• No results found

Interieur design op de werkvloer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Interieur design op de werkvloer"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Marlies van Hest Communicatie & Multi media Design Studentnummer: 122719 Scriptiebegeleider: Jan Jaap Rijpkema Kw 4: 20-04-2009 tot 19-6-2009

Scriptie

(2)

Als student CMD op Avans Hogeschool, te Breda, heb ik veel geleerd over de wereld van media en communicatie. Dit zijn dan ook zeer brede vakgebieden. Als student leer je werken met tools zoals Photoshop en Flash, maar ook leer je hoe marketing en management in elkaar steekt.

Van marketing en management heb ik al veel meegekregen tijdens mijn mbo-opleiding ondernemer/manager Detailhandel. Hier werd je als student opgeleidt met als doel om uiteindelijk een eigen detailhandelsbedrijf te kunnen opzetten en leiden. Toch trok het

ontwerpvak en het creatief omgaan met uitdagingen en concepten mij meer, daarom heb ik ook voor CMD gekozen.

Al snel trok psychologie mijn aandacht. Dit is dan ook de rode draad van m’n opleiding geworden. Met de profielkeuze voor ‘Interactie en Informatie’ ontwerper (II-er) spitste ik mijn keuze voor psychologie toe op ‘Emotional Design’. Volgens het boek ‘Why we love (or hate) everyday things’, geschreven door Donald A. Norman, heeft emotional design drie niveaus van ontwerpen. Deze niveau’s zijn visueel, gedrag en mentaal en zijn volledig gericht op de mens en zijn behoeftes, wensen en associaties. Tijdens o.a. mijn stage merkte ik dat het interieur ontwerp van de werkplek niet altijd voldeed aan de behoeftes van de werknemer, terwijl de omgeving wel met de beste bedoelingen was ingericht. Dit is naar mijn idee een interessant onderwerp en hier wilde ik dieper op in gaan. Dt is dan ook mijn afstudeerproject geworden.

(3)

Inleiding

1 Ontwikkeling van de kantooromgeving

2 De elementen die een rol spelen voor de kantooromgeving 2.1 Kleur

2.2 Licht 2.3 Klimaat

3 De heilige werkplek 3.1 Ideologie van het kantoor 3.2 Flexibel en sociaal 4 De professional en de elementen 5 Conclusie

3

4

8

11

13

16

18

21

22

24

6

(4)

Deze scriptie houdt het interieur design op de werkvloer tegen het licht. De meeste mensen spenderen zo’n 40 uur per week in een kantoorruimte, al dan wel of niet prettig ingericht. Veel werknemers realiseren zich niet dat een optimale werkomgeving ontzettend belangrijk is voor een positieve gemoedstoestand. Vooral ook om de eigen productiviteit te stimuleren.

Er zijn zoveel factoren van invloed op de kantoormedewerker. Welke zijn belangrijk?

Factoren die belangrijk zijn voor de werkomgeving zijn o.a. licht, kleur, ruimtelijkheid en klimaat. Een werkomgeving waarin al deze elementen goed zijn doordacht en geoptimaliseerd heeft een positief effect op de productiviteit en kan zelfs het ziekteverzuim verlagen.

Sommige wensen zijn echter persoonlijk. De ene werknemer is de andere niet.

Omgevingsfactoren zijn in wetmatigheden te vangen. Wat als een gestreste werknemer, volgens de kleuren psychologie behoefte heeft aan de kleur blauw? Kan men dan zomaar een muur blauw verven? Naast esthetische, ergonomische en biologische factoren komt er bij het, al dan niet, honoreren van dat verzoek een nieuwe invloedsfactor kijken. Hoe sterk heeft het bedrijf in kwestie de wil om de ‘corporate identity’ te implementeren. Waarom wil het bedrijf dit en waar ligt de grens tussen huisstijl en functionaliteit?

Ook de bedrijfscultuur en de hiërarchie zijn belangrijke factoren in de keuze voor kleur, indeling van het kantoor en licht. Wie hard werkt, wordt beloond en niet alleen met promotie en een beter salaris. Dit uit zich ook in de grote en luxe van het kantoor.

Op basis van welke factoren werden dit soort overwegingen vroeger gemaakt? Welke rol speelde hiërarchie en licht? Hoe dacht men toen over kleur, de rol van de werknemer en de identiteit van het bedrijf? Hoe hebben deze opvattingen zich verder ontwikkeld? En hoe zullen ze zich in de toekomst gaan ontwikkelen.

In deze scriptie wil ik voornamelijk ingaan op de huidige kantooromgeving. Ik zal kort de geschiedenis van kantoorvormgeving beschrijven.

Het hoofddeel van mijn scriptie bestaat uit de omschrijving van het gebruik van o.a. kleur, licht en klimaat en hoe dit in verhouding staat tot hiërarchie, bedrijfscultuur en ‘corporate identity’. De mening van de professional, namelijk de interieur architect, komt ook aan bod.

Wat is belangrijk voor de medewerker, de werkgever en hoe gaat de professional hiermee om? In deze scriptie probeer ik antwoord te geven op de voorgaande vragen.

(5)

1 Ontwikkeling van de kantooromgeving

In het begin van de vorige eeuw verschenen voor het eerst de kantoorpanden zoals we die nu kennen. Ook de werkvloer staat onder invloed van de technische en sociale invloeden en vooruitgangen. Je zou willen zeggen dat er veel veranderd is. In een reportage over

‘Kantoorvormen’ geschreven door Ton Brands voor ‘Inside information’ komt iets heel anders naar voren dankzij Arno Twights. Hij is de oprichter van onder meer ontwerpbureau QuA Associates.1

‘Hoezo verandering? Er verandert eigenlijk niet zo heel veel’, (...)de Grieken

en Romeinen zaten al op stoelen achter tafels en deden zo hun werk en op dit moment is dat nog steeds zo en over honderd jaar zal dat nog zo zijn. Het idee dat de wereld verandert, is zeer relatief. Het kantoor van de toekomst is naar mijn idee ook niet gek anders dan het kantoor van 1900.’

1900

Begin 1900 werden kantoorpanden altijd door veel mensen samen gedeeld. Franklin Becker

Figuur 1: Voorbeeld kantoor circa 1900.

1950 en 1960

Rond 1950 en begin 1960 kwam er een verschuiving in het interieur op de werkvloer. Frederick Taylor3 vond een

nieuwe vorm van productief werken uit. Het moest efficiënter kunnen, bedacht Taylor. Hij vormde complexe taken om in discrete, lopende band taken. Deze konden gemakkelijk gedaan worden door mensen die niet geschoold en dus

goedkoper waren. Franklin Becker vindt dit een negatieve verandering. Hij is juist voor een sociale werkomgeving. Men zou kunnen stellen dat de ideologie binnen het kantoorpand een lopende band moest

zijn, zo efficiënt en taakgericht mogelijk. Dit leidde naar de behoefte om mensen aan te stellen die streng alles in de gaten moesten gaan houden. Door deze vorm van management ontstond de visie dat sociaal zijn op de werkplek een verspilling was van geld en tijd van het bedrijf. In deze tijd werd ook de zogenaamde ‘Cube’ uitgevonden (zie figuur 2).

I

edere werknemer was omringd door panelen waardoor contact met de collega’s bemoeilijkt werd. Men werd geacht taakgericht en vooral alleen te werken.

1 Ton Brands: ‘Nieuwe kantoren’, reportage, 31-08-2009

2 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowledge Networks, blz. 12 3 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowledge Networks, blz. 13

omschrijft in zijn boek2 oude foto’s van Lloyds Bank in Londen (zie figuur 1). Het kantoor is

donker en chaotisch vol met jonge werklui in nette pakken en stapels papieren. Ook hier zie je een duidelijk verschil in rangen en standen binnen de bedrijfshiërarchie. Foto’s van de senior managers bij Lloyds Bank, uit dezelfde tijd, tonen mooi gemeubileerde, goed belichte en vooral een netter uitziende werkvloer. Let wel, de senior managers hadden ook geen eigen kantoor, ook zij werkten samen zonder muren er tussen. Werk was toen echt een sociale bezigheid. Ook gedeeltelijk, omdat juist in deze panden de professionele apparatuur stond die iedereen nodig had. Dat had men niet thuis staan, denk aan typemachines en uiteindelijk ook telefoons.

(6)

Figuur 2: Voorbeeld van zogenaamde Cubicles.

Heden

Op deze manier werd er amper nog informatie uitgewisseld tussen werknemers onderling en ook niet tussen de werknemers en hun meerdere. Communicatie en interactie waren vrijwel

verdwenen. De maatschappij veranderde mee. Lag eerst de aandacht nog bij de groep, nu lag de aandacht op het individu. Eind 1990 en begin 2000 is deze strategie niet meer zo voor de hand liggend. Er is nu weer een verschuiving aan het ontstaan die ons terug voert naar sociaal zijn op de werkvloer. De panelen verdwijnen uit de

werkomgeving. Dit is ook een logische stap volgens Becker.4 Wil men als bedrijf vandaag de

dag nog goed mee kunnen doen met de

concurrentie zul je van ‘goeden huize’ moeten

komen en vooral ook creatief moeten zijn. Dit kan niet alleen, maar gebeurt in teamverband door te communiceren. De hedendaagse managers zijn ongeveer 80 procent van hun tijd bezig met mondelinge communicatie.

