• No results found

EEN HALF AFSCHEID

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EEN HALF AFSCHEID "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

DE HELLING

,·ascliijnr 1·iernwal perjaar Losse n11mmcrs: .f 10.- .faarahonnemcnr: f 39.50

Girolilimmer :!73799./

Sricliring Wcrcnscliappeiijl. B11real/

Groen Linl.s (ru.1·. DE HELLING!

UITGEVER

Srichring WerenscliaiJPCiijk Bureau Groen LinÁ.s

REDACTIE Marianne \'Wl den Boomen.

Els Diderlio(: Chris Kc11lcmans.

Hcnk Knjnen (lioofdrcdacreur).

Joos! Lagend ijk. .los ran der Lans.

Hans Sc/iocn. Radi S1111di en Tanja I 'eensrra

EINDREDACTIE

Hcnk Krijnen

ACHTERPAGINA

Tom Sc/i reilder

OMSLAGFOTO

Bar \'erhoefj!HH

VORMGEVING

&

.ZETWERK

Richard Poilé!R11paro. Amsrerdam

DRUK

MaCLrfa. Boskoop

ADVERTENTIE·

TARIEVEN f .WO.- per I/] pagina

f i 50.- per i 14 pagina

.f 75.- per i IR pagina

ADMINISTRATIE

&

CORRESPONDENTIE

DE HELLING Posrhus 700

!IJOO AS Amsrerdam (020) 6202:! i 2

REDACTIE·

SECRETARIAAT

Henk Krijnen

!020) 6735iR4

DE HELLING is een onafhankelijk poliriek rijdsclmji mer helangsrclling

\'Oor omwikkelingen op her sociale en cllilurele ''hik. Her rijdschrifi wil een algemeen medium ::Zfn ,·oor linkse

politieke menings,·orming en wil puhlieke deharren heïnl'ioede11

ZEVEN WAO-MYTHES

'Zonder dat eigenlijk iemand er erg in had, verduisterde het zicht en begonnen

ideologieën met elkaar te botsen alsof we nog midden in de jaren zeventig leefden. Heel even was het weer simpel om links te zijn',

meent redacteur ]os van der Lans. Zeven mythes over de WAO op een rijtje gezet en doorgeprikt!

pagina 4

HET EEUWIG MIDDEN VAN SOAPS

'Anders dan een gemiddelde speelfilm bestaat een soap niet uit een begin, een midden en een einde, maar uit een relatief oneindige reeks van gebeurtenissen. Soaps hebben een 'open' vorm. Er vindt nooit een èchte afronding plaats, er is slechts een 'eeuwig midden', eeuwige

onzekerheid en daardoor eeuwige spanning.' Dit schrijft Tanja Veenstra in haar analyse van het fenomeen soap.

pagina 34

(3)

MANIFEST

Begin mei gafGroen Links haar intellectuele vistitekaartje af: een manifest met de bouwstenen voor een nieuw politiek concept.

DE HELLING peilt hoe

'Groen Links - een plaatsbepaling' door de wetenschappelijke bureaus van CDA, VVD, PvdA en D66 wordt ontvangen.

pagina 9

COMMISSIE-VAN KEMENADE

Al bij de presentatie was het twijfelachtig of de aanbevelingen in het rapport 'Een partij om te kiezen' door het PvdA-kader gesteund zouden worden. Na de WAO-orkaan die door de partij trok,

lijkt het er nog slechter voor te staan. Het

middenkader zal zijn macht niet voetstoots afstaan aan een partijtop die het niet vertrouwt. Twee PvdA- leden -filosoof Lolle Nauta en organisatieadviseur

Dorien de Wit - beoordelen voor DE HELLING het rapport op zijn merites.

pagina 42

CATALOGUS

4 Duistere krachten hepalen het \'crloop \'an de WAO-discussie. F.en catalogus \Wl :n·en mrthes

}os van der Lans

REACTIES

9 Medewerkers \'C/11 de H'etensclwppelijke hureaus \'aJI CDA. 1"\'D. P1·dA en D66 gn·en hun mening o1·er het nwnifi!st mn Groen Links

Bas van Stokkom I Gerry van der List I Cees Klop I Chrisliaan de Vries

BESCHOUWING

18 In ho<'l'erre lijken de ofjïciële Defensienota en de altemati<'l'e defc'nsienota \Wl de Groen

Links~fi'actie OI' elf..aar? Leon Wecke

ESSAY

.2.2 Burgerschap als hoera-heg ril' :onder inhoud Ivo Hartman

KRIJTLIJNEN VAN LINKSE POLITIEK

.28 Groen Links lijdt aan heteelfde manco als de andere partijen: politide impotelltie

}os Vernooij

ANALYSE

34 Soaps houden de mode me telel'isiekijkcr op mrsterieu:e wij:e in hun han

Tanja Veenstra

INTERVIEW

38 Volgem arheidssociologe .leanne de Bmijn moet de o1·erheid :orgen roor een 'p/uralisering' \'an :orgarrangementen

lnge Meyer

REACTIES

4.2 Het dreigende spitsroeden lopen \'an de commissie-Van Kemenade Lolle Nauta I Dorien de Wit

RUBRIEK

47 Berichten \'an het wetenschappelijk hureau

COLUMNS .21 Astrid Roemer 46 Jantine 0/dersma

(4)
(5)
(6)

6

.I A.\ H GANG 1 NliMMEH 3

Studio Sport wil op zondagavond nog wel eens een paar minuten uitzenden van een hele slechte voetbalwedstrijd waar de spe- lers er absoluut niets van brouwen. De kij- ker ziet dan secondenlang beelden van ver- keerde passes. uitglijers. spelers die de bal kwijt zijn of tegen elkaar botsen. het missen van opgelegde kansen. het over de bal trap- pen en voorzetten die meters achter het doel

(het beslag dat de overheid op het nationale inkomen legt en dat opgebracht wordt door het innen van belastingen en premies) dan zouden stijgen. Met andere woorden: de belastingen kunnen pas omhoog als de pre- mies (voor ondermeer Ziektewet en WAO) zakken. Dat zou dus een ingreep in de WAO en Ziektewet moeten rechtvaardigen.

Om tal van redenen is duidelijk dat deze

Als er deze zomer iets op vakantie was, dan was het de realiteit.

Dit was een zomer die meer te maken had met het nostalgische verleden van de jaren zeventig, dan met de toekomst van de verzorgingsstaat

verdwijnen. Het is absoluut niet om aan te zien en na enige tijd verlost de commen- taarstem de kijker uit zijn lijden met de mededeling dat we deze wedstrijd maar snel moeten vergeten.

