Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland
Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem Postbus 1156 6801 BD Arnhem Telefoon 026-356 95 00 Fax 026-442 83 20
secretariaat@netbeheernederland.nl www.netbeheernederland.nl
Raad van Bestuur van de NMa de heer mr. P. Kalbfleisch Postbus 16326
2500 BH DEN HAAG
Ons kenmerk
N 2011-439
Behandeld door
Johan Janssen
Telefoon
026 - 356 94 73
jjanssen@netbeheernederland.nl
Datum
18 februari 2011
Onderwerp
Codewijzigingsvoorstel m.b.t. alternatieve methode voor toedeling OV-exitcapaciteit
Geachte heer Kalbfleisch,
Hierbij ontvangt u namens de gezamenlijke netbeheerders een voorstel zoals bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Gaswet. Het voorstel heeft betrekking op de methode van toedeling van de zogenoemde OV-exitcapaciteit aan de shippers. De OV-exitcapaciteit staat voor dat deel van de capaciteit op het landelijk gastransportnet dat bestemd is voor aangeslotenen op regionale gastransportnetten (in netgebieden). De voorgestelde wijzigingen bevinden zich in de
Transportvoorwaarden Gas – LNB, de Begrippenlijst Gas en de Informatiecode Elektriciteit en Gas.
Met het indienen van het onderhavige voorstel vervalt wat ons betreft het codewijzigingsvoorstel met een definitie voor de technische aansluitcapaciteit (voorstel N 2010-296 d.d. 02-03-2010).
Aanleiding tot het voorstel
In een beslissing op bezwaar (besluit 102907_1/20 d.d. 15-10-2008) heeft de Raad van Bestuur van de NMa besloten dat de zogenoemde OV-exitcapaciteit in het geval van grootverbruikers niet langer toebedeeld moet worden aan shippers op basis van de gecontracteerde capaciteit op de
aansluitingen, maar op basis van de technische capaciteit van die aansluitingen. Deze technische capaciteit van de aansluiting is in het genoemde besluit echter niet nader omschreven.
De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op verzoek van onder meer Productschap Tuinbouw dit besluit opgeschort (uitspraak AWB 09/815 d.d.
16-07-2009) hangende een nog lopende beroepszaak van zowel Productschap Tuinbouw als VEMW
(procedures AWB 08/918 en 08/924) tegen dit besluit.
Vervolgens heeft de NMa de gezamenlijke netbeheerders gevraagd om met een voorstel voor een eenduidige definitie van technische capaciteit van de aansluiting te komen voor het geval het opgeschorte besluit alsnog in werking zou gaan treden.
Het bleek echter niet mogelijk om hiervoor een door alle belanghebbenden gedragen eenduidig voorstel te maken. Bovendien was er allerwegen weerstand tegen het feit dat op deze wijze een administratief probleem opgelost zou worden met een technische – en dus soms kostbare – maatregel. Eind februari 2010 heeft de NMa de gezamenlijke netbeheerders opgedragen om het resultaat van de afstemming tot dan toe toch als codewijzigingsvoorstel in te dienen (voorstel N 2010-296 d.d. 02-03-2010). Tijdens de hoorzitting over dat voorstel op 21 mei 2010 hebben alle betrokken partijen de NMa geadviseerd om niet verder te gaan met de technische capaciteit van de aansluiting als criterium en dus evenmin met het codewijzigingsvoorstel met de definitie daarvoor.
De NMa heeft daarop de gezamenlijke netbeheerders verzocht het onderstaand beschreven proces voortvarend af te ronden.
Parallel aan de discussie met NMa was namelijk in het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten (GEN) met alle betrokken partijen (VEMW, PT c.s., Energie-Nederland – destijds EnergieNed en VME – en Netbeheer Nederland) afgesproken om een beter uitvoerbaar en breed gedragen alternatief te ontwikkelen, dat aan de ene kant recht doet aan de aanleiding voor de beslissing op bezwaar van de Raad, maar aan de andere kant tegemoetkomt aan de bezwaren van Productschap Tuinbouw c.s.
tegen de in haar ogen onevenredige financiële uitkomsten van die beslissing. In het kort gezegd is gezocht naar een goed te rechtvaardigen model waarin de grootverbruikers meer moeten gaan betalen dan in de oorspronkelijke uitwerking van het model, maar minder dan in de uitwerking van de beslissing op bezwaar. Vanaf januari 2010 zijn betrokken partijen verschillende keren bij elkaar geweest. Deze overleggen hebben geleid tot het onderhavige voorstel.
Hoofdlijn van het codewijzigingsvoorstel
Bij de discussie over een alternatieve methode voor de toedeling van OV-exitcapaciteit hebben de volgende uitgangspunten voorop gestaan:
1. Ga uit van de veronderstelde gascapaciteitsafname onder extreme omstandigheden.
2. Voorkom kruissubsidiëring tussen de profielafnemers en de telemetriegrootverbruikers.
3. Voorkom kruissubsidie tussen afnemers binnen de groep telemetriegrootverbruik onderling door rekening te houden met het verschil in temperatuurafhankelijkheid van de verschillende afnemers binnen deze groep.
4. Bedenk een oplossing die zo min mogelijk inbreuk pleegt op de bestaande ICT-systemen van betrokken partijen.
5. Bedenk een methodiek die het mogelijk maakt dat de verdere doorberekening van de shipper naar de aangeslotene transparant plaats kan vinden.
