• No results found

In deze samenvatting komen de reacties geanonimiseerd aan bod. Een aantal partijen heeft algemene opmerkingen gemaakt, die hieronder eerst worden samengevat. Daarna volgt een bundeling van de antwoorden per vraag.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In deze samenvatting komen de reacties geanonimiseerd aan bod. Een aantal partijen heeft algemene opmerkingen gemaakt, die hieronder eerst worden samengevat. Daarna volgt een bundeling van de antwoorden per vraag. "

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Introductie

Begin juli 2004 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een consultatiedocument uitgestuurd over het onderwerp ‘inkoopmacht’. In dit document zet de NMa uiteen wat de mededingingsrechtelijke aspecten van inkoopmacht zijn. Daarnaast stelt de NMa een aantal vragen. Mede op grond van de antwoorden op die vragen wil de NMa een visiedocument uitbrengen.

Op het consultatiedocument zijn 24 reacties binnengekomen. Daarvan zijn er 15 van (overkoepelende) branche-organisaties of ondernemersverenigingen afkomstig, 4 van individuele marktpartijen en 5 van overheidsgerelateerde partijen en wetenschappelijke instellingen.

In deze samenvatting komen de reacties geanonimiseerd aan bod. Een aantal partijen heeft algemene opmerkingen gemaakt, die hieronder eerst worden samengevat. Daarna volgt een bundeling van de antwoorden per vraag.

Alle opvattingen die in de samenvatting aan bod komen zijn voor rekening van partijen. De tekst bevat niet de mening of het oordeel van de NMa. Uiteraard ligt de verantwoordelijkheid voor de samenvatting wel bij de NMa. Het is dan ook mogelijk dat sommige partijen hun reactie niet in alle nuances terugzien.

Een aantal opmerkingen gaat over de overheid als onderneming, als inkoper en, meer specifiek, als aanbesteder. In onderstaande samenvatting worden die specifieke opmerkingen apart weergegeven.

Samenvatting van de reacties op het consultatiedocument

Algemeen

- Gevraagd wordt, ter verduidelijking van het begrip ‘uitbuiting’ (rndnr. 54), of dit moet worden gezien als het afromen van overwinsten of van normale winsten? En of dit betekent of de consument nu wel of niet voorop staat (vgl. ook rndnr. 43).

- Hoe gaat de NMa met het soort klachten zoals t.a.v. de supermarkten om? Wanneer is het toegestaan (of niet) om inkoopmacht te benutten?

- Inkoopmacht dient te worden bezien vanuit de asymmetrie tussen concentraties en afspraken. Door restricties op afspraken kan geen ‘countervailing power’ ontstaan en is er een stimulans tot

concurrentiebeperking d.m.v. concentraties.

- Het document is te veel geconcentreerd op marktaandelen en onvoldoende op andere factoren zoals prijsgevoeligheid en technologische ontwikkelingen.

- Er zou extra aandacht voor de vraag moeten zijn wanneer een bepaalde gedraging wel of niet is toegestaan. Nu bestaat er onzekerheid voor ondernemingen: vgl. randnummers 61 en 62 waar alleen maar over de ‘concrete omstandigheden van het geval’ wordt gesproken. Zou er niet met voorbeelden kunnen worden gewerkt? Een voorbeeld dat de vraag concreet maakt: stel dat er vier ondernemingen zijn die met elkaar en vele andere ondernemingen concurreren en die gemeenschappelijk inkopen. Door de inkoop ‘harmoniseren’ zij ongeveer 15% van de verkoopkosten. De inkoopmarkt kenmerkt zich aan de aanbodzijde door een oligopolie. Hier zou de NMa een oordeel over kunnen geven.

- Er is meer aandacht in het document nodig voor de criteria aan de hand waarvan de NMa machtsposities vaststelt, zeker als er een verkoopmachtpositie bestaat.

- Het mededingingsrecht biedt te weinig oplossingen voor misbruik. Op een aantal punten is meer

(2)

(onder het systeem van ontheffingen), zodat heldere richtlijnen zijn gewenst voor de toetsings- en motiveringscriteria.

