VRIJHEID lff-
DEMOCIATIE ...
Zoterdog 5 Febr. 1955 - No. ))7
Principiële hquding inzake het provinciale beleid
<Zie pag. 5>
WEEK 8 LA D V A N DE V 0 L K SP ART IJ Y 0 0 R VRIJHEID EN DE M OCR A TIE
OP-POSITIE EN DEMOCRATIE
P rof. Gerretson acht ,..:,. terecht - de hand ..
h~ving en tot gelding brenging van het liberale beginsel uiteraard vóór alles de natuur~
lijke taak van de V.V.D.
Het eerste, de handhaving, - zou men kunnen
zegg~n - heeft zij in eigen macht; voor het twee~
de is zij afhankelijk van de omstandig~eden.
Zij zal - betoogt prof. G. - dank zij de ijver en het talent van haar vertegenwoordigers in de Kamers wellicht een, paar zetels kunnen winnen,
" DE LINIE"
ERNAAST
P rof Oud betoogde onlangs in Elseviers Week- blad, dat de invloed van het Parlement tegenover het Kabinet Ia.ngzamerhand is ver- zwakt.
Dit oordeel lijkt de redactie van het r.k. week- blad De Linie niet helemaal juist, al moet zij toege,;en, dat het recente geval van het emi-
gi-anten-t~ehip door prof. Oud ter adstructie van zijn betoog aangevoer~ wel in de door hem ge- signaleerde richting wijs.t. ~ le:w.r zal bet zich herinneren: het regeringsvoorstel daarellltl'eltt is met een uiterst kleine meerderbeid aanvaard, dank zij ket feit, dat de Anti-Revolutionna.lre leden hun eigen minister van Verkeer en Water- staat, de beer Algera, en - voegt De Linie er
aán toe - de socialtstische leden hun eigen mi- nister voor de Emigratie, de heer Suurftoff, niet · wilden afvallen. De Linie noemt dit ,,uiteraard niet fraai", al weet bet blad enkele andere ge- vallen te noemen- .het liftverbod bijv.!- waar- · bij de Regering wel oogelijk en verregaand reke- ning heeft moeten houden met de zienswijze van het Parlement.
Of deze gevallen als bewijs mogen gelden dat
d~ strekking van Prof. Ouds betoog in haar ~
gemeenheid onjuist zou zijn, laten w\J nu daar, Bepaald onjuist is W&t De Linie schrijft over één passus in het artikel' van onze fractieleider, die volgens het r.k. orgaan de gelegenheld zou llêbben a&D.gegrepen om een onaangenaamheld jêgens het Katholieke deel van het Kabinet los te laten. Het doelt hier op Prof. Ouds opmer- king, dat men met name in de . Katholieke ploeg van het huidige Kabinet onderscheidene zwakke figuren aantreft. De Linie doet geen moeite om het tegendeel te bewijzen - wat het blad ver- moedelijk ook niet zo gemakkelijk zou vallen! - dóch volstaat met h&àr verwondering te kennen te geven over het feit, dat de heer Oud. dat nooit in de Tweede Kitroer heeft gezegd en dat h\11 het bij deze algemeenleid laat.
Wat dit laatste betreft: wij zouden ons kun- Reil voorstellen. dat de heer Oud het opzettelijk
b' de . opmerking in haar algemeenheid beeft gé1aten, gedachtig aan het Franse spreekwoord O'ft!l' cle goede verstaander, die maar een balft
\'\'OOrd nodig heeft!
Dat Mr. Oud zich nooit ill deze geest in de heede Kamer zou hebben uitgelaten is zeer beslist een vergissing van De Linie, Reeds blj de Algemene Beschouwingen van 195~ dus on- middellijk na bet optreden van het zittende Kabinet, heeft onze fractieleider in precies de·
zelfde geest gesproken. Dat hij daarbij aller- minst uitging van de gedachte: "Nnl n'aura d'esprit hors nous et nos amis" - gelijk De Linie suggereert - bleek wel heel duidelijk hieruit, dat de heer Oud toen nadrukkelijk ver- klaarde er niet aan -te twijfelen, dat er in het rooms-katbolleke volksdeel voldoende krachten aanwezig zUn om tot een behoorlijke samenstel- ling van de r.k. ploeg in de Regering ie kunnen komen, doch dat het z.i. aan de politiek van de K.V.P. te wijten is, dat deze krachten blijk- baar niet beschikbaar zijn.
Dat is wel tets gans anderS!
de R.
maar er is geen sprake vaJ!, dat zij o6it weer, als
~oorheen, zelfstandig 'a Lands zaken zal kunnen leiden. Onder de heerschappij van het evenredig kiesrecht zal zij waarschijnlijk een kleine partij blijven.
* * *
0 aar wij ons in 't algemeen - en daarom ook op dit punt - niet gaarne aan profe~
tieën wagen, maken we zonder veel bezwaar het realistische standpunt dat próf. G. hier inneemt tot het onze. Wij zijn het ook met hem eens, dat het kenmerkende van een echte beginsel~partij is, dat zij de invloed van haar beginsel stelt boven de macht van de partij.