• Het laatste uitgangspunt is toegevoegd op verzoek van de representatieve organisaties die de aangeslotenen vertegenwoordigen. Aangezien de OV-exitcapaciteit door GTS in rekening wordt gebracht aan de shippers, is de doorberekening van de kosten van de shippers aan de
aangeslotenen in feite geen zaak voor de gezamenlijke netbeheerders. Wel is het zo dat het
rekenalgoritme zodanig opgesteld moet zijn dat veranderingen in marktverhoudingen ten
gevolge van switches maandelijks verwerkt worden. Dit kan alleen als de berekening gebaseerd is op de gegevens voor de individuele aansluitingen die zich in de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders bevinden. Hierdoor voldoen de meeste methodes (inclusief de
gekozen methode) vrijwel automatisch aan het laatste uitgangspunt. Voor de volledigheid wordt hierbij gemeld dat de noodzaak van het laatste uitgangspunt niet door alle shippers wordt onderschreven.
• Aangezien na invoering van het wetsvoorstel tot versterking van de gasmarkt de OV-
exitcapaciteit wordt gecontracteerd door de programmaverantwoordelijke (PV) en de rol van shipper komt te vervallen, wordt in deze brief verder gesproken over PV’er(s) en niet meer over shipper(s).
In de thans voorgestelde systematiek wordt de totale benodigde capaciteit in het landelijke
gastransportnet ten behoeve van afnemers op regionale gastransportnetten eerst opgedeeld in twee porties, namelijk een portie voor de profielafnemers en een portie voor telemetriegrootverbruikers.
Deze opdeling van de landelijke capaciteit in twee delen (voor de twee groepen afnemers) vormt de basis van de methodiek en wordt niet verder beïnvloed door de voorgestelde methodiek van verdere opdeling binnen de groepen. Bij deze opdeling wordt de temperatuurafhankelijkheid van de
gascapaciteitsafname onder extreme omstandigheden als uitgangspunt genomen. Hiermee wordt een eventuele kruissubsidiëring tussen beide groepen voorkomen en voldoet het voorstel aan de eerste twee uitgangspunten.
De groep profielafnemers wordt vervolgens op de reeds gebruikelijke wijze behandeld. In deze methodiek wordt de temperatuursafhankelijkheid al als uitgangspunt genomen.
In dit voorstel wordt bij de toerekening van de OV-exitcapaciteit aan telemetriegrootverbruikers (en hun PV’er) rekening gehouden met de temperatuursafhankelijkheid van de benodigde capaciteit.
Hiermee wordt recht gedaan aan de werkelijke capaciteitsbehoefte onder extreme omstandigheden en wordt ook binnen de groep telemetriegrootverbruikers onderlinge kruissubsidie (zoveel mogelijk) voorkomen.
Omdat het praktisch gezien vrijwel ondoenlijk is om per telemetrieklant of per PV-portfolio de temperatuurafhankelijkheid en dus de fictieve -17
oC waarde te bepalen, is gezocht naar een gemakkelijk toegankelijke parameter die zo veel mogelijk recht doet aan het verschil in
belastingkarakteristiek van de individuele telemetrieafnemer dan wel van de PV-portfolio. Er is gekozen voor een correctiefactor waarmee de maximaal te benutten capaciteit bij -17
oC wordt bepaald en die afhankelijk is van het complement van de bedrijfstijd ten opzichte van een bedrijfstijd van 5000 uur. Een lagere bedrijfstijd wordt hierdoor vertaald naar een hogere capaciteit voor de OV- exit contractering en vice versa.
Bij het bepalen van de correctiefactor wordt uitgegaan van een maximale bedrijfstijd van 5000 uur en een minimale bedrijfstijd van 1000 uur. Het maximum van 5000 uur is gekozen omdat geen enkele afnemer het theoretisch maximum van 8760 uur haalt ten gevolge van onderhoud en andere stops.
Vervolgens is bij bedrijfstijden tussen de 5000 en 8760 sprake van processen die niet
temperatuursafhankelijke variaties van de gascapaciteit opleveren. Uit de historische data van
netbeheerders blijkt dat bedrijfstijden boven 5000 uur beperkt voorkomen. Het minimum van 1000 uur
voorkomt extreme extrapolaties ten gevolge van incidentele situaties. De getallen 5000 en 1000 zijn een keuze geweest bij de uitwerking van dit voorstel. Onder de toelichting verderop in deze brief wordt de te volgen methodiek nader uitgewerkt en toegelicht. Door de gekozen methodiek voldoet het voorstel aan het derde uitgangspunt.
In de huidige methodiek is er voor de telemetriegrootverbruikers ook sprake van een poolfactor. Over de wenselijkheid van deze poolfactor is bij de behandeling van de huidige methodiek in het GEN en tijdens de hoorzitting bij de Energiekamer uitgebreid gesproken, omdat de handelspartijen in deze geen eensluidende visie hadden. In onderstaand beschreven methodiek is ervoor gekozen om de afstemming op de plancapaciteit van GTS uit te voeren door extrapolatie van de gerealiseerde capaciteit per afnemer naar -17
oC. Hierdoor is er in deze methodiek geen ruimte meer voor een poolfactor. Dit wordt door een deel van de PV-ers betreurd, maar toegejuicht door de afnemers, aangezien de realisaties bij de gebruikers nu één op één doorwerken in de kosten die de PV-ers betalen voor de OV-exitcapaciteit. Hiermee voldoet het voorstel aan het vijfde uitgangspunt. De gezamenlijke netbeheerders hebben ten aanzien van dit onderwerp geen voorkeur, maar merken op dat een methodiek zonder poolfactor meer transparant is dan een methodiek met poolfactor. Tijdens de laatste voorbereidende bespreking heeft Energie-Nederland, de vereniging die een groot deel van de PV’ers representeert, aangegeven dat binnen die vereniging besloten is de methodiek zonder poolfactor te ondersteunen, waardoor er naar de mening van de gezamenlijke netbeheerders unanimiteit bestaat onder alle betrokken representatieve organisaties met betrekking tot dit onderwerp.
