• No results found

Vraag nr. 288 van 30 mei 1997 van de heer FREDDY DE VILDER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 288 van 30 mei 1997 van de heer FREDDY DE VILDER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 288 van 30 mei 1997

van de heer FREDDY DE VILDER

Milieuverontreiniging Zelzate – Handelwijze OVAM en VMM

Door de diensten van OVAM (Openbare A f v a l-stoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest) werd reeds in de periode 1993-1995 aan het bedrijf VFT in Zelzate opgedragen een oriënterend bode-monderzoek te doen. De resultaten van dit onder-zoek zijn in het bezit van OVAM en zouden zeer verontrustend zijn.

De Zelzaatse burgemeester zei in november getipt te zijn geweest door een anonieme ambtenaar van OVAM over de zware verontreiniging van het grondwater in de omgeving van het bedrijf, e n meer bepaald rondom de gemeentelijke visvijver. Een in opdracht van het college van burgemeester en schepenen van Zelzate uitgevoerd onderzoek door het Labo Van Vooren bevestigde op 3 april 1997 deze resultaten.

Door de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) werden in de periode april 1995-maart 1996 BTX-metingen uitgevoerd in de omgevingslucht in Zel-z a t e. Volgens mijn informatie werden de resultaten van dit onderzoek op 13 februari 1997 overhandigd aan de documentatiedienst van de V M M . O n d a n k s het feit dat de resultaten alarmerend zijn voor de volksgezondheid – er werden voor benzeen zeer hoge waarden geregistreerd, met maxima tot 155 ppb of een daggemiddelde tot 33 ppb – deed de VMM er drie maanden over om het rapport van deze metingen aan het Zelzaatse gemeentebestuur te bezorgen.

Ondertussen diende het bedrijf VFT op 22 novem-ber 1996 een nieuwe milieuaanvraag in en werd de vergunning op 4 april 1997 verleend.

1. Waarom dient de gemeente Zelzate via een anonieme tipgever geïnformeerd te worden over de resultaten van het bodemonderzoek ? Waarom heeft OVAM deze cijfers niet onmid-dellijk publiek gemaakt ?

2. Hoe is het mogelijk dat de VMM er drie maan-den over doet om de voor de volksgezondheid alarmerende cijfers (kankerverwekkend ben-zeen in de lucht) in een rapport te gieten ? 3. Waarom worden de onderzoeksresultaten pas

publiek gemaakt na het afleveren van de ver-gunning ?

4. Waarom maken noch OVAM noch de VMM in hun advies in verband met de vergunningsaan-vraag voor VFT gewag van de in hun bezit zijn-de onzijn-derzoeksresultaten ?

Waarom worden geen bijkomende voorwaar-den aan het bedrijf opgelegd ? Op wat is hun beider gunstig advies zonder voorwaarden gestoeld ?

5. Kan de minister, rekening houdend met de nu bekende resultaten, resultaten daterend van voor en tijdens de periode van de vergunnings-a vergunnings-a n v r vergunnings-a vergunnings-a g, nu nog bijkomende verplichtingen aan het bedrijf opleggen ?

6. Is de minister bereid ook voor het gehalte ben-zeen in de lucht, en dit naar o. a . N e d e r l a n d s voorbeeld, maximum waarden te laten vaststel-len ? Deze maximumwaarden ontbreken in Vlaanderen.

Antwoord

1. De OVAM is niet op de hoogte van een anonie-me tipgever die de gegevens aan de geanonie-meente Zelzate zou hebben doorgegeven.

Anderzijds is het zo dat uit de gegevens die in mei 1996 bij de OVAM beschikbaar waren, blijkt dat er ernstige aanwijzingen zijn dat er op de bedrijfsterreinen van VFT zelf een histori-sche bodemverontreiniging voorkomt die een ernstige bedreiging vormt. Hieruit blijkt echter geen duidelijkheid over de verspreiding van deze verontreiniging, noch over het risico voor de omgeving. Een beschrijvend bodemonder-zoek is hiervoor nodig. Op basis van de gege-vens heeft de Vlaamse regering, op voorstel van de OVAM, wel de terreinen van VFT zelf op 4 maart 1997 aangeduid als historisch verontrei-nigde gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden (art. 30 van het bodemsanerings-d e c r e e t ) . Met bodemsanerings-de uitvoering van het beschrij-vend bodemonderzoek is VFT op vraag van de OVAM reeds op vrijwillige basis gestart, z o d a t geen aanmaning noodzakelijk is.