Die conclusie dringt zich ook op bij het terugdraaien van de beelden van de strijden- de partijen in de WAO-discussie. Zelden is een discussie zo snel ontspoord en van haar reële politieke dimensies ontdaan als de WAO-discussie van deze hete zomer. Zon- der dat er eigenlijk iemand erg in had. ver- duisterde het zicht en begonnen ideologieën met elkaar te botsen alsof we nog midden in de jaren zeventig leefden. Heel even was het weer simpel om links te zijn. De uitleg daarvan was deze zomer ineens weer terug- gebracht tot zo ·n korte slogan van het type waarvan nog geen twintig jaar geleden het succes verzekerd leek. maar dat de laatste jaren haar uitwerking verloren leek te heb- ben: HANDEN AF VAN DE WAO.

Het moet maar eens gezegd worden: vrijwel àlle argumenten - pro of contra - die vanaf midden juli met elkaar botsten. misten over- tuigingskracht en validiteit. In de zomer- maanden gingen oude geloven en dogma· s met elkaar in de clinch en kwamen onver- zettelijk tegen over elkaar in de loopgraven te staan. Wat volgde was een ideologisch wapengekletter waarin de werkelijkheid de grote afwezige was. Als er deze zomer iets op vakantie was, dan was het de realiteit.

Dit was een zomer die meer te maken had met het nostalgische verleden van de jaren zeventig, dan met de toekomst van de ver- zorgingsstaat. Dit was de zomer van de my- thes.

1. De mythe van de collectieve lastendruk

Het begint natuurlijk allemaal met het in het Regeerakkoord vastgelegde axioma dat de collectieve lastendruk niet verder mag stij- gen. Dat is een vervelende afspraak, zeker als het groeipercentage van de economie tegenvalt. Een kabinet moet zich immers profileren op nieuwe zaken en dat kost geld.

Zeker in het geval van het milieu wordt dat elke dag duidelijker. Er is eigenlijk méér geld nodig en daarvoor zijn hogere belas- tinginkomsten de aangewezen weg, maar dat kan niet omdat de collectieve lastendruk

gedachtengang niet deugdelijk is. In de eer- ste plaats omdat twee zaken met elkaar in verband worden gebracht die misschien macro-economisch met elkaar verband houden maar niet in de beleving van de betrokkenen. Het gaat er bij de gemiddelde WAO'er nu eenmaal moeilijk in dat hij geld in moet leveren voor het milieu of voor andere uitgaven dan wel financieringste- korten van de staat. Daarvoor is de betrok- kene al te zeer gedupeerd. Hij is al slachtof- fer van zijn werk en zit er- terecht - niet op te wachten om te moeten betalen voor de financiële huishouding van de staat. Dat dat nu ineens toch moest is moeilijk uit te leg- gen en het is opvallend dat de regering dit ook nauwelijks geprobeerd heeft. Het argu- ment van de collectieve lastendruk was voer voor de economisch beter geschoolden en niet voor het volk.

Maar ook onder economen wordt het argu- ment van de te hoge collectieve lastendruk van Nederland sterk in twijfel getrokken. Er is nogal wat economisch onderzoek verricht waarbij de economische prestaties van lan- den gerelateerd werden aan de hoogte van de collectieve lastendruk. Uit al die onder- zoeken blijkt eigenlijk maar één conclusie:

er is geen verband tussen het beslag dat de overheid op het nationaal inkomen legt en factoren als economische groei. werkloos- heid, inflatie, et cetera. Nederland en de Scandinavische landen met een hoge lasten- druk doen het per saldo niet beter of slechter dan 'lage druklanden' als Italië, Groot-Brit- tannië en de Verenigde Staten.

Maar hoe zit het dan met 'de internationale concurrentiepositie' die door een te hoge collectieve lastendruk ernstig verzwakt zou worden? 'Onze werknemers zijn in vergelij- king met het buitenland eenvoudig te duur door al die belastingen en premies', zeggen de werkgevers bij herhaling. Het verschil tussen de bruto- en nettolonen, de wig, is zo groot dat de werknemer te duur wordt en dat de werkgever dus minder werknemers in dienst kan nemen, zo klagen de werkgevers steeds luider onder verwijzing naar het bui- tenland.

Maar is dat nu ook waar? Nadere bestude- ring leert dat de loonkosten per eenheid produkt in Nederland in vergelijking met concurrerende landen op de wereldmarkt

helemaal niet zo hoog zijn. Sterker. Neder- land scoort zelfs redelijk goed in allerlei vergelijkende studies. Anders gezegd: de hoeveelheid loon die in de prijs van het produkt zit. is in Nederland niet echt hoog.

En welbeschouwd is dat ook helemaal niet zo vreemd: de loonkostenontwikkeling in de jaren tachtig in Nederland was ongekend gematigd.

Al met al. er is eigenlijk weinig reden om paniekerig te doen over de hoogte van de collectieve lastendruk en al helemaal geen reden om die als een argument te beschou- wen voor het min of meer afschaffen van de WAO.

2. De mythe van de alsmaar stij- gende WAO-aantallen

Overigens heeft het kabinet bij de presenta- tie van zijn voorstellen niet echt hardop gezegd dat het primair ging om de hoogte van de collectieve lastendruk. Er was ook een rechtstreeks op de WAO gericht argu- ment: de groei van het aantal WAO"ers liep uit de hand. Steeds meer mensen kwamen erin terecht. Halverwege juni stuurde staats- secretaris Ter Veld nog een alannbrief naar de SER waarin melding werd gemaakt van de laatste alarmerende cijfers die erop we- zen dat de miljoenste WAO'er niet lang meer op zich zou laten wachten. Cijfers die onmiddellijk een bom legden onder een op handen zijnd compromis in de SER tussen de vakbonden en de Kroonleden en dus eigenlijk onnodig het vuur aanstookten dat de PvdA later noodlottig zou worden.

Wat zeggen deze cijfers namelijk'? Weinig.

Het is een beetje als met de Nederlandse bevolking: er zijn in de loop derjaren steeds meer Nederlanders gekomen. terwijl de ge- boortecijfers allang aan het dalen zijn. Het- zelfde geldt voor de WAO. Opgeteld komen er steeds meer WAO'ers terwijl het aantal nieuwe WAO'ers per jaar per duizend werknemers al sinds het begin van de jaren tachtig dalend is. Alleen cumulatief en niet relatief is er sprake van een stijging van het aantal WAO'ers. De werkelijkheid is dat er per jaar relatief steeds minder mensen de WAO binnenstromen.