Inhoud van het codewijzigingsvoorstel
De voorgestelde wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze brief. Toe te voegen tekst is daarin gekleurd en onderstreept. Te verwijderen tekst is gekleurd en doorgehaald. De verschillende kleuren hebben de volgende betekenis:
• Zwarte tekst betreft vigerende codetekst.
• Groene tekst betreft wijzigingen uit het concept codewijzigingsbesluit 102669/?? d.d. 30-11-2010 (versterking gasmarkt).
• Oranje tekst betreft wijzigingen uit het onderhavige codewijzigingsvoorstel
Toelichting op het codewijzigingsvoorstel
Door middel van de contractering van de OV-exitcapaciteit brengt GTS de kosten voor het landelijk net, voor zover die toe te rekenen zijn aan afnemers op regionale netten, in rekening bij de PV’ers. Op basis van een procedure, beschreven in het kwaliteits- en capaciteitsdocument, bepaalt GTS jaarlijks dat deel van de capaciteit van het landelijk gastransportnet dat nodig is voor gastransport naar de OV- exitpunten ten behoeve van de afnemers op de regionale gastransportnetten. Het is binnen de sector gebruik om deze capaciteit “de plancapaciteit” te noemen. In de momenteel vastgestelde
gasvoorwaarden wordt de term “plancapaciteit” echter anders gedefinieerd, hetgeen binnen de sector tot verwarring leidt. Daarom wordt in het onderhavige voorstel de definitie van het begrip
“plancapaciteit” aangepast, waardoor het begrip “plancapaciteit” gebruikt wordt voor dat deel van de
capaciteit van het landelijk gastransportnet dat nodig is voor gastransport naar de OV-exitpunten ten
behoeve van de afnemers op de regionale gastransportnetten. Het begrip “plancapaciteit” dat tot nog
toe gebruikt is in de vastgestelde gasvoorwaarden wordt omgedoopt tot “standaardcapaciteit profielafnemers”.
Binnen de plancapaciteit kunnen twee delen onderscheiden worden:
• Een deel ten behoeve van profielafnemers tot een temperatuur van -17
oC. Dit wordt de plancapaciteit profielafnemers genoemd.
• Een deel ten behoeve van telemetriegrootverbruikers tot een temperatuur van -17
oC. Dit wordt de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers genoemd.
Binnen de plancapaciteit profielafnemers is vervolgens een onderscheid te maken tussen:
• Een deel ten behoeve van de zogeheten pieklevering voor kleinverbruikers bij een gemiddelde effectieve etmaal temperatuur van -9
oC tot -17
oC.
• De overige benodigde capaciteit voor profielafnemers. Dit wordt de standaardcapaciteit profielafnemers genoemd.
Omdat de genoemde temperaturen van -9
oC en zeker die van -17
oC lang niet elk jaar bereikt wordt, moet de plancapaciteit door extrapolatie uit meetgegevens worden bepaald.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt jaarlijks de plancapaciteit van het landelijk gastransportnet als het totaal van de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de plancapaciteit profielafnemers. De plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de plancapaciteit profielafnemers worden elk op basis van hun eigen temperatuurafhankelijkheid geëxtrapoleerd naar -17
oC. Na extrapolatie wordt gecorrigeerd op basis van de onderlinge verhouding tussen beide porties zodat de som, zijnde PC
LNBwelke conform de geldende systematiek als beschreven in de KCD wordt bepaald, weer kloppend is. In formulevorm: PC
LNB= PC
telemetrie+ PC
profiel. De extrapolatie vindt plaats op basis van historische meetdata, waarbij in elk geval data uit enkele koude winters worden meegenomen. De hoeveelheid gebruikte data zal bepaald worden door doelmatigheid en beschikbaarheid van gegevens van recente koude winters, en verantwoord worden in het KCD. Indien er recent koude winters
geweest zijn kan met een kleinere dataset volstaan worden dan wanneer dit niet het geval is.
Bij de bepaling van de plancapaciteit is er sprake van een analyse van allerlei beschikbare gegevens om de benodigde capaciteit onder extreme omstandigheden te bepalen. Input voor de analyse zijn naast de gerealiseerde capaciteiten ook de omstandigheden waaronder die capaciteiten zijn gerealiseerd, waarbij gedacht kan worden aan wel of geen werkdag, wel of geen zonnige omstandigheden, temperatuurverdeling over het land en dergelijke. Verder wordt ook rekening gehouden met geplande wijzigingen in het woningaanbod in het land. Samenvattend kan gezegd worden dat er geen sprake is van de toepassing van een enkele formule die opneembaar zou zijn in de codes, maar dat er sprake is van een uitgebreid proces. De bepaling van de plancapaciteit is een onderdeel van het totale planningsproces van GTS dat is beschreven in het KCD en onder toezicht staat van de NMa.
De procedure voor OV-exitcapaciteit bepaling voor profielafnemers blijft ongewijzigd ten opzichte van de huidige methodiek. Teneinde de beschrijving van de methodiek analoog te houden aan de
beschrijving van de methodiek voor telemetriegrootverbruikers is de beschrijving in artikel 2.1.2d van
de gewijzigde codeteksten in bijlage 1 aangepast. Tevens is een stappenschema voor de berekening
opgenomen. De verdere toelichting hierna heeft betrekking op telemetriegrootverbruikers.
De OV-exitcapaciteit voor telemetrie afnemers van een bepaalde PV’er voor een bepaald netgebied wordt gegeven in artikel 2.1.2e van de gewijzigde codeteksten in bijlage 1.
