• No results found

Tijdig de bakens verzetten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tijdig de bakens verzetten"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdig de bakens verzetten

30 januari 2019

(2)

2

(3)

3 Een aangepast financieel kader voor de begroting 2019-2022

Inleiding

Bij de behandeling van de begroting voor 2019 op 16 oktober 2018 werd duidelijk dat onze financiële positie onder druk was komen te staan. In het meerjarenperspectief is een

sluitende begroting voor het laatste prognosejaar 2022 vastgesteld, maar voor de jaren 2019 en 2020 is een tekort geprognosticeerd. Daarbij zou het weerstandsvermogen in ieder geval tot en met 2021 onder het door de raad gewenste minimale niveau zakken. Om die redenen is door de raad het volgende besluit genomen:

”In te stemmen met het voorstel de raad uiterlijk in januari 2019 een voorstel te doen op basis waarvan:

- financiële ruimte kan worden gevonden om een eventuele verdere negatieve ontwikkeling van de algemene uitkering op te vangen;

- financiële ruimte kan worden gecreëerd voor het doen van nieuwe investeringen.”

In vervolg op dit raadsbesluit doen wij u nu een voorstel toekomen op basis waarvan besloten kan worden tot het realiseren van enkele ombuigingen, het terugbrengen van het weerstandsvermogen richting het gewenste niveau en het zo mogelijk realiseren van ruimte voor het opvangen van verdere tegenvallers en/of toekomstig nieuw beleid (inclusief

investeringen).

Bij de behandeling van de 2e bestuursrapportage 2018 in december 2018 bleek dat de financiële situatie zich door voornamelijk externe factoren verder negatief ontwikkelde.

Hierdoor moest ook voor het jaar 2021 een negatief begrotingsresultaat worden geraamd.

Daarmee wordt de door de raad noodzakelijk geachte minimale ondergrens van het

weerstandsvermogen bij ongewijzigde omstandigheden tot en met 2022 (in ruime mate) niet gehaald. Reden te meer om inhoud te geven aan het in oktober 2018 genomen raadsbesluit.

Als college doen wij u een concreet voorstel tot het realiseren van bezuinigingen voor het jaar 2019. Voor de jaren 2020 en verder vragen wij u de door ons voorgestelde

richtinggevende ombuigingen te onderschrijven, waarmee wij formele voorstellen zullen uitwerken en die bij de behandeling van de Kadernota 2019 aan uw raad kunnen presenteren.

We beginnen deze notitie in hoofdstuk 1 met een analyse van de actuele financiële situatie.

In hoofdstuk 2 doen wij beargumenteerd een voorstel tot het bepalen van een financiële taakstelling. In hoofdstuk 3 doen wij vervolgens voorstellen voor het invullen van die taakstelling in de vorm van diverse ombuigingen. Tijdens de behandeling van de begroting 2019 is door de fractie van Plaatselijk Belang nog een aantal suggesties gedaan voor aanpassing van de begroting 2019 en latere jaren. In bijlage 2 zullen wij onze reactie geven op deze suggesties.

(4)

4 1 Analyse actuele financiële positie

1.1 Financiële uitkomsten 2e bestuursrapportage 2018

Uit de 2e bestuursrapportage 2018 bleek het volgende beeld voor wat betreft de op dat moment te verwachten financiële resultaten over de jaren 2019 tot en met 2022:

De te verwachten resultaten voor de jaren 2019 tot en met 2022, zullen leiden tot de

volgende verwachte omvang van de Algemene Reserve aan het eind van de jaren 2019 tot en met 2022, in relatie tot de door de raad genoemde gewenste minimale

weerstandscapaciteit:

Uit de hierboven opgenomen tabellen blijkt dat de tekorten vooralsnog optreden in de jaren 2019 tot en met 2021. Ook voor het jaar 2018 werd al een negatief resultaat verwacht van circa € 530.000. Pas voor het jaar 2022 wordt weer een positief resultaat verwacht van circa

€ 280.000, maar wij tekenen daarbij direct aan dat dit getal sterk afhankelijk zal zijn van de ontwikkeling van onder andere de Algemene Uitkering en van de verdere ontwikkeling van de uitgaven in het Sociaal Domein. Doordat het begrotingsjaar 2022 wat verder in de toekomst ligt, is de afhankelijkheid van de wisselingen in de Algemene Uitkering groot en daarmee sterk afhankelijk van de algemene economische ontwikkeling op nationaal en internationaal niveau en daarnaast van het te voeren beleid van het Kabinet. Van de uitgaven in het Sociaal Domein is helder, dat het gat tussen de door de Rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen en de feitelijke uitgaven in negatieve zin sterk groeit.

Om voornoemde redenen gaan wij er niet op voorhand van uit, dat op termijn een positieve bijstelling van de te verwachten resultaten mag worden verwacht. We rekenen niet alvast op meevallers of extra dekking. Dit leidt ertoe dat wij in de aan u te presenteren maatregelen een sterke voorkeur hebben voor structurele oplossingen die ook in de jaren na 2021 effect sorteren.

Daarnaast merken wij bij bovenstaande cijfers nog op dat hierin nog geen concrete invulling is gegeven aan de in de Kadernota 2018 opgenomen PM-posten met betrekking tot de onderwijshuisvesting en duurzaamheid. Ook is voor het jaar 2022 in de verwachte prognose niet gerekend met kosten van nieuw beleid voor het dan aantredende nieuwe college. Indien hieraan invulling wordt gegeven, zal het te verwachten tekort verder oplopen.