Een paar cijfers. In 1980 was er sprake van 2,4 procent nieuwe WAO'ers, terwijl in 1989 dat percentage teruggelopen was tot I ,5 procent. Anders uitgedrukt: per duizend verzekerden gingen er in 1980 negentien de WAO in, terwijl dit aantal in 1989 gedaald was tot veertien. Niks geen dramatische stij- ging dus. Het tegendeel is eerder waar.

Datzelfde geldt voor de kosten. In 1984 bedroegen die 4.9 procent van het Netto Nationale Inkomen, in 1990 zijn die ge- daald tot 4,0 procent.

3. De mythe van 1 s werelds hoog·

ste arbeidsproduktiviteit

Maar niet alleen de centrale uitgangspunten van het kabinet waren zacht als boter. ook de tegenstanders die vanaf half juli vrij baan kregen, maakten er een potje vrij schieten van, waarin demagogie belangrijker was dan de werkelijkheid. Het meest duidelijk blijkt dat uit het centrale argument van de

(7)

I I

Foto: Bert Verhoeff/HH

arbeicbproduktiviteit. die in Nederland vol- gens de meeste criticasters de hoogste van de wereld zou zijn (een minderheid was iets voorzichtiger en plaatste Nederland tweede of derde. en een enkeling sprak simpelweg over ·hoog·). Cijfers die dat aanneme i ijk zouden moeten maken. ontbraken vrijwel altijd. maar het argument dook voortelurenel op. Hier was hoorbaar sprake van het elkaar napapegaaien.

Maar zelfs al zou het waar zijn en de ar- beidsproduktiviteit is hoog tot zeer hoog.

dan nog is het geen goed argument. Het probleem is namelijk dat arbeidsproduktivi- teit niets zegt over de oorzaken van arbeids- ongeschiktheid. Het verhaal waarmee Kurin Adelmund en andere vakbondsleiders gewag maakten van hun kwaadheid. name- lijk dat werken in Nederland een soort top- sport bedrijven i' waar de kneusjes snel uitgcstoten worden. i-, niet;, meer dan boe- renbedrog.

Ook de hoge arbeiclsprocluktiviteit (zeg maar het resultaat van de topsport arbeid) is namelijk een puur macro-economische be- rekening. waarin het bruto-nationaal pro- dukt gedeeld wordt door het aantal mensen dat werkt. De uitkomst daarvan is in Neder- land hoog. omdat de arbeidsparticipatie laag is. En die arbeidsparticipatie is niet zozeer Jaag vanwege het grote aantal in de WAO-gedumpte kneusjes (hoewel dat ze- ker meetelt). maar vooral omdat de parti- cipatiegraad van vrouwen in Nederland nog steeds schrikbarend laag is.

En is de arbeidsproduktiviteit van onze ambtenaren om me maar even tot onze grootste werkgever te beperken nu zoveel groter dan die van de Duitse. de Deense. de Franse'? Het antwoord daarop is 'nee·. ter- wijl de Nederlandse overheid toch veel meer ambtenaren arbeidsongeschikt heeft weten te maken dan welk buurland dan ook.

Sowieso is de arbeidsproduktiviteit in de ons omringende landen grosso modo verge- lijkbaar met die in Nederland, maar dat

.JA \ H C \ N <; 1

geldt niet voor het aantal arbeidsongeschik- ten. Dat ligt zelfs na correctie voor verschil- len in arbeidsproduktiviteit aanzienlijk ho- ger. Nee. het driftig wijzen naar de hoge arbeidsproduktiviteit als verklaring voor veelWAO'ersin ons land is een mythe.

4. De mythe van de reïntegratie van de arbeidsongeschikten 'Handen af van de WAO en in plaats daar- van veel meer werk maken van reïntegratie van arbeidsongeschikten' - dat is het o zo sympathiek klinkende standaardrecept van links in dit land: we moeten de mensen niet pakken maar helpen. Aan het werk helpen dus. desnoods op een ander of lager niveau.

van enige honderdduizenden mensen.

Nu is er in dit land nog nooit een beleids- voornemen geslaagd om via banenplannen enige tienduizenden banen per jaar te reali- seren. Die plannen steunen geheel op goede bedoelingen. maar enig inzicht in hoe onze arbeidsmarkt zich eigenlijk ontwikkelt lijkt bij deze voorstellen bijna per definitie te ontbreken.

Om een indruk te geven weer wat cijfers.

Het aantal werkenden is de afgelopen dertig jaar met bijna twee miljoen mensen toege- nomen. terwijl er in al die tijd vrijwel geen enkel uur werkgelegenheid is bijgekomen.

In 1960 bedroeg de totale werkgelegenheid om en nabij de negen miljard betaalde ar- beidsuren en in 1990 was dat ondanks alle economische groei nog zo. Meer mensen kwamen aan het werk omdat er minder uren betaald wordt gewerkt. Dat komt omdat de arbeidstijd voor iedereen verkort is van ge- middeld 2200 uur per jaar per werknemer in 1960 tot gemiddeld 1700 uur in 1990. Daar- naast wordt er veel meer in deeltijd ge- werkt; in 1960 vrijwel niemand, in 1990 een kwart van de werkenden.

Deze gegevens maken niet alleen aanneme- lijk waarom de vakbeweging de arbeidstijd- verkorting nooit als strijdpunt heeft laten vallen (omdat het de enige manier is om

NliMMEH N \ .I \ .\ H t 9 9 I

meer mensen aan werk te helpen). maar ook dat het tamelijk onzinnig is te denken dat reïntegratieplannen voor honderdduizen- den mensen enig effect hebben. Als er spra- ke is van nieuwe werkgelegenheid. dan zul- len werkgevers daar zeker niet op grote schaal arbeidsongeschikten en werklozen voor willen recruteren.

Een W AO'er die via reïntegratiebegelei- ding werk zoekt. moet altijd concurreren met de gezonde werknemer. wiens belan- gen veel beter behartigd worden dan die van de W AO'er. Terecht wees de econoom Bomlwff daar onlangs nog op in het NRC- Ha/1(/c/s/J/ad (2 -;eptembcr JlJ91 ). Hij hekcl- de het bestaan van de zogeheten J..leine commissie binnen de bedrijfsverenigingen.

Deze commissie (met daarin twee vak- bond;,mannen en t\VCC werkgevers) beoor- deelt alle op reïntegratie gerichte plannen voor individuele W AO'er;, ( loonko;,tensub- sidies. omscholing) en wijst ze in de prak- tijk veelal af. omdat het verdringing op de arbeidsmarkt betekent en ongewenste con- currentie voor bestaande arbeidsplaatsen.