In de formule is te zien dat de in rekening gebrachte capaciteit gebaseerd is op de gerealiseerde capaciteit in een wintermaand ( GC
x(PV, netgebied) ), waarbij een term wordt opgeteld waardoor de gerealiseerde capaciteit gevoegd wordt naar de plancapaciteit, waardoor de gecontracteerde
capaciteit de situatie onder extreme omstandigheden representeert. Deze laatste term wordt berekend met behulp van
• een rekenfactor die voor alle PV’ers en alle netgebieden identiek is en die de functie heeft om de toegerekende OV-exitcapaciteit voor telemetriegrootverbruikers gelijk te stellen aan de landelijke plancapaciteit telemetriegrootverbruikers, en
• een rekenbasis die de functie heeft om de landelijk bepaalde plancapaciteit toe te delen aan PV’s en die voor elke PV’er en elk netgebied verschillend is, aangezien de rekenbasis afhankelijk is van de individuele aansluitingen met hun individuele bedrijfstijden die door de betreffende PV’er in het betreffende netgebied gecontracteerd is.
De rekenfactor zal in de meest voorkomende gevallen positief zijn, waardoor een extrapolatie van de gerealiseerde capaciteit plaatsvindt. Slechts indien in de praktijk daadwerkelijk een situatie is
opgetreden met extreme omstandigheden zal de rekenfactor negatief kunnen zijn.
De rekenbasis biedt de grondslag om de berekening uit te kunnen voeren. Bij het bepalen van de rekenbasis wordt rekening gehouden met de verschillen in bedrijfstijden tussen de verschillende aangesloten telemetriegrootverbruikers, waarbij deze bedrijfstijden ook nog worden ingeperkt tot het interval tussen 1000 en 5000 uur per jaar.
In de codeteksten is ook een stappenschema voor de berekening opgenomen.
De gerealiseerde capaciteit ( GC
PV, exit) en de rekenbasis ( RB
PV, exit) worden door de regionale netbeheerder bepaald per PV per netgebied en daarna doorgegeven aan GTS en aan de betrokken PV’ers. Dit betekent een beperkte uitbreiding ten opzichte van het huidige berichtenverkeer.
Daarnaast is de berekening van de rekenbasis nieuw voor de RNB’s. Door deze wijzigingen ten opzichte van de huidige methodiek voldoet de methodiek slechts beperkt aan uitgangspunt 4.
• Als GTS de rekenfactor publiceert, kan voor elke telemetriegrootverbruiker bovenstaande berekening afzonderlijk worden gemaakt, er van uitgaande dat de aangeslotene, leverancier of de PV’er die deze berekening wil maken, beschikt over de GC en het JV van de desbetreffende aansluiting.
• In de aanpassingen van de begrippenlijst gas zijn uitsluitend die begrippen opgenomen die op
de een of andere wijze gecommuniceerd worden. Begrippen die uitsluitend lokaal in de tekst
gebruikt worden zijn niet opgenomen in de begrippenlijst maar worden op de plaats van
toepassing verklaard.
Consequenties van het codewijzigingsvoorstel voor aangeslotenen en andere partijen Voor de aangeslotenen heeft het voorstel tot gevolg dat er geen kruissubsidie meer zou kunnen ontstaan tussen profielafnemers en telemetriegrootverbruikers en dat voor de
telemetriegrootverbruikers er rekening mee wordt gehouden dat de ene telemetriegrootverbruiker meer temperatuurafhankelijk is dan de andere telemetriegrootverbruiker. Kruissubsidie tussen telemetriegrootverbruikers wordt zo veel als mogelijk voorkomen. Daarnaast ontstaat er voor
telemetriegrootverbruikers transparantie over hoeveel OV-exitcapaciteit een PV’er voor die afnemer moet betalen.
Gevolgde procedure bij het codewijzigingsvoorstel
Het voorstel tot codewijziging is in de vergadering van de Taakgroep Marktfacilitering en Regulering van Netbeheer Nederland op 1 december 2010 vastgesteld als voorstel van de gezamenlijke netbeheerders aan de Raad van Bestuur van de NMa zoals bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Gaswet.
Het overleg met de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt zoals bedoeld in artikel 12d van de Gaswet heeft plaatsgevonden in een vergadering van het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten (GEN) op 6 januari 2011. De relevante passage uit het verslag van deze vergadering treft u aan als bijlage 2 bij deze brief.
Onderstaand zal een aantal inhoudelijke punten die aan de orde zijn gekomen in het GEN besproken worden:
• In het verslag is aangegeven dat het “waarschijnlijk [] nog adequater [is] om voor individuele verbruikers uit te gaan van (extrapolatie van) de gerealiseerde gegevens, maar dit is zo ’n omvangrijke en intensieve werkwijze dat dit niet haalbaar is.” Hierbij geldt als aanvullend argument dat de gebrekkige statistische betrouwbaarheid als gevolg van de beperkte omvang van de benodigde dataset deze methodiek onbruikbaar maakt.
• In de toelichting op het codewijzigingsvoorstel is aangeven waarom het niet mogelijk is om een formule op te nemen in het wijzigingsvoorstel waarmee de plancapaciteit kan worden bepaald.
• Naar aanleiding van de vragen om een betere onderbouwing van de minimale en maximale bedrijfstijd die in de methodiek gebruikt worden, hebben de gezamenlijke netbeheerders een analyse uitgevoerd van een populatie van 1892 grootverbruikers. Van deze grootverbruikers hadden er 75 een bedrijfstijd kleiner dan 1000 uur en 79 een bedrijfstijd groter dan 5000 uur, respectievelijk 4,0 en 4,2%. Voor een andere populatie kwamen deze getallen uit op 5,8 respectievelijk 4,8%. Hiermee is aangetoond dat met de gekozen methodiek inderdaad slechts de extremen (samen 10%) ontzien worden.