- In een bepaalde specifieke markt worden de concurrentieomstandigheden door regelgeving beïnvloed.

Soms zijn er ontwikkelingen waarbij de rol van inkopende partijen toeneemt. Machtsposities dreigen, hoewel misbruik niet altijd aan de orde is. Wel moet de marktafbakening kritisch worden beoordeeld.

Daarbij moet ook aandacht zijn voor nieuwe partijen die gezamenlijk gaan inkopen. Hieruit zouden ook machtsposities kunnen ontstaan.

- Veranderingen in de omstandigheden in bepaalde sectoren leiden tot minder contracten, zij het met meer werk per contract. Het hebben van een contract is in die sectoren dus van belang.

- Een groter inkoopvolume kan leiden tot lagere prijzen en is gunstig voor de consument. De mogelijkheid bestaat echter dat kleinere concurrenten last hebben van dergelijke concurrentie.

- Sommige sectoren opereren op Europese of mondiale schaal die bestaat uit grote, machtige spelers. De NMa kijkt echter in die sectoren, w.b. concentraties, slechts naar de gevolgen voor de Nederlandse markt. Professionele aanbieders hebben bijvoorbeeld ook allang buitenlandse afzetkanalen. Maar ondertussen mogen de afzetorganisaties ten onrechte door concentraties niet groter worden. Nationale herstructurering van die sectoren is nodig.

- De NMa zou haar snelheid van werken moeten opvoeren, zeker bij complexe fusies. Anders worden de betrokken partijen onrustig waardoor het proces wordt gesmoord.

- Het speelveld van bepaalde sectoren kan niet worden bezien zonder de machtsposities die bestaan aan de ‘verkoopzijde’. Zo kan sprake zijn van deelmarkten waar bepaalde (elementen van) producten moeten worden ingekocht. Op deze markten kan sprake zijn van een tekort, eerder dan een overschot. Van reële tariefonderhandelingen is dan geen sprake.

- In bepaalde sectoren is sprake van ‘verkoopmacht’ en ‘countervailing power’. Partijen aan de

aanbodzijde zijn goed georganiseerd of werken met verticale banden, zodat substitutiemogelijkheden voor inkopers gering zijn.

- Nieuwe jurisprudentie en de zich wijzigende positie van bepaalde inkopers dienen in het visiedocument expliciet in overweging te worden genomen.

- Indien collectief onderhandelen is verboden, is alleen art. 24 Mw nog maar in te zetten tegen misbruik van inkoopmacht. Misbruik aantonen blijkt echter zo lastig, dat het daardoor niet mogelijk is om een evenwichtig samenspel bij de totstandkoming van overeenkomsten te waarborgen.

- Inkoopmacht heeft negatieve gevolgen, w.o. verschraling van het aanbod en het in de hand werken van concentraties aan de aanbodzijde om het evenwicht te herstellen.

- De Mw verhindert kleine ondernemingen samen te doen wat grote ondernemingen intern wel mogen.

Ook als het om niet-vergaande samenwerking zoals informatie-uitwisseling gaat. Daarnaast mag gezamenlijke inkoop wel, maar gezamenlijke verkoop meestal niet. Door een juridische kijk op

‘countervailing power’ kan samenwerking aan de verkoopzijde niet, daar waar dat als economisch gewenst zou moeten worden beoordeeld.

- Daar waar leveranciers afhankelijk zijn van grote afnemers, bestaat een probleem dat moet worden opgelost. Dit kan niet door het verbod op misbruik van een emp. Een economische beoordeling van mededingingsafspraken is gewenst. In diverse Europese landen is speciaal regelgeving voor misbruik van economische afhankelijkheid.

- Door prijsconcurrentie blijft weinig innovatiekracht bij sommige leveranciers/ aanbieders over.

- Buitenlandse ondernemingen met een inkoopmachtpositie gebruiken deze tegenover fabrikanten om via

agressieve verkooptactieken marktaandeel in Nederland te verwerven. Hierdoor verdwijnen efficiënte

ondernemingen. Oplossingen hiervoor zijn: ingrijpen op grond van art. 24 Mw door NMa, een verbod op

(3)

prijsdumping om oneerlijke concurrentie in te perken, ruimte om gelijkwaardige tegenkracht te ontwikkelen, een strakker aanbestedingsbeleid en beter toezicht op overheidsaanbesteders.