Verwachte resultaten volgens de 2e bestuursrapportage 2018

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Verwacht resultaat volgens de 2e bestuursrapportage 2018 -401,5 -321,5 -143,5 280,5

Verwachte omvang van de algemene reserve volgens 2e bestuursrapportage 2018

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Stand per 31 december (incl. resultaat) 2.988 2.702 2.591 2.903

Minimale weerstandscapaciteit 3.345 3.395 3.446 3.498

Vrij besteedbaar gedeelte -357 -693 -855 -595

(5)

5 1.2 Belangrijkste oorzaken financiële uitkomsten 2e bestuursrapportage 2018

Algemeen – financiële consequenties Eilandakkoord

In de Kadernota 2018 hebben wij een uitgebreid overzicht gegeven van de financiële consequenties van het Eilandakkoord. Met name in de jaren 2019 tot en met 2021 drukken de hieruit voortvloeiende lasten voor een gemiddeld bedrag van circa € 200.000 (plus nog diverse PM-posten) jaarlijks op onze begroting.

Programma 0 – vergoeding raadsleden Algemene Uitkering

De aangepaste vergoeding voor raadsleden leidt tot een structureel hogere last van circa

€ 74.000 per jaar, waarvan het nog onzeker is of hier vanaf 2019 een hogere uitkering van het Rijk tegenover staat. Voorzichtigheidshalve is daarom geen compensatie ingerekend.

Programma 0 – Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds

De Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds is op basis van de septembercirculaire fors lager dan in eerste instantie werd verwacht. De lagere dan geraamde opbrengst is voor het jaar 2018 circa € 200.000 en voor de jaren 2019 tot en met 2022 gemiddeld € 100.000 per jaar.

Programma 6 – Sociaal Domein

Als gevolg van de bestuursrapportage en de herziene begroting 2018 van de Dienst Sozawe moeten de lasten voor het sociaal domein structureel met een bedrag van circa € 250.000 naar boven worden bijgesteld.

Programma 8 – VHROSV

Voorzichtigheidshalve hebben wij in de 2e bestuursrapportage structureel een extra last opgenomen van € 100.000 in verband met de te verwachten meerkosten van de FUMO voor de uitvoering van de BRIKS-taken. Het is nog zeer onzeker of dit wel genoeg is. De lopende gesprekken en nu uitgevoerde evaluatie moeten dit uitwijzen.

Programma 0 – Personele lasten

Voor de volledigheid geven wij u nog in hoofdlijnen inzicht in de personele lasten. Voor het jaar 2019 is (afgezien van de kosten van raad en college van B&W) een bedrag van in totaal

€ 5.027.000 beschikbaar voor de financiering van onze ambtelijke organisatie. Volgens het geldende functieboek bestaat onze personele bezetting uit 73,23 fte’s. Grosso modo is 80%

van de medewerkers in vaste gemeentelijke dienst en geldt ongeveer 20% van de loonsom als de ‘flexibele schil’. Het budget voor het financieren van de flexibele schil is ook benodigd om de bestaande taken uit te voeren. Los van de reguliere te verwachten loonstijgingen uit de cao-ontwikkelingen, is het personele budget voor de reguliere taken in de jaren vanaf 2019 niet verhoogd.

(6)

6 1.3 Financiële ontwikkeling na de 2e bestuursrapportage 2018

Na het opmaken van de 2e bestuursrapportage 2018 die in december 2018 door uw raad is behandeld, is nog een aantal ontwikkelingen gebleken die wij met uw raad willen delen.

Onderstaand zal hierop verder worden ingegaan.

1.3.1 Extra hogere lasten Sociaal Domein

Onlangs ontvingen wij de herziene begroting 2019 en volgende jaren van de Dienst Sociale Zaken. Uit deze begroting, die u binnenkort voor een zienswijze zal worden voorgelegd, blijkt dat de kosten van het Sociaal Domein, met name de kosten van de WMO en de Jeugdzorg, naar verwachting in de komende jaren nog verder zullen toenemen dan waarmee wij tot nu toe rekening hebben gehouden. De meerkosten op basis van de nu voorliggende herziene begroting van de Dienst bedragen vanaf 2019 circa € 200.000 per jaar, bovenop het bedrag dat wij in de 2e bestuursrapportage 2018 al aan u hebben voorgelegd.

Of hiervoor vanuit het Rijk aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld is hoogst onzeker. Omdat daarnaast de lasten van het Sociaal Domein voor onze gemeente

nauwelijks te beïnvloeden zijn, hebben wij deze additionele last voorzichtigheidshalve in ons meerjarenperspectief verwerkt.

1.3.2 Extra lasten Aanjaagteam Woonvisie

Recentelijk is verdere concrete invulling gegeven aan het Uitvoeringsprogramma van de Woonvisie (topprioriteit!). Het uitvoeringsprogramma kan naar onze mening alleen slagen indien een extra bedrag van circa € 80.000 wordt uitgetrokken voor het bekostigen van het Aanjaagteam. Deze extra last moet nog voorzien worden van een passende financiering.

1.3.3 Invulling PM-posten Kadernota 2018

Inmiddels is duidelijk geworden dat het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid tweede fase, vanaf 2020 een additioneel budget vraagt van € 215.000 per jaar. Binnenkort zullen wij u over het Uitvoeringsprogramma nader informeren.

Over de invulling van de PM-post die is opgenomen voor de onderwijshuisvesting is op dit moment nog geen verdere informatie te geven. Er wordt momenteel druk gewerkt aan een onderzoek naar de toekomst van het onderwijs op Terschelling en pas als dat onderzoek is afgerond, kan op basis hiervan een indicatie worden gegeven van de mogelijke lasten die dit in de toekomst met zich mee zal brengen. Gezien deze onzekerheid en omdat er nog geen concrete plannen zijn hebben we hiervoor geen bedrag opgenomen.