• In het GEN is gevraagd naar mogelijkheden om grootverbruikers met een atypisch afname patroon te ontzien. Hierbij moet bedacht worden dat, aangezien de totale door de
grootverbruikers te betalen som constant is, andere grootverbruikers hierdoor hogere lasten zullen krijgen, Voor grootverbruikers die hun piek buiten het winterseizoen hebben is de methode robuust, aangezien in de methode de maximaal benutte capaciteit in de
wintermaanden gebruikt wordt. Er is ook gezocht naar een oplossing voor de grootverbruikers
die hebben aangegeven hun extreme capaciteit wel in de wintermaanden te willen gebruiken
maar juist niet op momenten dat het net zwaar belast wordt vanwege extreme omstandigheden.
Dit kan gezien worden als een soort vrijwillige afschakelbaarheid. Door de RNB is dit soort gedrag uitsluitend waarneembaar door een analyse achteraf van de gebruiksdata. Dit past niet bij de uitgangspunten dat de methodiek zo simpel en transparant mogelijk moet zijn.
• In het GEN is gevraagd of er rekenexercities zijn uitgevoerd ten aanzien van de gevolgen van het voorstel voor de aangeslotenen. Tijdens de ontwikkeling van de gepresenteerde methodiek is gekeken naar de gevolgen van de methodieken voor de telemetriegrootverbruikers en profielafnemers als groep. Hieruit is gebleken dat de grootverbruikers als groep 20% meer gaan betalen dan bij handhaving van de huidige methodiek, Dit moet worden afgezet tegen de verhoging die als groep 85% zou bedragen indien de methodiek die gebruikt maakt van de technische capaciteit zoals voorgeschreven door de NMa was ingevoerd. In het licht van het gestelde op de tweede pagina van dit document beschouwen de gezamenlijke netbeheerders de 20% als een aanvaardbaar en verdedigbaar resultaat.
Naar aanleiding van de behandeling van het voorstel in het GEN is het voorstel op de op tal van detailpunten aangepast. Die zijn echter vooral van redactionele aard of hebben geleid tot eenduidiger formulering. De strekking van de methodiek is overeind gebleven.
Implementatie van het codewijzigingsvoorstel
De datum van inwerkingtreding van de voorgestelde methodiek zal moeten worden bepaald in overleg met de commissie sectorplanning van de vereniging NEDU, vanwege de ICT-consequenties die in een sectorrelease zullen moeten worden meegenomen.
Uiteraard zijn wij desgewenst graag bereid dit codewijzigingsvoorstel nader toe te lichten. U kunt daarvoor contact opnemen met de heer Wim Borghols van GTS (T: 050 – 521 3276,
E: w.t.a.borghols@gastransport.nl) of met de heer Johan Janssen van ons bureau (gegevens zie briefhoofd).
Met vriendelijke groet,
B.I.M. van der Cammen
directeur
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
Voorgestelde wijzigingen in de Transportvoorwaarden Gas – LNB:
(……)
Besluit 102673/17; in werking: 21-12-2007 Besluit 102907_1/20; in werking: 01-01-2009 Besluit 102907_1/27; in werking: 01-07-2009 Besluit 103147/25; in werking: 13-11-2010 Besluit 103147/25; in werking: n.t.b.
Conceptbesluit 102669/?? d.d. 30-11-2010 Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 î oud 2.1.2b is opgesplitst in zeven aparte artikelen.
2.1.2b VDe netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt voor alle exitpunten die de verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet gezamenlijk bepaalt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de plancapaciteit planparameters en publiceert deze voorafgaand aan elk kalenderjaar op zijn website. De planparameters omvatten de plancapaciteit, de plancapaciteit profielafnemers, de standaardcapaciteit profielafnemers, de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de exitcapaciteit benodigd voor pieklevering, als bedoeld en onder omstandigheden zoals omschreven in artikel 2 lid 1 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de wijze waarop de planparameters worden bepaald in het document als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Gaswet. Bij de bepaling als bedoeld in de vorige twee volzinnen geldt dat de som van de plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers gelijk is aan de plancapaciteit. In aanvulling op 2.1.2 wordt deze planstandaardcapaciteit profielafnemers plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers geheel gecontracteerd door de gezamenlijke shippers erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB. Deze plancapaciteit wordt vast (dit is niet afschakelbaar) gecontracteerd. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet verdeelt de planstandaardcapaciteit profielafnemers plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers over de shippers erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB op basis van gegevens uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders volgens de methodiek van 2.1.2d respectievelijk 2.1.2e.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 2.1.2c De regionale netbeheerders doen aan de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet maandelijks uiterlijk op de achtste zesde werkdag volgende op de eerste kalenderdag van de maand opgave van de volgende gegevens, geldend per eerste kalenderdag van die maand, per exitpunt per shipper erkende programmaverantwoordelijke per leverancier:
Voor kleinverbruikers en profielgrootverbruikers profielafnemers:
- het aantal kleinverbruikers en profielgrootverbruikers profielafnemers per profielcategorie en GKV (ten behoeve van de pieklevering);
- de som van de standaardjaarverbruiken per profielcategorie.
Voor telemetriegrootverbruikers:
- het aantal telemetriegrootverbruikers;
- de som van de gecontracteerde capaciteit maxverbruiken voor telemetriegrootverbruikers als vastgelegd in de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders;
- de rekenbasis berekend volgens de daarvoor in artikel 2.1.2e vastgelegde formule.
Voor het jaar 2008 geldt als overgangsmaatregel dat uUiterlijk op de twaalfde tiende werkdag van de vierde maand na afloop van de maand waarop de gegevens betrekking hebben verstrekken de regionale netbeheerders de genoemde gegevens nogmaals verstrekken aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, waarbij zij correcties verwerken die zijn aangebracht naar aanleiding van opmerkingen die zijn ingediend door shippers erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers bij de regionale netbeheerders.
De regionale netbeheerders zenden op dezelfde dagen de genoemde gegevens tevens naar de desbetreffende shippers erkende programmaverantwoordelijken.
