• No results found

“ Eén betaalmarkt, meer concurrentie?” Speech van Mr. P. Kalbfleisch Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit t.b.v. 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "“ Eén betaalmarkt, meer concurrentie?” Speech van Mr. P. Kalbfleisch Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit t.b.v. 9"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“ Eén betaalmarkt, meer concurrentie?”

Speech van Mr. P. Kalbfleisch

Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit t.b.v. 9e jaarcongres Toekomst van Betalingsverkeer, 29 mei 2008

- alleen het gesproken woord geldt -

Inleiding

Dames en Heren,

Allereerst wil ik de organisatie danken dat zij mij in de gelegenheid stelt het woord tot u te richten.

Het thema vandaag is de toekomst van het betalingsverkeer. En die toekomst zal zich gaan afspelen in de Single Euro Payment Area, oftewel SEPA. De weg naar deze Europese

betaalruimte is niet eenvoudig en niet zonder risico. Hoewel banken in de Europees

verband samen regels hebben opgesteld, moeten er nog veel keuzes gemaakt worden, nog veel acties worden ondernomen. Europa staat aan de vooravond van grote veranderingen, die kunnen leiden tot grote vooruitgang.

Om die vooruitgang te bewerkstelligen is het nodig dat SEPA een groot succes wordt. Of dit grote succes ook gerealiseerd wordt, ligt aan de marktpartijen onder u. U moet hiervoor de condities scheppen, want om met Oscar Wilde te spreken: “ Succes is a science, if you have the conditions, you get the result” .

Het doel van SEPA

Op 28 januari 2008 is het startsein gegeven voor de eenwording van het Europese betalingsverkeer en de overgangsperiode naar SEPA gestart. Door de harmonisering van het betalingsverkeer in Europa moet het voor consumenten en bedrijven eenvoudiger worden om met een betaalrekening grensoverschrijdende transacties te verrichten. Door deze eenwording kunnen schaalvoordelen, meer concurrentie en efficiëntere

manieren van betalen worden gerealiseerd. Kosten en tarieven van betalingsverkeer kunnen hierdoor omlaag.

Meer aanbiedende partijen op een gelijk speelveld op Europees niveau zonder

(2)

Eén Europese betaalruimte moet ertoe leiden dat consumenten en ondernemers voor hun betalingsverkeer kunnen kiezen uit aanbieders in het gehele eurogebied in plaats van tot nu toe veelal nationale aanbieders. En overal op dezelfde manier kunnen betalen.

Het belang SEPA vanuit het oogpunt van de NMa

Meer concurrentie in het betalingsverkeer in Nederland acht de NMa van groot belang. U zult derhalve begrijpen dat een goed werkende SEPA door de NMa wordt toegejuicht. De financiële sector is sinds 2003 een door de NMa geprioriteerde sector. De reden van deze prioritering is gelegen in het grote economische belang van de sector, de marktstructuur, het intransparante en complexe karakter van veel financiële producten en last maar zeker niet least, het grote consumentenbelang.

De betaalmarkt is een deelmarkt van de financiële sector, waaraan de NMa al sinds 2002 bijzondere aandacht besteedt. Deze speciale focus is ingegeven doordat de aard van het betalingsverkeer vereist dat er veel wordt samengewerkt tussen marktpartijen. Onder andere in het kader van de ontwikkeling van standaarden, collectieve producten en de interbancaire vergoedingsstructuur. Dit brengt mededingingsrechtelijke risico’s met zich mee.

De rol van de NMa

Het is de taak van mededingingsautoriteiten, waaronder de NMa, erop toe te zien dat de migratie naar SEPA volgens mededingingsrechtelijke regels verloopt. De NMa neemt deze taak zeer serieus. Gezien het belang van SEPA voor de concurrentie, houdt de NMa zich al sinds 2006 bezig met de mededingingsrechtelijke risico’s die met de migratie naar SEPA gepaard kunnen gaan. Zoals velen van u weten houdt de NMa ook buiten SEPA de vinger aan de pols in het betalingsverkeer. Met diverse dossiers op het gebied van tariefstelling en marktstructuur heeft de NMa een rol gespeeld in de marktveranderingen van de afgelopen jaren.