(7)

7 1.4 Herzien financieel perspectief

Indien rekening wordt gehouden met de hiervoor genoemde tegenvallers, en met de in de Kadernota 2018 op PM gestelde posten, ontstaat het volgende herziene financieel

meerjarenperspectief:

NB: Door de extra lasten in het Sociaal Domein in het jaar 2019 zal de Reserve Sociaal Domein ultimo 2019 geheel zijn uitgeput. Vanaf dat moment komen alle lasten van het Sociaal Domein volledig ten laste van de exploitatie. In de 2e bestuursrapportage was voor 2020 nog gerekend met een dekking van € 200 uit de reserve Sociaal Domein, maar doordat deze eind 2019 “leeg” is valt die dekking weg.

1.5 Weerstandsvermogen

Bij ongewijzigd beleid zou het weerstandsvermogen zich de komende jaren als volgt ontwikkelen:

Verwachte resultaten na aanpassingen januari 2019

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Verwacht resultaat volgens de 2e bestuursrapportage 2018 -401,5 -321,5 -143,5 280,5

Verwachte meerkosten Sociaal Domein -200 -200 -200 -200

Onttrekking uit de reserve Sociaal Domein 200 -200 0 0

Verwachte meerkosten aanjaagteam Woonvisie -80 -80 -80 0

Aanvullend budget uitvoeringsplan Duurzaamheid tweede fase 0 -215 -215 -215

Meerjarenplan onderwijshuisvesting PM PM PM PM

Verwacht resultaat na invoering voorgestelde aanpassingen -481,5 -1.016,5 -638,5 -134,5

Verwachte omvang van de algemene reserve bij ongewijzigd beleid

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Stand per 31 december (incl. resultaat) volgens 2e bestuursrapportage 2018 2.988 2.702 2.591 2.903

Verwachte extra lasten 2019 en verder -80 -695 -495 -415

Verwachte stand per 31 december na voorgestelde aanpassingen 2.908 2.007 2.096 2.488

Minimale weerstandscapaciteit 3.345 3.395 3.446 3.498

Vrij besteedbaar gedeelte -437 -1.388 -1.350 -1.010

(8)

8 2 Bepaling taakstelling

2.1 Oorzaken tekorten

Aan het slot van hoofdstuk 1 hebben we de volgende tabel gepresenteerd:

Oorzakelijke analyse

Bovenstaande tabel geeft aan wat onze actuele financiële positie is. Om op logische wijze een ombuigingstaakstelling te kunnen bepalen, leek het ons goed in beeld te brengen hoe de geprognosticeerde tekorten feitelijk worden veroorzaakt ten opzichte van het beeld dat we bij de bestaande begroting hadden. Dan komen wij tot onderstaande tabel.

Wij concluderen dat de negatieve afwijkingen voor een bedrag van circa € 550.000 zijn veroorzaakt door factoren waarop wij als gemeente geen enkele invloed hebben kunnen uitoefenen, te weten de verlaging van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds en de hogere lasten in het Sociaal Domein. Dit zijn zaken waar alle gemeenten mee worden geconfronteerd. Het Gemeentefonds gaat er tot nu toe van uit dat gemeenten de lagere Algemene Uitkering en de hogere lasten in het Sociaal Domein uit eigen middelen kunnen dekken. Daarnaast zijn er hoge ambities op het vlak van duurzaamheid en wonen die extra investeringen in de toekomst met zich meebrengen.

Gezien de aard en de achtergronden van de tekorten achten wij het daarom logisch en verantwoord de te nemen financiële maatregelen niet uitsluitend te zoeken in bezuinigingen (‘oud voor nieuw’), maar tevens een onvermijdelijk beroep te doen op inwoners en toeristen door een lastenverhoging door te voeren.

Als het om de OZB gaat dan was al bekend, dat die op Terschelling lager is dan het gemiddelde niveau in Nederland. Dat uit zich in een bedrag aan onbenutte

belastingcapaciteit dat op zichzelf ook nog weer een negatief effect heeft op de hoogte van de Algemene Uitkering. Bij de huidige financiële ontwikkeling kunnen wij dat niet volhouden zonder drastisch te snijden in belangrijke voorzieningen. Dit vinden wij onverantwoord.

Verwachte resultaten na aanpassingen januari 2019

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Verwacht resultaat volgens de 2e bestuursrapportage 2018 -401,5 -321,5 -143,5 280,5

Verwachte meerkosten Sociaal Domein -200 -200 -200 -200

Onttrekking uit de reserve Sociaal Domein 200 -200 0 0

Verwachte meerkosten aanjaagteam Woonvisie -80 -80 -80 0

Aanvullend budget uitvoeringsplan Duurzaamheid tweede fase 0 -215 -215 -215

Meerjarenplan onderwijshuisvesting PM PM PM PM

Verwacht resultaat na invoering voorgestelde aanpassingen -481,5 -1.016,5 -638,5 -134,5

Analyse afwijkingen ten opzichte van de (meerjaren)begroting 2019 in hoofdlijnen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Lagere Algemene Uitkering -100 -100 -100 -100

Hogere lasten Sociaal Domein 2e bestuursrapportage 2018 -250 -250 -250 -250 Hogere lasten Sociaal Domein deze rapportage, per saldo -200 -200 -200 -200

Meerkosten FUMO -100 -100 -100 -100

Verwachte meerkosten aanjaagteam Woonvisie -80 -80 -80 0

Aanvullend budget uitvoeringsplan Duurzaamheid tweede fase 0 -215 -215 -215

Meerjarenplan onderwijshuisvesting PM PM PM PM

Totaal afwijkingen in hoofdlijnen ten opzichte van de begroting 2019 -730 -945 -945 -865

(9)

9 2.2 Bepalen taakstelling

Als we de eerste tabel van paragraaf 2.1 nader beschouwen kan worden geconcludeerd dat over de periode 2019 tot en met 2022 gemiddeld een negatief resultaat ontstaat van

€ 570.000. De tweede tabel laat zien dat deze negatieve resultaten voor een bedrag van gemiddeld € 870.000 worden veroorzaakt door de in die tabel genoemde ontwikkelingen.