4 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowledge Networks, blz. 13 5 Jeroen Junte: ‘Kantoor zonder barrières’, artikel Volkskrant.nl, 12-6-2007

Jeroen Junte heeft in zijn artikel “Kantoor zonder barrières” Jürgen Dürrbaum, hoofd

internationale verkoop van meubelfabriek Vitra, geïnterviewd.5 Hij zegt: “In moderne bedrijven

wordt geen simpel en monotoon werk meer verricht. Dat gebeurt door computers of door werkcentra in derde wereldlanden. Het kantoor is nu vooral een plek waar werknemers naartoe komen om te overleggen en samen problemen op te lossen.” Dit betekent dat het kantoorwerk niet meer als de lopende band van vroeger gezien kan worden. Het is vooral een denktank

geworden die de gehele dag bezig is met het bedenken van oplossingen en het vóór blijven op de concurrentie.

(7)

2 De elementen die een rol spelen voor de kantooromgeving

Veel mensen zijn zich niet zo zeer bewust van hun werkomgeving en al helemaal niet wat deze met de gemoedstoestand kan doen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar het effect van de werkomgeving. Hoe kan de werkomgeving dermate verbeterd worden zodat deze zo optimaal mogelijk wordt. Immers een werknemer die zich fijn voelt zal beter functioneren en dus productiever zijn.

Er zijn veel verschillende aspecten van kracht op de werkvloer. Denk aan klimaat, kleur en ergonomie. Ook de organisatie structuur en dus de hiërarchie heeft een bepalend effect op hoe de werkvloer is ingedeeld en er uit ziet. Ze werken samen met elkaar om een geheel te creëren. Het zijn er nogal wat en ze zijn onderling aan het touw trekken. De werkgever vindt het ene belangrijk en de medewerker het andere. Aan de ontwerper van het interieur dus de taak om iedereen tevreden te stellen en dat alles binnen een bepaald budget. Een nieuw interieur is immers een investering.

De belanghebbenden

Naast de eerder genoemde aspecten kunnen nu ook belanghebbenden genoemd worden, namelijk:

• De werkgever • De werknemer

• De interieur ontwerper

Klanten die over de werkvloer komen worden buiten beschouwing gelaten. Dit is omdat er vaak aparte ruimtes beschikbaar zijn om de klanten te woord te staan.

Onder de werkgever verstaan we de persoon die de beslissende factor is. Dit kan een

manager zijn, maar ook een directeur binnen de dienstverlenende sector. Het is uiteindelijk de opdrachtgever voor het interieur design.

De werknemers kunnen verschillende functies hebben. Zo verstaan we onder medewerkers mensen die op kantoor werken. Dit kunnen zowel datatypisten zijn als accountmanagers. De interieur ontwerper of interieur architect is de professional. Deze persoon wordt geacht in staat te zijn een volledig interieur in te kunnen richten, van kleur bepaling tot meubels. Deze heeft hier dan ook een opleiding voor gevolgd.

(8)

Er zijn verschillende soorten modellen voor een werkomgeving. Allereerst de vraag hoeveel

ruimte er is en hoe deze is ingedeeld. Een groot open vloeroppervlak biedt andere mogelijkheden dan allerlei kleine ruimtes op een verdieping.

‘Employees appreciate flexibility in where and when they work, and they like a distinctive place to work. The Dutch federal building agency discovered this in the mid-1990s as it struggeld to figure out what to do with its historic buildings. In the early 1980s these small, often intricately divided spaces were seen as a great liability. Companies wanted enormous floor plates, from twenty-five thousand to forty

thousand square feet or more, so they could house all of a five-hundred-person department on a single floor. But to what end?’7

Een vloerplan van een zodanig grote eenheid zag er goed uit op papier, maar organisatorisch gezien was het een punt van discussie. Het doel was het verbeteren van de communicatie tussen het personeel. Dit werkt stukken beter als er kleine groepen bij elkaar zijn ingedeeld, aldus Franklin Becker. Om een grote ruimte toch te kunnen onderverdelen in kleinere groepen van medewerkers heeft Becker een advies: “Create smaller groupings of about twenty-five people or so within a large department or floor plate using a variety of boundary cues. They don’t have to be walls; they can be banners, signs, panels, plants, product displays… just about anything.”8

Ook bij ruimte indeling komt hiërarchie en bedrijfscultuur kijken. Een ‘platte’ organisatie heeft minder eenpersoonskantoren nodig dan een bedrijf waarbij er verschillende managers van verschillende niveaus aanwezig zijn.

6 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowledge Networks, blz. 32 7 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 4; The right size, blz. 50

8 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 4; The right size, blz. 57

De basis: Ruimte indeling

Ruimte indeling is de basis van het interieur design op de werkvloer. Het aantal vierkante meters is uiteindelijk bepalend voor de indeling van de werkvloer. Hoeveel ruimte is er en hoeveel werknemers moeten deze ruimte gaan delen? Op basis van de beschikbare vierkante meters kan besloten worden hoeveel open en hoeveel gesloten kantoren er geplaatst kunnen worden. Is er een open bedrijfscultuur of juist niet? Waar is juist meer behoefte aan en kan er een keuze gemaakt worden door de werknemer zelf? Ook hier komt flexibiliteit om de hoek kijken. “A variety of settings for a variety of tasks. In an activity-based workspace strategy,

individuals choose where to work over the course of a day of week according to their preferred workstyle, the nature of the work, and the needs of team members.”6

(9)

Kleur

2.1 Kleur

Kleurenpsychologie is al een begrip op het interieur design gebied, maar er wordt wat minder bij stil gestaan als het om kantoorpanden gaat. Rood staat voor activerend, maar kan al snel chaotisch en zelfs agressief zijn. Blauw staat voor kalmte en rust. Groen wekt de associatie van natuur op. Wit is een veel gebruikte kleur op de werkvloer, het werkt kalmerend en wordt geassocieerd met smetteloosheid. Terwijl teveel wit juist weer verwarrend kan zijn, omdat het grenzen tussen muren en vloeren vervaagt.9 Nogal wat om rekening mee te houden dus. Zo ook

zeker voor de interieur ontwerper. Moeten de kleuren van het bedrijfslogo verwerkt worden in het interieur, en is dit dan wel de juiste keuze? Hoe wordt er met kleur omgegaan op kantoor?

Voor de werkgever is het vaak belangrijk dat de werkvloer het imago van het bedrijf uitstraald. Dit is dan ook een taak voor de interieur ontwerper. De vraag zal altijd blijven in hoeverre je de huisstijl door moet drijven in het interieur design op de werkvloer. Waar stopt ‘corporate identity’ en neemt kleuren psychologie het over?

Voorbeeld uit de praktijk; Tante Louise-Vivensis

Een voorbeeld uit de praktijk komt van Tante Louise-Vivensis (zie figuur 3), te Bergen op Zoom.10

Dit is een zorginstelling bestaand uit twee bedrijven en zijn recentelijk gefuseerd met elkaar. Door deze reorganisatie was er een nieuw en groter pand nodig zodat alle werknemers bij elkaar konden zitten. Het is gelijk goed aangepakt met nieuwe meubels, aparte vergaderkamers en iedere afdeling heeft nu een eigen ruimte. Wat gelijk opvalt als je binnenkomt is de felle kleur geel in de hal en bij de receptie. Dit is zowel op de muur als in accessoires terug te vinden. Opvallend is dat er dus niet is gekozen voor een corporate identity uitstraling, iedere afdeling heeft zijn eigen kleur gekregen.

Alle kleuren van de regenboog zijn terug te vinden in dit kantoorpand. Personeelszaken is paars, de datatypisten afdeling is rood en zo heb je nog groen, oranje en blauw. Als je naar commitment (hier wordt in later de

scrip-tie verder op ingegaan) gaat kijken, kan het Figuur 3: Nieuwe logo Tante Louise-Vivensis

zo zijn dat er een eenheid wordt gecreëerd voor iedere afdeling. En zo voelt het ook wel voor Lia Spijker, datatypiste bij Tante Louise-Vivensis (zie bijlage 3). Op de vraag wat ze van de kleur rood vond, toen ze voor het eerst binnenkwam, heeft ze het volgende te zeggen: “Iedereen was eigenlijk geschrokken. Het is ook niet zomaar rood, het is echt knalrood.” Rood is volgens de kleurenpsychologie activerend, maar mevrouw Spijker had niet echt het idee dat ze er actiever door werd. “Het went eigenlijk gewoon.” Haar collega’s denken er ook zo over.

9 ‘Kleuren & Psychologie’, artikel habitos.nl

(10)

Ann M. Callahan,11 meer over te lezen in ‘3.0 De heilige werkplek’, zou het eigenlijk niet eens

zijn met de keuze die bij Tante Louise-Vivensis gemaakt is. Er wordt namelijk een mengeling gemaakt van zowel warme als koele kleuren in het gehele pand. Zij pleit juist voor de neutrale kleuren zoals wit, beige en taupe en vindt dat een pand op zich al een eigen uitstraling heeft en moet hebben. Het geheel moet kloppend zijn.

Kleur

‘The physical elements in the interior and exterior spaces both require attention. Interior spaces are the entrance area, hallways, and rooms, while exterior spaces are the building’s façade, landscape, and parking lot. Each contributes to an impression of the overall building.’

Commitment en Corporate identity

Het is moeilijk te zeggen wat de juiste keuze nu is. Ieder mens is verschillend en zo geldt dit ook voor ieder bedrijf. Naast wat het bedrijf zou willen op de werkvloer is er nog een aspect dat bepalend kan zijn voor de kleur op kantoor. Commitment heeft ook te maken met wat de

medewerker zou willen op zijn of haar werkplek. Volgens het boek ‘ Management, organisatie en gedrag’ geschreven door Wim Bloemers en Elies Hagedoorn12 zijn er drie vormen van commitment

van een medewerker. Namelijk organisatiecommitment, carrièrecommitment en collegiale commitment.