De consekwentie van dit een en ander is een- voudig: de liberalen zullen dus samenwerking moeten zoeken met gelijkgezinden buiten hun fractie.
Opmerkelijk is nu echter - en hier doemt op wat wij in onze vorige beschouwing als het zwak- ke in prof. Gerretsons belangwekkend. betoog aanduidden - dat de liberalen naar zijn mening die gelijkge~inden in alle partijen kunnen vinden, behalve in de P.v.d.A. Want - aldus de hoog~
geleerde .- in ruimere zin is het liberale beginsel, bego:epen als liefde tot vrijheid, die thans in het verzet teg~n het economisçhdirigis~e weer :;() sterk tót uiting ~omt, inderdàáèl . ._'lt~naal b~~
ginsel. Wie thans zegt, hèt stàatsso(i;disme- te verwerpen in elke vorm, verklaart .zich in lmplicite vóór de liberalisatie van ons economisch bestel.
* * ...
N u zien ook wij het dirigisme als het eigen~
lijke punt, waarom het in de politieke stdjd van het huidige tijdsbestek gaat. En wij keren ons tegen dat dirigisme, niet alleen om het~
geen het op economisch gebied nastreeft, maar ook om wat wij daarvan ook voor de geestelijke vrijheid duchten.
Wij- zouden ons daarom zonder verder com- mentaar kunnen verenigen met hetgeen prof. Ger~
retson hier stelt, ware het niet dat hij wat hij hier met de ene hand geeft, even later met de andere weer terugneemt. N.l. daar, waar hij met prof.
Jitta stelt: wij allen zijn min of meer socialist.
* * *
Hierover laat zich gemakkelijk een academi~
sche discussie opzetten, die ongetwijfeld uit meer dan één oogpunt interessant zou kunnen zijn.
Maar ook als wij aan de waarde van theore~
tische bestudering der fundamentele vragen, die hierbij aan de orde zouden komen, in geen enkel opzicht te kort zouden willen doen, ook niet wat de consekwenties er van voor de practische poli~
tiek betreft- waar het prof. G. om de positie der liberale partij als oppositie te doen is, had hij o.i.
beter gedaan zich in zijn beschouwing tot dit ene punt te bepalen. Het moet er voor de ·velen, die zijn "Telegraaf" -artikelen lezen, zeker niet dui~
delijker op geworden zijn, toen hij na eerst gezegd te hebben, dat wie zich tegen het dirigisme keert, zich daarmee implicite voor liberalisatie verklaart en dat daarom de liberalen samenwerking moeten zoeken met gelijkgezinden buiten hun fractie, de spits van zijn betoog omkeert en stelt: niemand, ook de liberalen van de V.V.D. niet, is thans nog liberaal in de klassieke zin. Het is er, vrezen wij, voor zijn lezers niet duidelijker op geworden, toen hij, na eerst gèzegd te hebben: lil~eralen kunnen gelijkgezinden vinden in alle partijen behalve in de P.v.d.A., stelde: we zijn allen min of meer socialist en 100 %_ socialisten zijn er niet meer.
Dit theoretisch relativeren leidt, wij wezen •
er reeds OP,, tot een opportunisme dat wij juist ook betreuren, omdat het in de praktijk de zaken niets verder brengt. Immers, prof. Gerret~
son komt tot een politiek van geval tot geval en dat zien wij nu juist als de bron van alle ellende in ons huidige politieke bestel. Het is niet zo, dat men ons volk de beste dienst bewijst door in wat prof. G. "pakkende gevallen" noemt de tegen- stávders van het dirigisme in één gelid te brengen.
Dat gelukte trouwens bij het pakkende geval van het emigrantenschip - door prof. G. als typisch voorbeeld genoemd - niet eens. Maar zelfs als het eens gelukt, is er slechts sprake van het inci~
denteel afsnijden van een bepaald product van het kwaad, dat men in zijn geheel onaangetast laat voortwoekeren.
* * *
Regeren van geval tot geval, - dat is en wordl: steeds duidelijker het kenmerk van het huidige Kabinet.
Hiertegenover laat de V.V.D. bij voortduring de eis horen, dat men zal regeren naar een vast beleid, d.w.z. naar duidelijke beginselen. Ook als - gelijk te onzent onvermijdelijk is - men steeds zal moeten regeren "in coalitie".
,--Dat-de zuurdesem van 'het fiberale begittsel in de partijen der oude "antiliberàle coalitie" door ..
dringt - gelijk prof. G. het stelt - kan ons slechts verheugen. Wij vertrouwen daarop, juist omdat wij in de liberale beginselen vertrouwen.
Máar om deze in de politiek tot gelding te bren~
gen - en dat tdlfh is niet alleen de natuurlijke taak der V.V.D. maar ook eis van haar oppositie~
stelling tegenover 't huidige Kabinet, - is er iets anders nodig dan een samengaan van katholieken,
anti~revolutionnairen en christelijk~historischen
met de P.v.d.A. in één Kabinet, met een meerder~
heid zo groot, dat er nu en dan wel eens een paar
"pruimpjes van de boom" af kunnen vallen.