Grosso modo betekent dit dat een bedrag van circa € 300.000 kon worden opgevangen in de lopende begrotingen over de betreffende jaren. Om ook in de toekomst te kunnen

beschikken over voldoende ruimte voor nieuw beleid en investeringen, gaan wij vooralsnog uit van een totaal noodzakelijke structurele ombuiging van € 750.000 vanaf het jaar 2020.

Voor het jaar 2019 hebben wij de noodzakelijke ombuiging gesteld op de helft van dit bedrag, i.c. € 375.000.

Indien deze taakstelling wordt gerealiseerd, dan leidt dat tot het volgende meerjarenperspectief:

En de ontwikkeling van het weerstandsvermogen zou als volgt zijn:

Deze ontwikkeling geeft een duidelijk perspectief op het snel terugdringen van het tekort en het herstellen van de minimale weerstandscapaciteit.

Op de voorgestelde manier wordt voor een volgende bestuursperiode ook weer de nodige ruimte voor nieuw beleid inclusief investeringen worden gerealiseerd. We leggen onszelf een forse taakstelling op, maar de nieuwe raad en het nieuwe college willen wij in 2022 wel een financieel gezonde gemeente overdragen.

Verwachte resultaten na voorgestelde ombuigingen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Verwacht resultaat na aanpassingen januari 2019 -481,5 -1.016,5 -638,5 -134,5

Te realiseren ombuigingen 375 750 750 750

Verwacht resultaat na realisatie ombuigingen -106,5 -266,5 111,5 615,5

Verwachte omvang van de algemene reserve na voorgestelde ombuigingen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Stand per 31 december (incl. resultaat) volgens 2e bestuursrapportage 2018 2.988 2.702 2.591 2.903

Voorgestelde aanpassingen en ombuigingen, per saldo 295 55 255 335

Verwachte stand per 31 december na voorgestelde aanpassingen 3.283 2.757 2.846 3.238

Minimale weerstandscapaciteit 3.345 3.395 3.446 3.498

Vrij besteedbaar gedeelte -62 -638 -600 -260

(10)

10 3 Voorstellen tot het invullen van de taakstelling

3.1 Algemeen

In hoofdstuk 2 hebben wij voorgesteld voor het jaar 2019 ombuigingen te laten plaatsvinden voor een bedrag van € 375.000 en voor de jaren vanaf 2020 structureel € 750.000.

Onderstaand zullen wij nader ingaan op ons voorstel hoe deze ombuigingen concreet in te vullen.

Daarbij willen wij nog de volgende kanttekeningen maken. Ook in 2014 stonden wij voor een ingrijpende ombuigingsoperatie. Daarbij zijn forse bezuinigingen doorgevoerd, bijvoorbeeld op de exploitatie van het zwembad en in de organisatie. Daarom ontkomen wij er niet aan om een aantal zaken, die destijds zijn ontzien, in deze ombuigingsronde alsnog ter discussie te stellen. Dat vraagt beslissingen die politiek wellicht liever vermeden worden, maar naar onze mening noodzakelijk zijn voor een gezonde financiële toekomst.

3.2 Evenwichtige verdeling van maatregelen

Het college is van mening dat te nemen maatregelen afgewogen en evenwichtig moeten worden gerealiseerd. De financiële situatie waarin wij ons nu bevinden wordt grotendeels veroorzaakt door structurele tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen waarop wij nauwelijks tot geen invloed hebben (denk aan de tegenvallers in het Sociaal Domein en de tegenvallende Algemene Uitkering), maar wordt voor een deel ook bepaald door politieke keuzes (wonen en duurzaamheid).

Het zal niet eenvoudig zijn tot een bedrag van € 750.000 financiële ruimte te vinden. Niet uit te sluiten is dat bezuinigingsvoorstellen die tot een dergelijk bedrag oplopen door de raad (gedeeltelijk) als ongewenst worden betiteld. Om die reden lijkt het ons dus verstandig in de ombuigingen ook in beeld te brengen hoe extra opbrengsten kunnen leiden tot vermindering van de tekorten en verbeteren van de financiële positie.

Wij zijn ons goed bewust van de wens van de raad, zoals uitgesproken in oktober 2018, om de OZB en de Toeristenbelasting de komende jaren slechts trendmatig te verhogen. Dat past bij een “normale” ontwikkeling van lasten en baten. Maar de situatie is nu niet “normaal” met dergelijke grote externe tegenvallers. Daarom achten wij het onvermijdelijk en verstandig ook opbrengstverhogende maatregelen, zoals een boventrendmatige verhoging van de OZB en de Toeristenbelasting, in kaart te brengen, zodat die kunnen worden afgezet tegen het realiseren van bezuinigingen.

Bij het verlagen van de lasten (= bezuinigingen) dient naar onze mening zowel te worden gekeken naar de kosten van de organisatie, als naar de lasten die het maatschappelijk werkgebied van onze gemeente raken. In concreto hebben wij het dan over de lasten voor oud en nieuw beleid.