In Europees verband speelt de NMa een prominente rol in de discussie rond SEPA. In 2006 is in ECA-verband, het samenwerkingverband van de nationale

mededingingsautoriteiten van alle lidstaten, onderzoek gedaan naar de

mededingingsrechtelijke risico’s van SEPA. Dit gebeurde in de ECA Financial Services Subgroup onder voorzitterschap van de NMa. Risico’s die uit dit onderzoek naar voren kwamen zijn vervolgens verder onderzocht in ECN-verband. De ECN is het

samenwerkingsverband van de nationale mededingingsautoriteiten en de Europese Commissie, meer specifiek DG Mededinging. Binnen de ECN SEPA Taskforce is mede op basis van de door de NMa geleverde bijdragen een paper opgesteld. Dat paper dient als achtergrond voor de discussie die gevoerd wordt tussen DG Competition en de European Payments Council.

(3)

- door middel van een maatschappelijke consultatie de gevolgen van SEPA voor de concurrentie in het betalingsverkeer in een lidstaat heeft onderzocht;

- en daarover een visie naar buiten brengt.

De NMa kijkt op nationaal niveau in het bijzonder naar de volgende twee aspecten: - Ten eerste de ontwikkeling van zelfregulering die ten grondslag ligt aan het beoogde

migratietraject;

- En ten tweede de ontwikkeling van de marktverhoudingen in het betalingsverkeer in Nederland. Deze marktverhoudingen bepalen immers mede of de concurrentie die met SEPA wordt beoogd zich daadwerkelijk op Europees niveau zal gaan afspelen. Hoewel de NMa een goed functionerende SEPA, zoals gezegd, toejuicht, willen we echter niet te vroeg juichen, omdat er bij ons ook zorgen leven. Die zorgen komen voort uit het mogelijke toekomstbeeld, dat veel van de reacties op ons consultatiedocument hebben opgeroepen. Voordat ik deze zorgen met u deel, wil ik eerst ingaan op de door de NMa gehouden marktconsultatie.

Consultatie

Op 15 november 2007 publiceerde de NMa het consultatiedocument “ De weg naar

Europees betalingsverkeer”. Deze consultatie geeft de NMa inzicht in hoe Nederland tegen SEPA aankijkt, en vooral hoe de concurrentieverhoudingen zich in het Nederlandse betalingsverkeer naar verwachting zullen ontwikkelen. Onze rol is immers om juist de gevolgen van SEPA voor de concurrentie in Nederland te onderzoeken.

Om een goed beeld te krijgen heeft de NMa de consultatie aan 55 partijen toegestuurd, die direct danwel indirect betrokken zijn bij het betalingsverkeer in Nederland. Daarnaast is het voor eenieder die geïnteresseerd was op de website van de NMa geplaatst.

Eén van de belangrijkste uitkomsten van de consultatie is dat veel respondenten verwachten dat banken de migratie naar SEPA aangrijpen om de huidige goedkope en efficiënte betaalproducten te verlaten voor meer winstgevende internationale of Europese producten. Het vertrouwen van een groot aantal respondenten in de banken onder u is dus niet groot.

De vragen in ons consultatiedocument waren mede ingegeven door het nationale

migratieplan, zoals opgesteld door Currence, de Nederlandsche Bank en de Nederlandse Vereniging van Banken. Het feit dat de bancaire sector zelf het initiatief heeft genomen voor het opstellen van dit plan, is reden genoeg om er als mededingingsautoriteit kritisch naar te kijken.

(4)

vertegenwoordigers van de detailhandel, oliemaatschappijen, betalingsverwerkers, betaalmerken, consumentenorganisaties en de twee betrokken ministeries, te weten Economische Zaken en Financiën, hebben een uitgebreide reactie op onze consultatie gegeven. De grote en uitgebreide respons heeft het beeld dat de NMa van

mededingingsrechtelijke aspecten van SEPA had, in belangrijke mate bevestigd maar ook aangevuld.