's Lands belang eist iets anders dan een com~
premissen-politiek, die bijv. nu weer leidt tot een
"oplossing" van het vraagstuk der huurverhoging die in waarheid niets oplost.
* * *
1 nteressant als discussies mogen zijn over abstracte vragen: wat is socialisme, wat li~
beralisme, wat democratie? - het concrete prae~
valeert, zeker in onze tijd.
Het is niet de schuld van de V.V.D. dat zij, oppositie zijnde, haar taak als oppositie maar ge- brekkig kan vervullen. Onze partijleider, prof. · Oud, heeft dit bij de jongste Algemene Beschou~
wingen duidelijk uiteengezet en prof. Gerretson, hieraan herinnerende, betreurt dit met hem.
Waar ook prof. Gerretson de ontstentenis van een oppositie~mogelijkheid .- want daar komt het in feite op neer! - ziet als een gevaar voor de ge~
zondbeid van ons parlementaire stelsel en dus voor heel onze democratie, daar mogen wij hem er aan herinneren, dat in een vorige parlementaire periode de liberale leider bepleit heeft de ont~
plooiing van een "derde macht". Dit was te zien als een zoeken naar samenwerking met gelijkge~
zinden buiten onze fractie, het bijeenbrengen van velen, die hun eigen pártijverb_and behoudende, een tegenwicht tegen 't dirigisme konden vormen.
Men is daar niet op ingegaan, met het gevolg, dat wij thans zitten met een Kabinet, dat in com- promissen-politiek aanstuurt op zijn eigen dood.
Zie alweer de huurverhoging. en afroming, die practisch in de ijskast wordt gezet tot 1956 of zoveel eerder als een nieuw Kabinet dit oude en moede zal aflossen.
deR.
I FEBRUARI Ba - PAG. I
* *
De benarde toestand van de Indische Indonesië
Neder landers ID •
Toezicht· credietwezen ,,een groot vals woord''
Wanneer onze lezers dit nummer ont'\·angen. zal de Tweede Kamer haar Kentrecès hebben beëindigd en haar werkzaamheden hebben hervat.
WU zullen, vóór deze ook voor ons nieuwe start, dus zoveel mogelijk een lleboDe lel moeten maken en hetgeen van vóór het recès uit ~ eR Eerste Kamer nog onbesproken was gebleven. in vogelvlucht behandelen. daarbij slechts hier en daar een belangrijk punt aanstippend.
Uit de Tweede Kamer resteert. ons als enige de begroting van Maatscllappelijk Werk, wàarbij voor ons de beer R i t m e est e r in het bijzonder nogmaals - en aan de hand van een overvloed van feiten en cijfers - uiting gaf aan zijn ongerustbeid over de situatie van de Indische Nederlanders in Indonesië en ...
over het te langzame, individuele onderzoek bij de beoordeling van bun toestand en van de wenselijkheid· \'B.n een vertrek naar Nederland.
De beer Ritmeester vreesde, dat op niet te lange termijn de oplossing van allerlel problemen alleen zal kunnen worden gevonden in afvoer naar Nederland.
De doorwerking van de door de Indonesische Regering aan ambtenaren vaa
· Nedertandse nationaliteit verleende ontslagen, de afnemende plaatsingsmogelijk- heden op de particuliere arbeidsmarkt, de vreemdelingenregistratie en de sterk verminderde huisvestingsmogelijkheden voor deze categorie Nederlanders zijn enkele reeente, sterk werkende factoren.
Tevens is er, naar bij bad vernomen. in deze groep een optredende psychose te eoiiStateren, welke de resterende daadkracht verlamt en In de ellende en de -ru.al onverantwoorde omstandigbedèn. waarin deze mensen verkeren. DOg _ . . . één uitkomst kent: "Weg, tot elke prijs weg, uit dat Indonesië"
Het aantal Nederlanders in Indonesië, dat een uitkering voor levensonderhoud van het Hoge Commissariaat ontving, bedroeg op 1 Juli 1953 5679 personen en op 1 November 1954 reeds 6947 personen, · terwijl het voor 1955 wordt· getaxeerd op 8200, maar het staat te vrezen, dat de:ie taxatie aan de zéer lage kant is;
een feit is het toch, dat de situatie sinds enkele maanden hand over hand ver- slechtert.
· Daarbij komt, dat bij deze groep Ne._
derlanders, al dan niet gesteunden, de kinderen, naar de heer Ritmeester ver-
vol~ens betoogde, opgroeien zonder toe- komst; zonder interesse, zonder moraal en dus veelal tot ondergang zijn ge- doemd. De wetenschap van deze ellende heeft bij die groep een demoraliserende irrvlóed; welke zich in toenemende mate uit. Een oplossing op korte termijn dient 1e worden gevonden, teneinde het reeds ver doorgevreten verpauperiseringspro-
(;es
een halt toe te roepen.
Het concordante Nederlandse onder- wijs biedt bovendien niet voldoende plaats en de richtlijnen van het Hoge Commisliariaat werken ertoe mede; dat , èe jeugd, voor wie er geen toekomst meer is, in Indonesië gedwongen wordt tot een vorm van onderwijs (associatie- tmder'wijs), waarbij de mogelijkheid be- ltaat, dat hiervari op den duur geen profijt zal worden getrokken, maar het eerder als een belemmering moet wor- den beschou,..d.