Erkende programmaverantwoordelijken zijn gehouden de conform dit artikel door de regionale netbeheerder in de eerste maand verstrekte gegevens bij ontvangst te controleren op plausibiliteit en eventuele vermeende fouten zo spoedig mogelijk, doch in elk geval vijf werkdagen vóór de verstrekking van nieuwe gegevens in de vierde maand conform dit artikel, te melden bij de regionale netbeheerder.
De netbeheerder van het landelijk gastransport gebruikt de nogmaals verstrekte gegevens voor een herziening van de verdeling de standaardcapaciteit profielafnemers plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers over de
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
shippers erkende programmaverantwoordelijken.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 2.1.2d De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt de in een maand door elke shipper erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB ten behoeve van profielafnemers gecontracteerde hoeveelheid exitcapaciteit, op basis van de volgens artikel 2.1.2b en 2.1.2c vastgestelde respectievelijk verstrekte gegevens dan wel informatie uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders als volgt:
[
G PVnetgebied G maand G PVnetgebied G PVmaand]
profiel profiel
netgebied
PV
FF SJV F SJV F
OV
, ,= ⋅
1, ,⋅
1,+
2, ,⋅
2, ,land profiel
land profiel profiel
MC FF SC
,
=
,piek land
profiel land
profiel
PC PC
SC
,=
,−
∑
∑ ∑ ⋅
=
Cat
maand Cat netgebied PV Cat Land
netgebied Land
PV land
profiel
SJV F
MC
, , , ,Waarbij de maandelijkse fractie voor de profielafname wordt bepaald met:
(
G referentietemperatuurmaand)
maand
G
MAX Uurfractie s
F
1,=
1, ,(
G referentietemperatuurmaand)
maand
G
MAX Uurfractie s
F
2,=
2, ,waarin:
OVPV,netgebied,profiel De OV-exitcapaciteit voor profielafnemers van een bepaalde
erkende programmaverantwoordelijke voor een bepaald netgebied
SJVCat, PV, netgebied De som van de standaardjaarverbruiken voor alle profielafnemers
met een bepaalde afnamecategorie voor een bepaalde erkende programmaverantwoordelijke voor een bepaald netgebied.
Cat Afnamecategorie
SCprofiel,land De standaardcapaciteit profielafnemers, bepaald door de
plancapaciteit profielafnemers te verlagen met de piekcapaciteit
PCprofiel,land De plancapaciteit profielafnemers
PCpiek De piekcapaciteit, zijnde dat deel van de plancapaciteit profielafnemers dat is bedoeld voor de pieklevering aan kleinverbruikers volgens artikel 2 lid 1 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet
FGx,maand De maximale uurfractie voor de profielenmethodiek conform bijlage 1
van de allocatievoorwaarden gas voor afnamecategorie x bij de referentietemperatuur behorend bij de onderhavige maand
MCprofiel,land De modelcapaciteit voor alle profielafnemers in Nederland, bepaald
met de bovenstaande formule (d.w.z. door het product van het standaardjaarverbruik per categorie en maximale uurfractie te sommeren over alle erkende programmaverantwoordelijken en alle netgebieden).
FFprofiel De fitfactor profielafnemers
De berekening wordt uitgevoerd volgens het volgende stappenplan:
Stap Door Frequentie Bepaling grootheid Actie 1a LNB jaar PC,
PCtelemetrie, PCprofiel
Bepaal de plancapaciteit, plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers (dit is dezelfde actie als stap 1 in 2.1.2e)
1b LNB jaar SCprofiel Bepaal de standaardcapaciteit profielafnemers door de piekcapaciteit voor kleinverbruikers af te trekken van de plancapaciteit profielafnemers.
2a RNB maand Aantal profielafnemers, som SJV
Bepaal het aantal profielafnemers per profielcategorie en de som van de standaardjaarverbruiken per profielcategorie.
2b RNB maand Stuur de resultaten van stap 2a naar de LNB 3 LNB maand MCprofiel, land Bepaal de modelcapaciteit
3 LNB maand FFprofiel Bepaal de fitfactor voor profielafnemers (FFprofiel) door de
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
standaardcapaciteit profielafnemers (RCprofiel) te delen door de modelcapaciteit
4 LNB maand OVPV,netgebied,profiel Bepaal per erkende programmaverantwoordelijke per netgebied de gecontracteerde capaciteit voor profielafnemers voor kleinverbruikers en profielgrootverbruikers profielafnemers door per maand de maximale profielfractie (volgens bijlage 1 van de Allocatievoorwaarden Gas) bij de voor die maand geldende referentietemperatuur te vermenigvuldigen met de som van het standaardjaarverbruik per shipper erkende programmaverantwoordelijke en met de fitfactor exit RNB voor profielafnemers, waarbij rekening wordt gehouden met de pieklevering;
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 2.1.2e De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt de in een maand door
elke shipper erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB ten behoeve van telemetriegrootverbruikers gecontracteerde hoeveelheid exitcapaciteit, op basis van de volgens artikel 2.1.2b en 2.1.2c vastgestelde respectievelijk verstrekte gegevens dan wel informatie uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders als volgt:
· voor telemetriegrootverbruikers door per maand de som van de gecontracteerde capaciteit per shipper erkende programmaverantwoordelijke als vastgelegd in de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders, te vermenigvuldigen met de profielfactor grootverbruik, met de poolfactor en met de fitfactor exit RNB.