Als een medewerker een sterke organisatiecommitment heeft wil dit zeggen dat de medewerker zich erg betrokken voelt bij de normen en waarden van het bedrijf. Ze zijn dan ook meer dan bereid om zich volledig in te zetten voor het bedrijf. Dit soort commitment komt eigenlijk alleen voor bij medewerkers die een hoge positie bekleden binnen de organisatie en dus hiërarchie. Bij carrièrecommitment zijn de medewerkers erg gericht op het hogerop klimmen in de organisatie, carrière maken dus. Zij stellen hun persoonlijke belangen boven die van het bedrijf. De mate van collegiale commitment staat voor de betrokkenheid die medewerkers voelen naar hun naaste collega’s. Het richt zich vaak op de afdeling waar men voor werkt. Deze vorm komt dus ook veel vaker voor onder de medewerkers dan organisatiecommitment.

“Naar aanleiding van de drie vormen van commitment kan geconcludeerd worden dat het belang van een term als corporate identity sterk moet worden gerelativeerd.” Aldus Wim Bloemers en Elies Hagedoorn. Als de medewerkers weinig of geen affiniteit voelen met het bedrijf, hoe zwaar telt dan corporate identity in het uiterlijk op de werkvloer nog? Is het wel relevant, wordt dan de vraag.

Voorgaande was vanuit het perspectief van de werknemer, er valt ook veel te zeggen voor de werkgever en commitment. Franklin Becker weet wat de werkgever graag heeft op het gebied van de commitment van zijn medewerkers.

11 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008,

www.socialworkto-day.com

(11)

‘Companies want their employees to idenify with the company because stronger identification generally translates into greater commitment. This in turn is associated with giving more of oneself in terms of energy and ideas. We know that professional employees identify most with their own team or project and their profession.The company as a whole is further down the list (sometimes below one’s customers).’13

Kleur

Het kan dus lastig zijn voor een bedrijf om meer commitment te creëren bij de werknemers door de corporate identity te implementeren in het interieur design. Dit betekent dat goed moet worden gekeken of de kleuren van het bedrijfslogo op de muur echt een nuttige factor is. Het kan ook bijdragen aan de commitment van de medewerker.

(12)

Licht

2.2 Licht

Lichtval is een belangrijke factor om het werk goed te kunnen verrichten. Goedkope

TL-verlichting is meestal niet de meest prettige oplossing voor het werkende personeel, maar kan uit budget overweging toch geplaatst worden. Wanneer het beeldscherm zich bevindt in fel licht wordt het moeilijker om te kunnen zien wat er op het scherm staat. Medewerkers knijpen hun ogen dicht om het beter te kunnen zien. Dit veroorzaakt hoofdpijn.14 Dat is niet bevorderend

voor de productiviteit van een medewerker, maar hier kan wel wat aangedaan worden. Dynamisch licht

Een opkomende trend zal het zogenaamde dynamische licht worden zodat medewerkers zelf het licht kunnen instellen naar gelang ze behoefte er aan hebben. Phillips lighting heeft al extensief onderzoek gedaan naar dynamisch licht en hun conclusie is dat medewerkers productiever zijn met de juiste lichtsoort en lichtintensiteit (lux), zie figuur 4. Koel en intens licht in het begin van de ochtend en net na de lunch pept de medewerker op. Juist op de momenten dat diegene het nodig heeft. De bekende ‘afterlunch’ dip kan hier zelfs letterlijk mee verlicht worden, zo stelt Henri Juslén in ‘Why control light in the workplace?’.15 Dynamisch licht kan dus een interessante

ontwikkeling gaan worden.

Figuur 4: Behoefte aan lichtintensiteit gedurende de dag

“(…) lighting determines what we see and how we see it, it is only natural that lighting should influence our mood and our perception of space. However, each individual will be affected differently because everyone’s visual sense and experience are different.” Zo stelt Henri Juslén in ‘The effect of light on well-being’.16 Het draait allemaal om het welzijn van de

medewerker, en Juslén betrekt dit naar een biologisch en wetenschappelijk niveau. ‘High lighting levels in the morning boost cortisol levels and make us more active. Light is also used effectively as a cure for people who suffer from Seasonal Affective Disorder (SAD), or ‘winter blues’.’

Henri Juslén is dus een grote voorstander van dynamisch licht op de werkvloer. Wel benadrukt hij dat de werknemer uitleg moet krijgen hoe hiermee om te gaan. Als dit niet zou gebeuren

14 Henri Juslén: ‘The effect of light on well-being’, reportage Phillips Lighting, blz. 1-2 15 Henri Juslén: ‘Why control light in the workplace?’, reportage Phillips Lighting, blz. 3 16 Henri Juslén: ‘The effect of light on well-being’, reportage Phillips Lighting, blz. 1

(13)

kan het juist verkeerd lopen en het zou een zonde zijn als het systeem niet op de juiste manier gebruikt zou worden. “Giving people access to personal lighting controls – as offered by the ‘personal light’ scenario of Dynamic Lighting, for instance – also gives them a greater feeling of autonomy, which in turn leads to increased job satisfaction.” Dit betekent dus meer controle voor de medewerker volgens Juslén.17 Die controle over de eigen werkplek leidt op zijn beurt weer

naar een grotere tevredenheid op het werk. Een niet te onderschatte factor voor een productieve medewerker.

Licht

(14)

Klimaat

2.3 Klimaat

Het klimaat op de werkvloer is belangrijk voor een medewerker om zich prettiger te voelen. Sommige medewerkers geven aan dat ze regelmatig hoofdpijn hebben tijdens, of na hun werkzaamheden. Dit kan, naast het al eerder genoemde foutieve licht, verschillende oorzaken hebben die terug te leiden zijn naar het kantoor.

Veelal denken mensen aan hitte als er een slecht klimaat bestaat op de werkvloer, maar ook een te koude werkomgeving zorgt voor overlast en gezondheidsproblemen. Het kan leiden tot concentratieverlies en zelfs luchtwegproblemen.18 Wanneer het te warm is op kantoor stelt

hitte en vocht meer eisen aan hart en vaten. Zeker bij een luchtvochtigheid boven de 50% is het kantoorleven zeer onbehagelijk te noemen. Hitte is een grote boosdoener op kantoor, vooral risicogroepen zoals mensen met een longaandoening of zwangere vrouwen moeten goed

oppassen. Uitdroging, concentratieproblemen, jeuk, uitslag en zelfs flauwvallen kunnen gevolgen zijn van aanhoudende hitte op de werkvloer.19

Het is dan ook niet voor niets dat er duidelijke richtlijnen zijn opgesteld, of wettelijke eisen, om het klimaat op de werkvloer op pijl te houden.

Temperatuur volgens de Arbo-wet

Volgens de Arbokaart (zie bijlage 1) van FNV bondgenoten20 is de ideale temperatuur voor

kantoorwerkzaamheden, dus zittend werk, tussen de 23 en de 26 °C. Het is gemakkelijk om een warme trui aan te doen mocht het te koud zijn, het wordt moeilijker als het te warm is. Katoenen kleding en veel koud water drinken kan een medewerker wel helpen, maar boven 32°C is werken haast onmogelijk net als onder de 15 °C dat is. Een airconditioning systeem is dus altijd wenselijk in een kantoorpand.

FNV bondgenoten houdt zich bezig met alles wat met werken en de werkvloer te maken heeft. Er gelden nu eenmaal regels en er zijn richtlijnen. Deze staan beschreven in de Arbo-wet. Denk aan de normen die gelden voor tilwerk, indeling van tijd of gevaarlijke stoffen.

Naast hitte en kou wordt ook ingegaan op werkdruk en stress. Tot voor kort werd het fenomeen burn-out niet erkend, tegenwoordig word het hebben van een burn-out wel erkend als een psychische klacht. Naast erkenning biedt FNV bondgenoten ook advies om werkdruk te herkennen en er een oplossing voor te vinden. Dit alles draagt bij aan een fijnere werkomgeving voor de medewerker en als hulpmiddel voor de werkgever.

Naast de temperatuur zijn er nog andere aspecten die het klimaat op kantoor kunnen

veraangenamen. Volgens MplusR interieur architecten bureau is geur een onderschat thema op de werkvloer, maar des te belangrijker voor een optimale werkomgeving.21

Aroma therapie op de werkvloer

Uit werktevredenheidsonderzoek onder 513 mensen gedaan door onderzoekbureau Ithaka, te Amsterdam, blijkt dat geur op nummer 3 staat als negatieve invloed, na werkdruk en vervelende collega’s.22 Sociale elementen worden als belangrijk geacht, dus geur is dan ook een

opmerkelijke factor in dit geheel. Aroma therapie is redelijk bekend, maar het is nu pas een opkomende trend binnen het bedrijfsleven aan het worden.

18 ‘Gezondheidsgevaar voor werknemers’, artikel 08-05-2008, www.arbobondgenoten.nl 19 ‘Gezondheidsgevaar voor werknemers’, artikel 08-05-2008, www.arbobondgenoten.nl 20 ‘Gezondheidsgevaar voor werknemers’, artikel 08-05-2008, www.arbobondgenoten.nl 21 Interview, Hans Marechal MplusR Interieur Architect, 02-06-2009

(15)

In het artikel ‘Dat ruikt naar productiviteit...’op lifestyleagent.nl van 20 maart 200923 wordt

ingegaan op een onderzoek dat is uitgevoerd in Japan. Het bleek dat bij de verspreiding van citroengeur de medewerkers minder typefouten maakten. Het hielp ook voor

stressvermindering. Bij lavendel gaven de medewerkers aan dat zij zich ontspannen voelden. Pepermuntgeur werkt oppeppend en helpt dus bij de zogenaamde ‘namiddagdip’. Geen cup-a-soup meer nodig, zou je zeggen. Het artikel blijft wel reëel. “Of geur ook helpt tegen gevoelens van stress en hoge werkdruk die te wijten zijn aan dieper liggende problemen, is natuurlijk wel de vraag.”