- Er zitten beleidsmatige aspecten aan het onderwerp die beter door EZ opgepikt hadden kunnen worden, tenminste in de vorm van een oplossingsrichting. De NMa vraagt helaas alleen maar naar de praktijk.

Overheid als inkoper en onderneming

- De NMa mist de kans om op de rol van de overheid als inkoper in te gaan. In die rol zou de overheid moeten worden gelijkgesteld aan ondernemingen. Aanbieders moeten weten hoe zij met niet- proportionele eisen van overheidsorganen kunnen omgaan.

- Interessant is de vraag wanneer de overheid in de gevarenzone komt, zij het dat de overheid vaak als consument dan wel als hoeder van het algemeen belang inkoopt.

- Met name overheidsinstanties bezondigen zich aan een misbruikelijk soort gedrag met betrekking tot de inkoop. EZ echter schenkt hier geen aandacht aan. De inkooppraktijk van de overheid zelf zou intensiever voorwerp van aandacht moeten worden.

- Het begrip ‘onderneming’ in het communautaire recht is weinig verhelderend en leidt tot onzekerheid en onduidelijkheid. De NMa zou passende voorlichting over de ‘overheid als ondernemer’ moeten geven, met als gevolg dat het ook eenvoudiger zou worden om evt. klachten tegen misbruik in te dienen.

- Zo zou het standpunt dat de overheid niet als onderneming optreedt indien de overheid niet ook zelf als producent of handelaar optreedt, als achterhaald moeten worden gezien. Een product dat door de overheid zou worden aangeschaft zou buiten schot van het mededingingsrecht blijven, terwijl de aanschaf van hetzelfde product door een onderneming wel onder het NMa-toezicht zou vallen. Het mededingingstoezicht zou dus ook op het inkoopgedrag van overheidsinstellingen betrekking moeten hebben.

- Sommige overheidsorganisaties zijn ondernemingen: zij staan tussen de leveranciers en de eindafnemer (de overheid als gebruiker) in.

- De aanbestedingsprocedures die vaak zijn voorgeschreven kenmerken zich door ernstige knelpunten. De NMa zou daar een strak toezicht op moeten uitoefenen. De vraag die de NMa daarbij dient te

beantwoorden is hoe het begrip ‘aanbestedende’ dienst zich verhoudt tot het begrip ‘onderneming’.

- Economisch gezien zijn er diverse ondernemingen binnen de overheid. Deze vormen met betrekking tot de inkoop een kartel door samenwerkingsvormen aan te gaan.

- Sommige (onderdelen van) bedrijven zijn van de overheid afhankelijk en kunnen niet gemakkelijk overstappen naar andere deelsectoren.

Overheid en aanbestedingen

- Ook overheidsopdrachtgevers dienen zich in geval van een machtspositie aan de mededingingsregels te houden. Inschrijvers kunnen bijvoorbeeld niet onder hun eigen voorwaarden inschrijven, zodat ze als enige alternatief hebben om niet in te schrijven. Dit is een gevolg van nieuwe

(overheids)aanbestedingsregels.

- Overheidsaanbesteders trachten nogal eens bepaalde aanbieders uit te sluiten of de aanbestedingsregels niet te volgen.

- Overheidsaanbesteders zijn vaak de enige opdrachtgevers voor openbare werken. Er zijn diverse

knelpunten als gevolg van inkoopmacht door overheidsaanbesteders, zoals het toepassen van een niet

geschikte procedure voor een opdracht, onevenredige en irrelevante criteria voor selectie van gegadigden

en gunning, onjuiste clustering van werken, het toeschrijven van een opdracht naar een bepaalde

opdrachtnemer, veelheid van aanbestedingsreglementen en zo meer.

(4)

Vraag 1 (a): Kunt u voorbeelden geven van sectoren waarin misbruik van inkoopmacht mogelijk een rol speelt? Over welke vormen van misbruik gaat het dan?