[
PVnetgebied telemetrie PVnetgebied]
telemetrie telemetrie
netgebied
PV
pf GC RF RB
OV
, ,=
,+ ⋅
,Met:
∑
== n
x x netgebied
PV GC PV netgebied GC
1
, ( , )
∑
∑
= ==
landnetgebied
netgebied PV land
PV
land
GC
GC
1 , 1
land telemetrie
telemetrie
= PC − GC
∆
x x
x
GC
BT = JV
,waarbij geldt dat indien BTx < 1000, BTx gelijk gesteld wordt aan 1000 en indien BTx >
5000, BTx gelijk gesteld wordt aan 5000
x
x
BT
ST = 5000 −
∑
=⋅
=
nx
x x
netgebied
PV
ST PV netgebied GC PV netgebied RB
1
,
( , ) ( , )
∑
∆=
land
netgebied PV telemetrie telemetrie
RF RB
,
waarin:
OVPV,netgebied,telemetrieDe OV-exitcapaciteit voor telemetriegrootverbruikers van een
bepaalde erkende programmaverantwoordelijke voor een bepaald netgebied
pftelemetrie De profielfactor telemetriegrootverbruik.
GCPV, netgebied De som van de maxverbruiken van alle
telemetriegrootverbruikers waarvoor een erkende programmaverantwoordelijke in een bepaald netgebied de programmaverantwoordelijkheid uitoefent.
GCx(PV, netgebied) Maxverbruik voor telemetriegrootverbruiker x waarvoor een
erkende programmaverantwoordelijke de
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
programmaverantwoordelijkheid uitoefent in een bepaald netgebied
GCland De som van de maxverbruiken van alle
telemetriegrootverbruikers in het land = som van GCPV, netgebied
van alle erkende programmaverantwoordelijken en voor alle netgebieden
PCtelemetrie De plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
∆telemetrie Het verschil tussen de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
en de som van de maxverbruiken voor alle telemetriegrootverbruikers in Nederland. (Deze hoeveelheid moet verdeeld worden over de telemetriegrootverbruikers.) BTx De bedrijfstijd van een individuele telemetriegrootverbruiker uit
een portfolio van een erkende programmaverantwoordelijke voor een netgebied, begrensd tot een minimum van 1000 en een maximum van 5000 uur.
JV Jaarverbruik telemetriegrootverbruikers
STx Spiegeltijd, zijnde het verschil tussen 5000 uur en
BT
x.RBPV, netgebied Rekenbasis voor een bepaalde erkende programmaverantwoordelijke en een bepaald netgebied.
RFtelemetrie Rekenfactor telemetriegrootverbruikers, waarmee de maximaal
gemeten capaciteit wordt toegerekend aan de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers.
De berekening wordt uitgevoerd volgens het volgende stappenplan:
Stap Door Frequentie Bepaling grootheid Actie 1 LNB jaar PC,
PCtelemetrie, PCprofiel
Bepaal de plancapaciteit, plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers (dit is dezelfde actie als stap 1a in lid 2.1.2d)
2a RNB maand GCPV,netgebied Bepaal per netgebied de som van de maxverbruiken van alle telemetriegrootverbruikers per erkende programmaverantwoordelijke
2b RNB maand RBPV, netgebied Bepaal per netgebied per erkende programmaverantwoordelijke de rekenbasis
2c RNB maand Stuur de resultaten van de stappen 2a en 2b naar de LNB 3a LNB maand GCland Bepaal de som over alle RNB-exitpunten van GCPV,netgebied
3b LNB maand RBland Bepaal de som over alle RNB-exitpunten van RBPV,netgebied
4 LNB maand ∆telemetrie Bepaal ∆telemetrie = PCtelemetrie - GCland, het verschil tussen de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de som van alle telemetriegrootverbruikers van de maxverbruiken
5a LNB maand RFtelemetrie Bepaal de rekenfactor telemetriegrootverbruikers door ∆telemetriete delen door RBland
6b LNB maand Publiceer RFtelemetrie op de website
7 LNB maand Bepaal per erkende programmaverantwoordelijke per netgebied de gecontracteerde capaciteit telemetriegrootverbruikers per maand door de som van GCPV,netgebied en het product van RFtelemetrie en RBPV,netgebied
te vermenigvuldigen met de profielfactor telemetriegrootverbruik pftelemetrie
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 2.1.2f De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de te hanteren
fitfactor exit RNB profielafnemers, de rekenfactor telemetriegrootverbruikers, de referentietemperaturen, de profielfracties voor kleinverbruik profielafnemers en de profielfactoren grootverbruik voorafgaand aan elk kalenderjaar op zijn website.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011 2.1.2g Voor kleinverbruikers profielafnemers achter een niet OV-exitpunt reserveert de
netbeheerder van het landelijk gastransportnet voldoende exitcapaciteit.
(……)
Voorgestelde wijzigingen in de Begrippenlijst Gas:
Besluit 102673/17; in werking: 21-12-2007.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011.
Fitfactor exit RNB
Factor die voorafgaand aan een jaar bepaald wordt door de plancapaciteit te delen door de som
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
van de capaciteiten op deze exitpunten, zoals berekend op basis van de gegevens uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Fitfactor profielafnemers
Factor die bepaald wordt door de standaardcapaciteit profielafnemers te delen door de som van de capaciteiten voor profielafnemers op deze exitpunten, zoals berekend op basis van de gegevens uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Jaarverbruik telemetriegrootverbruikers
De werkelijk gemeten gasafname in m3(n;35,17) in de meest recente 12 volledige gasmaanden voor telemetriegrootverbruikers als vastgelegd in de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Maxverbruik
De bij een telemetriegrootverbruiker in een uur gedurende de drie recentste volledig verstreken wintermaanden gemeten hoogste gasafname in normaal kubieke meters (m3(n)/uur).
Besluit 102673/17; in werking: 21-12-2007.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011.