Er is nog een factor die bij zogenaamde aroma therapie komt kijken en dat is associatie. In het artikel ‘De geur van succes’ door Joop Mestrom24 wordt Ton Plekkenpol genoemd, de oprichter

van Quasar world. Plekkenpol helpt bedrijven te vernieuwen op basis van authenticiteit en ‘out of the box’ denken. Hij is blij dat er erkenning is voor geur op de werkvloer, maar haalt tevens ook een negatief puntje aan uit de praktijk.

Klimaat

‘Mensen laten zich onbewust leiden door geur. Van der Valk heeft bijvoorbeeld zo’n typisch muf spruitjesluchtje. Daar zijn ze zich sinds kort van bewust en nu willen ze het wegwerken. Zonde, want gasten en werknemers associëren die geur onbewust met de oude, vertrouwde Van der Valk.’

Het veranderen van de geur heeft dus gevolgen voor medewerkers en klanten. Hoe bepaal je eigenlijk een geur voor een bedrijf? Bijvoorbeeld: Hoe ruikt een bedrijf dat aan vernieuwing doet? “Nou, als een nieuwe auto wellicht. Dat is een heel specifieke geur, die bij vrijwel iedereen de associatie met nieuw oproept.” Aldus Plekkenpol.”Die geur is gewoon te koop.”

De plant

Een ander positief aspect, wat ook gemakkelijk te plaatsen is, zijn planten. Onderzoek van TNO toont de positieve werking van de plant aan, niet alleen in eigen huis maar juist ook op de werkvloer. Vooral gestreste werknemers kunnen baat hebben bij de heilzame werking van de plant.

‘Met veldexperimenten is vooral aangetoond dat het plaatsten van planten in werksituaties gepaard gaat met verbeteringen van de gezondheid en het welbevinden van werknemers (Klein Hesselink e.a., 2005). Een belangrijke vraag is echter of deze verbeteringen ook leiden tot verbeteringen in de productiviteit van werknemers. Dit laatste type onderzoek is vooral uitgevoerd door middel van laboratoriumexperimenten. Vooral Japans onderzoek van Shibata & Suzuki (2001; 2002; 2004) geeft aan dat er sprake is van een verbetering van de productiviteit bij de uitvoering van creatieve taken, maar niet bij productietaken. De gedachte hierachter is dat het effect van planten op de mens vooral herstellend van aard is. Dit effect is zowel preventief als curatief, dat wil zeggen dat men door planten op het werk minder vermoeid raakt en bij vermoeidheid eerder hersteld.’ 25

22 ‘Geur op de werkvloer’, artikel www.veiligengezondwerken.nl, 2009-06-15 23 ‘Dat ruikt naar productiviteit’, artikel lifestyleagent.nl, 20-03-2009

24 Joop Mestrom: ‘De geur van succes, artikel www.ikki.nl, 08-12-2008

(16)

Klimaat

Er wordt dus gesteld dat werknemers uit de dienstverlenende sector (op kantoor) meer baat hebben van de plant dan mensen die in een fabriek werkzaam zijn. Deze laatste groep is meer gefocust op de taak die ze moeten verrichten en zal de plant(en) niet eens opmerken.

Voor deze medewerkers kan er wel baat zijn wanneer de plant in een ontspanningsruimte wordt geplaatst, zoals de bedrijfskantine.

Het onderzoek maakt onderscheid tussen 2 groepen werknemers: De mensen die aangaven fysiek vermoeid te zijn en de mensen die aangaven dat ze gestrest zijn.

Figuur 5: Gemiddeld aantal goede associaties door proefpersonen met een hoge score voor fysieke vermoeidheid

Figuur 6: Gemiddeld aantal goede associaties door proefpersonen met een hoge score voor werkstress.

Uit figuren (figuur 5 en 6) blijkt dat er wel onderscheid gemaakt moet worden tussen het plaatsen van slechts één plant of meerdere planten in het zicht van de medewerker. Gestreste mensen zijn niet gebaat bij een (lichte) vorm van chaos en prefereren onbewust dus de

aanwezigheid van slechts één plant.26

Ook Ann M. Callahan, zie ‘3.0 De heilige werkplek’ ziet ook de positieve invloed van planten. Zij zegt: “Finally, items such as plants can improve the air quality, tempera-ture, and humidity level in an office.”27 Zij geeft nu gelijk

een eventuele verklaring voor de positieve werking op de gemoedstoestand van de medewerker.

Figuur 7: Kantoor met planten

26 John Klein Hesselink e.a.: ‘Planten verhogen de productiviteit bij creatief werk’, artikel www.tno.nl, 06-2007, blz. 3 27 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 3,

(17)

3 De heilige werkplek

Een nieuw fenomeen is het kantoor als een ‘thuishaven’. De medewerker moet zich thuis kunnen voelen op kantoor, het mag dus niet langer een bron van stress of verplichting zijn. De werkplek wordt heilig voor de werknemer en de werkgever. Interieur design is uiteraard hierop aan te passen.

Ann M. Callahan trekt het interieur design op de werkvloer nu een stapje verder in haar boek ‘Workspace as a sacred space – Creating a comfort zone’. Ze schetst een hedendaagse werkplek op een willekeurig kantoor.

‘One office doubles as a storage room, with a folding table for a desk and a pile of electronic equipment connected by wires hanging down from the ceiling. Bookshelves are overstuffed with extraneous items and papers on the verge of falling out.

The next office has a desk covered with papers in disarray that surround a computer keyboard and terminal. The windows have black blinds blocking out the sun. The last room is a chair graveyard with unused office items along the perimeter. This is our work space for weeks, months, and years to come.’

Callahan gaat in op het invloedrijke van de werkomgeving. Zij stelt dan ook dat de werkvloer vaak als iets ondergeschikts wordt gezien, wat het volgens haar absoluut niet is en niet mag zijn. Zij stelt dat de werkplek zou moeten voelen als “Home away from home.”28

De heilige werkplek of ‘sacred space’ is een therapeutische term. Belangrijk hierin is emotionele groei, veiligheid, tevredenheid en inzichtelijkheid. Callahan draagt aan dat een samenwerking van verschillende objecten van belang is om de zogenaamde ‘sacred space’ te creëren. Dit gaat

verder dan alleen de eigen werkplek.

‘The creation of sacred space involves a thoughtful selection and placement

of physical elements in an area. The most common physical elements include furniture, accessories, sound, color, temperature, texture, lighting, and fragrance. The physical elements in the interior and exterior spaces both require attention. Interior spaces are the entrance area, hallways, and rooms, while exterior spaces are the building’s façade, landscape, and parking lot. Each contributes to an impression of the overall building.’29

Als belangrijkste elementen noemt Callahan: Meubels, accessoires, kleur en licht. Callahan gaat in op ieder element.

Meubels

Meubels hebben twee functies, ze defineren de ruimte door de manier van plaatsing en ze moeten ergonomies zijn. Callahan stelt dat de minimale afstand tussen mensen 48 tot 60 inch (1.20 m tot 1.50m) zou moeten zijn. Dit is ver genoeg om een gevoel van privacy te hebben en dichtbij genoeg om communicatie te stimuleren.30

28 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 1, www.social-worktoday.com

29 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 2, www.social-worktoday.com

(18)

Natuur en associaties in accessoires

Natuurlijke elementen zoals planten, schelpen, dennenappels, hout, steen, kaarsen en water zijn voorbeelden van goedkope accessoires. Door de ronde vorm zijn ze vriendelijk en

rustgevend voor het oog, en door de textuur werken ze juist weer stimulerend. Ook meldt Callahan het belang van spirituele associaties met deze elementen. Kunstwerken als accessoires worden als fijn ervaren wanneer ze een onderwerp uit de natuur bevatten, bijvoorbeeld een zeelandschap. Let wel dat accessoires onderhoud nodig hebben en van tijd tot tijd vervangen moeten worden.31

Kleur

Ook het belang van kleur wordt onderstreept. Callahan vindt neutrale kleuren, zoals grijs, zwart, wit, taupe, beige en ivoor geschikt voor de werkvloer, zolang ze een crème ondertoon hebben. Zij stelt dat je met deze kleuren een eenheid creëert in een ruimte, wat dus ook weer rustgevend zou werken.32

Licht

Callahan weet dat sterk licht, zoals daglicht, kan helpen bij mensen die lijden aan een depressie of vermoeidheid ervaren. Daglicht helpt je actiever en ook mentaal alerter te zijn. Ze stelt dan ook voor om vooral gebruik te maken van materialen die goed zijn in het reflecteren van licht zodat de ruimte lichter lijkt. Goede materialen zijn glossy verf, metaal, glas, gepolijst hout en leer. Hier is het sleutelwoord harmonie.

Het blijft belangrijk om je eigen behoeftes hierin te herkennen. Stel jezelf de volgende vragen:

• Hoe voel ik me comfortabel? • Wat inspireert me?

• Hoe kan ik me thuis voelen?

• Hoe kan ik het beste mijn werk doen? • Waar kan ik naartoe voor rust?

• Is de ruimte in balans met de behoeftes?