Kortom. als er in Nederland op de arbeids- markt gereïntegreerd wordt. dan staat de WAO'er helemaal achteraan en hij wordt daar door werkgevers (die juist ook gezien de verslechterde wetgeving niet op zwakke gevallen zitten te wachten. ondanh alle lokkertjes) en vakbonden (die nu eenmaal meer oog hebben voor hun al werkende leden) keurig in deze hekkesluitersrol ge- houden. Reïntegratieplannen voor groepen die langdurig uitgesloten zijn van de ar- beidsmarkt hebben in Nederland ondanks alle goede bedoelingen nog nooit op een substantiële wijze tot nieuwe werkgelegen- heid geleid. Met die worst los je dus al helemaal niet het W AO-problcem op in Nederland.

5. De mythe van de WAO als doodgewone verzekering

'Wie dezer dagen terugkeert van vakantie.

zou vreemd opkijken als de verzekerings- maatschappij liet weten een verloren koffer of een gestolen camera niet te vergoeden.

omdat de laatste tijd te veel memen een beroep doen op de verzekering. Het kabinet denkt zich een dergelijke handelswijze met de WAO te kunnen permitteren. Maar de WAO is eigenlijk een gewone verzekering, waarvan de uitkeringen worden bekostigd.·

Met deze zin opent Groen Links, het leden- blad van de gelijknamige partij, het augus- tusnummer - daarmee vrolijk voeding ge- vend aan het fabeltje van de WAO als gewo- ne verzekering.

De WAO is namelijk helemaal geen gewo- ne verzekering, waarvan de verzekerde vooraf de polisvoorwaarden kan bestuderen en de verschillende concurrerende verzeke- ringsmaatschappijen op een rijtje kan zet- ten. De WAO is een volksverzekering en niet vrijwillig maar verplicht. De hoogte van de premie en de uitkeringsnormen zijn vastgelegd door wetgeving en dus, zo werkt dat nu eenmaal, resultaat en potentieel voor- werp van politieke besluitvorming.

Maar onder deze redenering zit nog de rede-

7

(8)

8

. ·-- · - - - -

.I \ \ 11 C \ N t; Nl1V1MEII

nering dat de overheid geen geld overhoudt aan een ingreep in de WAO. Immers, wat aan premies wordt binnengehaald, wordt aan uitkeringen betaald en gaat dus buiten de overheid om. Wat vergeten wordt, is dat de overheid veruit de grootste werkgever is in dit land en als zodanig dus wel degelijk kan profiteren van minder WAO'ers en

N\.J\\11 1991

middelde verzuim zakte met 2 procent. De bedrijfsvereniging bespaarde 1.4 miljoen aan uitkeringen. Dit soort projecten gaan nu op basis van het najaarsoverleg op grote schaal beginnen in de particuliere sector. De Industriebond FNV heeft daarom deze be- dragen geëxtrapoleerd naar de totale be- roepsbevolking en berekent dat er een be-

Al die evidente arbeidsongeschikten, die natuurlijk vanaf het begin politiek beschermd hadden moeten worden, laten onverlet dat een op zijn minst even groot deel van de WAO' ers helemaal niet zo zielig is

minder ziektekosten. Lagere premies bete- kenen ook voor de overheid dus lagere loon- kosten. Kortom, reden genoeg voor het ka- binet om zich stevig met de WAO te be- moeien.

6. De mythe van de doortastende overheid die een WAO-ramp voorkomt

Op de Tussenbalans was in februari dit jaar het unanieme commentaar: boterzacht. Het kabinet rekent zich rijk met effecten van voornemens zonder dat duidelijk is hoe het die in de praktijk wil brengen. Die kritiek is kennelijk hard aangekomen, zeker waar het ging om het inrekenen van vier miljard be- zuiniging op de WAO. Opgejaagd door Brinkman in het beruchte Volkskrant-inter- view en verontrustende cijfers over de nieu- we WAO-instroom, ontstond de vaste over- tuiging dat er doortastend opgetreden moest worden en spijkerharde maatregelen geno- men moesten worden. Niets minder dan een ramp (een miljoen WAO'ers) moest voor- komen worden. Wekenlang vergaderen in het ivoren torentje van Den Haag bracht tenslotte het gewraakte voorstel voort, in- derdaad spijkerhard.

En vooral veel en veel en veel te voorbarig.

Nadat de sociale partners van de WAO jaren achtereen een absoluut rotzooitje hadden gemaakt, waren ze in het najaarsoverleg van 1990 tot een akkoord gekomen, waarin een eerste aanzet tot een beter arbeidsomstan- dighedenbeleid, tot preventie, tot herstel- plannen voor langdurig zieken, tot experi- menten werd gegeven. Het was een redelijk omvangrijk pakket, waarvan natuurlijk niet binnen drie maanden resultaten te verwach- ten waren.

Maar dat er iets door kon veranderen was wel duidelijk. Zo werden begin dit jaar (het kabinet had er dus kennis van kunnen ne- men) de resultaten bekend van een verzuim- bestrijdingsproject in de metaalnijverheid.

In totaal deden 76 bedrijven mee aan het project. Bij wijze van lokkertje konden alle bedrijven die hun verzuim substantieel wis- ten te verlagen een premiereductie krijgen van I procent. De bedrijven werden profes- sioneel begeleid door het GAK met een zeer beperkt begeleidingsprogramma. Dat was eigenlijk alles. Met dit nog minimale pakket werd in negen maanden bereikt dat het ge-

sparing op Ziektewet-uitkeringen inzit van vijf miljard gulden.

Uit de onlangs bekend geworden cijfers van de instroom in de WAO in het tweede kwar- taal van dit jaar blijkt al een duidelijke ver- betering (veertig procent minder aanmel- dingen) ten opzichte van het eerste kwar- taal. De GMD vermoedt dat het najaars- overleg hier langzamerhand zijn vruchten begint af te werpen. Dat geduld heeft het kabinet echter niet kunnen opbrengen, daar sloegen de stoppen door en begon men op eigen houtje in de WAO te hakken.

En dat terwijl een alleszins acceptabele op- lossing voor de hand lag. Daarvoor had het kabinet moeten aansluiten bij het najaars- akkoord en daar verder richting aan moeten geven door een wettelijke basis te leggen, waarbij het allemaal een veel meer ver- plichtend karakter krijgt. Zoals: verruiming van passende arbeid (even slikken voor de vakbeweging), hoge boetes voor de werk- gevers (even slikken voor de werkgevers), verplichte herstelplannen, verplichte W AGW -quoteringen, grondige herstructu- rering van de uitvoeringsorganen, et cetera.

