▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
Oppervlakte en inhoud bij f ( x ) = e
x1 maximumscore 6
• Lijn AB heeft richtingscoëfficiënt
2 1 2 2
e 1
(e 1) 2
− = −
1• Voor lijn AB geldt de formule y =
12(e
2− ⋅ + 1) x 1
1• De oppervlakte van het vlakdeel is
2 1 2 2 0
( (e − ⋅ + − 1) x 1 e )d
xx
∫
1• Een primitieve van
12(e
2− ⋅ + − is 1) x 1 e
x 14(e
2− ⋅ 1) x
2+ − x e
x 2• De gevraagde oppervlakte is 2
1of
• De oppervlakte van het vlakdeel is het verschil tussen de oppervlakte van een trapezium en
2
0
e d
xx
∫
1• De oppervlakte van het bedoelde trapezium is e
2+ 1
2•
2
2 0
e d
xx = e − 1
∫
2• De gevraagde oppervlakte is 2
12 maximumscore 6
• De grafiek van ( ) g x = e
x− wordt om de x-as gewenteld 1
1• De inhoud is
2
2 0
π (e ⋅
x− 1) d x
∫
1• (e
x− 1)
2= e
2x− 2e +1
x 1• Een primitieve van e
2x− 2e +1
xis
12e
2x− 2e +
xx
2• De inhoud is π ( e ⋅
12 4− 2e +3 )
2 12 1Vraag Antwoord Scores
- 1 -
Met een gemeenschappelijk brandpunt
3 maximumscore 5
• ∠(AP, raaklijn aan e
1) = ∠(BP, raaklijn aan e
1) = α ;
raaklijneigenschap ellips
1• ∠(AP, raaklijn aan e
2) = ∠(CP, raaklijn aan e
2) = β ;
raaklijneigenschap ellips
1• ∠(CP, raaklijn aan e
1) = ∠ (BP, raaklijn aan e
1) = α ;
overstaande hoeken
1• 2α + 2β = 180° ; gestrekte hoek
1• ∠(raaklijn aan e
1, raaklijn aan e
2) = α + β = 90°
14 maximumscore 4
• Uit de definitie van de ellips volgt PA PC + = QA QC +
1• Uit de definitie van de ellips volgt PA + PB = QA QB +
1• Hieruit volgt PC − PB = QC − QB
1• Volgens de definitie van de hyperbool liggen P en Q dus op eenzelfde
hyperbool met brandpunten B en C
1▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
Een parabool?
5 maximumscore 4
• A(4, 4) en B(–6, 6)
1• Als
a= 4 is de formule
y= −
15x+ 4
45 1• De coördinaten van A voldoen, want 4 = − ⋅ +
154 4
45 1• De coördinaten van B voldoen ook, want 6 = − ⋅ − +
156 4
45(dus de formule is juist voor
a= 4 )
1of
• A(4, 4) en B(–6, 6)
1• De lijn door A(4, 4) en B(−6, 6) heeft richtingscoëfficiënt −
15 1• Voor lijn AB geldt dus
y= − 4
15(
x− 4) , ofwel
y= −
15x+ 4
45 1•
a= 4 invullen in de gegeven formule geeft ook
y= −
15x+ 4
45(dus de formule is juist voor
a= 4 )
16 maximumscore 4
• Voor het snijpunt met de y-as geldt y = −
15a
2+ 2 a
1•
25
d 2
d
y a
a = − +
1• d d 0 y
a = geeft
a= 5
1• De grootste waarde van y is − ⋅ + ⋅ =
155
22 5 5
1of
• Voor het snijpunt met de y-as geldt y = −
15a
2+ 2 a
1• −
15a
2+ 2 a = geeft 0
a( −
15a+ 2) = 0 dus
a= 0 of
a= 10
1• Hieruit volgt dat het maximum wordt aangenomen voor
a= 5
1• De grootste waarde van y is − ⋅ + ⋅ =
155
22 5 5
17 maximumscore 6
• De afgeleide van
201x
2+ is 5
101 x 1•
x= 4 invullen geeft
25als richtingscoëfficiënt van de raaklijn
1• Een vergelijking van de raaklijn in (4, 5 )
45is
y=
25x+ 4
15 1• De raaklijn is een van de lijnen AB als
15a − = en 1
25−
15a
2+ 2 a = 4
15 1•
15a − = geeft 1
52 a= 7
1•
a= 7 invullen in −
15a
2+ 2 a geeft 4
15(en dus is de raaklijn aan de
parabool in (4, 5 )
45een van de lijnen AB)
1- 3 -
Wisselingen in rijtjes kop en munt
8 maximumscore 3
• Op 5 van de 9 plekken moet een wisseling plaatsvinden;
dit kan op 9 5
⎛ ⎞ ⎜ ⎟
⎝ ⎠ manieren
1• 9 5 126
⎛ ⎞ =
⎜ ⎟ ⎝ ⎠
1• Als de wisselingen vastliggen, kan een rijtje nog met een K of een M
beginnen; dus zijn er 2 126 ⋅ = 252 rijtjes met 5 wisselingen
1 9 maximumscore 3• De kans dat een rijtje ten minste één wisseling heeft, is ( 1 −
10242= )
10221024 1• De kans op 20 keer zo’n rijtje is (
10221024)
20≈ 0,962