Onthoud ook altijd dat wat jij mooi vindt een ander juist niet mooi kan vinden.33

30 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 2-3,

www.social-worktoday.com

31 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 3,

www.social-worktoday.com

32 Ann M. Callahan PhD: ‘Work space as a sacred space- Creating a comfort zone’, artikel 2008, blz. 4,

www.social-worktoday.com

(19)

Ideologie

3

.1 Ideologie van het kantoor

Werknemers komen en gaan, van verschillende disciplines en vooral ook met andere behoeftes en wensen. Reorganisatie is eerder normaal dan een uitzondering. De werkplek moet eigenlijk flexibel kunnen zijn om zich keer op keer te kunnen aanpassen aan de medewerkers en hun functie die er komen te zitten.

De tuin van persoonlijkheden

Franklin Becker omschrijft de werkvloer als een tuin.

‘Getting an organization’s ecology right is like planning a garden. (...) They select plants that thrive under the conditions the garden affords. By exploiting the garden’s natural variations, they create a diverse, healthy, sustainable plant community, one that over time gets better and better. (...) The old resides with the new. And it is the overall pattern-the landscape, not the individual plant-that creates the total effect. A good office, like a good garden, requires tending.’34

Het kantoor als een tuin kan een ideologie zijn van de werkgever. De ideologie past bij

de hiërarchie en dat wat men als bedrijf wil uitstralen. De tuin is flexibel en zet de eerste richting naar het leren naast elkaar te leven en vooral samen te werken. Het inzetten van sterke eigenschappen van het individu om als team boven zichzelf uit te stijgen. Het leren van elkaar moet ook passen binnen de bedrijfscultuur. Dit is de aanzet voor het ontstaan van een nieuwe ideologie, namelijk de speeltuin. Kinderen leren gaandeweg van elkaar, zo geldt dit ook nog altijd voor volwassenen.

Al spelenderwijs leert men; kennismaatschappij

We leven in een kennismaatschappij. Dankzij het internet zijn allerlei soorten informatie binnen handbereik. Leren van elkaar is belangrijk, dus niet alleen voor kinderen ook voor volwassenen kan dit positief zijn. Op kantoor wordt dit steeds duidelijker, maar hoe werkt dit dan samen met hiërarchie? Hiërarchie is een beslissende factor voor de indeling van de werkvloer.

‘I found him sitting in the midst of his team in an open plan workstation. He explained that retreating to a private enclave to reflect on data for days, and then writing a considered report, just didn’t cut it any more. To be competitive, he and his team had to frequently interact and share information, making rapid judgements that exploited fast-changing and unpredictable market events.’

34 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 1; The office as invention, blz. 8 35 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowlegde network, blz. 13

Hoe belangrijker je bent binnen de organisatie, hoe groter je kantoor zal zijn, en ook zal je met steeds minder mensen een kantoor delen. Hier heb je hard voor gewerkt en dus recht op. Franklin Becker haalt in ‘Offices at work’ een nadeel aan, wat tekenend is voor de huidige stand van zaken op kantoor. Hij vertelt over zijn ontmoeting met een ‘director of research’ voor een groot financieel bedrijf. Deze man had 50.000$ gekregen om zijn nieuwe kantoor volledig naar eigen smaak in te richten. 35

(20)

De manager moest dus wel in de buurt van zijn ondergeschikten zijn om ervoor de zorgen dat alles goed bleef gaan. Zo konden er snel oplossingen verzonnen kunnen voor eventuele

problemen. Het kan dus zijn dat de verschuiving van de ‘Cube’ naar een open werkvloer ontstaan is om de concurrentie voor te blijven. Een andere oorzaak kan ook de huidige maatschappij zijn, terwijl dit eigenlijk tegenstrijdig is. Alle vormen van onderwijs richten zich steeds meer op het individu en dus de zelfstandigheid van de mens. Terwijl op de werkvloer tegenwoordig weer uitgegaan wordt van de kracht van een team bestaande uit verschillende persoonlijkheden. Een goed voorbeeld van zo’n divers team is te vinden bij verschillende bedrijven binnen de creatieve sector, waaronder TPO studios.

Voorbeeld uit de praktijk; TPO studios

TPO studios is een creatief bedrijf dat zich richt op film, muziek, communicatie, internet en design. Zij verzorgen een totaal pakket van huisstijl tot folder. Danny Romeijn is de bedrijfsleider en tevens art director.36 Bij een brainstorm zorgt hij ervoor dat er een team is dat bestaat uit

verschillende persoonlijkheden en disciplines. Hij gelooft dan ook dat dit ervoor zorgt dat de meeste ideeën op tafel zullen komen. Als individu ben je sterk, maar als team ben je sterker en slimmer. Franklin Becker zegt er het volgende over:

‘Teams, even more so than individuals, depend on the free flow of information: sharing ideas, expertise, and specific techniques; providing timely feedback; developing consensus about goals and objectives; identifying best practices and making sure everyone learns about them quickly, helping others solve problems.’37

Co-locatie

Leren kan, volgens Becker, dus beter in teamverband. Dit zou ook productiever werken voor het gehele bedrijf. Onthoudt wel dat er ook een negatieve kant kan zijn aan het teamverband. “We don’t like everyone we work with”, aldus Becker. Leren van elkaar is belangrijk om een organisatie goed te laten verlopen, maar je moet er als bedrijf weer niet in doorslaan. Becker haalt het begrip ‘zoning’ aan.

‘Locating a software developer or lawyer within overhearing distance of a marketing person is like locating elderly housing next to a teen center because you believe both can benefit from the other’s experience.‘38

Dit kan natuurlijk niet, stelt Becker. Vooral ook omdat deze verschillende disciplines aan verschillende problemen werken, met andere apparatuur werken en een andere werkstijl hebben. Mocht je als bedrijf toch personeelszaken en marketing managers samen willen zetten, met het

Ideologie

Figuur 8: Logo TPO studios

36 Interview, Danny Romeijn (voormalig) art director en mede-eigenaar TPO studios, 02-04-2009 37 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowlegde network, blz. 26

(21)

Ideologie

doel dat ze van elkaar kunnen leren en begrijpen wat ze doen, zorg er dan voor dat ze in clusters zitten. Dus bijvoorbeeld drie personen uit de marketing en drie personen van personeelszaken. Het is dan ook maar net wat de werkgever wil bereiken en vooral wat de werkgever wil uitstralen. Dit gezegd te hebben, betekent het dat bedrijven niet bij elkaar af kunnen kijken als het gaat om het interieur design van het kantoor. Ideologie kan ook gezien worden als strategie en ieder bedrijf heeft immers een eigen strategie.

When you learn about what other admired companies are doing,

also understand the context in which their particular policies and practices exist. Consider: • Organizational culture • Workforce demographics • Technological sophistication • Regulatory environment • Market forces

• Stability or uncertainty of operating conditions

Dit alles is dus een reden waarom een bepaald bedrijf voor een bepaalde interieur inrichting heeft gekozen. Je moet het volledige systeem meerekenen om te snappen waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. (zie figuur 9)

Afkijken, kan dat?

Franklin Becker stelt in zijn boek ‘Offices at work’39 dat niet ieder bedrijf zomaar dezelfde

39 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 1; The office as invention, blz. 9

7ORKSTATION !CTIVITY 3TORAGE $ESIGN #OMPUTER 4ELEPHONYTELECOMMUNICATIONS &URNITURE /FFICE (OME 3ATELLITE 0HYSICAL #USTOMER !IRPORTSAIRLINE #ARAIRPLANETRAIN &ORMALINFORMAL 0ROTOCOLSETIQUETTE -ANAGEMENT #HANGE 4YPES %MPLOYEE

Figuur 9: Organisatorische ecologie van de werk-plek, uit ‘Offices at work’ door Franklin Becker

strategie kan toepassen als het om uiterlijk en functionaliteit van een werkomgeving gaat.

Stel dat het ene bedrijf bij het andere bedrijf zou willen afkijken hoe zij hun werkvloer hebben ingericht, waar moet de werkgever dan rekening mee houden? Franklin Becker zegt er het

(22)

3.2 Flexibel en sociaal

Interieur design is niet zo zeer afhankelijk van smaak en trends dat zich uit in kleuren, stijl en patronen. Een goed interieur design moet kunnen bijdragen aan een hogere productiviteit en een lager ziekteverzuim. De mode voor de medewerker hierin is tegenwoordig functionaliteit en dus niet een kleur of patroon. Het afgelopen decennia is de sociale en flexibele werkomgeving weer steeds belangrijker geworden.

Flexibel & Sociaal

‘That individual focus and the associated physical model have come into question over the last decade as industries ranging from insurance and banking to technology and pharmaceuticals increasingly have relied on teams to solve complex problems requiring expertise from multiple disciplines or departments. Interaction and communication- the office as a social setting – has once again emerged as a primary purpose for coming together in a place called an office.’40

Franklin Becker laat duidelijk in zijn boek ‘Offices at work’ merken dat hij voorstander is van de sociale ontwikkeling op de werkvloer. Hij is dan ook tegenstander van de hokjes waar je als individu ‘volledige privacy’41 zou hebben om je volledig te concentreren op je taak als

medewerker binnen het bedrijf.

‘Research by Michael Brill and his associates as well as our own studies show that despite all the furniture, technical and social fixes that have been tried to render cubicles more acceptable to employees, on the whole cubicles flunk.’

Het is voor een medewerker veel fijner om sociaal om te kunnen gaan met zijn of haar collega’s. In een hokje zal men niet snel inhaken op een gesprek in het hokje dat zich ernaast bevindt, dit gebeurt echter wel als de panelen verdwenen zijn. Becker stelt ook dat dit niet alleen belangrijk is voor de medewerker om zich socialer te voelen, het draagt ook bij aan het leerproces van de medewerker. “Je bent nooit te oud om te leren.” Zou een prima uitspraak zijn voor Becker.