Dat had misschien niet tot een spijkerhard bezuinigingsbedrag geleid, maar wel verder richting gegeven aan een zich ontwikkelend proces. Duidelijk is in ieder geval dat veel intensievere projecten zoals nu al in de me- taalnijverheid gestart zijn een besparing kunnen opleveren die vergelijkbaar is met de doelstelling die het kabinet zich gesteld had.

1. De mythe van de zielige WAO' er

En om het menselijk drama te vervolmaken en het failliet van de PvdA zichtbaar te maken, zijn er deze zomer heel wat versle- ten, kreupele, zieke, ellendige, invalideren- deWAO'ersten tonele gevoerd om de defi- nitieve nekslag te geven aan deze volslagen inhumane plannen van het kabinet. Hoe durft Kok bij deze hulpeloze, kwetsbare mensen in hun weerloze portemonnee te tasten? Het leed was zo evident dat niemand het kon weerspreken. En inderdaad kwam Kok al bij de eerste golf zieligheid en on- rechtvaardigheid op zijn spijkerharde voor- stel terug.

Maar al die evidente arbeidsongeschikten, die natuurlijk vanaf het begin politiek be-

schcrmd hadden moeten worden, laten ech- ter onverlet dat een op zijn minst even groot deel van de WAO' ers helemaal niet zo zie- lig is. zeker niet in vcrgelijking met de cate- gorie waar men ze maar het beste mee kan vergelijken: werklozen. Dat zijn de W AO'ers die een zachte landing in de WAO gemaakt hebben met meeleweten van de werkgever. omdat het een aantrekkelij- ker regime kent dan de WW. Dat zijn W AO'ers die best kunnen werken. maar door omstandigheden toevallig niet meer bij die baas waar het misgelopen is. Dat zijn WAO'ers die afgekeurd zijn voor zwaar werk. maar in een veel rustiger tempo lek- ker zwart bijklussen. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen. waarvan ie- dereen weet dat ze er ook zijn.

Het enorm gedifferentieerde gezelschap WAO'crs is door de kabinetsplannen en vooral door de nasleep en de demagogie die daarin voorop stond weer aan elkaar gekluisterd door een soort zieligheidslijm.

·Handen af van de WAO', het is weer een bastion geworden dat Of niet genomen wordt àf over de hele linie door kortingen in uitkeringsduur en uitkeringshoogte ge- sloopt wordt. Hier is misschien minder het kabinet schuld aan. clan de mensen die met veel mythes en geschreeuw de barricaden beklimmen. Zij zijn er evenzeer voor ver- antwoordelijk dat een discussie over een veel vroegere pensionering in lichamelijk zware bedrijfstakken, over deeltijclpensio- nering, over een veel onafhankelijkere en efficiëntere uitvoering van de WAO. over andere wettelijke accenten (meer gericht op arbeidsomstandigheden en minder op ver- vanging van het inkomen). over een veel nadrukkelijker onderscheiding van wat wèl en wat niet onder de WAO valt, dat een dergelijke discussie voorlopig niet of nau- welijks meer gevoerd kan worden.

Kortom, met de vertoning van deze zomer zijn we dus weinig opgeschoten en het is te eenvoudig om de schuld daarvoor alleen bij het kabinet of de PvdA te zoeken. En het is ook geen slechte voetbalwedstrijd, waarvan de commentator na afloop zegt: laten we het maar snel vergeten. Daarvoor zijn er in het politieke landschap te diepe wonden gesla- gen. T

]os van der Lans

(9)

,---=

.l A .\ H G \ N G 1 - N U M M E H ;{ - N A J A A H I 9 9 I

H E T MANIFEST

GROEN LINKS zoekt naar een nieuwerwetse politieke filosofie. Het begin mei uitgebrachte manifest GROEN LINKS

- EEN PLAATSBEPALING moet de partiigangers op goede ideeën brengen. Op een portiicongres medio december

moeten de contouren van een politiek program geschetst 9

worden.

De opdracht is ingewikkeld en kent een groot bedriifsrisico.

Vele verschillende politieke tradities moeten iets van hun gading in het manifest terugvinden. Overtollige historische

ballast moet op elegante wiize worden afgeworpen. De nieuwe gedachten moeten samenhangend ziin èn overtuigend aansluiten bii maatschappeliike trends en ontwikkelingen. Ook moeten ze van een zodanig gehalte

ziin dat ze in de publieke meningsvorming een rol van betekenis kunnen spelen.

In de wetenschap dat politieke programma's hun waarde bewiizen in de confrontatie met toonaangevende politieke

stromingen verzamelde DE HELLING reacties uit de kring van de wetenschappeliike bureaus van CDA, VVD, D66 en PvdA. Kan het manifest de toets der kritiek doorstaan of is

het een smakeloze allesbinder geworden?

(10)

10

.l\\HC\NG NliMMEH :~ N .\ J \ \ H I Y Y I

Foto: Marco Bakker/HH

VERSTRIKT IN

AMBIVALENTlES

Het begrip civiele maatschappii doet sterk denken aan het CDA-concept van het maatschappeliik mid- denveld en de verantwoordeliike samenleving.

Maar het manifest omzeilt de onverbiddeliike con- sequenties van de individualisering - aldus CEES KLOP, adiunct-directeur van het Wetenschappeliik Bureau voor het CDA. Individualisering en maat- schappeliike cohesie staan op gespannen voet met elkaar.

Met plezier heb ik het nieuwe manifest van Groen Links gelezen. Als wetenschappelijk medewerker van een partij die uit drie bloedgroepen en een rechtstreekse poot ont- stond. herken ik er een soortgelijke enthou- siaste en integere poging in om een gcmeen- schappelijke politieke overtuiging te for- muleren. als waarvan ikzelf tien par gele- den van heelnabij getuige was. Zo'n poging ontmoet veel voetangels en klemmen vanuit historische eigenheden. die niet alle geho- noreerd kunnen worden. Het manifest is daar eerlijk in. het somt zelfs de 'ballast' en de 'bruikbare erfeni< op en dat doet ~Aelda­

dig aan.