De heer Ritmeester was ervan over- tuigd, dat al· de goed bedoelde pogingen van Nederlandse ambtelijke zijde weinig of geen succes zullen hebben, op den duur toch tot overbrenging naar Neder- Jand zal moeten worden besloten en dat de jongeren dan een achterstand in onderwijsopleiding zullen. hebben, die bun positie in ons land ook niet ten f:oede zal komen.
· Men kan, zo was hier de conclusie van
o.nze geestverwant, het probleem van de Indische Nederlanders in Indonesië niet zien als een sociaal probleem, het- welk kan worden . opgelost door maat- regelen op maatschappelijk gebied, ge- schoeid op Westerse ·leest, maar alleen als' een polit.lek probleem van een aan alle zijden in het· nauw gebrachte min- derheidsgroep.
Derhalve kan deze oplossing slechts worden gevonden door de:r.e groep men- sen - uiteraard voor zover zij dat zelf willen - in haar geheel over te bren- gen naar ons land <waarvan zij de natio- naliteit bezitten), of naar elders, waar zij een behoorlijk bestaan kunnen vin- den.
Verooersmogelijkheden
Jn het begin van zijn rede had de heer Ritmeester de vervoersmoge- lijkheden besproken. Terwijl er reeds ruim 128.000 Nederlanders uit Indonesië zijn gerepatrieerd, wordt het aantal van hen, die daar nog wonen, door de minis- ter op ca. 93.000 getaxeerd.
Minister Van Thiel was van oordeel, dat voor 1955 rekening zal moeten wor- den aebouden met een vertrek uit Indo-
RITMEESTER feiten en cijfe~• ...
nesië naar Nederland van rond 20.000 personen, hetgeen dus een derde meer is dan het aantal over 1954, hetwelk onge- veer 15.000 bedraagt.
Maar wanneer de berichten juist zijn, dat reeds thans - alle passagiersplaatsen op schepen uit Indonesië zijn besproken, dan zou spr. toch gaarne van de minis- ter vernemen, of het naar zijn mening niet noodzakelijk, althans zeer gewenst is, om door het charteren van schepen in de dringende behoefte aan transport te voorzien.
Later besprak ook mr De Graaf <K.V.
P.) de overtocht-kwestie, vooral uit een oogpunt Vi!n de dreigende politieke situ- atie in Indonesië en de bedreigingen te- gen Nederlanders, mede in verband met het steeds meer aangeblazen vuurtje van de "kwestie Nieuw-Guinea".
Hij achtte massale overtocht op het ogenblik nog niet gewenst, maar -zijns inziens zou de Regering wel moeten ma- ken, dat zij "er- bij" is.
In zijn beantwoording van de sprekers bleek minister Van Thiel het met de heer Ritmeester eens, dat zich van velen 1n Indonesië een psychose heeft meester gemaakt en dat er dientengevolge een sterke drang is om naar Nederland te komen-
De Regering meent evenwel, dat het overheidsbeleid niet door een psychose mag worden beïnvloed. Van een alge- mene noodtoestand kan naar de mening van de Regering nog niet worden ge- sproken.
Minister Van Thiel meende ook, dat de situatie geen aanleiding geeft tot· het charteren van extra schepen, maar wel wordt voor 1955 rekening gehouden met de noodzaak van het inleggen-van extra schepen voor de no:nnale afvoer.
De minister kon er zich niet over uit- laten of alles is gereed gemaakt voor een eventuele totale evacuatie van de Nederlanders. Precies als wanneer hij zou verklaren. dat er nog lliet8 op dit
gebied is voorbereid, zou dat, - zo meende hij - slechts gro1e onrust wek- ken.
Op interruptie van prof. Lemaire (K.
N.P.) gaf de minister échter wel de ver- zekering, dat dit punt door de Regering .,natuurlijk in de gaten wordt gehou- den". De gebeurtenissen in Indonesië, zo verzekerde hij, gaan aan de leden van dit Kabinet zeker niet voorbij.
Andere punten
D e andere punten, die de heer Rit- meester in zijn begrotingsrede be- handelde, kunnen wij slechts terloops noemen.
Wat de hier te lande verblijvende Ambonnezen betreft ging de heer Rit- meester uit van de gedachte, dat voor ven-eweg het merendeel van hen terug- keer naar Ambon pas zal kunnen plaats vinden wanneer ze naar hun vrije land:
de Republiek der Zuid-Molukken, zul- len kunnen gaan.
Met hen hoopte hij, dat dit spoedig zou mogen zijn, en daarom betreurde hij het, dat de Regering zich nog niet kan opwerken tot het erkennen van deze republiek. Maar wat niet is - zo zei hij - kan nog komen.
In dit verband betreurde hij het, dat ir Manusama geen toegang tot de Ver.
Staten van Noord-Amerika krijgt om de.
belangen van zijn land voor de Ver- enigde Naties te bepleiten. Het is weer
·een teken van het sleehte inzicht, dat Amerika, voor alles wat de belangen van andere landen, in de eerste plaats ook van ons land, tegenover Indonesië heeft.