Ik zal u hierbij een aantal noemenswaardige uitkomsten van de consultatie onthullen die het beeld geven van een betaalmarkt waarin zeer verschillende verwachtingspatronen leven. Zo vroeg de NMa bijvoorbeeld naar de noodzaak van het vaststellen van einddata voor oude betaalproducten. In het nationale migratieplan wordt immers gesteld dat nationale betaalproducten, zoals PIN, niet uit zullen groeien tot een SEPA-product en dat daarom in 2009 definitieve einddata zullen worden bepaald. Nou, ik kan u verklappen dat het op basis van de reacties op onze consultatie nog maar de vraag is of het daadwerkelijk wenselijk is dat onze nationale producten uit de markt worden genomen. Er blijkt namelijk nog volop vraag te zijn naar deze efficiënte producten en ook technisch is er volgens veel respondenten geen noodzaak tot uitfasering. Dat er nog volop vraag is naar met name PIN, bleek ook vorige week woensdag nog tijdens de Retail Poort, waar Henk van den Broek als voorman van de detailhandel in Nederland zelfs zei dat zij “ alles zullen doen om te voorkomen dat PIN vroegtijdig sneuvelt” . In het vervolg van mijn speech kom ik hierop terug.

De NMa was ook benieuwd naar de verwachtingen van de markt ten aanzien van de gevolgen van SEPA voor de tarieven voor elektronische betalingen. Omdat Nederland in Europees perspectief al een van de meest efficiënte betaalinfrastructuren heeft en

incasso’s, overschrijvingen en pasbetalingen al relatief goedkoop zijn, is het, immers, nog maar de vraag of alle marktpartijen echt overtuigd zijn van lagere nationale prijzen als gevolg van een mogelijke toename van de Europese concurrentie.

We hadden hier duidelijk een gevoelig punt te pakken, zo bleek uit de tegenstrijdigheid van de reacties. De banken stellen over het algemeen dat ze op korte termijn geen grote

tariefaanpassingen zullen doorvoeren als gevolg van SEPA. In het vorige week door de NVB uitgebrachte document “ De gevolgen van SEPA voor pinnen” wordt dit kracht bij gezet met de uitspraak dat er geen enkele aanleiding is voor prijsverhogingen, omdat de winkeliers contracten hebben met concurrerende banken die zelf de tarieven bepalen.

Uit reacties van winkeliers en brancheverenigingen blijkt daarentegen dat er wel degelijk angst leeft dat deze tarieven zullen stijgen. Eén van hen stelt zelfs dat: “ De ervaring leert dat zodra betaalmerken een substantieel marktaandeel hebben, de tarieven worden opgevoerd” .

Het merendeel van de respondenten benadrukt daartegenover, dat in elk geval op lange termijn een daling van tarieven moet worden verwacht als gevolg van schaalvoordelen die door SEPA worden gerealiseerd.

(5)

Hierin worden risico’s voor de concurrentie beschreven en voorzien van een

mededingingsrechtelijke analyse. Het verheugt mij, dat ik vandaag voor het eerst een aantal van onze conclusies met u kan delen.

Zorgen vanuit mededingingsoptiek

Het visiedocument besteedt onder meer aandacht aan de volgende vier onderwerpen, waarbij ik ook in het vervolg van mijn speech zal stilstaan:

• Voordelen en risico’s van technische standaarden in SEPA;

• De migratie naar SEPA, waarbij de nadruk zal liggen op de uitfasering van nationale betaalproducten en het risico van het vaststellen van einddata;

• Het belang van een scherpe scheiding tussen betaalsystemen en infrastructuur; • De rol van multilaterale interbancaire vergoedingen in SEPA.

1. Standaarden in SEPA

De NMa heeft in haar consultatiedocument specifiek gevraagd naar de gevolgen van standaardiseringsovereenkomsten voor concurrentie. Over het algemeen waren de meningen over standaarden positief. De NMa deelt deze mening niet, aangezien

standaarden concurrentiebeperkend kunnen werken, wanneer ze bijvoorbeeld toetreding tot de markt belemmeren of het productaanbod onnodig beperken.

Wij realiseren ons echter dat open standaarden de harmonisering tussen verschillende Europese betaalproducten kunnen bevorderen. Open technische standaarden kunnen de concurrentie zelfs bevorderen. Wanneer marktpartijen dezelfde technische standaarden voeren, wordt het voor afnemers makkelijker om van leverancier te veranderen en wordt toetreding door nieuwe marktpartijen vereenvoudigd, waardoor concurrentie kan

toenemen.

Eén van de standaarden, waarvan we in ons visiedocument zeggen dat we risico’s voor de concurrentie zien in SEPA, is IBAN voor rekeningnummers. De naam en het land van herkomst van de bank worden hiermee onderdeel van het rekeningnummer.