3.3 Taakstellende bezuinigingen in de organisatie

Naar de mening van het college zal ook de organisatie (in feite programma 0, overhead) moeten bijdragen aan het verbeteren van de financiële positie in de komende jaren. Daarbij zal onze inzet erop gericht zijn de dienstverlening aan de burgers zoveel mogelijk op het

(11)

11 bestaande niveau te houden en de ambities uit het Eilandakkoord hoog te houden. Bij een bezuiniging op de personele omvang zijn dat belangrijke aandachtspunten.

Wij stellen voor om voor programma 0 een taakstellende bezuiniging op te nemen van

€ 150.000 en deze ook in te boeken. Deze taakstelling zal dan in de komende maanden samen met onze directie concreet worden uitgewerkt. In de Kadernota 2019 zullen wij u verder informeren over de exacte invulling van deze taakstelling en dit door middel van een begrotingswijziging aan u voorleggen.

3.4 Verlagen van de lasten van bestaand (oud) en nieuw beleid

Gezien de hoogte van de taakstelling en voor een evenwichtige verdeling van de

ombuigingen zullen ook de lasten van het maatschappelijk werkgebied neerwaarts moeten worden bijgesteld. Daarbij valt te denken aan de bijdragen die de gemeente levert op verschillende maatschappelijke terreinen, zoals de subsidiëring van maatschappelijke instellingen als ook de inspanningen die worden gepleegd op het gebied van andere beheerstaken en beleidsterreinen.

Voor wat betreft deze lastenverlaging kan op dit moment nog niet een exacte invulling worden gegeven. Het college wil daarin gedegen afwegingen maken en alleen voorstellen aan uw raad voorleggen die realiseerbaar en verantwoord zijn. Wel willen wij u nu reeds een aantal suggesties voorleggen van maatregelen die naar de mening van het college

bespreekbaar zijn:

Op voorhand ligt het voor de hand om, in ieder geval een taakstelling op te nemen van

€ 250.000 en deze taakstelling in de komende maanden concreet uit te werken en u hierover in de Kadernota 2019 nader te informeren.

Omdat deze taakstelling in de komende maanden nog moet worden uitgewerkt en daarover vervolgens nog een goede besluitvorming moet plaatsvinden, hebben wij de hiermee

gepaard gaande opbrengsten pas vanaf het jaar 2020 volledig ingeboekt. Voor het jaar 2019 zijn wij uitgegaan van de helft van de structurele taakstelling van € 750.000.

3.5 Verhoging inkomsten

In paragraaf 2.1 hebben wij aangegeven dat een bedrag van € 100.000 van de negatieve resultaten voor de komende jaren kan worden toegeschreven aan de hogere kosten die wij krijgen doorberekend van de FUMO voor de BRIKS-taken. Ook zonder deze meerkosten was al sprake van een aanzienlijk “gat” tussen de lasten van de WABO-vergunningverlening en de hiervoor ontvangen leges. Door de hogere kosten die zich nu voordoen wordt het verschil tussen de lasten die de vergunningverlening op grond van de WABO met zich mee brengt en de daarvoor in rekening gebrachte leges steeds groter. In dat licht vinden wij het dan ook, vanuit het uitgangspunt dat “de veroorzaker betaalt”, verdedigbaar vanaf 2020 de legesopbrengsten in verband met bouwaanvragen en aanvragen op het gebied van

ruimtelijke ordening met een bedrag van € 150.000 te verhogen en dit als zodanig te verwerken in de tarieventabellen.

Het Eilandakkoord geeft behoorlijke ambities voor de komende jaren, met name op het gebied van wonen en duurzaamheid. Leefbaarheid en een duurzame omgeving zijn in dit

(12)

12 verband de sleutelbegrippen voor nu en de toekomst. Het college is van mening dat het een redelijk uitgangspunt is om voor de realisatie van deze ambities ook een beroep te doen op de burgers van onze gemeente en onze gasten. Immers: het realiseren van ambities die hoog op de prioriteitenlijst staan, zoals wonen en duurzaamheid, vragen van de huidige generatie een inspanning. Niet alleen voor de huidige inwoners en gasten van ons eiland, maar zeer zeker ook voor de toekomstige generaties. Het is investeren in het heden, maar zeer zeker ook in de toekomst.

Daarnaast hebben wij reeds eerder geconstateerd dat de nu voorliggende ingrijpende financiële maatregelen vooral nodig zijn omdat wij voornamelijk door externe factoren met extra lasten worden geconfronteerd. Willen wij als volwaardige gemeenten onze inwoners en gasten van dienst zijn, dan zal ook van hen een bijdrage in deze tekorten moeten worden gevraagd.

Zoals eerder aangegeven is geconstateerd dat onze gemeente beschikt over een aanzienlijke “onbenutte belastingcapaciteit” en zijn wij van mening dat het in tijden van negatieve financiële ontwikkelingen verantwoord en verdedigbaar is om daar gebruik van te maken.

Een boventrendmatige verhoging van de OZB met 6%, boven de te verwachten reguliere inflatiefactor tussen 2 en 3% levert een structurele meeropbrengst op van circa

€ 100.000 per jaar. Bij een dergelijke extra verhoging van de OZB voor zowel eigenaren van woningen als ook de gebruikers en eigenaren van niet-woningen blijft Terschelling binnen een vergelijking met de Nederlandse en Friese gemeenten een gemeentelijke belastingdruk houden die als “gemiddeld” kan worden aangeduid. Voor een eigenaar met een woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 320.000 (peildatum 1 januari 2018) levert een

boventrendmatige verhoging van de OZB met 6% een extra jaarlijkse belastingdruk op van circa € 25. Na een dergelijke verhoging van de OZB zal onze gemeente nog steeds behoren tot de groep gemeenten met een gemiddelde belastingdruk in Friesland en Nederland.