Overstappend naar
Q1lSeigen land, be- sprak de heer Ritmeester uitvoerig de, reorganisatie van de in 1941 opgerichte Stichting voor Maatschappelijk Werk ten Plattelande. Ook daarop had onze woordvoerder nogal wat critiek en hij stelde vast, dat de minister voor het feit komt te staan, dat. 25 pet van de maatschappelijke werksters en leidsters ontslag heeft genomen.
En wanneer het zo langzaam gaat ak nu het geval is, omdat de nieuwe orga- nisaties voor een groot gedeelte nog tot stand moeten komen, bestaat de kans, dat de maatschappelijke wer;ksters en de leidsters niet meer het nodige ver- trouwen hierin zullen hebben en elders haar heil zullen zoeken.
De minister loopt de kans, dat de goede mensen weglopen. die hij · stralai weer hard nodig zal hebben. De reOrga- nisatie - eenmaal aangevat - gaat te langzaam.
Omzetbela.ting in de Eerste kamer
Van hetgeen de Eerste Kamer nog heeft afgedaan moeten wij in de eerste plaats noemen de nieuwe Wet op de Omzetbelasting, die wij bij de be- handeling in de Tweede Kamer (mede in verband met de vele daarop ingedien- de amendementen) uitvoerig hebben be- sproken.
Prof. M o l e n a a r kon namens zijn fractie verklaren, clat deze haar stem daaraan gaarne zou geven. Het had haar instemming, dat nu de détailhandel van de heffing van omzetbelasting zal wor- den bevrijd en ontlast. Onze geestver- want beperkte zich wat zijn critiek be- treft maar tot enige punten.
Er had sedert de behandeling van het c.ntwerp in de Tweede Kamer, een no- vum voorgedaan. Dit novum was hierin gelegen, dat de Regering later besloten had, het voorgenomen nieuwe tussen- tarief en het weeldetarief niet tegelij- kertijd met dit ontwerp, maar pas op 1 Juli 1955 in werking te doen treden ..
Zulks als gevolg van de verschuiving van het complex van belastingverlagin- gen van 1 Januari 1956 naar 1 Juli 1955.
Prof. Molenaar begreep wel, dat het inderdaad zijn bezwaren had, in de loop van zes à zeven maanden met twee op zichzelf staande wijzigingen dier tabellen te komen. Daar er talloze klachten waren over de huidige tabellen. zat er echter toch ook iets ongerechtvaardigs in dat uitstel van matiging dier tabellen.
Voor de regeling ten aanzien van de invoer vreesde prof. Molenaar grote rompslomp voor de importeurs en ten-
PROF. MOLENAAR
... succes voor de kleermakers ...
slotte meende hij, dat bij de bijzondere regeling voor de textiel de kleermakers ongunstiger zouden worden behandeld dan de confectiebedrijven. Hij had na- melijk berekend, dat er een omzetbelas- ting van ruim 7 pct op de detailprijs van de confectioneur zou komen, terwijl op de kleermaker 8 pct drUkt.
Op dit laatste punt boekte prof. Mole- naar nog een succesje. Staatssecretaria Van den Berge gaf toe, dat in het amb-
telijke overleg het percentage van I voor de_ maatkleermakers was genoemd.
Hij meende echter weL dat die 8 pct wat aan de hoge kant lag; 7 pct daarentegen is eerder aan de lage kant. Hij zegde echter toe, het tarief voor kleermaken op 7 pct en niet op 8 pct te zullen stel- len.
Het wetsontwerp werd hierna Z·h.&
aangenomen.
Hetzelfde geldt voor het wetsontwerp inzake de bevordering en het ontslag van beroepsofficieren en bet rese~
personeel, met dien verstande, dat b' dit laatste ontwerp de eommunisten aan-
te~ening van hun tegenstem verzochten.
J7ijf tDet.ontwerpen
D e Eerste Kamer behandelde gelijk- tijdig een vijftal wetsontwerpen.
De eerste vier gaven een nieuwe rege- ling van de rechtspositie der P.T.T. eta omvatten: De Aanwijzingawet P.T.T.- 1954; de Po~twet 1954; de Postspaarbank- wet 1954 en de Instelling van een P.T.T.- raad Het vijfde beoogde de vaststelliDI van het slot der algemene rekening van Rijksontvangsten en -uitgaven over het dienstjaar 1051.
Er ontspon zich over deze ontwerpea ee~ uitvoerig technisch, bedrijla-econo- misch en financieel debat, waarbij vooral prof. Helierna <A.R.> en onze geestver-
want mr De Vos van Steenwijk heel wat bezwaren in brachten. Bezwaren,
MR DE VOS VAN STEENWIJK bezwaren ... .
,, ' (Vervo~ op pag. ~
* (,C4t1, WEEK to.t WEEK *
Halt aan staatssocialiserende tendenzen
Hoewel. op het moment dat wij deze regels schrijven, nog niet officieel bekrachtigd.
mag worden aangenomen, dat de regering een belangrijk besluit heeft genomen inzake de ko~
mende huurverhoging.