Nu hebben wij in Nederland de overstapservice. Een dienst ontwikkeld door de banken, waarmee het consumenten en kleine bedrijven makkelijk wordt gemaakt om van bank te wisselen. Betalingen worden daarmee automatisch 13 maanden doorgeleid, als

(6)

vraag of nummerportabiliteit geen utopie wordt. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat IBAN er uiteindelijk toe leidt dat overstappen moeilijker wordt dan nu het geval is, en de

concurrentie tussen banken afneemt. Dan wordt juist het tegengestelde bereikt van wat wordt beoogd met SEPA. Concurrentie over de landsgrenzen heen, kan ons inziens alleen worden bewerkstelligd als klanten ook eenvoudig kunnen overstappen naar welke Europese bank dan ook. Hiervoor is Europese nummerportabiliteit of tenminste een Europese

overstapservice onontbeerlijk.

2. De uitfasering van nationale betaalproducten

De overgang van de huidige nationale betaalproducten naar SEPA-betaalproducten zal niet van de ene op de andere dag voltooid zijn. Een overgangsperiode waarin oude en nieuwe betaalproducten naast elkaar zullen bestaan, is noodzakelijk. In het nationale migratieplan hebben de Nederlandse banken samen met de Nederlandsche Bank en Currence

vastgelegd dat de binnenlandse overschrijving en incasso uit de markt zullen worden genomen en dat ook PIN ophoudt te bestaan. In 2009 zullen, ingevolge het migratieplan, definitieve einddata worden vastgesteld waarna deze producten niet meer worden

aangeboden.

Laat mij beginnen met te stellen dat het migratieplan mij bevreemdt. Wij hebben, zoals onze Minister van Financiën vorige week nog betoogde, het beste, goedkoopste en meest efficiënte betalingsverkeer ter wereld. Velen van u hebben jaren lang hard gewerkt om dit te bewerkstelligen. Met de komst van SEPA, kondigen de banken onder u nu al collectief aan dat er geen toekomst is voor onze nationale betaalproducten. Ik vraag mij af waarom niet.

Neem nu eens het, met 1,5 miljard transacties per jaar, meest gebruikte betaalproduct in Nederland, PIN.

Ingevolge het SEPA Cards Framework van de EPC, kunnen betaalkaartproducten alleen dan niet blijven bestaan als ze enkel voor één nationale markt ontworpen zijn. Dit moet volgens de EPC zo geïnterpreteerd worden dat betaalkaarten waarvan het technisch mogelijk is dat ze in andere lidstaten geaccepteerd worden in SEPA kunnen blijven bestaan. Currence, de eigenaar van PIN, heeft de NMa bevestigd dat het technisch mogelijk is dat PIN

geaccepteerd wordt in andere lidstaten. Currence heeft hiervoor alle nodige aanpassingen verricht. De laatste stap is aan de banken, die PIN enkel nog op de EMV-chip hoeven te plaatsen. PIN hoeft dus niet vervangen te worden.

Is er dan geen vraag meer naar? Gezien de reacties op onze consultatie kan ik deze vraag volmondig met “ NEE” beantwoorden. Nee, er is nog volop vraag naar het product PIN. Gezien deze feiten, kan ik niet anders dan vaststellen dat het op dit moment:

- niet noodzakelijk is om PIN uit de markt te nemen;

- niet noodzakelijk is om hier collectief over te beslissen of uitspraken over te doen; - en ook niet noodzakelijk is om alvast collectief een datum vast te stellen waarop

(7)

En doordat de noodzaak hiervoor lijkt te ontbreken, moet ik die partijen die hieraan meewerken waarschuwen. Mededingingsrechtelijk bevindt u zich op glad ijs. Afspraken of onderling afgestemd gedrag dat er op gericht is of tot gevolg heeft dat het productaanbod wordt beperkt kan in strijd zijn met artikel 6 lid 1 van de Mededingingswet.

Of PIN op termijn uit de markt zal verdwijnen dient bepaald te worden door de individuele keuzes van banken. Elke bank die een PIN-licentie heeft, moet voor zichzelf beslissen of zij PIN blijft voeren of niet, mede op basis van de vraag van klanten naar het product. Deze beslissing dient niet in gezamenlijk overleg tot stand te komen.