Het heeft geen zin het stuk te beoordelen in het licht van de christen-democratische lïlo- so1ïe en op de mate waarin de erfenis' an de verschillende Groen Linkse partijen crin te- rug: te vinden is. Het manifest verdient een immanente kritiek. Zelf was il.. als recht- streeks CDA-lid destijds vooral geïnteres- seerd in de betekenis van de traditie voor het heden en de toekomst. Ook dit Manifest moet oplossingen bieden voor di lemma· s van de politiek in de jaren negentig. Alleen op een coherente politieke overtuiging. die degelijke antwoorden geeft. kan duurt:aam een politieke partij-organisatie gebaseerd worden.

kernbegrippen

De keuze voor een document met uitgangs- punten en doelstellingen. dat de fundamen- tele antwoorden formuleert op politiel..e dilemma· s. als samenbindende en normc- rende factor in de partij is juist. Een politie- ke partij constitueert men op basis van een politieke overtuiging en niet uitsluitend op basis van kennis- en inspiratiebronnen. of dit nu transcendentale. dan wel binnenwe- reldlijl..c zijn. Het gaat om het relatief duur- zame politieke antwoord dat men. ge'tnspi- reerd door deze bronnen. geeft op de uitda- gingen van maatschappelijke ontwil..kelin- g:en. Dat is bepalend voor het gezicht' an de partij en dus voor de electorale aantrek- kingskracht. Even juist is het - ?Oals in het manifest gebeurt - om dC/c politiel..e over- tuiging niet 'ideologie· of 'blauwdruk' te noemen. maar ·een politieke utopie. die open is. beweeglijk en vatbaar nJOr correc- ties·.

De vraag: rijst echter aan de hand\ an welke criteria men de utopie Lal kunnen corrige- ren. Is dat alleen de maatschappelijke wer- kelijkheid. zoals die door het merendeel 'an de leden op een bepaald moment wordt waargenomen. of 1.ijn er toch bepaalde nor- matieve criteria') Dienen deze criteria dan niet geëxpliciteerd te worden. zodat zij ooi..

aan de toevallige meerderheid van de leden al;, een spiegel kunnen worden voorgehou- den') Elke zelfstandige. duurzame politieke overtuiging behelst enkele basale. (quasi-) religieuze noties. die als criteria fungeren met behulp waarvan men de maatschappe- lijke ontwikkelingen beoordeelt en die ten grondslag liggen aan !let daarop gegeven politieke antwoord.

Ook Groen Links heeft. dunkt mij. zulke

(11)

fundamentele noties. Ze staan min of meer duidelijk in het Manifest vermeld en men kan ze met een moderne term kernbegrip- pen noemen: \Tijheid. gelijkheid en duur- :aamheid. Niet als een inhoudelijk maar meer als een stijlkenmerk tref ik in het ma- nifest ook nog radicaliteit aan. De princi- piële kernideeën van de Groen Links opge- gane partijen zijn klaarblijkelijk nog steeds een inspiratiebron voor een actuele Groen Linkse politieke overtuiging. Men zou ze dan ook eigenlijk maar zo moeten noemen:

geef de kernbegrippen een zelfstandige nor- matieve status en vergeet de oude ideolo- giëen. De gelijktijdige toepassing van deze kernbegrippen op de maatschappelijke wer- kelijkheid bepaalt dan de aktuele antwoor- den die de Groen Linkse politiek op hoofd- lijnen typeren.

vriiheid en duurzaamheid

Mogen de kernbegrippen in wezen niet ver- anderen. wat wel verandert. is het antwoord dat men bij gelijktijdige toepassing van deze kernbegrippen op de maatschappelijke ontwikkelingen. geeft. Het manifest stelt dat de spanning tussen gelijkheid en vrij- heid niet alleen door middel van overheids- ingrijpen kan worden opgeheven. De tegen- stelling planning- vrije markt wordt daarbij als sleutel voor ideologievorming als ach- terhaald beschouwd. Staat en markt zijn ingebed in een civiele maatschappij met een zelfstandig functioneren. Christen-demo- craten en met de coöperatie-gedachte en arbeiderszelfbestuur sympathiserende so- ciaal-democraten. hebben dat altijd gevon- den. maar voor linkse etalisten is het een nieuwe ervaring.

De aantasting van en de rootbouw op het milieu hebben zulke dramatische vormen aangenomen. dat ook de spanning tussen vrijheid en duurzaamheid opnieuw moet worden doordacht met alle gevolgen van dien voor de economische orde en de inter- nationalisering van de politieke besluitvor- ming.

Deze di lemma's die opkomen bij gel ijktij- dige toepassing van de kernbegrippen. wor- den door het manifest naar mijn mening op een innerlijk tegenstrijdige wijze opgelost.

Zo noemt het Manifest als uitgangspunt voor groene politiek het herstel van het eco- logisch evenwicht en geeft daaraan de aller- hoogste prioriteit. Een dergelijk doel vergt een forse economische omschakeling en het manifest geeft daarvan radicale voorbeel- den. Als men dit van overheidswege zou willen realiseren. dan betekent dat een enor- me mate van bureaucratisch ingrijpen.

Duurzaamheid gaat dan ten koste van vrij- heid. van een civiele maatschappij met een zelfstandig functioneren is dan geen sprake meer en Groen Links is terug bij 'af'.

Het Manifest onderkent dit en kiest als op- lossing dat datgene wat men via de overheid niet kan bereiken. wordt nagestreefd via

·mobilisatie van krachten in de samenle- ving'. Op zichzelf is dat een heel interessan- te invalshoek. die enigszins lijkt op het ap-

.1\\HC\NC

pel van het CDA op een verantwoordelijke samenleving. In het manifest lees ik. anders dan bij de christen-democratie. echter geen principiële grens aan het overheidsoptre- den. maar een praktische. Zo vernieuwend is het dus nog niet. De in de samenleving te mobiliseren krachten vertonen ook een een-

N l' M M E H :1

sche individualisering, radicale democrati- sering. een basisinkomen en een recht op arbeid zullen ertoe leiden dat te weinigen zich meer verantwoordelijk voelen voor ge- meenschappelijke sociale activiteit: sociale bindingen worden vluchtig en consumptief.

Zo'n geatomiseerde maatschappij staat te-

Het manifest wil de spanning tussen vrijheid en gelijkheid oplossen via individualisering, maar ontkracht aldus de aangrijpingspunten in de civiele samenleving

zijdig karakter: het zijn veranderingsbewe- gingen ·van onderop'. Heeft het Manifest ook een boodschap voor hen die verant- woordelijkheid dragen in de civiele maat- schappij ? Stel dat de bepleite radicale de- mocratisering in de bedrijven en de instel- I in gen slaagt. maar dat de zichzelf besturen- de arbeiders in de nieuw gevormde coöpera- ties niet aan normen van duurzaamheid wil- len voldoen. zoals Groen Links die ziet. Hoe wordt dan de spanning tussen vrijheid en duurzaamheid opgelost') Kiest de partij dan toch voor méér overheidsingrijpen of blijft men een. weliswaar gedemocratiseerde.

vrije maatschappelijke ruimte respecteren waarbinnen de pastor (de milieubeweging) de voorrang krijgt boven de politie ? De grote aandacht voor ·overreding' in het ma- nifest lijkt naar het laatste te tenderen.

vriiheid en geliikheid

De bovenstaande keuze is aantrekkelijk ware het niet dat de keuze bij het andere dilemma. dat tussen vrijheid en gelijkheid.

de mogelijkheden voor overreding juist aantast. Het Manifest kiest als uitweg uit dit dilemma 'voor de erkenning van en het res- pect voor de individualiteit van mensen· en voor een daaruit voortvloeiende pluriformi- teit van leefstijlen. Stel nu dat mensen van- uit deze individualiteit ervoor kiezen om een relatie aan te gaan of een organisatie op te richten. Mag de overheid mensen dan aan deze keuzen houden en de publieke gevol- gen ervan juridisch regelen? Is het op dat moment niet zo dat de overheid behalve met individuen ook met relaties, groepen en or- ganisaties te maken heeft en daar in wetge- ving en beleid rekening mee moet houden?