Zij zou haar aanvankelijke plannen van een huurverhoging van 25 %. waaraan een huurbe~
lasting zou worden verbonden, hebben laten varen.
In plaats hiervan staat haa,r een huurverhoging voor de geest van ongeveer 10 %. waarbij voor~
lopig geen huurbelasting wordt overwogen.
Deze geringere hûurverhoging iou niet gelden voor woningen, die een huur doen van minder dan f 400 per jaar. Voorts zou de loonsverho~
ging van ongeveer 2 % als compensatie voor de huurverhoging komen te vervallen.
Hiermee heeft de regering wel een belangrijke stap terug gedaan. V oor al het verzet, dat in het parlement tegen de huurbelasting is gerezen, schijnt hierbij wel een belangrijke rol te hebben gespeeld. Bij dit verzet ~eeft de V.V.D. een krachtig woord meegesproken.
Het terugnemen door .de regering van de ge~
dachte van de huurbelasting betekent een belang~
rijke haltroep aan staatssocialiserende tendenzen, waaraan het nationale huizenbezit ten prooi dreig~
de te vallen.
Het verzet in de Kamer tegen deze dirigistische inslag van de regering ~s niet tevergeefs geweest en bewijst opnieuw de sterkte van onze demo~
eratie en de belangrijke rol. die een. parlem~ntaire
oppositie daarin kan spelen.
Vergeten groepen nog steeds in de knel
N a de pleidooien, die in ons parlement. en
· ook in het bijzonder van de zijde van de V.V.D. zijn gehouden, voor een snelle en afdoen~
de vèrbetering van de positie der z.g. vergeten groepen, mocht men met belangstelling uitzien wat de regering ter zake zou mededelen in haar Memorie van Antwoord op de alg~mene politieke beschouwingen van de Eerste Kamer op de Rijks~
begroting 1955.
Wij kunnen meteen zeggen, dat de desbetref~
fende opmerking van de regering ons in ernstige mate heeft teleurgesteld.
Het vraagstuk van de vergeten groepen, aldus de regering, baart haar veel zorgen. Het treffen van .. afdoende maatregelen" stuit op grote moei~
lijkheden.
Waarlijk, vager had de uitlating van de rege~
ring niet kunnen zijn. Dit zijn waarheden als. een koe. Doch ten aanzien van een verbetering geven zij geen enkel houvast.
De nood onder de vergeten groepen is te ern~
stig, dan dat men deze met slechts enkele gemeen~
plaatsen zou mogen afdoen. Het vraagstuk is moeilijk. Inderdaad. Maar spoedige hulp, althans een ernstige poging daartoe, is dringend D<?od~
zakelijk en gewenst. .
Wij zijn er dan ook zeker van, dat hierover het laatste woord in ons parlement zeker nog niet is gesproken. Maar in elk geval hadden wij op dit stuk van de regering een doortastender optreden verwacht.
Bezwaren tegen oude woning- telling
I" zijn Nieuwjaarsrede heeft de burgemeester van Den Bosch, mr H. J. M. Loeff, vice~
voorzitter van d~ Vereniging van Nederlandse
Gein~enten, uiting gegeven aan zijn ernstige he~
zorgdheid over het huidige beleid inzake de ver- deling der bouwvolumen.
Hoewel hij de omvang van dit ingewikkelde probleem ten volle erkende, meende de burge~
meester van Den Bosch toch een belangrijke reden te kunnen aangeven, waarom men in de
tegen~oordige onbevredigende toestand is ge~
raakt.
Het feit n.l., dat de verdeling van het bouw~
volume nog altijd mede afhankelijk is van de uit~
slag der,woningtelling van Mei 1947. Deze telling vertoont in meer dan één aspect grote tekorten, aldus mr Loef f.
Hij acht het dan ook van het allergrootste be~
lang, d~t zo spoedig mogelijk een nieuwe woning~
telling in het gehele land wordt gehouden.
Juiste en nauwkeurige omschreven uitgangs- punten zullen leidraad dienen te zijn, omdat hét onaanvaardbaar is, aldus de . burgemeester, dat ernstige fouten jaar in jaar uit worden geconti~
nueerd.
In dit verband noemde hij nog een sprekend voorbeeld voor zo ver het zijn eigen gemeente be~
treft. De toewijzingen voor de jaren 1954, 1955 en 1956 zijn voor de gemeente 's~Hertogenbosch
dermate klein, dat de woningnood in plaats van langzamerhand opgeheven te kunnen worden, el~
ke maand nog groter wordt.
Wij zijn van oordeeL dat de burgemeester van Den Bosch met zijn critiek ongetwijfeld de spijker op de kop heeft geslagen.
De maatstaven, die in 1947 golden kunnen moeilijk thans nog een leidraad vormen voor de hedendaagse verhoudingen.
Een nieuwe woningtelling is daarom zeer zeker
·gewenst.
Trage wegenbouw gelaakt (I)
oe vorige week zijn twee belangrijke stem~
men opgegaan, die ernstige critiek inhiel~
den op het trage tempo van de nationale wegen~
bouw.
