Vraag nr. 33
van 21 november 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlaamse must-carryzenders – Brussel
Kan de minister meedelen of op dit ogenblik alle Vlaamse zogenaamde must-carrystations in Brus-sel door de kabelmaatschappijen op de kabel wor-den gezet ?
In het verleden heeft de Vlaamse Gemeenschap herhaaldelijk tegen het besluit van 2 februari 1998 g e r e a g e e r d , omdat er een onevenwicht was tussen Nederlandstalige en Franstalige omroepen.
In 2000 was er sprake van dat de federale overheid een nieuwe must-carryregel zou uitwerken in over-leg met de gemeenschappen.
Is dit effectief gebeurd ?
Zo niet, wat is dan de stand van zaken ?
Antwoord
1. Het aangehaalde ministerieel besluit van 2 fe-bruari 1998 van de federale overheid werd in-middels vervangen door het ministerieel besluit van 17 januari 2001 tot aanwijzing van de om-roeporganisaties als bedoeld in artikel 13, 2 e s t r e e p j e, van de wet van 30 maart 1995 be-treffende de netten voor distributie voor om-roepuitzendingen en de uitoefening van televi-sieomroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.
Dit impliceert dat – naast de programma's van de openbare omroep – de omroepprogram-ma's van de volgende Vlaamse omroeporganisa-ties in Brussel via de kabel moeten worden doorgegeven : – Vlaamse Mediamaatschappij ; – TV Brussel ; – Belgian Business ; – Media ad Infinitum ; – Event TV Vlaanderen.
Zeer recentelijk nog heb ik er bij de minister van Economie op aangedrongen om ook VT4 in
de lijst bij het besluit van 17 januari 2001 op te nemen.
Het is me bekend dat de kleinere Vlaamse om-r o e p e n , ondanks hun must-c a om-r om-r y s t a t u u t , m o e i-lijkheden ondervinden om op de Brusselse kabel te komen. De Vlaamse Gemeenschap dringt reeds jaren bij de federale overheid, d i e terzake bevoegd is, aan om deze situatie te ver-h e l p e n . Ik ver-heb de federale overver-heid verzocver-ht me op de hoogte te houden van de verdere evo-lutie in dit dossier.