Invoering van een extra belastingverhoging is pas mogelijk met ingang van 2020 omdat de belastingtarieven voor 2019 al zijn vastgesteld en een belastingverhoging in de loop van een jaar niet mogelijk is. Vandaar dat wij deze maatregel in de tabellen vanaf 2020 hebben ingeboekt.

Bij een eenmalige verhoging van de toeristenbelasting in 2020 met € 0,05 boven de

trendmatige ontwikkeling kan een meeropbrengst geraamd worden op circa € 100.000. In de meerjarenbegroting zijn wij uitgegaan van een jaarlijkse trendmatige verhoging van de toeristenbelasting, waarbij wij de jaarlijkse verhogingen overeenkomstig de wens van de logiesverstrekkers, hebben afgerond op eenheden van € 0,05. Deze eenmalige verhoging komt daar dan bovenop.

(13)

13 3.6 Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

Samenvattend komen wij tot het volgende overzicht van de voorgestelde ombuigingen:

Het meerjarenperspectief wordt dan in detail als volgt:

En de ontwikkeling van het weerstandsvermogen zal naar verwachting als volgt zijn:

Hieruit blijkt dat de Algemene Reserve minder negatief onder het vooraf door uw raad vastgestelde minimumniveau komt, maar nog steeds blijkt in de jaren 2019 tot en met 2022 een onderschrijding van het gestelde minimum.

Het college stelt voor om in de komende maanden in de aanloop naar de Kadernota 2019 te onderzoeken in hoeverre het eigen vermogen met incidentele baten kan worden versterkt.

Wellicht is het dan mogelijk in 2022 op het gewenste minimum uit te komen. Feitelijk de enige wijze waarop dit zou kunnen worden gerealiseerd is de verkoop van activa tegen een waarde die hoger ligt dan de boekwaarde. Met name een aantal woningen die op dit moment niet worden verhuurd komen daarvoor in aanmerking. Zo mogelijk zullen wij u een aantal verschillende voorstellen voorleggen. Daarbij kijken we uiteraard ook zorgvuldig naar de doelstellingen van de Woonvisie.

Voorstel door te voeren financiële maatregelen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Taakstellende bezuinigingen in de organisatie 150 150 150 150

Taakstellende verlaging van de lasten van bestaand en nieuw beleid 225 250 250 250

Verhoging van de bouwleges 0 150 150 150

Boventrendmatige verhoging van de OZB 0 100 100 100

Verhoging van het tarief van de toeristenbelasting 0 100 100 100

Totaal door te voeren financiële maatregelen 375 750 750 750

Verwachte resultaten na voorgestelde aanpassingen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Verwacht resultaat volgens de 2e bestuursrapportage 2018 -401,5 -321,5 -143,5 280,5

Verwachte meerkosten Sociaal Domein 0 -400 -200 -200

Verwachte meerkosten aanjaagteam Woonvisie -80 -80 -80 0

Aanvullend budget uitvoeringsplan Duurzaamheid tweede fase 0 -215 -215 -215

Meerjarenplan onderwijshuisvesting PM PM PM PM

-481,5 -1016,5 -638,5 -134,5

Taakstellende bezuinigingen in de organisatie 150 150 150 150

Taakstellende verlaging van de lasten van bestaand en nieuw beleid 225 250 250 250

Verhoging van de bouwleges 0 150 150 150

Boventrendmatige verhoging van de OZB 0 100 100 100

Verhoging van het tarief van de toeristenbelasting 0 100 100 100

Verwacht resultaat na invoering voorgestelde aanpassingen -106,5 -266,5 111,5 615,5

Verwachte omvang van de algemene reserve na voorgestelde ombuigingen

in € 1.000 2019 2020 2021 2022

Stand per 31 december (incl. resultaat) volgens 2e bestuursrapportage 2018 2.988 2.702 2.591 2.903

Voorgestelde aanpassingen en ombuigingen, per saldo 295 55 255 335

Verwachte stand per 31 december na voorgestelde aanpassingen 3.283 2.757 2.846 3.238

Minimale weerstandscapaciteit 3.345 3.395 3.446 3.498

Vrij besteedbaar gedeelte -62 -638 -600 -260

(14)

14 4 Ombuigingen in het jaar 2019

In het voorgaande hebben wij aangegeven hoe wij denken de ombuigingen in de komende jaren vorm te geven. Indien uw raad met de door ons voorgestelde maatregelen voor de jaren 2020 en later kan instemmen, zullen wij een en ander in de aanloop naar de Kadernota 2019 verder uitwerken.

Maar zoals uit de voorgaande paragrafen blijkt, zullen ook in 2019 ombuigingen noodzakelijk zijn om het negatieve resultaat over 2019 te beperken. Hiervoor hebben wij een bedrag van

€ 375.000 ingeboekt. Gelukkig zitten wij nog maar aan het begin van het jaar 2019 en is ombuigen in dit lopende jaar nog mogelijk. Maar daarover dienen dan wel snel besluiten te worden genomen. Vandaar dat wij in deze rapportage al een aantal concrete voorstellen hebben opgenomen voor ombuigingen in het jaar 2019 waarvoor wij de instemming van de raad vragen. De ombuigingen kunnen dan per direct worden ingevoerd en dan zal het

verwachte negatieve financieel resultaat over 2019 in gunstige zin kunnen worden bijgesteld.

Indien uw raad met de genoemde voorstellen instemt, zullen deze wijzigingen in de eerstvolgende begrotingswijziging worden opgenomen en daarmee worden bekrachtigd.