210 maximumscore 5
• De kans dat een willekeurig rijtje meer dan 5 wisselingen heeft, is
168 72 18 2 260 65
1024 1024 256
+ + +
= =
1• Het gaat om een binomiale kans met
n= 20 en
p=
25665 1• Beschrijven hoe de binomiale kans P(
X≥ 9
n= 20 en
p=
25665) berekend kan worden, waarbij X het aantal rijtjes met meer dan 5 wisselingen is
1• De kans is (ongeveer) 0,045
1• Deze kans is kleiner dan 5%, dus we vertrouwen Jolly niet
1▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
Jupiter en Aarde
11 maximumscore 5
• De afstand is (cos 2π
t− 5 cos π )
16 t 2+ (sin 2π
t− 5sin π )
16 t 2 1• Dit is gelijk aan
2 1 2 1 2 1 2 1
6 6 6 6
cos 2πt−10 cos 2πt⋅cos πt+25 cos πt+sin 2πt−10 sin 2πt⋅sin πt+25 sin πt 1
• cos 2π
2 t+ sin 2π
2 t= 1 en cos
216π t + sin
2 16π t = 1
1• Dus de afstand is 26 10(cos 2π cos π − t ⋅
16t + sin 2π sin π ) t ⋅
16t
1• Dus de afstand is 26 10 cos( −
116π ) t
112 maximumscore 5
• De snelheid is de afgeleide van 26 10 cos( −
116π ) t
1• De afgeleide van 26 10 cos( −
116π )
tis
1106π sin( π ) ⋅
116 t 1• De afgeleide van 26 10 cos( −
116π ) t is
110 11
6 6
11 6
π sin( π ) 2 26 10 cos( π )
t t
⋅
−
2• Op tijdstip
t= 3 is de snelheid (waarmee de afstand afneemt ongeveer) 5,65 (AE/jaar) (of: op tijdstip
t= 3 is de snelheid (ongeveer) –5,65
(AE/jaar))
1Opmerking
Als de kettingregel niet gebruikt is, maximaal 3 punten toekennen.
- 5 -
Met constante hoek
13 maximumscore 4
• Driehoek ABN is een gelijkbenige driehoek met tophoek ANB van 60°, dus de basishoek NAB is ook 60°; gelijkbenige driehoek,
hoekensom driehoek
2• De hoek tussen de raaklijn in A en AN is 90°, dus de hoek tussen de raaklijn in A aan de cirkelboog met middelpunt N en lijn AB is 30°; raaklijn
1• De gevraagde hoek tussen de cirkelbogen is dus 60°
1 14 maximumscore 4• De gevraagde meetkundige plaats bestaat uit twee cirkelbogen op AB, met middelpunten X en Y, waarbij ∠AXB = 90° en ∠AYB = 90°
1• Het tekenen van de middelloodlijn van lijnstuk AB
1• Het tekenen van de punten X en Y
1• Het tekenen van de cirkelbogen
115 maximumscore 3
• Als P
1en P
2aan verschillende kanten van AB liggen zó dat
∠AP
1B = 140° en ∠AP
2B = 40° en dus ∠AP
1B + ∠AP
2B = 180°, dan is vierhoek AP
1BP
2een koordenvierhoek;
omgekeerde koordenvierhoekstelling
1• Hieruit volgt dat A, P
1, B en P
2op één cirkel liggen
1• De meetkundige plaats van alle punten P waarvoor ∠APB = 140°
bestaat uit twee cirkelbogen die de cirkelbogen die behoren bij
∠APB = 40° aanvullen tot twee cirkels (met uitzondering van de
punten A en B)
1▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
Rij en oppervlakte
16 maximumscore 3
•
100 1
100 100
1 100
. 1
i
1
i
R
=
= ∑ +
1• Beschrijven hoe deze som berekend kan worden
1• R
100≈ 0, 6907
1of
•
100 100
1
1
i
100
R=
= i∑ + 1
• Beschrijven hoe deze som berekend kan worden
1• R
100≈ 0, 6907
117 maximumscore 3
• De i-de rechthoek is 1
n breed en 1
i
1
n
+ hoog
1• De oppervlakte van de rechthoek is gelijk aan 1 1 1
i
1
n ⋅
n= i n
+ +
1• Voor
i= 1 geeft dit: 1
1 n + , voor
i= 2 : 1
2 n + , …, en voor i = : n 1 1
2 n n = n
+ , dus R =
n1 1 1
1 n + 2 n + + ... 2 n
+ +
118 maximumscore 4
• R
100=
1011+
1021+ + ...
2001 1• R
99=
1001+
1011+ + ...
1981 1• R
100– R
99=
1991+
2001−
1001 1• Het antwoord
398001 119 maximumscore 4
• lim
nn R
→∞
is de oppervlakte onder de grafiek van f op [0, 1]
1• De oppervlakte is gelijk aan
1
0
1 d 1 x x +
∫
1• Een primitieve van 1 1
x + is ln(x+1)
1• De oppervlakte is ln2 (dus lim
nn R
→∞
= ln2)
1- 7 -