40 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowlegde network, blz. 13 41 Franklin Becker: ‘Offices at work’, 2004, Hoofdstuk 2; Knowlegde network, blz. 24-25

(23)

4 De professional en de elementen

De werknemer zal een fijne werkvloer op prijs stellen, maar de werkgever heeft er meer over te zeggen dan de werknemer. De werkgever is degene die naar een interieur architect zal stappen om een nieuw concept te laten ontwerpen. Zoals bij veel bedrijven blijft geld altijd een belangrijke factor. Alles moet zo efficiënt mogelijk, dus ook het budget.

Sleutelwoord; flexibiliteit

Interieur architectenbureau MplusR heeft een duidelijke visie als het aankomt op interieur op de werkvloer. Zij gaan zowel uit van het DNA van het bedrijf als de behoeftes van de medewerkers. Efficiënt, maar ook zeker flexibel. Tevens houden ze rekening met duurzaamheid en de eventuele groei van een bedrijf. Het totale plaatje dat als geheel geolied moet werken.42

‘Voor nieuwe werkomgevingen werken wij veel aan de hand van de DNA van een onderneming. Hierbij gaan we uit van de identiteit van de onderneming en evenzo belangrijk de visie van de medewerkers. Niet alleen de gekozen innovatieve werkvorm maar ook de mogelijkheid efficiënter gebruik te maken van de beschikbare vierkante meters.

De kwaliteit van de werkomgeving wordt voor de medewerkers veel aantrekkelijker door het toepassen van verschillende werkplekken,

zorgvuldig gekozen aan de hand van de behoeften van de organisatie. Een diversiteit aan werkplekken gebaseerd op de mate van concentratie, het aantal mensen waarmee men samenwerkt, de overlegvorm die men voor de samenwerking kiest maar ook de representativiteit, de sfeer- en zitbeleving. De werkomgeving wordt veel opener en is er meer contact met collega's, immers je werkplek varieert per dag of dagdeel.’

Innovatie is belangrijk voor Hans Maréchal van MplusR, naast flexibiliteit streven zij ook naar energie zuinige klimaatbeheersing en belichting. Het is logisch dat je in deze tijd als bedrijf ook bezig houdt met energie zuinigheid van het interieur. Uiteraard heeft de interieur architect ook een adviserende functie in deze. Uiteindelijk blijft ‘de klant koning’, omdat er wordt uitgegaan van het DNA van de onderneming.

Filosofie; Netting & Nesting

“Het is een filosofie”, zegt interieur architect Sevil Peach, in het artikel van Jeroen Junte.43 “Het

gaat erom dat mensen keuzes kunnen maken. Wil ik alleen werken of kies ik voor afzondering? En hoe wil ik afgezonderd werken? Elk bedrijf is anders en vereist een andere manier van netting en nesting.” ‘Netting en nesting’ is een ‘nieuwe’ term. Netting is een eigentijdse term voor

networking. Tegelijkertijd wil elke medewerker zich ook kunnen terugtrekken in een afgezonderde ruimte om daar in alle rust te kunnen werken, dit staat voor nestellen.

Het concept van ‘netting en nesting’ bestaat al veel langer zo weten ook de professionals. Echter bleef dit concept altijd experimenteel, maar het is nu uitgedacht naar een volwaardig interieur concept dat zich kenmerkt door de ‘open office’ structuur. Deze structuur heeft echter één

42 Interview, Hans Marechal MplusR Interieur Architect, 02-06-2009

(24)

bedreiging en dat is akoestiek. Dit verduidelijkt Peach, “Daarom hebben we met niveauverschillen en natuurlijke barrières als archiefkasten en lampen toch afgescheiden ruimtes gecreëerd. Ook is er rekening gehouden met de spreiding van de individuele en de collectieve werkplekken.”

Nu blijft de vraag of zo’n kantooropstelling wel geschikt is voor alle bedrijftypes. Het lijkt vooral passend voor moderne en creatieve bedrijven met een losse werksfeer. “Onzin”, meent Peach, die ook de Praagse vestiging van Deloitte met 1500 werknemers inrichtte volgens de Net ‘n’ nest-filosofie. Al betekende het wel een cultuuromslag binnen het bedrijf, moet ze toegeven. “Vooral werknemers moeten heel erg wennen aan het idee dat ze ook in de kantine mogen werken.”

(25)

5 Conclusie

Behandel een kantoorgebouw niet als vastgoed, maar als een organisatie mogelijkheid.

Uit onderzoek van de denktank Human Capital Institute (HCI) bleek dat 84 procent van de werkgevers weet dat een effectieve bezetting op het werk goed is voor de bedrijfsresultaten, maar geeft 42 procent toe te weinig tijd te

besteden aan people management. Bijna de helft van de werkgevers lukt het niet ervoor te zorgen dat personeelsleden zich in de juiste richting ontwikkelen. Als de werkgever niks doet aan de ontwikkeling van de werknemer, creëert hij volgens de onderzoekers een perfect klimaat voor een bore-out.44

Aanbeveling

Dit is dus niet een perfect klimaat voor productiviteit. Houd dus zowel rekening met het bedrijf als de mensen die er werken. De vragen voor de werkgever:

‘Hoe ziet de hiërarchie eruit? •

Wat is onze bedrijfscultuur? •

Is er behoefte aan verschillende soorten werkplekken en vergaderruimtes? •

Hoe kunnen alle medewerkers uitgenodigd worden om met elkaar te communiceren en vooral •

hoe voelen ze zich het comfortabelst?

Kan de corporate identity de commitment van de medewerker versterken?’ •

44 ‘Bore-out, te simpel werk kan je slopen’, artikel www.psybusiness.nl, 20-08-2008

Wanneer een ruimte goed is ingericht, ontworpen en goed gemanaged wordt zal dit de

medewerkers motiveren, het moreel verhogen, en draagt het bij aan sociale interactie waardoor men leert van elkaar, ondanks de digitale wereld van nu.

Flexibiliteit is waar we naar toe gaan op kantoorgebied. Het ligt aan de organisatiestructuur en cultuur in hoeverre een bedrijf hierin mee zal gaan. Daar wordt kleur, licht, ruimte indeling en ook het meubilair op aangepast.

Een werkgever zou bij andere bedrijven een kijkje kunnen nemen. Hoe hebben zij het aangepakt op de werkvloer? Vaak kijken bedrijven het dan ook bij elkaar af en gaan mee met wat op dat moment ‘in’ is. Zoals in ‘1.0 Ontwikkeling van de kantooromgeving‘ beschreven staat dat rond begin 1960 de meeste grote kantoorpanden opeens overgingen op de zogenaamde ‘Cube’. Afkijken is echter niet slim omdat er rekening moet worden gehouden met de hiërarchie en de corporate identity van het andere bedrijf.

Werknemers die status genieten door hun functie hebben nu eenmaal een groter en beter kantoor verdient. Dit heeft alles te maken met de tevredenheid van de medewerker. Die tevredenheid kan zich uiten in ambitie en erkenning. Een medewerker die onder zijn of haar niveau werkt zal al snel last krijgen van een ‘bore-out’. Dit is dramatisch voor de productiviteit en kan zelfs leiden tot depressie bij die bewuste medewerker.

Als men antwoord kan geven op deze vragen is de meest optimale inrichting van de werkvloer zeer dichtbij.

(26)
(27)

Bijlage 2: De visie van Danny Romeijn TPO studios TPO studios

TPO studios is een bedrijf dat reclame en communicatie uitingen bedenkt en realiseert voor andere bedrijven. Ze zijn gericht op alle media types. Denk aan internet, radio, video en printed media. TPO studios richt zich op het uitlokken van een emotie bij de gebruiker/kijker. Zij zijn overtuigd van het feit dat op die manier men wel het doel bereikt.

Het interieur bij TPO studios

Aangezien TPO studios een creatief communicatiebureau is komt deze creativiteit ook terug in het interieur design. Het logo omvat de kleuren van de onderdelen van het bedrijf: Internet is rood, Communicatie is blauw, Design is groen, Muziek is geel en Film is oranje. Deze komen terug in het interieur. De pilaren buiten de verschillende kantoren hebben ieder hun eigen kleur. Verder zijn de kantoorruimtes zelf wit.

Voor de vergaderruimtes zijn ze een andere weg ingeslagen. Er hangen spiegels met gouden kitsch omlijsting. De metalic stoelen hebben een zebra print kussentje. Er zijn witte en roze zitzakken in de video kamer.

De receptie is ingericht als ‘filmset’. Met hangende belichting en aan de muur hangen grote ‘filmrol-foto-lijsten’ met eerdere projecten erin vertoond.

Waarom deze keuzes?

TPO studios wil laten zien dat zij ‘anders zijn dan anders’. Dat lukt ook aardig! Mensen (lees klanten) die er nog niet eerder zijn geweest, zijn altijd lichtelijk geschokt en dat is nu net wat ze bij TPO studios willen bereiken. Danny Romeijn: “Dan zetten we die mannen in krijtstreep-pakken op zo’n zitzak en dan zie je ze denken.” Danny weet dat deze krijtstreep-pakken dit niet gewend zijn en voelen zich het eerste kwartier dan ook niet op hun gemak, maar dat komt vanzelf. Danny benadrukt dan ook dat we nog altijd allemaal mensen zijn die net als ieder ander werken om geld te verdienen. “Vooruit, voor mensen van de Rabobank wil ik nog wel eens een stropdas omdoen.” Geeft Danny dan wel weer toe.

De kantine is voor het personeel ingericht. Een lange tafel waar zo’n 25 man aan kan zitten staat gestrekt over de gehele ruimte. “Wij proberen met z’n allen tegelijk te lunchen dat is wel zo gezellig”, zegt Danny. “Dat lukt ook vaak niet, maar we proberen het wel.” Met speciale gelegenheden wordt de kantine altijd versierd. Dit draagt ook allemaal bij aan de samenhorigheid en ontspanning van het personeel.