Als banken laten zien dat SEPA-producten echt tenminste even goed en even goedkoop zijn als de huidige nationale producten, zal de vraag naar deze producten vanzelf tot stand komen. Ik realiseer mij dat dit voor u als banken niet eenvoudig is, gezien het wantrouwen dat onder uw afnemers leeft. Maar hier liggen voor elke individuele bank ook commerciële kansen. Met lage tarieven al dan niet met vaste prijsgarantie voor een bepaalde termijn, kunt u wantrouwende klanten voor u winnen. Aanbieders van telefonie, internet en energie gingen u al succesvol voor op dit pad.

Mogelijk biedt het op termijn efficiëntie-voordelen om einddata vast te stellen voor betaalproducten, als een groot deel van de markt is overgestapt op andere

betaalproducten. Op dat moment zullen er waarschijnlijk door de betrokken partijen argumenten aan te voeren zijn, waardoor de afspraak onder de wettelijke uitzondering op het kartelverbod zou kunnen vallen. Hiervoor dient aantoonbaar te zijn dat aan de

voorwaarden van artikel 6 lid 3 van de Mededingingswet is voldaan. Middels kwantitatieve gegevens dient dan bewezen te worden dat:

- De afspraak de productie, distributie,technische of economische vooruitgang bevordert;

- de mededingingsbeperking niet verder gaat dan noodzakelijk is op het voordeel dat de afspraak beoogt te bewerkstelligen;

- een billijk aandeel van voornoemde voordelen ten goede komt aan de afnemers; - en de mededinging niet voor een wezenlijk deel wordt uitgeschakeld.

Momenteel lijken er onvoldoende argumenten aanwezig die een afspraak over uitfasering rechtvaardigen. Het creëren van zekerheid voor marktpartijen kan vanuit

mededingingsoptiek niet gezien worden als voldoende argumentatie om een dergelijke afspraak uit te zonderen van het kartelverbod, want wanneer de markt goed functioneert, zal de vraag van afnemers en de migratie naar SEPA-betaalproducten vanzelf tot stand komen als deze producten minstens dezelfde kwaliteit en lage prijs hebben als de huidige nationale betaalproducten.

(8)

Ook de mogelijke ontwikkeling van andere nieuwe betaalmerken kan ertoe leiden dat de concurrentie toeneemt. De NMa is dan ook voorstander van alle initiatieven die op dit gebied worden ontwikkeld of al bestaan.

3. Multilaterale interbancaire vergoedingen

Het derde punt dat ik wil bespreken betreft Multilaterale Interbancaire Vergoedingen, ofwel MIV. In ons consultatiedocument in november 2007 zijn we hier niet op ingegaan, omdat de Europese Commissie destijds nog geen besluit had genomen in de MasterCard-zaak. Zoals mevrouw Wezenbeek eerder deze ochtend al vertelde, heeft de Europese Commissie in december 2007 een oordeel geveld over de door MasterCard gevoerde:

- fall back MIV voor grensoverschrijdend transacties; - de fall back MIV voor binnenlandse transacties;

- en de op dat moment voor SEPA aangekondigde fall back MIV-niveaus. Het oordeel van de Commissie was duidelijk, al deze MIV zijn in strijd met de mededingingsregels.

Nu de Commissie in deze belangrijke zaak een besluit heeft genomen, acht de NMa het wenselijk om nader bij dit besluit stil te staan, omdat de toelaatbaarheid van MIV van groot belang zal zijn voor de inrichting van het betalingsverkeer in SEPA.

De Europese Commissie stelt dat de betreffende multilateraal afgesproken vergoedingen de concurrentie tussen de acquiring banken beperken en voert daarvoor de volgende argumenten aan:

- Vanwege het ontbreken van bilateraal uitonderhandelde vergoedingen, bepaalden de MIV voor alle aangesloten banken de interbancaire vergoedingen. Banken hadden geen impuls om een lagere vergoeding uit te onderhandelen, omdat zij altijd de hogere MIV konden krijgen;

- Daarmee werd het tarief dat door deze banken aan toonbankinstellingen in rekening werd gebracht (de Merchant Service Charge) grotendeels bepaald door de MIV die daarin een bodem vormde;

- Hierdoor werd de concurrentie tussen deze banken in belangrijke mate beperkt. De tarieven voor toonbankinstellingen zouden lager zijn als er geen multilaterale afspraak was.

