do
Bibliotheek
Proefstation Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk Naaldwijk
A
1N
1 7 RESIDU-ONDERZOEK BROOM BIJ SLAdoor :
L.J. Nederpel jr.
Naaldwijk, mei 1976 No. 710'5/1976
I H l H ,LfJJ
sisuj', SoB\
Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk
RESIDU-ONDERZOEK BROOM BIJ SLA 1973-1974
door :
L.J. Nederpel jr.
Naaldwijk, mei 1976 No- 710/5/1976.
Project.
Plaats: C.5^1. Jaar s 1975. Residu-onderzoek broom.
Inleiding.
Om meer inzicht te krijgen in de broomgehalten van de grond en de opname van broom door sla na een grondontsmetting met methylbromide vond het navolgende onderzoek plaats.
Joel.
In deze proef werd nagegaan of er cumulatie van broom plaatsvindt na een herhaalde toepassing van methylbromide en of spoelen van de grond invloed hierop uitoefent.
Opzet.
De proef vond plaats op het Proefstation in C.5.1» waar 10 kappen 2
van 65 m ter beschikking stonden.
In de proef waren de volgende behandelingen opgenomen:
1_. Methylbromide 50 g/m^ - Sla - Methylbromide 50 g/m^ - Sla
2. Methylbromide 50 g/m^ - Sla - Sla
O p
J2.. Methylbromide 100 g/m - Sla - Methylbromide 100 g/m - Sla 4. Methylbromide 100 g/m^ - Sla - Sla
Onbehandeld
Voor de ligging van de behandelingen zie men de plattegrond op bijlage 1.
Alleen de kappen 1t/m 5 werden doorgespoeld.
Zowel van de grond als van de sla werden monsters genomen welke op het
C
.I
.V.O. te Zeist onderzocht werden op de aanwezigheid van Broom.Als analysemethode werd gebruikt de alkalische verassing, gevolgd door een colorimetrische-analyse.
Uitvoering.
De grondontsmetting werd 21 september uitgevoerd met de zgn.
verdampingsmethode bij een grondtemperatuur van 18° Celsius. Een week na de ontsmetting werd de gehele proef gedurende 1 uur berekend. De
kappen 1 t/m 5 werden hierna 6 uur doorgespoeld. De sla, ras Amanda-plus, werd 3 oktober uitgeplant. Deze sla werd geoogst rond half december, waarna de kappen 1, 3, 6 en 8 voor de tweede maal werden ontsmet.
2.
Het doorspoelen (7 uur) van de grond na de tweede ontsmetting werd volgens schema uitgevoerd, waarna half januari de tweede slateelt, ras Noran, volgde.
Resultaten.
De grondmonsters (ca. 1 kilo) werden voor- en na het spoelen en na de resp. slateelten gestoken.
Gewasmonsters (10 kroppen) van elke "behandeling werden alleen aan het einde van de teelt verzameld.
In tabel 1 en 2 zijn de broomgehalten in ppm in de grond en in de sla weergegeven van resp, de gespoelde en niet gespoelde "behandeling. Het aantal ppm aan "broom in de grond ligt in alle gevallen op een laag niveau en is slechts weinig hoger dan in de onbehandelde vakken, dit in tegenstelling met de gewasmonsters.
In onderstaande tabel wordt afzonderlijk nagegaan de invloed van spoelen, dosering en 1 of 2 malige begassing vrij kort na elkaar (september en januari). Deze getallen werden verkregen door de
kolommen oktober, december en april van bijlage 1 en 2 op te tellen.
grondmonsters gewa smon s te r s
Spoelen 79» 5 ppm 80 ppm Niet spoelen 120,5 ppm 225,5 ppm 2 Methylbromide 50 g/m 86,5 ppm 155 ppm Methylbromide 100 g/m^ 80 ppm 131>5 ppm 1x Methylbromide 79 ppm 143,5 ppm 2x Methylbromide 87,5 ppm 141 ppm
Uit deze cijfers blijkt dat er zowel bij de grond- als bij de gewasmonsters een duidelijke beïnvloeding is van het spoelen op de broomgehalten. Deze beïnvloeding wordt o.a. ook gevonden door K. Reithmeier e.a. en H. Yigodski (1,2).
