Vraag nr. 61 van 14 januari 2005
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Erkende voorzieningen Kind en Gezin – Taalrege-ling personeel
Artikel 25 van het decreet van 30 april 2004 tot op-richting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin bepaalt dat ten behoeve van vreemdelingen kan worden afgeweken van de regeling van artikel 24 van het-zelfde decreet dat stelt dat het personeel van een erkende of gesubsidieerde voorziening een grondi-ge kennis van het Nederlands moet hebben. De af-wijkingen kunnen op voorstel van het agentschap worden toegestaan door de Vlaamse Regering. Het komt mij voor dat deze afwijkingsregeling in strijd is of kan zijn met artikel 30 van de Gron-dwet. Volgens de Raad van State kan krachtens ar-tikel 30 van de Grondwet aan een personeelslid (van een overheidsdienst) immers nooit de kennis of het gebruik van een andere taal dan één van de drie erkende talen worden opgelegd.
1. Kan de minister meedelen hoeveel aanvragen tot afwijking tot dusver door het agentschap werden ingediend en wat de aard en de motive-ring van deze aanvragen was ?
2. Hoe heeft de Vlaamse Regering op de aanvra-gen gereageerd ?
Antwoord
Vooreerst wens ik de Vlaamse volksvertegenwoor-diger erop te wijzen dat het vermelde decreet nog niet van kracht is.
De Vlaamse openbare instelling functioneert nog altijd onder het oprichtingsdecreet van Kind en Gezin van 29 mei 1984.