De Commissie onderzocht vervolgens of de uitzonderingscriteria van artikel 81 lid 3 (het Europese equivalent van artikel 6 lid 3 Mw) van toepassing zijn. Zij concludeert daarop echter dat dit in deze zaak niet het geval is, aangezien Mastercard niet in staat is gebleken empirisch bewijs aan te leveren voor:

- het geclaimde causaal verband tussen de MIV (en het niveau ervan) en de geclaimde efficiëntievoordelen die deze zou opleveren.

(9)

Omdat de uitspraak van de Commissie ook de aangekondigde SEPA MIV van MasterCard betreft, is het risico van sterk stijgende transactiekosten voor Maestro-transacties, (zoals mevrouw Wezenbeek al betoogde), gelukkig voorlopig verdwenen.

De nationale mededingingsautoriteiten dienen in lijn met uitspraken van de Europese Commissie te besluiten. De NMa zal de algemene lijn die in deze uitspraak is uitgezet dan ook volgen voor alle in Nederland geldende MIV.

In Nederland hebben we momenteel geen MIV voor PIN, maar wel voor enkele andere betaalproducten. Wanneer marktpartijen van mening zijn dat een multilaterale interbancaire vergoeding in de toekomst toch wenselijk of noodzakelijk is, zullen zij moeten aantonen dat aan alle uitzonderingscriteria van het kartelverbod is voldaan middels kwantitatief empirisch bewijs.

4. Scheiding tussen betaalsystemen en infrastructuur

Tot slot wil ik nog even ingaan op een ander meer Europees punt, wat ik al eerder met Europese collega’s heb gedeeld. Dit punt van zorg betreft de afwezigheid van een strikte scheiding tussen betaalsystemen en betaalinfrastructuur.

Een aantal card schemes, zoals MasterCard en Visa, is niet alleen actief op de markt van

betaalmerken, maar kan ook processingdiensten aan banken leveren. Card schemes kunnen

de komst van SEPA aangrijpen om hun positie op de markt voor processingdiensten te versterken.

Wanneer een dergelijke partij een economische machtspositie heeft, zou ze deze kunnen misbruiken door middel van kruissubsidiëring of koppelverkoop. Een economische machtspositie is aannemelijk als een bedrijf ten opzichte van de concurrentie een groot marktaandeel heeft. Oplettendheid is in ieder geval op zijn plaats bij een marktaandeel vanaf 40% en een markt die gezien het aantal spelers inherent risicovol is. Vanaf een dergelijk marktaandeel kan een aanbieder zich mogelijk onafhankelijk van concurrenten en afnemers gaan gedragen en misbruik maken van haar positie.

Het SEPA Cards Framework stelt dat koppelverkoop van het betaalproduct en de

processing niet is toegestaan en dat voor beide diensten aparte tarieven moeten worden gehanteerd. In het NMa visiedocument is beschreven dat de mogelijkheid tot

kruissubsidiëring en koppelverkoop hiermee niet is uitgesloten en kan leiden tot een mededingingsbeperking.

Kruissubsidiëring

Betaalsystemen die ook processingdiensten leveren, zouden in theorie lagere tarieven dan andere processoren kunnen rekenen, door middel van kruissubsidiëring vanuit de

opbrengsten die het betaalmerk genereert. Wanneer een betaalmerk een dominante positie heeft en het systeem in staat is om op termijn zijn tarieven voor processing weer te

(10)

markt voor processingdiensten kunnen beperken. Er zijn respondenten op onze consultatie die denken dat de afnemende partijen, de banken, dit niet zullen accepteren. Andere

respondenten achten het risico reëel. Koppelverkoop

Het SEPA Cards Framework stelt dat koppelverkoop van het betaalproduct en de processing niet is toegestaan. Toch wordt ook dit gedrag met de introductie van SEPA mogelijk niet geheel uitgesloten. Zelfs als een betaalsysteem niet expliciet verplicht stelt dat van haar processingdiensten gebruik wordt gemaakt, kan er nog steeds sprake zijn van mededingingsbeperkende gedragingen. Mogelijk legt het betaalsysteem bij het gebruik van zijn betaalnetwerk namelijk de eis op, dat de verwerking als uitwijk toch via haar netwerk mogelijk moet zijn. Op deze manier verplicht een systeem niet expliciet dat de afnemer - doorgaans een bank - naast het betaalproduct ook processingdiensten afneemt. Maar, een deelnemende bank is hierdoor wel verplicht om investeringen te doen om dit mogelijk te maken. Hierdoor kan het kostentechnisch aantrekkelijk zijn om de processing in alle gevallen standaard via het betaalsysteem te laten verlopen.