- De toetssteen voor inkoopmacht is of lage tarieven aan consumenten ten goede komen.Maar stimulering van concurrentie verdient de voorkeur boven ingrijpen.

- Soms is er inkoopmacht bij industriële ondernemingen en telecombedrijven.

- Voor voorbeelden van sectoren wordt verwezen naar het Langman-rapport.

1

- Collectieve inkoop van ‘bedrijfsfietsen’ bij detailhandel door bedrijfsfietsenorganisaties.

- M.n. in sectoren waar sprake is van overproductie (door verkeerde productie-inschatting of vraagvermindering).

- Alternatieve afzetkanalen zijn er in sommige sectoren nauwelijks vanwege wettelijke beperkingen (vergunningen). Voor nieuwe producten zijn brede afzet en landelijke campagnes nodig.

- Zorgverzekeraars hebben een regionale machtspositie.

- Misbruik bestaat uit: koppeling van bepaalde producten; beheersingsmethodieken voor het beperken van het totale budget; contracteren van ‘preferred suppliers’; stellen van onredelijk zware eisen aan kwaliteit en administratie zonder een redelijke vergoeding; onredelijke voorwaarden, verplichte onredelijke bijdragen of eenzijdig opgelegde vergoedingen.

- De innovatie wordt niet bevorderd.

- Door disproportionele eisen te stellen aan inschrijvers wordt het aantal concurrenten beperkt.

- In sommige sectoren is geen sprake van gewoon ondernemerschap, maar wordt mede het algemeen belang gediend. Maar niet iedereen is bereid daarvoor te betalen, zodat inkoopmacht bij

tariefonderhandelingen de desbetreffende aanbieder onder druk zet.

- In de zomer van 2003 eiste een onderneming met inkoopmacht van de leveranciers naar verluidt een additionele jaarkorting van minimaal 3%, anders zouden zij voor een derde van de omzet worden gesaneerd. Maar garanties op behoud van omzet werden ook niet gegeven. Dit is een voorbeeld van slikken of stikken, met terzijdeschuiving van de lopende jaarcontracten.

- Soms kan het gedrag van een onderneming met inkoopmacht ook als een (intransparante) vorm van aanbesteding worden gezien. Maar optreden daartegen bij de civiele rechter wordt door angst voor sancties niet aangedurfd.

- Verplichting tot inzage in de boekhouding en tot gebruik van een bepaald computerprogramma, geleverd door een onderneming die is opgezet door ondernemingen met een inkoopmachtspositie.

- De kennisontwikkeling zou kunnen stoppen, dit is niet gezond voor de branche.

- Sommige zorgaanbieders hebben alleen toegang tot de ziekenfondsverzekerden via een zorgverzekeraar die een contract met die aanbieders hebben gesloten. De zorgverzekeraars bieden daartoe niet-

onderhandelbare contracten aan met een alles-of-niets karakter: er wordt niet de mogelijkheid geboden om b.v. alleen voor het wettelijk deel een overeenkomst te sluiten.

- De Wet Tarieven gezondheidszorg (WTG) belemmert sommige zorgaanbieders om extra service te verlenen, omdat de maximumtarieven die zijn opgelegd ‘ondergemiddeld’ zijn. Daarnaast belemmert de WTG de ontwikkeling van nieuwe producten en nieuwe diensten.

- Er is sprake van een aanbodoverschot in sommige zorgsectoren door vraaguitval vanwege de verkleining van het ziekenfondspakket.

Aanbestedingen

(5)

- Diverse overheden oefenen inkoopmacht uit.

- Gemeenten knippen opdrachten in tweeën: inkoop gebeurt door een inkoopcombinatie van gemeenten, het werk wordt door een opdrachtnemer uitgevoerd, in de vorm van een soort uitzendbureau. Het is echter van belang dat ook de inkoop van materiaal door de opdrachtnemer plaatsvindt. Materialen in combinatie met uren maakt innovatie mogelijk.