De OVAM heeft eind september 1996 resulta-ten van een eerste fase van beschrijvend bode-monderzoek ontvangen. Dit bodebode-monderzoek voldoet echter nog niet aan de doelstellingen van een beschrijvend bodemonderzoek, o m d a t de verontreiniging nog niet is afgeperkt en omdat er nog geen duidelijkheid bestaat omtrent het risico van de verontreiniging voor

(2)

de omgeving. De OVAM legt om deze reden bijkomende onderzoeksverrichtingen op. Doordat op basis van het voormelde rapport nog geen beslissing conform het bodemsane-ringsdecreet werd genomen en er ook nog geen duidelijkheid omtrent het risico was, is de eerste fase van het beschrijvend bodemonderzoek nog niet openbaar en kon OVAM deze rapporten nog niet ter inzage leggen. De gegevens van het oriënterend bodemonderzoek dat in opdracht van de gemeente Zelzate is uitgevoerd ter hoog-te van de vijver, zijn pas op 24 april 1997 aan de OVAM bezorgd en zijn door de gemeente publiek gemaakt.

2. Op 14 februari 1997 werd een eerste gedrukt exemplaar gestuurd aan de gemeente Zelzate, terwijl het documentatiecentrum van de V M M verder instond voor het bijdrukken en het ver-spreiden van de rapporten,volgens een bestaan-de mailinglist van rapporten over luchtveront-r e i n i g i n g. Deze lijst bevat ondeluchtveront-r meeluchtveront-r de veluchtveront-r- ver-antwoordelijken voor de afdelingen Milieu-inspectie en Milieuvergunningen van A m i n a l , de gemeente Zelzate en de Gezondheidsinspec-tie, aan wie op 14 april 1997 het definitieve rap-port werd overgezonden.

De gemeente Zelzate ontving dus reeds in februari 1997 een eerste exemplaar van het rap-port, gevolgd door een tweede in april 1997. 3. Niet de OVAM, maar wel de gemeente Zelzate

heeft gegevens publiek gemaakt. De resultaten die de gemeente heeft bekendgemaakt, z i j n afkomstig uit bodemonderzoeken die werden uitgevoerd ter hoogte van de visvijver in opdracht van de gemeente Zelzate. Het rapport van een eerste onderzoek, gebeurd in opdracht van de gemeente, is trouwens gedateerd op 3 april 1997, één dag voor de aflevering van de m i l i e u v e r g u n n i n g. Deze onderzoeksresultaten heeft de OVAM pas op 24 april 1997 ontvangen. Er kon dus bij de behandeling van de vergun-ningsaanvraag geen rekening mee worden ge-houden.

4. a) De OVAM maakt in haar advies in verband met de vergunningsaanvraag voor VFT wel degelijk gewag van de in haar bezit zijnde o n d e r z o e k s r e s u l t a t e n . De gegevens uit oriën-terende bodemonderzoeken die werden uitge-voerd in het kader van het bodemsanerings-d e c r e e t , zijn geen belemmering voor het ver-krijgen van een milieuvergunning, t e m e e r daar het op basis van de vermelde gegevens

gaat om een historische bodemverontreini-g i n bodemverontreini-g. Bij de voorwaarden die in de nieuwe vergunning worden opgelegd, wordt ervan uit-gegaan dat zeker geen verdere verontreini-ging optreedt.

4.b) Het advies van de VMM werd verleend op basis van de eigen meetresultaten in de omge-vingslucht voor het jaar 1994-1995 en de resul-taten van de emissiemetingen aan de verschil-lende geleide bronnen van het bedrijf die als bijlage aan de vergunningsaanvraag waren toegevoegd en bevestigd in de emissiejaarver-slagen van 1994-1995.

Hieruit bleek dat de emissieconcentraties van deze bronnen conform de voorwaarden waren opgelegd in bijlage 4.4.2. – Algemene emissie-grenswaarden voor lucht van Vlarem II. H e t bedrijf maakte in de loop van 1994 een sane-ringsrapport op waarin voor de belangrijkste bronnen maatregelen werden voorgesteld die zouden leiden tot een vermindering van de l u c h t v e r o n t r e i n i g i n g. De uitvoeringstermijnen zijn gesitueerd in de periode eind 1994, 1 9 9 5 en 1996. Ook in 1997 werden nog enkele klei-ne ingrepen gepland. De verlaging van de emissies moet ongetwijfeld ook een verlaging van de omgevingsconcentraties met zich mee-b r e n g e n , die dan ook verwacht werd vanaf 1 9 9 6 . Aangezien het rapport 1995-1996 nog niet beschikbaar was tijdens de behandeling van de milieuvergunningsaanvraag, kon ook geen rekening met de resultaten erin vermeld. 5. a) In het kader van het bodemsaneringsdecreet