Als het betreffende betaalsysteem een dominante positie op de markt voor betaalmerken heeft, kan het via deze weg indirect de concurrentie met andere processoren beperken en zijn positie op deze markt versterken.

Een betaalsysteem dat een dergelijke eis stelt, zou mogelijk kunnen beweren dat een dergelijke mededingingsbeperking gerechtvaardigd is, omdat een uitwijkeis de zekerheid van een veilige betaling en daarmee het kwaliteitsniveau van het betaalmerk garandeert. Of dit het geval is zal in dat specifieke geval moeten worden beoordeeld.

Conclusies

Dames en heren, ik heb u verteld over het belang van SEPA. Een belang dat ook de NMa onderkent omdat de harmonisering van het betalingsverkeer in Europa kan leiden tot meer concurrentie binnen de verschillende deelmarkten in het betalingsverkeer. De reden dat de NMa de overgang naar SEPA, evenwel, kritisch volgt, is dat deze overgang wel binnen het kader van de Mededingingswet moet plaatsvinden. Anders zal de beoogde toename van concurrentie niet tot stand komen.

Mede op basis van reacties op de consultatie is de NMa in staat geweest haar inzichten vast te leggen in het visiedocument dat vandaag zal worden gepubliceerd. De

mededingingsrechtelijke risico’s die hierin beschreven worden, mogen niet leiden tot overtredingen van de Mededingingswet. In dat geval slaan potentiële voordelen van SEPA om in nadelen. SEPA leidt dan niet tot meer concurrentie en lagere tarieven, maar tot minder concurrentie en hogere tarieven. De NMa wil dat scenario voorkomen.

(11)

dergelijke afspraken moeten dan wel aantoonbaar zijn en mogen niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is.

Waar wij mededingingsrechtelijke risico’s zien zal de NMa de markt op de voet volgen. Ik roep partijen op reeds in gang gezette ontwikkelingen die de concurrentie kunnen

beperken te staken en als daar onduidelijkheid over bestaat, met de NMa in overleg te treden. Waar nodig zal de NMa handhavend optreden.

Dames en heren, het gaat hier om meer dan mededingingsrecht alleen. Een mislukking van SEPA ondermijnt het draagvlak voor de Europese integratie in algemene zin en de

Europese concurrentiekracht. Marktpartijen onder u hebben dan ook een grote verantwoordelijkheid om van SEPA een succes te maken.

De NMa heeft getracht met het visiedocument een conditie te scheppen voor dit succes. Het is nu aan u.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Schiphol Group acht het redelijk om de kosten van het vermogensbeslag in deze gevallen toe te rekenen aan de luchtvaartactiviteiten en is daarom van mening dat activa mogen

en Shell Chemicals Europe B.V., beide onderdeel van Royal Dutch Shell plc., waarvan mededeling is gedaan in Staatscourant nummer 238 van 7 december 2005, door de meldende partijen

Op 6 augustus 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit besloten dat voor het tot stand brengen van de hierboven genoemde concentratie geen

medegedeeld dat Ackermans & Van Haaren NV en Sibco Holding SA/ NV, onderdeel van Crow Investment Limited, voornemens zijn gezamenlijke zeggenschap te verkrijgen, in de zin van

Voor zover van toepassing, beoordeelt de Raad of de geprognosticeerde jaarlijkse operationele kosten voor gebruik, beheer en onderhoud van de investering zoals deze door

De concurrentie tussen deze partijen, die nu hoofdzakelijk binnen de nationale grenzen actief zijn, kan door SEPA significant toenemen doordat een gelijk speelveld op Europees

4 LNB maand OV PV,netgebied,profiel Bepaal per erkende programmaverantwoordelijke per netgebied de gecontracteerde capaciteit voor profielafnemers voor kleinverbruikers

en Reggeborgh Deelnemingen B.V., via Holding Eerstelijn B.V., voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, in de zin van artikel 27, tweede lid van