- Rijkswaterstaat clustert kleine opdrachten die daarmee buiten bereik van de kleinere ondernemingen vallen. Rijkswaterstaat gaat voor de laagste prijs, zonder oog voor kwaliteit. Opdrachtnemers kunnen in bepaalde gevallen niet om Rijkswaterstaat heen. Rijkswaterstaat zou beter moeten toetsen aan allerlei wettelijke regels, hetgeen nu onvoldoende gebeurt.

- De eisen die Rijkswaterstaat aan combinaties oplegt zouden hoger zijn dan aan individuele inschrijvers, waardoor concurrentiemogelijkheden teniet worden gedaan.

- Misbruik bestaat uit: onduidelijke gunningscriteria; geen gehandhaafde of oneigenlijke selectiecriteria;

omvangrijke contracten waardoor eenzijdige afhankelijkheid ontstaat; het opleggen van

inkoopvoorwaarden op straffe van uitsluiting; arbitraire financieel-economische of vaktechnische eisen worden gesteld, waardoor sommige leveranciers worden uitgesloten; onmogelijke garanties vragen; het afwentelen van risico’s; onevenwichtige risicoverdeling; grote projectrisico’s worden op de leveranciers afgewenteld zonder oog voor de legitieme belangen van private partijen, bijvoorbeeld door toepassing van moordende modelcontracten met een ‘take it or leave it’- karakter; de feitelijke vraag naar het geleverde is onduidelijk tot na de aanbesteding; onduidelijkheid over de verdeling van

verantwoordelijkheden tussen leveranciers en afhankelijke derden; ‘preferred suppliers’ worden afgeschermd door ‘sturing’ van de opdracht of op grond van erkenningsregelingen; ten behoeve van de offerte gemaakte, soms torenhoge, kosten worden niet vergoed; door mantelovereenkomsten en clusters van opdrachten worden kleinere leveranciers buiten spel gezet; lopende aanbestedingstrajecten worden soms voortijdig stilgezet; het openen van enveloppen (en daarmee mogelijk leuren); leuren; onredelijke bewijslast bij onaanvaardbare aanbieding; gestanddoeningstermijnen; geen motiveringsplicht bij gunning; afwijkingen van betalingstermijnen en wettelijke rente; onderlinge afstemming tussen overheidsopdrachtgevers; lagere overheden verstoppen zich achter hogere overheden.

Vraag 1(b): Welke negatieve gevolgen heeft dergelijk misbruik voor de marktwerking in de sector en voor de consument?

- De marktwerking wordt verstoord.

- Effectief zal alleen op prijs worden geconcurreerd waardoor investeren in kennis en het correct uitoefenen van het beroep onder druk komen te staan met alle gevolgen van dien.

- De kwaliteit van de geleverde diensten wordt minder door kwetsbaarheid m.b.t. continuïteit.

- De consument komt voor een dubbeltje op de eerste rang, terwijl aanbieders het loodje leggen door concurrentie. Het wegwerken van voorraden verschuift het probleem alleen maar naar nieuwe voorraden.

Ramsj-kopers kopen voorraden op en verkopen die op ‘oneigenlijke wijze’.

- Verschraling van het aanbod en vermindering van keuzevrijheid. Door beperkte afzetmogelijkheden in het algemeen is het netwerk van een onderneming met inkoopmacht noodzakelijk voor de introductie van nieuwe producten.

- Wegdrukken van A-merken ten voordele van kwalitatief mindere private labels. Verdrijven van de productie naar lage lonen-landen met verlies aan arbeidsplaatsen als gevolg.

- Continuïteit van de leveranciers komt in gevaar. Risico’s worden overgeheveld naar opdrachtnemers en

blijven voor rekening van de opdrachtnemers. Kiezen voor de laagste prijs verlegt het probleem naar de

toekomst.

(6)

- De lange termijnnadelen van het afromen van producentensurplus worden miskend, vanwege afnemende stimulansen voor ondernemerschap en innovatie.

Aanbestedingen

- Een groot deel van de markt valt in geval van aanbestedingen weg voor niet geselecteerde

ondernemingen. Diverse elementen van sommige regelingen zijn niet in orde: als je deelneemt moet je betalen, verder moet je gratis voor een vervanging zorgen, klanten moeten naar een geselecteerde onderneming.