Zo achtte de voorzitter van de R.A.I., de heer Ericsson, o.m. dat de uitlating van de Vereniging van Wegenbouwers, dat de wegenbouwmachines in 1954 aanzienlijk minder hebben gewerkt dan in 1953, een teken aan de wand.
Het is te verwachten, dat er in 1970, 700 tot 800 duizend auto's op de· Nederlandse wegen zulJen rijden.
Hij rekende zijn gehoor voor, dat van 1947 tot 1953 ongeveer 800 millioen gulden meer aan be~
Jastingen op het wegverkeer is ontvangen, dan werd uitgegeven voor wegen::. en bruggenbouw.
Een euvel. waarop wij reeds bij herhaling in onze kolommen wezen. Een euvel niet alleen, doch voorts een groot onrecht, omdat een bestemmings~
beltatstiknkg, a a~ , zijn eigenlij~e ..
1besternl!l~~g, ~()~~t
on ro en. ·· - ' · ·
Een ander opmerkelijk geluid deed ongeveer te~
zelfder tijd de heer Zanen, voorzittervän àe Ne~
derlandse Vereniging vanWegenbouwers tijdens een ledenvergadering van deze ()rganisatie horen.
De onderbezetting in de wegenbouw vindt vol~
gens de heer Zanen zijn oor,zaak in de geringe hoeveelheid ~erk door de overheid aan de markt gebracht.
Vooral in het Centrum en het Westen van het land is zeer weinig nieuw werk aanbesteed in 1954.
Trage wegenbouw gelaakt (ll)
De uitvoering van nieuwe werken voor het Rijk, wordt aldus de heer Zanen, afge~
remd door de vele instanties, die zich hebben be~
zig te houden met de administratieve voorberei~
dingen als vaststelling van de tracé' s, enz. en in sommige gevallen door moeilijkheden met de ont~
eigeningen van de benodigde terreinen.
Indien men voor deze zaken tot een eenvoudi~
ger procedure zou kunnen komen, zou de voor~
bereidingstijd van de werken sterk kunnen wor~
den bekort en zouden de werken vlugger tot uit~
voering komen.
Hiermede heeft de heer Zanen wel de vinger op de wonde plek gelegd. Het technische appa~
raat op het departement van Verkeer en Water~
staat werkt niet vlug genoeg en dat terwijl de eisen van het moderne verkeer een wegenbouw in
· een hoog tempo zeer dringend noodzakelijk ma~
ken.
Ook hij uitte critiek op de gang van zaken met betrekking tot het voor de oorlog gestichte V er~
keersfonds, omdat de toestand nu al jaren achter~
een aldus is, dat de door de autogebruikers op~
gebrachte belastinggelden voor een groot deel ten goede komen aan het algemeen Rijksbudget.
Hieraan dient nu eindelijk eens een einde te komen.
Wellicht kan hier de nieuwe methode uitkomst brengen, die onlangs door de Commissie-Oud is voorgesteld.
Een efficienter werken ten departemente en een betere onderlinge coördinatie is tevens dringend gewenst, omdat het niet aangaat, dat de wegen- bouw hoofdzakelijk wordt gestagneerd door een overbodige en te ingewikkelde administratieve rompslomp.
1· FEBRUARI lH5 ...;. PAG. I
Moge. de regering een open oog hebben voor de belangen, die hier op het spe) staan.
Prinses Wilhelmina maande tot voorzichtigheid
In een treffende radiorede heeft Prinses Wil~
helmina vorige week Zaterdag het Neder~
Jandse volk gevraagd meer voorzichtigheid te he~
trachten in het wegverkeer en zich meer bewust te zijn van menselijkheid en verantwoordelijkheid.
Deze hooggestemde rede za) zeer velen hebben getroffen. Immers, Prinses Wilhelmina deed het zo treffend uitkomen, dat de veelheid (een te grote hoeveelheid) verkeersongevalJen op onze wegen niet slechts technische, doch ook en vooral men- tale oorzaken kent.
Wij staan hier inderdaad voor een moeilijk en belangrijk psychologisch probleem.
..Bij een nationale ramp," zo zeide Prinses Wil- helmina, .. die vele slachtoffers eist, is het gehele land geschokt en put een ieder zich voor hulp uit:
de verkeersongelukken daarentegen aanvaardt men als een feit van de dag. Vorig jaar zijn in Nederland op en langs de weg ongeveer 1300 doden gevallen."
.. Zonder een vrijwillige ommekeer," aldus Prin~
ses Wilhelmina" ... in de geestesgesteldheid kun~
nen aJle andere facetten van het vraagstuk niet op bevredigende wijze worden opgelost."
Zeer juist was de navolgende door Prinses Wilhelmina uitgesproken passage:
.. Ik kan mij niet onttrekken aan de indruk, die zeer velen op mij maken, dat zij de vrije weg als voor hun gebruik aJleen beschouwen, althans han- delen alsof dit zo ware".
.. De persoonlijke instelJing heeft een niet te onderschatten invloed op de veiligheid of onvei- ligheid van het verkeer."
Prinses Wilhelmina heeft met haar rede een ontzaglijk belangrijk probleem opnieuw in het licht gesteld.
Hier ligt vooral een belangrijke taak voor de opvoeders in school en huis.