4.1 Werkwijze

Bij het bepalen van voorstellen voor ombuigingen voor het jaar 2019 is het college ook uitgegaan van een evenwichtige verdeling van de maatregelen. Uiteraard kunnen de opbrengsten lopende een begrotingsjaar niet of nauwelijks worden verhoogd. Daarom is alleen gekeken naar mogelijke bezuinigingen in de lasten.

Wij hebben daarbij het volgende uitgangspunt voor de ombuigingen gehanteerd:

Onze keuze voor de invulling van de bezuinigingen is gemaakt aan de hand van een zogenaamde long-list waarin wij de mogelijke bezuinigingen per categorie hebben

opgenomen. Deze long-list treft u aan in bijlage 1 van deze rapportage. Op basis van deze long-list is een afweging gemaakt en is het college tot het volgende voorstel gekomen voor de invulling van de bezuinigingen. Daarbij is voor wat betreft de verlaging van de lasten van bestaand en nieuw beleid een hoger bedrag dan de taakstelling van € 225.000 bereikt. Dit geeft uw raad de mogelijkheid om indien gewenst, nog nadere afwegingen te maken, waarbij het voor het college wel het uitgangspunt is dat aan het bedrag van € 225.000 geen

concessies worden gedaan. Indien uw raad alle voorstellen van het college overneemt dan wordt in 2019 geen € 375.000 maar € 470.000 omgebogen.

Voorstel door te voeren financiële maatregelen 2019

2019 150 225

Totaal door te voeren financiële maatregelen 375

in € 1.000

Taakstellende bezuinigingen in de organisatie

Taakstellende verlaging van de lasten van bestaand en nieuw beleid

(15)

15 4.2 Specifieke invulling van de bezuinigingen voor het jaar 2019

Op basis van de long-list stelt het college concreet de volgende ombuigingen voor het jaar 2019 voor:

Naar de mening van het college is het verantwoord de hiervoor genoemde maatregelen op dit moment te nemen zonder dat de ambities van het Eilandakkoord en onze

basisdienstverlening aan eilanders en gasten onder druk komt te staan. Wij horen graag van uw raad uw mening hierover.

Invulling mogelijke maatregelen 2019 in € 1.000

Organisatie personeel

Omzetten flexibele dienstverbanden naar vaste aanstellingen 50

Andere organisatie groenbeheer 30

Reductie formatie 25

105 Organisatie materieel

Bezuinigingen interne dienst 20

Verlagen budget communicatie 30

50 Oud beleid

Stoppen met doorlopend gastenonderzoek 10

Bijdrage nachtbewaking beperken 15

Minder uitbesteden op het gebied van Ruimtelijke ordening 15

Bezuinigen op het beheer van de openbare ruimte en groenonderhoud 40

Niet uitvoeren erfgoedbeleid 15

Budget Behouden Huys verlagen 20

Handhaving bunkergebied Formerum niet uitvoeren 15

Reddingbootschuur en strandvonderijschuur overdragen aan derden 60

190 Nieuw beleid

Stelpost organisatieontwikkeling schrappen 25

Verlaging budget buren en buurtschappen 20

Niet uitvoering onderzoek en maatregelen blauwe zone WB-kade 15

Niet uitvoeren onderzoek en maatregelen fietsverkeer in voetgangersgebieden 25

Verlaging budget invoering Omgevingswet 20

Kosten onderzoek woningbouw Hoorn beperken 20

125

Totaal mogelijke maatregelen 2019 470

2019

(16)

16 5 Tenslotte

Deze notitie geeft nog geen definitieve invulling van de maatregelen die het college voorstelt om de financiële positie voor de komende jaren structureel te verbeteren. Een dergelijke exacte invulling vereist zorgvuldigheid en dus tijd. Wij hopen met uw raad in de

commissievergadering van februari een goede richtinggevende discussie hierover te kunnen voeren.

Het college wil graag samen met uw raad een discussie voeren omtrent de richting waarin de te treffen maatregelen moeten worden gezocht. Deze notitie is daar hopelijk voldoende basis voor. Met inachtneming van de opvattingen van uw raad kan de komende maanden een nadere uitwerking plaatsvinden en zullen wij u in de Kadernota 2019 concrete voorstellen doen om de gewenste maatregelen daadwerkelijk te effectueren. Daarbij zullen wij u

uiteraard zoveel mogelijk alternatieven voorleggen, zodat uw raad de mogelijkheid heeft om uit diverse varianten de juiste politieke keuzes te maken. Daarbij stellen wij uw suggesties uiteraard zeer op prijs.

Gezien de urgentie hebben wij in deze notitie al wel een aantal ombuigingen opgenomen voor het jaar 2019 om het negatieve financiële resultaat over dit begrotingsjaar te beperken.

Daarbij hebben wij het voordeel dat wij nog in het begin van het jaar zitten en bijsturing over het lopende jaar nog kan plaatsvinden. Wij hopen dat u met onze voorstellen voor dit jaar kunt instemmen.

Samenvattend stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

 In te stemmen met de in deze notitie voorgestelde ombuigingen voor het jaar 2019;

 Voor de jaren 2020 en verder de door ons voorgestelde richtinggevende ombuigingen te onderschrijven, waarmee wij formele voorstellen zullen uitwerken en die bij de behandeling van de Kadernota 2019 aan uw raad kunnen presenteren.

(17)

17 Bijlage 1 Long-list mogelijke maatregelen 2019

NB: voor een toelichting op de posten opgenomen onder Nieuw beleid verwijzen wij u naar de Kadernota 2018.