- Ook als aan de aanbestedingsvereisten is voldaan, zijn er toch nog voordeliger alternatieven. Maar de consument krijgt dat voordeliger alternatief niet.

Vraag 2: Kunt u aangeven waar de uitbuiting van afnemers uit zou bestaan dan wel waar de uitsluiting van concurrenten uit zou bestaan bij het door u veronderstelde misbruik?

- Er worden achteraf kortingen bedongen.

- Een te laag inkoopniveau; concurrentie beperkt zich tot kortingen op een al vastgestelde prijs.

- Het vaststellen en bijstellen van tarieven gebeurt niet of nauwelijks in overleg.

- Bepaalde kosten die door de opdrachtgever zouden moeten worden betaald komen vaak voor rekening van de leveranciers, zoals bv. van bepaalde verzekeringen.

- Leveranciers worden onder druk gezet door ondernemingen met inkoopmacht.

- Grote afnemers kunnen eenzijdig voorwaarden bepalen. Leveranciers zijn van die grote afnemers voor een belangrijk deel afhankelijk.

- Dwingend opleggen van onredelijke voorwaarden op straffe van uitsluiting.

- Onredelijke voorwaarden waardoor kosten van afnemer naar leverancier worden verschoven.

- Leveranciers die bepaalde bijdragen niet betalen mogen niet leveren. Bonussen moeten ook worden gegeven over buiten de inkoopcombinatie verkochte producten. Risico’s worden afgewenteld op de leveranciers.

- Leveranciers in bepaalde sectoren teren in op eigen vermogen.

- Uitbuiting van consumenten door hogere tarieven.

- Uitbuiting lijkt een discutabel begrip. Voorbeelden van uitsluiting zijn (ook) niet bekend in bepaalde sectoren.

Aanbestedingen

- Er is door aanbestedingsprocedures voor activiteiten die één keer in de zoveel jaren worden gegund niet echt sprake van marktwerking.

- Er worden kwantitatieve eisen gesteld aan leveranciers alvorens ze mogen meedingen bij een aanbesteding.

- Bij overheidsaanbestedingen zijn de eisen zo extreem en buitenproportioneel dat er slechts weinig kandidaten overblijven en waarbij het gunnen alleen nog maar om prijs gaat. Het risico bestaat dat men niet meer meedoet of gaat overleggen.

- Risico van leuren.

- Uitsluiting ontstaat door clustering van werken.

Vraag 3: Voor welke specifieke problemen van (misbruik van) inkoopmacht geldt volgens u dat het mededingingsrecht niet voldoende oplossingen biedt?

- In sommige sectoren vallen de oplossingen buiten de Mw.

(7)

- Vanwege de onmogelijkheid om ‘countervailing power’ te vormen, is het mededingingsbeleid het probleem.

- Men is juist banger voor het ten onrechte verbieden van inkoopcombinaties en concentraties.

- Door de afhankelijkheid zijn ondernemers terughoudend om misbruik aan te kaarten. De NMa zal het uit eigen beweging moeten doen.

- Er wordt geen rekening gehouden met het ontstaan van inkoopmacht.

- Er is noodzaak tot het onder druk zetten van vragers om een overeenkomst aan te passen.

Countervailing power is nodig.

- De branche-organisatie mag geen advies geven over het al dan niet tekenen van overeenkomsten met de vragers. Een rechtsgang is gecompliceerd en langdurig.

- Er is behoefte aan een duidelijker toetsingskader. Zo zou het mogelijk moeten zijn om

standaardovereenkomsten te toetsen en de achterban over de gevolgen daarvan te informeren. Ook de vragers zouden rechtstreeks moeten kunnen worden aangesproken op onacceptabele voorwaarden door de branche-organisatie.

- De beslissingsbevoegdheid van de opdrachtgevers over het voortbestaan van leveranciers moet worden ontnomen. Gestructureerde publiek-private samenwerking is gewenst vanwege de publieke taak van de leveranciers in bepaalde sectoren.

Overheid en onderneming

- De overheid als marktpartij kan niet worden aangepakt door mededingingsrecht. Probleem is het niet gezamenlijk door leveranciers mogen onderhandelen, hetgeen alleen door middel van georganiseerde ondernemingen valt op te lossen (bv. een verkooporganisatie).