Tussen de lage en hoge dosering en de 1x of 2x begassing treden
zowel bij de grond-als gewasmonsters geen verschillen op. Dit zou tot de conclusie kunnen leiden dat geen cumulatie van broom plaatsvindt.
5.
In verband met de gewijzigde analysetechniek is het wenselijk dat deze proef, met dezelfde proefopzet, herhaald wordt bij een grondsoort waar geen extra broombelasting aanwezig is.
De proefnemer, L.J. Nederpel.
1_. Untersuchungen über die Bromaufnahme verschiedener Gemüse arten nach Verwendung Mbr. zur Bodenentseuchung.
K. Reithmeier, H. Stark, A. Sub.
Gartenbauwissenschaft Band 40 Heft 5 sept. '73. p.
2. Effective soil fumigation with Mbr. and control of Br
accumulation in treated soil. H. Vigodshi, L. Klein
CD cd r—H •r-; •H a o O ?H & A4 (D O N U 0) Ö 0
1
•H 02 0) PH Lf> O Ö O Ö 0 -p -p CÖ I—1 PH -•nrTtnsr a «)o - P O O ( D U O a rQ T-I <D H >0 CM b-'d a Si S\ •P O ÎIÛ (!) fH O a p i n I <1) H Xi CM b>*H a ^ - P O E « ) a\ <D fH O a -£> ir\ <D H -CS CM a Ä a\ •P O Î1D <D ?H O a rû LP» CÖ rH CQ CÖ rH m CÖ r-H CO CÖ I—I 02 cô •—! CD cä rH CQ CÖ rH CO CÖ rH CQ CÖ rH CQ CÖ I—I CQ I a) rH T=l CM I>5-H a & -p o î#o a>.<D fH O a rQ ir\ I <D H tj CJ b>'d a Ä a \ -P O 60 |<D fH O ja & m ° 1 T~* cô , I n CO CT\ cô 1—1 CO CO cô rH CO CÔ rH CO MD 5 CÔ rH CO CÔ rH CO 6 I cô rH CO CÔ rH CO KV CM ? CÔ rH CO CÔ rH CO (=* S* o
<D rQ cô EH •H cô rH Pj CO CÖ -P I—I CD Q) -P CÖ <D CM 03 -P 02 PI 0 1 p| o Ö Ä I—I CD O P) ra •P RH •• *H H cö P| ö CÖ Ö CD I 1 CD O ft m cö o rH 0 CO «-d -P rH 0 0 -P cd rH ra 0 CQ U 0 -P CQ ä 0 1 pi o Ö i—I 0 O p< n ra CD +» a - ® O CÖ 0 Ö ti PI 0 I—t 0 o Pt ra 0 -P ^ - o -p cd ä o p| 0 i—I 0 ,-Q Pi ca fH 0 -P - a 0 m -p O PI O 0 t> ra 60 PL •H rH 0 Ö CÖ 0 M LPs CA LT\ CO CO CO LTN ON LTN CO LTN ITN VQ LTN LTN CM N"N ITN VO rcN Lf\ CM ON CO VO 00 I I CÖ CÖ I—I rH ra 02 CM OJ & & O Lf\ O M Ö 0 rH 0 O ft 02 02 CÖ I—I CQ 1 C\J a £«3 o LPv Ö 0 rH 0 O ft ra cö cö I—I i—1 ra ra CM CM a a PI \ ffi is H \ 0 0 o Pl ra cô rH ra cô I—I ra I CM O O R° ^ O O U rQ a O O !4 fit G P! 0 rH 0 O ft CQ CÖ rH 02 CÖ I—I 02 Ö 0 I—I 0 O Pl 02
Tabel 2.
Broomgehalte in ppm.
1e slateelt 2e slateelt
Behandeling grondmonsters Sla grondmonsters Sla
Behandeling sept. okt.
dec. dec. .ian. april" april
p Mbr. 50 g/m -sla-2 Mbr. 50..g/m -sla niet spoelen 9 5.5 7 9 4 8 55 Mbr. 50 g/m -sla-sla niet spoelen 9 12 8 12 - 9 62 Mbr. 100 g/m^-sla-Mbr. 100 g/m^-sla niet spoelen 10 10 10 14 7 8 38 Mbr. 100 g/m^-sla-sla niet spoelen 8 8 8 7 7 58 Sla-sla 6 8 '7 w 1 5 , - 5 11 niet spoelen