Long-list mogelijke maatregelen 2019 in € 1.000

Organisatie personeel

Sluiting CNL 40

Omzetten flexibele dienstverbanden naar vaste aanstellingen 50

Andere organisatie groenbeheer 30

Reductie formatie 25

145 Organisatie materieel

Bezuinigingen interne dienst 20

Verlagen budget communicatie 30

50 Oud beleid

CNL sluiten in 2019 100

Stoppen met doorlopend gastenonderzoek 10

Bijdrage nachtbewaking beëindigen 35

Minder uitbesteden op het gebied van Ruimtelijke ordening 15

Bezuinigen op het beheer van de openbare ruimte en groenonderhoud 40

Niet uitvoeren erfgoedbeleid 15

Budget Behouden Huys verlagen 20

Handhaving bunkergebied Formerum niet uitvoeren 15

Minder inzet uitvoering masterplan haven 50

Reddingbootschuur en strandvonderijschuur overdragen aan derden 60

Schoolzwemmen tweede helft 2019 schrappen 10

370 Nieuw beleid

Stelpost organisatieontwikkeling schrappen 25

Verlaging budget buren en buurtschappen 20

Niet uitvoering onderzoek en maatregelen blauwe zone WB-kade 15

Niet uitvoeren onderzoek en maatregelen fietsverkeer in voetgangersgebieden 25

Herziening toeristenbelasting niet uitvoeren 70

Verlaging budget invoering Omgevingswet 20

Niet uitvoeren onderzoek woningbouw Hoorn 40

215

Budget onvoorzien 2019 verlagen 50

Totaal mogelijke maatregelen 2019 830

2019

(18)

18 Deze long-list geeft een overzicht van bezuinigingen die feitelijk te realiseren zijn. Een aantal van deze posten hebben wij niet overgenomen in ons voorstel aan de raad omdat het gaat om het realiseren van in onze ogen raadsbrede prioriteiten of omdat de betreffende

voorstellen maatschappelijk zeer ongewenst zijn. Het betreft de volgende posten:

Niet doorgevoerde maatregelen 2019 in € 1.000

Organisatie personeel

Sluiting CNL 40

40 Oud beleid

CNL sluiten in 2019 100

Bijdrage nachtbewaking beëindigen of beperken 20

Minder inzet uitvoering masterplan haven 50

Schoolzwemmen tweede helft 2019 schrappen 10

180 Nieuw beleid

Herziening toeristenbelasting niet uitvoeren 70

Niet uitvoeren onderzoek woningbouw Hoorn 20

Budget onvoorzien 2019 verlagen 50

140

Totaal niet doorgevoerde maatregelen 2019 360

2019

(19)

19 Bijlage 2 Reactie op amendementen van de fractie van Plaatselijk Belang

Bij de behandeling van de begroting voor 2019 had de fractie van Plaatselijk Belang een aantal amendementen opgesteld met als doel de geprognosticeerde tekorten te beperken. In goed overleg is bij die gelegenheid afgesproken dat de amendementen niet zouden worden ingediend, maar dat het college van B&W begin 2019 expliciet zou reageren op de inhoud van de verschillende amendementen. Op onderstaande wijze denken wij die toezegging gestand te doen.

1. Handhaving Bunkergebied € 15.000

Overgenomen.

2. Belevingswaarde winkelgebied € 25.000

Het betreft hier een al langer gekoesterde wens waarover met inwoners en ondernemers al indringend overleg is gevoerd. Er is reeds geïnvesteerd in

‘onderzoekskosten’, zodat het gewenst lijkt deze uitgave te laten staan.

3. Onderzoek blauwe zone WB-kade € 25.000

Overgenomen.

4. Onderzoek buslus € 25.000

Dit onderzoek is reeds in gang gezet. Het college wil graag vasthouden aan dit onderzoek.

5. Reguleren fietsverkeer in voetgangersgebieden € 10.000 Overgenomen.

6. Inrichting fietsenstallingen strandovergangen € 10.000 Dit betreft een al langer gekoesterde wens die inmiddels in uitvoering is gebracht.

7. Onderzoek ervaring toerisme € 5.000

Het college hecht eraan dit onderzoek onder de bewoners uit te voeren.

8. Wijziging inning toeristenbelasting € 30.000

Dit betreft een al langer gekoesterde wens die inmiddels in uitvoering is gebracht.

(20)

20

9. Communicatiekosten € 5.000

Dit betreft communicatiekosten specifiek in het licht van de Woonvisie. Het college hecht eraan dit budget te laten staan.

10. Werkbudget Behouden Huys € 52.500 / € 70.000 Deels overgenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Door de gemeente Helmond is begrotingstechnisch een percentage van 1,55 % gehanteerd als inflatiecorrectie t.o.v..

Ik maak een onder- scheid in drie niveaus waarop de transformatie te herkennen en vorm te geven is: het individueel niveau van hulp geven, het buurtniveau van preventie organiseren

Totale biomassa in g AFDW van 13 macrozoobenthossoorten in ieder ecotooptype voor de huidige situatie (2014), autonome ontwikkeling (2050_M0) en zes maatregelrichtingen (2050_M1

• Je kunt deze uitspraken niet zonder meer als een ‘koude oorlog‘ stemming voor beide blokken beschouwen, want hoewel de mening van Stalin wel voor het Sovjetblok geldt, is

Tabel 5: Totale jaarlijkse kost, totale oppervlakte kritische grondwaterafhankelijke vegetatie, totaal aantal piëzometers en gemiddelde kost per jaar voor alle

The general objective of this study was to review and analyse the cost and medicine usage of the "top twenty" pharmaceutical products according to the monthly

De records bevatten informatie over de aard van een deel van de gevolgen, niet over de omvang daarvan en geen informatie over de financiële conse- quenties.. De