- Abnormaal lage aanbiedingen en het overheidsprerogatief.

Aanbestedingen

- Er is onvoldoende bescherming tegen oneigenlijk gebruik door opdrachtgevers. Het ARW bv. legt eenzijdig de belangen vast. Zo worden niet alle inschrijfbedragen genoemd, hetgeen niet transparant is:

de opdrachtgever weet alles, de inschrijver heeft alleen zijn eigen informatie. In geval van het laagste prijscriterium worden conform het nieuwe ARW alle enveloppen geopend. Dit werkt leuren in de hand.

- Er is geen verweer mogelijk tegen oneigenlijke selectiecriteria, niet-transparante aanbestedingen en het niet hanteren van de Europese Richtlijnen voor aanbestedingen.

Vraag 4: Wat is uw mening over mogelijkheden aan de verkoopzijde van de markt om tegenwicht te bieden tegen een probleem van inkoopmacht, binnen het kader van de Mededingingswet?

- Het zijn uitsluitend papieren mogelijkheden vanwege angst om te klagen.

- Het invoeren van een commissie die controle uitoefent op de prijs en samenwerking tussen leveranciers.

- Het door de branche-organisatie voeren van een dialoog over wederzijds gerechtvaardigde belangen.

- Per projectvorm instrumenten voor optimale projectrisicoverdeling maken.

- Instrumenten maken die verantwoordelijkheden voor opdrachtgever en -nemer eenduidig beschrijven.

- Collectieve onderhandelingen of onderhandelingen door de branche-organisaties.

- Samen met concurrenten afspreken geen exclusieve leveringscontracten aan te gaan.

- Een goed regulerend mechanisme tussen inkoop- en verkoopmacht is nodig: houdt rekening met continuïteit en borging van kwaliteit.

- Nieuwe samenwerkings- en contractvormen ontwikkelen met de overheid door de brancheorganisatie.

- Streven naar kwaliteitsselectie.

(8)

- Randvoorwaarden voor onderhandelingen door branche-organisatie laten opstellen.

- Zeer beperkte of geen mogelijkheden. Afhankelijk van de sectoren.

- De Mededingingswet legt beperkingen aan de leverancierszijde op.

Aanbestedingen

- Het oprichten van een onafhankelijke aanbestedingsautoriteit.

- De mogelijkheid creëren om onder voorwaarden in te schrijven.

- Het toepassen van wettelijke rente en CBS-indexering.

Vraag 5 (a): In hoeverre bieden concentraties een oplossing voor het (door u ervaren) probleem van inkoopmacht?

- Concentraties bieden geen oplossing.

- Concentraties in bepaalde sectoren zijn ongewenst: versterking marktmacht aanbieders.

- Concentraties leiden tot verlies aan ondernemerschap en vermindering van concurrentie. Verbieden van mededingingsafspraken leidt daarmee tot ernstige schade aan de concurrentie. Ruimte laten voor zelfcorrigerende mechanismen.

- Concentraties kunnen een oplossing in de vorm van tegenwicht zijn, maar zijn geen oplossing voor verschraling.

- Kleine leveranciers kunnen door samenwerking tegenwicht tegen grote afnemers bieden en daarnaast tegen grote leveranciers blijven concurreren.

- Borging van continuïteit biedt wel een oplossing. Bv. door samenwerking op het gebied van capaciteitsregulering alsmede uitwisseling van kennis en kwaliteit.

- Geen concentraties, maar wetgeving die betrekking heeft op alle spelers die een rol spelen op de markt.

- Iedereen weer werk. Bij echte marktwerking lopen klanten ook langzaam weg.

- Ja, maar is een zeer verregaande vorm van samenwerking, die tot terughoudendheid leidt.

Vraag 5(b): Wat zijn naar uw mening de mogelijke voor- en nadelen van dergelijke concentraties, eventueel afgezet tegen een vorm van samenwerking om het probleem van inkoopmacht op te lossen?

- Zelfstandige ondernemers worden voortdurend geprikkeld tot goede bediening van de afnemers.