Te veel slachtoffers vallen nog steeds door ge~
brek aan verantwoordelijkheid en innerlijke be~
schaving.
Mogen de woorden van Prinses Wilhelmina hun uitwerking niet missen!
De economische positie van Oost en West
Een groep Ameri~aanse economische des.,.
kundigen heeft een rapport aan het Con ...
gres uitgebracht, waarin wordt gezegd, dat, inge- val van een oorlog, de-Ver. Staten en hun Wes~
telijke bondgenoten .. uiteindelijk een overweldi~
gend grotere economische kracht zouden kunnen mobiliseren" dan de Sowjet~Unie.
Volgens het rapport is de tegenwoordige eco~
nomische capaciteit van West~Europa, de Ver.
Staten en Canada, gemeten naar absolute groot- ten en verscheidenheid, aanzienlijk groter dan de gezamenlijke kracht van het Sowjet~blok.
De productie~factoren in de Ver. Staten en in de Sowjet~Unie doen sterk vermoeden, dat het absolute verschil in grootte van de beide econo- mieën in de komende twintig jaren groter zal worden.
Het rapport voegt hieraan evenwel toe, dat meerderheid in economische kracht geen politieke en militaire veiligheid verzekert.
Een onzekere factor is volgens het rapport de atoomenergie. Als een van beide machten er in zou slagen deze tegen betrekkelijk lage kosten te maken, zou dit het evenwicht tussen de beide ge~
bieden kunnen veranderen.
Voorwaar, dit zijn optimistische cijfers. Doch men zal er goed aan doen de betekenis er van niet te overschatten.
Inmiddels immers is Sowjet~Rusland wat zijn productie betreft van de in 1953 aangekondigde nieuwe weg afgeweken en gaat zich weer in ver- sterkte mate toeleggen op de zware industrie.
zulks ten nadele van de productie van consumptie- goederen.
De internationale politieke ontwikkeling van de laatste jaren zal zeker aan deze beslissing niet vreemd zijn.
Ook in de satellietlanden van de Sowjet~Unie verlaat men de in 1953 aangekondigde .. nieuwe koers" met name in Hongarije, waar ook op de zware industrie opnieuw de nadruk komt te lig- gen.
Moge het dan waar zijn, dat het Westen nog
steeds een voorsprong heeft. het zal zeker niet
op zijn lauweren mogen rusten. Een ieder zal. ook
in de eigen nationale sfeer blijvend, een steentje
moeten bijdragen.
VRI.JIIEID EN DEMOORATD!I
17 September
:oe v.v.D.-Dag op Zaterdag 17 Sep- tember la Den Raag-Scheveningen, welke gezien mag worden àls een be- langrijke liberale manifestatie, lll8l en . moet slagen. Gelijk men in ons week-
blad van vorige weelt heeft kunnen zien, is er reeds een werk-ooml~ en . een laadelijk ooml~ ingesteld. Deze zullen op Zaterdag 28 Maart te Sche- veningen vercacie~ om . het program- ma verder uit te werken. Alle sug•
gesties, welke uit de kring van onze . leden komen, zijn welkom en zullen op bun practiscbe uitvoerbaarheid beke- ken worden. Alle correspondentie be- treffende de V.V.D.-Dag richtte mei\
tot .,het sooretàrlaat van de v.y.D.- Dag 1'7 September 1955", Koninginne- gracht 81, Den Raag.
En ieder lid notere in zljn agenda, . dat. bij die dag vrij houdt voor het be-
zoek aan deze dag, Wij rekenen op vele honderden, maar het ligt aan U, of het er • vele duizenden zullen zijn.
.Vereniging van Staten· en Raadsleden van de V.V.D.
Vergadering voor Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel op 9 Februari a.s.
Aan de leden dezer vereniging, woon- achtig in de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, zij in hérinnering gebracht . de op 9 Februari te Meppel te houden bijeenkomst, in . welke de heer mr L. R. J. ridder van Rappard, burgemeester van Gorinchem, een inleiding zal houden over het ac- .tuele onderwerp: de zuivering van af-
valwater.
(Vervolg van pag. 2)
\rooral hierin gelegen, dat zij een uîthol-
·ling van ·de Comptabiliteitswet en de Bedrijvenwet zagen en aanvechtbare me- thoden van afschrijvingen en investerin·
gen.
De Kamerleden krijgen naar hun ge- voelen onvoldoende inzicht in de be-
·drijfsvoering en prof. Molenaar meende
·dan ook, dat een Kamerlid hier bijna in de onmogelijkheid verkeert, zijn taak goed te vervullen. . ·· '
Het einde was, dat a_lle ontwerpen z.h.s.
werden aanvaard, maar dat onze fractie voor het ontwerp tot . vaststelling van
·het slot der algemene reke~in'g 19'51 aan- tekening van haar tegenstem verzocht.
Toezicht Crediètt~ezen Aan het wetsontwerp verlenging van
· de duur der Wet toezicht Crediet- :wezen heeft· onze Eerste-Kamerfractie, :evenals de grootst mogelijke meerder- -heid van· oflze fractie in de Tweede Ka-
mer, haar stem niet gegeven.
1