Plancapaciteit
De totaal benodigde exitcapaciteit voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld in de planningscyclus van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en die gelijk is aan de exitcapaciteit die nodig is op een dag met omstandigheden zoals beschreven in artikel 2 lid 1 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet, verminderd met de exitcapaciteit benodigd voor pieklevering.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Plancapaciteit profielafnemers
De benodigde exitcapaciteit ten behoeve van profielafnemers voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld in de planningscyclus van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en die gelijk is aan de exitcapaciteit die nodig is om te voorzien in de capaciteitsbehoefte van profielafnemers op een dag met omstandigheden als beschreven in artikel 2 lid 1 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
De benodigde exitcapaciteit ten behoeve van telemetriegrootverbruikers voor de exitpunten die een verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld in de planningscyclus van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en die gelijk is aan de exitcapaciteit die nodig is om te voorzien in de capaciteitsbehoefte van telemetriegrootverbruikers op een dag met omstandigheden als beschreven in artikel 2, eerste lid, van het Besluit leveringszekerheid Gaswet.
Besluit 101929/49; inwerking: 01-07-2006.
Conceptbesluit 102669/?? d.d. 30-11-2010.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011.
Poolfactor
Factor, kleiner of gelijk aan 1, die de ongelijktijdigheid in de afname van de verschillende telemetriegrootverbruikers per shipper erkende programmaverantwoordelijke per exitpunt representeert.
Besluit 102673/17; in werking: 21-12-2007.
Besluit 102490/24; in werking: 01-01-2009.
Profielfactor telemetriegrootverbruik
Factor die is afgeleid van de realisatie tussen de door de netbeheerder van het landelijke gastransportnet ontvangen uurlijkse allocaties aan de telemetriegrootverbruikers en de gerealiseerde effectieve etmaaltemperatuur, waarbij het maximum van de allocaties per maand zijn geëxtrapoleerd tot de voor de betreffende maand geldende referentietemperatuur en waarbij de poolfactor voor de wintermaanden gelijk is aan 1.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Rekenbasis
Grootheid die gebruikt wordt bij de bepaling van de gecontracteerde exitcapaciteit voor telemetriegrootverbruikers.
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Rekenfactor telemetriegrootverbruikers
Factor waarmee de maximaal gemeten capaciteit wordt toegerekend aan de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers.
Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen
Voorstel N 2011-439: 18-02-2011. Standaardcapaciteit profielafnemers
De plancapaciteit profielafnemers, verminderd met de exitcapaciteit benodigd voor pieklevering, als bedoeld en onder omstandigheden zoals omschreven in artikel 2 lid 1 van het Besluit leveringszekerheid Gaswet.
Voorgestelde wijzigingen in de Informatiecode Elektriciteit en Gas:
G: besluit 101929/50; in werking:23-11-2006 Besluit 102472/8; in werking: 11-03-2007 Besluit 102442/3; in werking: 01-07-2007 Conceptbesluit 102669/?? d.d. 30-11-2010 Voorstel N 2011-439: 18-02-2011
2.1.4 Voor gasaansluitingen worden in het aansluitingenregister in aanvulling op 2.1.2 tevens vastgelegd:
g. de identificatie van het GOS of pseudo-GOS waarmee de aansluiting via het regionale gastransportnet is verbonden;
h. het drukniveau van de aansluiting (25 t/m 200 mbar of meer dan 200 mbar t/m 8 bar);
i. voor aansluitingen van telemetriegrootverbruikers: de op de aansluiting gecontracteerde transportcapaciteit (uitgedrukt in m3(n;35,17)/uur) of voor aansluitingen van kleinverbruikers profielafnemers: een met de rekencapaciteit van de aansluiting overeenkomende capaciteit (uitgedrukt in m3(n)/uur);
j. de actuele profielcategorie, of een aanduiding dat een uurmeting dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichting aanwezig is, onderscheidenlijk voor aansluitingen van kleinverbruikers en aansluitingen van telemetriegrootverbruikers in de categorieën zoals genoemd in paragraaf 4.3 van de Allocatievoorwaarden Gas;
k. voor aansluitingen van kleinverbruikers profielafnemers: het actuele standaardjaarverbruik (uitgedrukt in m3(n;35,17));
l. indien er bij een aansluiting van een telemetriegrootverbruiker sprake is van meer dan één shipper en/of leverancier: een aanduiding daarvan;
m. voor aansluitingen van telemetriegrootverbruikers: het jaarverbruik telemetriegrootverbruikers (uitgedrukt in m3(n;35,17));
n. voor aansluitingen van telemetriegrootverbruikers: het maxverbruik.
Bijlage 2 Relevant deel uit het verslag van de vergadering van het Gebruikersplatform Elektriciteits- en Gasnetten, gehouden op 6 januari 2011
Aanwezig
Namens representatieve organisaties:
Cogen Nederland: ir. C. den Blanken msc (tot ca. 13.00 uur);
Energie Nederland: ing. J. Bolkenbaas (tot ca. 11.45 uur),
mr. N.R. Geerts, ir. Th.A.C. de Waal (tot ca. 13.00 uur) en G. Frans (vanaf ca. 11.15 uur);
FME-CWM: ir. C.L. Droste;
LTO Noord Glaskracht: ir. R.P.A. van der Valk (vanaf 10.10 uur) en mr. I. Brinkman (vanaf ca. 11.15 uur);
NOGEPA : H. van der Meer;
PAWEX : ir. M.A.J. Kortenoever (t/m agendapunt 8);
Platform Meetbedrijven: M.J. Hagen;
VA: M. Sanders;
VEMW: ir. J.J.M. van de Worp en F. van der Velde (tot ca. 11.45 uur);
VNG: P.W. Renaud en H. van der Wal (tot ca. 11.45 uur).
Namens de netbeheerders:
GTS: dr. W.T.A. Borghols, drs. F.W.J.H.N. Gräper en mr. H. de Jager;
Netbeheer Nederland: ir. J. Janssen;
TenneT: H.E.J. Heus.
Voorzitter : drs.ing. P.H. Corton Secretaris : mr. W.H. van Oorspronk
Verhinderd