- Voordelen van samenwerking zijn continuïteit in capaciteit, werkgelegenheid, kwaliteit en onderneming.

- Nadeel is dat het alleen maar om tegenwicht bieden gaat en een concentratie tot verlies aan zelfstandigheid leidt.

Vraag 6: Hoe zouden eventuele mededingingsrechtelijke problemen van samenwerking, zoals gezamenlijke prijsvaststelling, op het vlak van verkoop naar uw idee kunnen worden ondervangen?

- De overheid zou zo min mogelijk moeten sturen.

- Gezamenlijke prijsvaststelling om zo als gelijkwaardige partners tegenover elkaar te kunnen komen zitten. Dit is niet merkbaar nadelig.

- Gereguleerde inzet van capaciteit en kwaliteit moet mogelijk worden.

- Er zijn geen mogelijkheden de samenwerkingsproblemen op te lossen.

- Wanneer concentraties het alternatief zijn voor samenwerking, is niemand gebaat bij een verbod op samenwerking.

- Alleen mogelijk indien materieel dezelfde beoordeling plaatsvindt als bij een concentratie.

- Niet toestaan van prijsafspraken. Anders wordt toezicht gewenst.

Aanbestedingen

(9)

- Duidelijke richtlijnen en een transparante aanbestedingsprocedure. Vóóraf transparante prijsvorming, achteraf tegengaan van leuren: voor beide partijen controleerbaar.

Vraag 7: Hoe zou u willen aantonen dat aan de vereisten van (vooralsnog) artikel 17 Mw is voldaan, zodat eventueel mededingingsbeperkende samenwerking op het vlak van verkoop voor een ontheffing in aanmerking komt, dan wel van het kartelverbod is vrijgesteld?

- Prijsoverleg zou met rust gelaten moeten worden.

- Ontheffing voor leveranciers onder de voorwaarde dat niet onder de kostprijs wordt ingeschreven.

- Samenhangend geheel van maatregelen. Transparantie op anonieme basis. Duidelijke richtlijnen over toegestane samenwerkingsverbanden na de gunning.

- Mw aanpassen zodat individuele ontheffingen mogelijk zijn wanneer het alternatief voor samenwerking hogere maatschappelijke kosten met zich brengt dan de samenwerking.

- Vermoedelijk niet aan te tonen, want aan de vereisten zal niet zijn voldaan.

- Geen werkbare mogelijkheden.

Aanbestedingen

- Verzoek om te vernemen hoe de nieuwe overheidsprocedure-regels voor het aanbesteden van werken

(het ARW) zich verhoudt tot de beginselen van het mededingingsrecht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dus het tweede bolletje kan niet worden toegekend ook al is de fout al aangerekend in het eerste bolletje.. Als het oppervlak hier bepaald is zonder rekening te houden met het

Na afronding van de opleiding Ouderenzorg in de eerste lijn – Noord-Nederland beschik je over de juiste kennis en vaardigheden om de complexe zorg aan kwetsbare ouderen in de

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is voornemens om in het vierde kwartaal van 2014 een tweede informatiebijeenkomst te organiseren om een eerste toelichting te geven op

Indien een ontstane schade niet binnen een jaar na het ontdekken hiervan door Opdrachtgever wordt gemeld, kan hierop geen aanspraak meer worden gemaakt voor schadevergoeding..

Door middel van deze telling kan worden onderzocht welk motief een bezoeker van de parkeergarage heeft en hoe lang de verschillende voertuigen geparkeerd staan.. Eerst volgt

Maar toen Jezus vergezeld van zijn leerlingen en een flinke menigte weer uit Jericho wegtrok, zat een blinde bedelaar, Bartimeüs, de zoon van Timeüs, langs de weg.. 47 Zodra hij

Het grootste deel van de bevolking van de eilanden Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint- Maarten, Sint-Eustatius en Saba is in vroegere tijden vanuit allerlei windstreken naar deze

Een partij steunt het streven om met de voorgestelde regeling de in haar ogen te hoge tarieven voor het bellen naar niet geografische nummers aan te pakken, maar betwijfelt of