Hoe valt dit te rijmen met het uitsluitend uitgaan van onafhankelijke individuen?

Welke boodschap heeft het manifest voor deze relaties, groepen en organisaties?

En zal een aldus voorgestane indiridualise- ring de noodzakelijke cohesie in een civiele maatschappij niet aantasten~ Ik bedoel nu niet de verzuiling en de hoeksteen, die te gemakkelijk als sjablonen worden gehan- teerd om zich tegen af te zetten. maar ge- woon duurzame maatschappelijke verban- den van welke vorm dan ook. waardoor mensen sociaal integreren en verantwoor- delijkheid kunnen dragen. ook voor de las- ten van het maatschappelijk leven. Juridi-

veel open voor commerciële exploitatie van leefstijlen of voor éénzijdige afhankelijk- heid van de overheid: jongeren en uitke- ringsgerechtigden zijn daarvan pregnante voorbeelden. Geïndividualiseerde gelijk- heid leidt dan tot onvrijheid. Om van crimi- naliteit nog maar niet te spreken. zoals Van Stiphout - directeur van de Stichting Orga- nisatie voor Strategisch Arbeidsmarkton- derzoek (OSA)- in de Volkskrant van 4 juli jongstleden wél deed. Alleen een krachtige civiele maatschappij, die door de overheid met haar verantwoordelijkheden wordt ge- confronteerd. biedt daartegen weerstand.

maar het manifest heeft daarvoor geen boodschap. Het wil de spanning tussen vrij- heid en gelijkheid oplossen via individuali- sering, maar ontkracht aldus de aangrij- pingspunten in de civiele samenleving voor overreding en uitvoering van de aangehan- gen idealen.

integer

Het manifest Groen Links. een plaatshepa- ling is een integere en boeiende poging om de politieke overtuiging van een nieuwe politieke partij te schetsen. Vrijheid, gelijk- heid. duurzaamheid en radicaliteit lijken de kernbegrippen te zijn die deze politieke overtuiging typeren. Men zou hen als zoda- nig een duidelijker status kunnen geven. Zij kunnen dan zowel vruchtbaar zijn bij het verwerken van de politieke erfenis van de Groen Links constituerende partijen. als bij het bepalen van de koers voor de toekomst.

De gelijktijdige toepassing van deze kern- begrippen roept echter dilemma's op, die door het Manifest nog onvoldoende in on- derling samenhangende keuzen worden omgezet. Een geëxpliciteerd mens- en maatschappijbeeld ontbreken. Het implicie- te beeld is dat van een optimistische mens- visie en een oppositionele maatschappijvi- sie. Het manifest erkent een door mensen persoonlijk te beleven vrijheid in verant- woordelijkheid. Aan ingrijpen van over- heidswege in deze vrijheid is een grens. die echter vooral pragmatisch en niet princi- piëel wordt erkend. Waar de overheid tegen de grenzen van haar mogelijkheden oploopt wil men deze vrijheidsbeleving voorallangs de weg van de overtuiging beïnvloeden.

Een visie op door mensen vanuit deze vrij- heid geconstitueerde relaties, groepen en

1 1

(12)

12

.1\AHG,\NG NliMMEH

organisaties ontbreekt echter. De voorge- stane geïndividualiseerde samenleving zal kwetsbaar zijn voor commerciële exploitie en eenzijdige afhankelijkheid van de over- heid. Daardoor zullen de aangrijpingspun- ten voor ideëele overtuigingskracht juist worden verzwakt.

Terugkerend naar de begin vraag: is er spra- ke van een onderscheidende. samenhangen- de en dus duurzame politieke overtuiging '7 Naar mijn mening nog niet. Er is een inte- ressant begin gemaakt. maar de onderlinge

N\.1\AH t'J9t

samenhang tussen de verschillende ge- maakte keuzen is nog zo zwak dat van een coherent antwoord op de uitdagingen van de jaren negentig nog niet kan worden gespro- ken. T

Cees Klop

Cc!!s Klop is plaatsrc!Tilllgcnd directeur

\'C/11 het W!!tcnschappc!ijk Instituut mor het CDA

DUBBELE BODEM

Voor het manifest liggen individualisering en emancipatie in elkaars verlengde. Voor

CHRISliAAN DE VRIES - directeur van het weten- schappeliik bureau van D66 - is dit een gevaarliike redenering. Achter het decor van de individualise- ring gaan de sociale processen schuil die er werke- liik toe doen. Politiek is de constructie van nieuwe culturele identiteiten tegen de alledaagse bureau- cratisering in.

Een manifest hoort vol te staan met ge- zichtspunten en beweringen. Het wordt de lezer clan ook meestal niet moeilijk gemaakt er commentaar op te geven,

Zo is het ook met het manifest dat door Groen Links recentelijk is uitgebracht. Op het eerste gezicht. want bij nadere lezing stokt de behoefte commentaar te leveren.

Een beschouwing van het soort dat in het manifest ten beste wordt gegeven. noopt veeleer tot vércler denken, Ook het globale van de tekst. de pogingen deze tot een afge- rond geheel te smeden, maken hem eigen- lijk ongeschikt voor commentaar. net als de vele onafgemaakte redeneringen die erin te vinden zijn.

Een manifest heeft iets gevaarlijks. Het is een momentopname die veel van de opge- dane inzichten probeert te groeperen, ten- einde een toekomstperspectief te formule- ren. Daarom zal elk commentaar moeten aanvangen met het uitspreken van respect voor de durf. Maar laat ik mijn commentaar beginnen met wat men kennelijk niet heeft aangedurfd. En waarover het nuttig kan bi ij- ken verder te denken. Ook en vooral onder- ling, als partijen die een gevoeligheid delen voor de cultuurproblematiek waarin deze maatschappij is beland.

individualisering als fictie

De maatschappelijke ontwikkeling heeft het karakter gekregen van een fundamente- le herziening van de ·sociale systematiek'.