k u n n e n , gelet op het besluit van 4 maart 1997 van de Vlaamse regering, steeds bijkomende verplichtingen aan VFT worden opgelegd. D e OVAM kan echter pas aan het bedrijf opleg-gen om over te gaan tot het opstellen van een bodemsaneringsproject als het beschrijvend bodemonderzoek volledig is afgerond. H e t beschrijvend bodemonderzoek is momenteel lopende in opdracht van V F T. Zodra dit beschrijvend bodemonderzoek bij de OVA M beschikbaar en nagezien is, zal de OVAM de gepaste maatregelen opleggen. Er werden wel reeds voorzorgsmaatregelen aan het bedrijf o p g e l e g d . Deze zijn ook meegedeeld aan de gemeente Zelzate en aan de provincie Oost-Vlaanderen.

5.b) Op dit ogenblik is een beroepsprocedure lopende tegen het besluit van de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 3 april 1997 waarbij aan het bedrijf een

(3)

nieuwe vergunning werd verleend. C o n f o r m de Vlarem-reglementering zal het dossier tij-dens deze procedure opnieuw worden onder-zocht.

6. In Nederland wordt sedert 1992 een grenswaar-de van 10 µg/m3gehanteerd, en een richtwaarde van 5 µg/m3. Inzake normen wil ik verwijzen naar de EU-richtlijn 96/62/EG die voor 12 prio-ritaire luchtverontreinigende stoffen (waaron-der benzeen) dringend nieuwe doelstellingen wil uitwerken. Inzake benzeen dienen uiterlijk tegen 31 december 1997 door de Commissie voorstellen voor de vaststelling van grenswaar-den bij de Raad te worgrenswaar-den ingediend.

Anderzijds heb ik een Commissie voor de Eva-luatie van het Milieubeleid (CEM) opgericht. Een van de werkgroepen van de CEM heeft onder meer tot taak na te gaan of de huidige wetgeving inzake milieukwaliteitsdoelstellingen voor de lucht dient te worden aangepast of g e w i j z i g d . Binnen deze werkgroep zal worden onderzocht om in de Vlaamse wetgeving de bestaande Nederlandse normen voor benzeen over te nemen, namelijk een grenswaarde van 10 µg/m3als jaargemiddelde.

Ten slotte wijs ik erop dat het jaargemiddelde van de benzeenconcentratie in Zelzate van 1 april 1995 tot 31 mei 1996 2,2 ppb of 7,15 µg/m3 bedroeg en de Nederlandse grenswaarde van 10 µg/m3dus niet werd overschreden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zijn er maatregelen gepland om de haven van Zeebrugge te ontsluiten voor grotere binnen- schepen door middel van een nieuwe recht- streekse verbinding (een

Gaat de vooropgestelde goedgekeurde termijn van 2 jaar in op 1 januari 1997, of kan de termijn van twee jaar ook aanvangen vanaf het moment dat het project effectief van start

Vorige jaren, zo blijkt, hebben meerdere kinderen van de Provinciale School voor Bijzonder Lager Onderwijs in Eeklo als rechthebbende leerling gebruik gemaakt van

Ingevolge "overgangsbepalingen" wordt in een regeling voorzien die moet toelaten dat alle in dienst zijnde ambtenaren van de gemeente worden ingeschakeld in de

De oude trekweg langs de vaart zou kunnen wor- den omgevormd tot een veilig fietspad dat in twee richtingen kan worden gebruikt.. Hierdoor kan voor de huizen een voetpad

Evenwel is het niet verantwoord om rustbanken te plaatsen in deze groenstrook, omdat deze strook eindigt op een oeververdediging uit metalen dam- planken waarvan het niveau zich 1,50

Ik heb mijn administratie opdracht gegeven om, in het kader van behoorlijk bestuur in de dienstverlening, een omzendbrief voor te bereiden waarin de OCMW’s onder meer

Gezien de intense samenwerking tussen het kabi- net Ambtenarenzaken en de administratie van de Vlaamse Gemeenschap bij de totstandkoming van de beleidsbrief A m b t e n a r e n z a k