond de vrijheidsboom', VN 16-3-1946.

10. 'Na de doorbraak', VN 16-2-1946.

II. B.W. Schaper, o.c. 17.

12. Anstadt, 'Den Uyl als journalist', 27-29; de SOC oproep beoogde een adhesiebetuiging los te krijgen van partijge- noten voor een door het SOC uitgegeven verklaring be- treffende de politionele actie, gedateerd 25 juli 1947. (ar- chief Fokke Bosman, IISG).

13. 'De grote vereenvoudiging', VN20-4-1946.

14. 'Van voren afaan', VN25-5-1946.

15. 'Stille revolutie', VN 14-9-1946.

16. Vers1ag redactievergadering 16 juni 1946. (archief VN). 17. 'Gesprek in de schaduw', VN 1-6-1946.

18. 'Om de eenheid van het rijk', VN2-3-1946; 'De volken spreken', VN7-12-1946.

19. 'Met de hakken in de s1oot', VN22-3-1947.

20. S. de Blauw en L. Severein, De Vereniging Nederland- lndonesie, (IMAG-publikatie I, Amsterdam 1986) 99.

21. 'Epos der lankmoedigheid?', VN26-6-47.

22. Begin jar en zestig werd er in het Hollands Weekblad nog een klein meningsverschil uitgevochten tussen voorma- lig VN-redactiesecretaris A.F. Luyendijk en P. Geyl. In een soort terugb1ik herinnerde Luyendijk zich hoe in re- dactievergaderingen waarin over lndonesie werd gedis- cussieerd, Den Uy1 vaak de grootste tegenspe1er van Ver- zijl en Geyl was en hij hen soms 'met spitse argumente- ringen' schaakmat zette. Geyl bestreed deze 1ezing en schreef dat vooral Van Randwijk zijn opponent was ge- weest en dat de fricties vooral het onderwerp Rus1and betroffen. In een naschrift op de reactie van Geyl ant- woordde Luyendijk dat blijkbaar de argumentering van Den Uyl op hem een grotere indruk had gemaakt dan die van Van Randwijk, De Gaay Fortman, Stufkens of iemand anders. Zie: A.F. Luyendijk - 'Vrij Neder- land', Hollands Weekblad 28-6-1961; P. Geyl - 'Vrij Nederland in de eerste jaren na de bevrijding', Hollands Weekblad, 19-7-1961.

23. 'Kille kruistocht', VN 1-3-1947. Den Uy1 keek met wan- trouwen naar de rechtse katho1ieken. Toen hij tijdens de redactievergadering op 16 juni 1946 voorstelde om in VN een discussie over het communisme te openen, pleit- te hij in dezelfde adem voor een gesprek 'over zekere authoritaire katholieke tendenzen, gelijk die in De Linie Ieven.' (archief VN).

24. Zie het interview van J. Havermans en M. Gijselhart met Den Uyl, 'De onmiskenbare tragiek van Jacques de Kadt', in SenD 88/5, 130. Den Uyl plaatst daarin zich- zelf tussen de fanatieke anti-communist en de fellow- traveller. De reserve van Den Uyl bleek ondermeer uit een dringend interview met Fritz Lieb, auteur van het door VN uitgegeven boek Rusland onderweg, waarin lastige vragen werden gesteld met betrekking tot de over- eenkomst tussen fascisme en communisme. Het gesprek

Vervolg op biz. 30

v~

de

Van· Wian van 1 ten. I colle bren1 uit 1' gaf I moc1 cialis wore stem druk Ofn gisct dev1 van I

Eve~

Uyl1 ciali:

gek~

naa1

VOOI

tiev1 pleit mis<

inge pro I deli lien tie. Va11 zest bes1 non ninl glol hoe nin1 oor in t mol van Ge1 Ko1 zes1 pol eer hie ke1 vat mil

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De economische en sociale kosten van militaire wedijver vormen belangrijke redenen om ontwape- ning te zoeken. - Hoewel de vooruitzichten op wapenbeperking en

Naast de trendkoppeling en de koppeling van het bruto-minimumloon bestaat er nog een derde koppe- ling en dat is de koppeling van netto minimum uitke- ring aan het

Is zij door deze wijze van doen niet in staat, zichzelf of haar leden met een aureool van heiligheid te omgeven - door zichzelf aldus volledig te stellen onder

de verkiezing van de nieuwe voorzitter overigens niet tot stand gekomen. Enkele afde- lingen van onze partij vonden met de kandidatuur van mr. Korthals Altes te

WW: Liever van onderwijs omdat ik daarin meer deskundig ben, maar kul- tuur, rekreatie en maatschappelijk werk is zeker zo boeiend. Je hebt an- derhalf jaar

klagen dat de V.S. daar nu eindelijk ernst mee maakt. Dat neemt niet weg dat de moeilijkheden voor de Europese Gemeenschap op een ongelegen moment komen. Nog maar net gestart met

(Minister Donker heeft op deze prin- cipiële grond de omstreden beslissing genomen om wetsontwerp 3705 over de reorganisatie van de rechterlijke macht in te

Breidt het activiteitenprogramma voor de sportorganisatie uit met zaken die niet meer tot de directe sportsfeer behoren, soms zelfs daar geheel buiten liggen (kamperen,