Zij laat zich naar mijn smaak niet eenvou- digweg typeren als toename van individuele vrijheid versus de beteugeling ervan: 'Men-

sen worden onafhankelijker van hun directe sociale omgeving·, Het is een van die ver- onderstellingen die langzamerhand alge- meen geaccepteerd zijn geraakt. Maar klopt zij ook?

Veeleer dan deze individuele vrijmaking lijkt er sprake van een verandering van de identiteit van 'het sociale· en van de instan- ties die deze beheren. Een verschuiving heeft plaatsgevonden van het eenvoudig be- heer van de familie- en klasserealiteit naar een geaccumuleerd begrip van de meervou- dige omgevingen die men leefL Het com- plex van deze omgevingen vormt de nieuwe realiteit van het sociale, Het lijkt er op dat juist dit verschil het verschil tussen de iden- tificatie van het collectief en het zelf èn de meervoudige sociale omgevingen die aan de personen hun individuele identiteiten verlenen- de nieuwe politiek-culturele rea- liteit bepaalt. Of is dit waarop men doelt als gesproken wordt over ·nieuwe afhankelijk- heden'?

Dat is ook wat in mijn ogen de essentie uitmaakt van het proces van 'individualise- ring·, Zij is gcm proces waarin het indivi- duele subject in toenemende mate zijn eigen lot bepaalt. De 'over-bepaling' van de indi- vidualiteit door het 'meervoudige sociale spectrum van omgevingen' voorziet in een symbolisch geleefde, individuele identiteit.

Het probleem waar wij in de moderne Ne- derlandse samenleving voor staan, ligt nu in het zoeken naar andere culturele identitei- ten. naar herformaties van betekenissen van culturele identiteit - waarin deze weer als minder afhankelijke en meer volle politieke representaties hun rol kunnen spelen, Maar is dat hetzelfde als het kiezen voor 'sociale

vrijheid"?

In het manifest wordt dit begrip gekozen als grenssteen voor wat moet en niet mag. Maar is het niet een te onzuiver begrip om de versneden politiek-culturele realiteit mee te lijf te gaan'7 Zeker waar sociale vrijheid zo ongeveer het imperatief is geworden van àlle politiek?

De meervoudige bepaling van het indivi- dueel geleefde leven is in de bestaande so- ciale realiteit niet meer en niet minder dan de bureaucratische organisatie ervan. En dit is niet hetzelfde als een overmaat aan regcl- geving of bureaucratische betutteling. zoals het manifest beweert. Het bureaucratisch mechanisme doortrekt de hele organisatie van het sociale leven en bepaalt de kwaliteit ervan. Dit is een culturele realiteit die men leeft: het is de bureaucrati;.,chc leven;., wijze.

En deze bepaalt het karakter van de 'keuze- en ontplooiingsmogelijkheden van de indi- viduen·, Of- zoveel te meer- de niet-keuze ervan. want wat representeert nou eigenlijk de mogelijkheid van een keu,-e in een bu- reaucratisch geformeerde realiteit'' Rege- ling at/me. of een subbepaling ervan''

culturele democratie

"Keuze- en ontplooiingsmogelijkheden voor de individuen zijn verruimd- maar niet voor iedereen in gelijke mate·. beweert het manifest. Het zal waar wezen. maar i;, de gedachte afgemaakt? Of liever. moeten wij hier niet /Jegi11ne11 te denken? Dient de so- ciale problematiek nog steeds hoofdzake- lijk te worden opgevat als vcrdcling;.,vraag- stuk. naar oude sociaal-democratische snit'!

Verdeling van wilt. i> dan de vraag, Het komt neer op verdeling in termen van ge- lijkheid. maar speelt het verschil. in de hier geduide culturele realiteit. niet een minstens zo voorname rol? Verschillen die in ;,telling moeten worden gebracht tegen de homoge- niserende kn1cht die uitgaat van het bureaucratisch beheer en v:111 de sociale rea- liteiL

·Politiek is meer clan staatspolitiek'. zo tor- muleert het manifest. Deze stelling nooJ- zaakt het democratievraagstuk anders te stellen: het voorbij te denken aan het sche- ma van de poiiiieke democratie. zelfs al wordt dit geformuleerd binne11 de cone<.~ptic

van de libertaire staaL De kwestie van cultu- l'!!lc democratie is dan tevens aan de orde.

geleid door de prangende vraag. hoe de

"individuele burgers· greep kunnen krijgen op de mechanismen van de versneden macht die de condities van het dagclijb leven bepalen, Als dit vraagstuk niet wordt gesteld. blijft de wens de vader van de ge- dachte.

Het is mogelijk dat een strategie die de vcrleiding als modus kiest en gebruik wil maken van discu;.,sieplatforms en werk- plaatsen, erin slaagt het vraagstuk van de culturele democratie aan te kaarten, En clan ook andere problematieken op de agenda te nemen in kwalitatieve termen. zoals die van gezondheid en ziekte. de problematiek van de openbare ruimte enzovoorts, Dit zou van grote waarde zijn voor het publiekedebaL

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om tegemoet te komen aan deze nood kiezen we voor een teambrede innovatie, met name de implementatie van taalgericht vakonderwijs in alle vakken en opleidingsjaren via het

Opening door Janina Luttik-Swart: De Initiatiefgroep “Themapark Justerland” gaat aan de hand van een presentatie de raads- en commissieleden informeren over een nieuw..

Vervolgens heeft de Hoge Raad op vordering van de ziektekostenverzekeraar van Ebele in 1978 geoordeeld dat als een zeer jeugdig kind wordt aangereden door een autobestuurder die

Bijvoorbeeld indien naar aanleiding van een verzoek om handhaving (in ter- men van de d-g NMa: een ‘klacht’) een aanvraag om een ontheffing is ingediend en deze zal worden

Dit zal de uitkomst zijn voor een deel van de leerlingen in de entreeopleiding en mbo-2, omdat zij niet in staat zullen zijn om alle eisen voor Nederlandse taal en rekenen te

Meebeslissen: medewerkers nemen ook deel aan de besluitvorming die betrekking heeft op het vaststellen van het strategisch plan voor de komende drie jaar bij Rabobank Zuid-Groningen

Vraag 5: welke knelpunten ervaart u die niet gedekt worden door genoemde kernbegrippen Vraag 5: welke knelpunten ervaart u die niet gedekt worden door genoemde kernbegrippen Vraag

Hij beschikt immers over geen enkele ver- baliserende bevoegdheid, omdat de Vlaamse norm- geving op dit bos niet van toepassing is, maar wel de Nederlandse wetgeving!. Dit zorgt