Midlife crisis

Voor Danny is de midlife crisis ondertussen gelukkig voorbij. Het ging een aantal jaren geleden niet goed met het bedrijf, waardoor hij een aantal personeelsleden moest ontslaan, wat hem nog altijd pijn doet. Hierdoor ging het ook al snel slechter met hem zelf. Hij ging met een vriend, Robert Pino, ‘life alchemist’, naar Amerika waar hij in contact kwam met een indianenstam en kwam tot ‘bekering’. “Alles draaide altijd maar om geld en natuurlijk is dat ook belangrijk, maar laten we zoveel mogelijk plezier maken terwijl we geld verdienen.” Aldus Danny. Met vernieuwde moed kwam hij terug naar Nederland en vormde hij z’n bedrijf om naar het huidige TPO studios. Hij realiseerde zich dat goede communicatie ontstaat uit openheid, inspiratie en creativiteit. Deze visie wil hij dan ook maar al te graag overdragen op andere bedrijven. “Er zijn zoveel bedrijven die niet alles eruit kunnen halen wat erin zit alleen maar omdat hun onderlinge communicatie niet goed is.” Zegt Danny. “Die managers moeten eens met hun rechter hersenhelft gaan denken in plaat van met de linker!” Emotie is het sleutelwoord.

Zo ook in het interieur. We moeten allemaal net even iets meer eruit halen. Leuke bloemen, versieringen, een leuke poster en op z’n tijd eens weer een nieuw likje verf. Het brengt een frisse wind door het bedrijf en geeft iedereen weer een opkikker. Ook elkaar nieuw werk laten zien

(28)

brengt een goede sfeer. Het nieuwste zijn de posters van afgeronde projecten die in de gangen hangen. Deze zijn speciaal gemaakt om aan klanten te laten zien hoe ze ‘anders’ zijn. Je kunt niet anders dan onder de indruk zijn. Ze zijn gemaakt als filmposters en op deze manier til je het project zelf, dat niets met film te maken heeft, net een trede hoger.

(29)

Bijlage 3: Lia Spijker, Tante Louise-Vivensis

Lia is administratief medewerkster en voert de urenregistratie in van de andere werknemers. Lia heeft ook voor Thuiszorg West Brabant gewerkt, als datatypiste op verschillende afdelingen. In haar jonge jaren werkte ze voor Rabobank als kasmedewerkster.

Tante Louise-Vivensis bestond voorheen uit verschillende afdelingen en allen op verschillende locaties in o.a. in Bergen op Zoom. Nu 3 maanden geleden zijn ze verhuist naar een groot pand waar alle afdelingen samen ondergebracht kunnen worden.

U bent pas verhuist naar een andere locatie, hoe zou u het nieuwe interieur omschrijven?

Kleurrijk! Iedere afdeling heeft een eigen kleur, de afdeling waar ik zit is rood. Andere zijn groen, paars, geel en ook zwart.

Heeft u enig idee waarom dat ze voor zo’n kleurrijke werkomgeving hebben gekozen? Geen idee eigenlijk, misschien gewoon om de aparte afdelingen aan te geven.

Zou een reden kunnen zijn dat het samenhorigheid vormt? Ja, dat zeker wel. Het is jouw afdeling eigenlijk.

U zegt dat uw afdeling de kleur rood heeft, waar moet ik dan allemaal aan denken? Een zijde van de muur is rood en de vloerbedekking is volledig rood.

Hoe is de afdeling dan verder ingedeeld qua kleuren?

De kasten die worden gebruikt om gedeeltes te splitsen zijn grijs en de meubels waar aan we werken zijn beuken, dus houtkleurig.

Wat vindt u daarvan?

Wel mooi eigenlijk! En verder zijn er rode accenten, zoals de bloempotten enzo. Bloemen en planten zijn er dus ook?

Ja, ik dacht eerst dat ze er alleen waren weg gezet voor de open dag, maar ze bleven staan en dat is toch eigenlijk wel heel erg leuk.

Wat vinden uw collega’s van deze nieuwe werkomgeving?

Eerst was er veel commentaar en niet alleen vanwege de kleuren, hoor. Vooral doordat niemand gewend was om met zovelen in een pand te zitten. Alles is heel compact en niet ruimtelijk. Het geeft het gevoel dat het allemaal maar net past en dat is minder prettig. Nu vind iedereen het overigens wel heel mooi. Er is ook veel daglicht.

Wat is het voornaamste verschil met uw oude werklocatie?

OUD! Alles was zo ouderwets. Dit kwam ook vooral doordat het eigenlijk een verzorgingstehuis was en onze afdeling is er gewoon bijgezet. De plafonds zijn hoog, de meubels zijn 20 jaar oud en zelfs 1 van mijn collega’s zat aan een gewone eetkamertafel achter de pc.

Hoe was het om in zo’n locatie te werken?

Vooral een grote rommel. Alles was oude troep: Tafels, stoelen... alles. Een kennis van mij werkt in de ouderenzorg en zij kwam ook in dat pand werken. Zij vond dat alles zo somber en sip was, dat je er bijna gewoon depressief van zou kunnen worden. Die ouderen wonen daar natuurlijk en dat is toch geen vrolijke omgeving, ik werk er alleen op kantoor en kan aan het einde van de dag naar huis.

U bent er met de nieuwe locatie op vooruit gegaan dus? JA!

Heeft u behoefte aan ontspanning?

Ja zeker. Muziek bijvoorbeeld zou heel fijn zijn, maar dat mag niet. Bent u van mening dat muziek u afleidt van uw werk of u juist motiveert?

Het is wel een beetje een afleiding, maar dat ligt ook aan het werk wat je doet. Als je veel moet na denken dan is het lastiger.

Heeft u wel momenten van ontspanning?

Ja zeker, de rookpauzes zijn altijd fijn. Even ertussen uit, zeg maar. En natuurlijk de lunchpauze. Volgens onderzoek helpen dat soort momenten juist om de productiviteit te verhogen, hoe

(30)

ervaart u dat?

Ja, dat ervaar ik ook zeker zo. Het is weer even een frisse start en zonder werk je toch maar op halve kracht door.

Denkt u dat u behoefte heeft aan een vorm van inspiratie in deze soort werkzaamheden? Nee, dat vind ik niet. Ontspanning wel, maar inspiratie? Als je op een marketingafdeling werkt dan kan ik me wel voorstellen dat je geinspireerd wilt worden om op ideeen te komen maar op de administratie niet. Dat is niet nodig, ik doe gewoon mijn werk.

Een andere vorm van ontspanning is bezig met bekendheid verwerven. Er komt geen olie aan te pas en uw hoeft uw kleding ook niet uit te doen. Heeft u weleens gehoord van de stoelmassage? Ja, daar heb ik weleens wat van meegekregen. Bij het vorige bedrijf waar ik werkte, de Thuiszorg, deden ze dat weleens, maar op een gegeven moment hoorde je daar niets meer van.

Na een stoelmassage is je lichaam de rest van de dag heerlijk ontspannen weet ik uit eigen ervaring. En mensen die dat werk doen weten vaak ook handige tips en trucs om van die kleine kwaaltjes af te komen. Denk aan een pijnlijke schouder of onderrug. Zou het een optie zijn voor Tante Louise werknemers?

Misschien wel. Ik zou het weleens willen proberen. Hoe staat het met de kantine?

Ik vind de kantine gezellig ingericht. En wat vooral een pluspunt is, is dat er een uitgebreid assortiment is van de catering. Verder is het interieur toch wel een beetje sober. Er staan wel bloemen op de tafels en het bestek is wel weer kleurrijk. Iets hips wat ze hebben zijn van die flatscreens, die hangen ook in binnenkomsthal.

Wat wordt daar dan zoal op uitgezonden?

Alleen nieuws over de zorg en over Tante Louise zelf. Bijvoorbeeld zijn er nu de tekeningen van het nieuwe pand te zien.

Ik merk duidelijk dat Tante Louise wel aan personeelsbinding doet op deze manier en die flatscreens geven toch ook een gespreksonderwerp.

Ja, dat is ook zeker zo.

Lia Spijker heeft voor Tante Louise ook gewerkt voor Thuiszorg West-Brabant en daarvoor bij de Rabobank.

In ons gesprek kwamen uw voormalige werkplekken ook weleens ter sprake. Vindt u het goed als ik daar ook op verder ga?

Ja hoor, vraag maar.

Zo’n 25 jaar geleden begon u bij de Rabobank. Hoe was de sfeer toen in het gebouw?

Ontzettend gezellig en een warme sfeer. Alles was rood en paars. De vloerbedekking was paars en de deuren waren rood. Heel anders als nu. Ik weet nog dat een collega van mij in Nispen werkte voor de Rabobank. Hij had daar zijn eigen moestuin omdat er vaak niets te doen was en ik, in Roosendaal, zat vaak een borduurwerkje te doen als er geen klanten waren. De wilde plan-nen ik met collega’s bedacht herinner ik me nog als de dag van gisteren. Hoe we het beste het geld uit de kluis konden stelen en dat we dan met z’n allen op vakantie zouden gaan, zo hilarisch altijd.

Weet u hoe het er tegenwoordig uit ziet?

Ja, ik ben laatst nog uit nieuwsgierigheid op een open dag geweest. Toen was net alles verandert en gemoderniseerd. Het nieuwe interieur is echt commercieel geworden en alles staat er ‘strak in het pak’ zal ik maar zeggen. Er staan wachtbanken waar je bijna niet op durft te gaan zitten, omdat ze er zo duur uit zien. Als je in de hal binnenkomt kijk je ook gelijk tegen een gigantische trap aan die volledig van staal is, wel erg sjiek.

Dat is dus wel een 180 graden draai?

Ja, ik was toen ook in de kluis geweest en die is nu volledig van marmer. Alles gaat nu om het uiterlijke plaatje. Vroeger was er al wel een verschil tussen de verschillende afdelingen, maar nu

(31)

loopt alles daar in een pak.

Hoe is het met Thuiszorg West Brabant gesteld?

Daar is alles groen en oranje, wel fris en het geeft ook een lente gevoel. Het zijn de kleuren van het logo. De inkomsthal is werkelijk ongelofelijk. Als je daar vaker komt wordt het gewoontjes, maar als je voor het eerst daar binnenkomt ben je onder de indruk, hoor. Het plafond is hoog, de vloer is van steen. Er is binnen ook een vijver aangelegd met vissen, de kikkers hebben ze weggedaan, want die ontsnapten vaak. Het heeft bijna iets koninklijks.

U werkte op de TIS afdeling, hoe was die ingericht?

Heel ruimtelijk en dat is eigenlijk ook gelijk het grootste verschil met Tante Louise. De ruimte is ontzettend prettig. Alles is eigenlijk ook een geheel. Alle bureau’s en stoelen zijn hetzelfde. Bij afdeling STAT was alles appelgroen, dat was toch niks hoor. Bij de Instroom was het een ramp, alles was wit. Een rommeltje echt. De bureau’s leken er wel ingepropt. Zo’n verschil met TIS. Waar werkte u liever? TIS of Instroom?

Toch Instroom, want de collega’s waren daar nog leuker! Maar als er geen plek was, dan was het gelijk niet meer leuk. De enige plek waar je dan nog kon gaan zitten was in een ruimte waar alle pc’s waren afgeschermd met tussenschotten. Je kon de persoon naast je niet eens zien zitten. Zoiets was eigenlijk meer bedoeld voor de managers die in ‘privacy’ telefoneerde of zich volledig moesten concentreren op iets.

Op de TIS afdeling staan oranje banken met groene kussentjes, waar dienen deze voor?

Eigenlijk waren ze bedoelt om zelf even een korte pauze te nemen en erop te gaan zitten. Ook kan je met de manager een gesprek voeren. Maar niemand die dat deed. Je zit zo in de ‘kijkert’. Een persoonlijk gesprek kan iedereen op de afdeling mee luisteren en je gaat daar ook niet in je eentje zomaar even zitten.

Dus de banken zijn hun doel voorbij geschoten?

Ze staan leuk en dat is alles. Niemand die daar op gaat zitten. Er was wel een ontspanningsruimte aanwezig in het pand. Daar kon je dan even gaan liggen ofzo. Maar ja, wie doet dat nou?

(32)

Scriptie

Warna Oosterbaan: ‘Een leesbare scriptie’ Gids voor het schrijven van scripties, esays en papers, 2008 8ste druk Prometheus

Algemeen werkvloer

Franklin Becker: ‘offices at work – Uncommon workspace strategies that add value and improve performance’, 2004 Jossey-Bass

Bedrijf ‘Ahrend Oplossingen’, http://www.ahrend.nl/smartsite. dws?language=NL&ch=COM&id=50263

Artikel: Jeroen Junte: ‘Kantoor zonder barrières’, 12-06-2007, http://www.volkskrant.nl/archief_ gratis/article549229.ece/Kantoor_zonder_barriegrave_res

Artikel: Ann M. Callahan: ‘Workspace as a sacred space – Creating a comfort zone’, 2008, http:// www.socialworktoday.com/archive/mayjun2008p30.shtml

Reportage: Ton Brands: ‘Nieuwe kantoren’, 31-08-2008, Inside information

Artikel: Hein Halfschepel: ‘Vage klachten op kantoor’, 03-03-2008, http://lifehacking.nl/kan-toor-tips/vage-klachten-op-kantoor/

Productiviteit

Arzu Kokeng: ‘Productiviteit op de werkvloer? Laat personeel relaxen’, 31-01-2008, HRPrak-tijk, http://www.hrpraktijk.nl/nieuws/nieuws/productiviteit-op-de-werkvloer-laat-person-eel.128923.lynkx

Artikel: ‘Hogere productiviteit door stoelmassages op de werkvloer’, 30-01-2009, : http://www. nielssmitmassages.nl/nw-12510-7-158063/nieuws/hogere_productiviteit_door_stoelmassages_ op_de_werkvloer.html

Artikel: ‘Directie op de werkvloer goed voor productiviteit’, http://www.zibb.nl/10151915/Nieu-ws/Nieuwsbericht/Directie-op-werkvloer-goed-voor-productiviteit.htm

Artikel: ’Onderzoek naar productiviteit op de werkvloer’, 22-10-2008, http://www.facility-net-work.nl/NewsItem-27797-Onderzoek-naar-productiviteit-op-de-werkvloer.aspx

Artikel: ‘Verveling dodelijk voor productiviteit werkvloer’, 25-08-2008, http://www.express.be/ business/nl/hr/verveling-dodelijk-voor-productiviteit-werkvloer/96612.htm

Klimaat

Artikel: Ianthe Sahadat: ‘Hittegolf: sla wat koffierondjes over’, 04-07-2006, http://www.volksk-rant.nl/archief_gratis/article548306.ece/Sla_wat_koffierondjes_over

De Arbokaart, FNV Bondgenoten: ‘Gezondheidsgevaar voor werknemers’, http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/fysisch/klimaat/zomerhitte.htm Licht

Reportage: Henri Juslen: ‘The effect of light on well-being’, Phillips research Reportage: Henri Juslen: ‘Why control light in the workplace’, Phillips research

Reportage: W.J.M van Bommel e.a.: ‘Industriële verlichting en productiviteit’, 08-2002, Phillips lighting Nederland

(33)

Plant

Artikel: Rudi van Overloop: ‘Gezondheidsonderzoek toont aan: planten werken gunstig voor de arbeidsproductiviteit’, 11-10-2008, www.healthygreenatwork.org

Reportage: John Klein Hesselink e.a.: ‘Planten verhogen de productiviteit bij creatief werk’ Kleurenpsychologie

Artikel: Famke robberechts: ‘Favoriete kleur en persoonlijkheid’, 08-2004, http://www.goedge- voel.be/gg/nl/687/Psychologische-kleuren/article/detail/25156/2007/08/28/Kies-je-favori-ete-kleur-en-wij-vertellen-je-wie-je-bent.dhtml

Artikel: ‘Effect van kleur’, http://www.habitos.be/interieur/item.asp?Item_ID=970 Geur

Artikel: ‘Geuren op de werkvloer’, www.kamille-en-co.nl/pages/op-de-werkvloer.php

Artikel: ‘Geur op werkvloer belangrijk’, www.veiligengezondwerken.nl/nieuws/geur-op-werkvlo-er-belangrijk/

Artikel: ‘Dat ruikt naar productiviteit…’, 20-03-2009, http://www.lifestyleagent.nl/2009/03/20/ Dat-ruikt-naar-productiviteit-

Artikel: Joop Mestrom: ‘De geur van succes’, 08-12-2008, https://www.ikki.nl/groepen/ Carp/642-de_geur_van_succes

Medewerker

Artikel: ‘Bore-out: Te simpel werk kan je slopen’, 20-08-2008, http://www.psyqbusiness.nl/ Nieuws-artikelen-PsyQ-Business/1433/1636/Bore-out-te-simpel-werk-kan-je-slopen.html?sho wtarget=1437&publicationdate=True&source=%2F

Artikel: ’De 11 vervelende collega’s’, 01-01-2008, http://www.goedgevoel.be/gg/nl/569/ Werksfeer/article/detail/24997/Elf-vervelende-collega-s-en-hoe-hen-aan-te-pakken.dhtml Presentatie: Randstad: ‘ziekteverzuimredenen’, 02-2004, http://www.randstad.nl/rnl/download/ randstad/onderzoek/Onderzoek%20Ziekteverzuim%20Februari%202004.pdf

Reportage: Werkdruk FNV bondgenoten, http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/werkdruk/ werkdrukkaart_plus.htm

Wim Bloemers en Elies Hagedoorn: ‘Management, organisatie en gedrag’, 2001 Elsevier 2de druk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De volgende professionele kennis en vaardigheden uit het Kernprogramma Techniek zijn op deze deeltaak van toepassing: B1, B2, B11 en B19..

Afdrukken | Uitgang Design exterieur | Design interieur | Technologie en Prestaties | Ruimte interieur | Nissan Intelligent Mobility |

Odette kreeg een tijd geleden de kans om zo’n ‘bezield interieur’ als ze voor anderen maakt, voor zichzelf te creëren.. Zonder het kader en de wensen van een opdrachtgever stond

Toch oogt de ruimte niet zwaar, dankzij de lichte kleur, strakke lijnvoering en greeploze kasten.. Natacha ontwierp deze ele- menten met veel aandacht

Gedisciplineerd giet Van der Heiden een bekertje rood plastic uit over de 1 De plastic objecten lenen zich voor een..

Afdrukken | Uitgang Design exterieur | Design interieur | Technologie | Ruimte interieur | Nissan Intelligent Mobility | Accessoire... UW

Design exterieur | Design interieur | Nissan Intelligent Mobility | Bose® Personal Space TM | Ruimte interieur | Accessoire Afdrukken |

De Interstar met voorwielaandrijving heeft een laag chassis, waardoor u eenvoudig kunt laden en er meer ruimte beschikbaar is voor een nog grotere efficiëntie.. Het lage