• No results found

7l)l DEliJK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "7l)l DEliJK"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

nummer1127 4 april 1975 vrijheid en democratie • Deredactievan Vrijheid en Democratie is gevestigd te Hilversum, Pieter de Hooghlaan 87. Hoofdredacteur is de heer Ph. C. la Chapelle. • De abonnementen-administratie wordt verzorgd door het algemeen

secretariaat van de VVD. Koninginnegracht 57 te Den Haag (telefoon 070- 614121 ). Voor adreswijzigingen etc. wende men zich dus tot het algemeen

secretariaat.

• De advertentie-exploitatie wordt verzorgd door het Bureau Van Vliet b.v., postbus 20 te Zandvoort,

telefoon 02507- 4745.

algemeen secretariaat

• Het algemeen secre-tariaat van de VVD is gevestigd te Den Haag, Koninginnegracht 57, telefoon 070- 614121. Postrekening: 67880 ten name van algemeen secretaris van de VVD te Den Haag.

tweede kamerfractie

• Het secretariaat van de VVD-fractie in de Tweede Kamer is gevestigd in het gebouw van de Kamer, Binnen-hof 1 A te Den Haag. Telefoon 070- 614911. Keja over verruiming gewetens-bezwaren pag.4 Gesprek met Scherpen-huizen over ruimte-lijke ordening pag. 5

Drie rapporten van de

Teldersstichting •pag. 13

Gastschrijver Hoogandoorn over steun aan de confectie pag. 14 ~~~---~--- - ~~--~-~~~-~ ~--~---~~~ --~~--1 VVD-fractie-voorzitter Brand in Gouda heeft kopzorgen pag. 16 Kamerjournaal pag. 8 Midden-Oosten, een van de drie brandpunten in de wereld pag. 10

Vrije meningsuiting in Vrijheid

en Democratie pag. 17

1---~~~---~~- ---~ ~ -·-~~ -

---·--~~~~~-~---~-~- ---~--~-~-- ---~---~--~~---~-~----1 Mijn opinie

is .... Taakverdeling Dagelijks Bestuur

en Algemeen Secretariaat: pag. 11

I --~--~---- --~···-~

(3)

door Ph. C., la Chapelle, hoofdredacteur

KVPin

moeilijk-heden

De KVP verkeert in een ernstige cns1s, dje zich thans duidelijk heeft geopenbaard door het aftreden van partijvoorzitter De Zeeuw. Functionarissen van het partijbureau hebben hun baan opgezegd, het ledental is sinds 1971 gehalveerd (van 120.000 tot 60.000 leden), het dagelijks bestuur beschouwt zich als demissionair. Kortom: een chaos in de tweede regeringspartij.

In de dagbladen heeft men kunnen lezen wat de directe aanleiding was tot het vertrek van De Zeeuw. Hij had een plan opgesteld om, vooruitlopend op de ontwikkeling van het CDA, de KVP al vast om te vormen tot een open christen-democratische partij. Van meet af aan heeft De Zeeuw gevochten voor een nieuwe christen-democratische partij, waarin KVP, ARP en CHU zouden moeten opgaan. ARP en CHU voelen daar niet voor. Zij zien het CDA als een federatie van drie partijen, die ieder hun eigen identiteit behouden en hechten veel sterker aan het levensbeschouwelijke (confessionele) karakter van het CDA.

De onderhandelingen over het CDA verlopen, tot grote ergernis van De Zeeuw, zeer traag. Zeker niet alleen wegens de meningsverschillen over de orga-nisatorische aspecten. Natuurlijk is hèt probleem de politieke koers, die het CDA moet varen. In tegen-stelling tot KVP en ARP zit de CHU in de oppositie en ook binnen de KVP en de ARP is lang niet ieder-een gelukkig met de steun door dik en dool' dun aan het kabinet-Den Uyl.

Het plan-De Zeeuw is door het partijbestuur van de KVP niet aanvaard. Er is zelfs nauwelijks over gediscussieerd. "Diep teleurgesteld," zoals hij zelf verklaarde, heeft De Zeeuw de voorzittershamer na ruim 31

/ 2 jaar neergelegd. "De partij loopt leeg," verklaarde hij. "Zij voert geen duidelijk beleid, be-seft niet wat er op het spel staat."

De Volkskrant heeft in een commentaar op het vertrek van De Zeeuw gesteld dat later misschien zal blijKen dat het hervormingsplan-De Zeeuw een laatste poging was om te voorkomen dat het CDA-bouwsel in elkaar stort. Of het zo'n vaart zal lopen, zal inderdaad nog moeten blijken. Maar dat de moeilijkheden nog lang niet van de baan zijn, is wel zeker. Wij verheugen ons daar niet over.

WO-voorzitter Korthals Altes heeft in zijn installatierede nog gezegd dat het landsbelang gediend is met een spoedige totstandkoming van het CDA. PPR-Kamerlid Van Gorkum - al geruime tijd niet meer gelukkig met het kabinet-Den Uyl, dat hem niet radicaal genoeg is - heeft naar aanleiding van de KVP-moeilijkheden gepleit voor nieuwe verkie-zingen. "Eerst is 0'66 leeggelopen, toen kwam de scheuring in OS '70 en nu weer in de KVP. De politieke verhoudingen zijn grondig veranderd," aldus Van Gorkum. Wij zijn het niet zo vaak met PPR'ers eens, maar in dit geval reiken wij hem de hand. Nieuwe verkiezingen. De WO is er voor klaar.

/Heel

veel

dank

Ik heb mij nog zelden zo slecht bespraakt gevoeld als op zater-dag 15 maart in het Turfschip in Breda, toen ik wilde bedanken voor alle lieve woorden, schitte-rende geschenken en hulde. Ik wil nogmaals uit de ·grond van mijn hart u allen hiervoor danken. Een zo mooi afscheid vergeet men nooit en in de herinnering blijft het veel beter hangen dan de problemen en moeilijkheden die men gedurende een zesjarig voor-zitterschap heeft gehad. Die moeilijkheden en problemen zijn overigens noch talrijk, noc"h groot geweest. Ik heb met u allen een geweldige tijd gehad. Ik ben u ook daarvoor dankbaar. Zonder alle vriendschap vanuit de partij had ik mijn taak nooit zo lang kun-nen vervullen. Het is nu aan mij om daarvoor de partij te danken. Na thuiskomst en gedurende cie dagen na .. Breda" hebben mij nog heel veel brieven bereikt. Ik wil àlle schrijvers zelf ant-woorden. Het is mogelijk dat dat even duurt, laat men dat dan niet als een gebrek aan erkentelijk-heid beschouwen. Vast via Vrij-heid en Democratie ook hiervoor heel veel dank.

HAYA VAN SOMEREN

...

.. p

...

:::·;:.:::::::'·

(4)

Keja over verruimin.g

ge"UTeten.sbez~ren.

Het kabin.et is er n.iet

Na wekenlang te hebben dubt is het kabinet er in ge-slaagd om een wetswijziging gewetensbezwaren hef Cats-huis uit te krijgen. Geestelijke vaders van dit voorstel zijp staatssecretaris Van Lent (de-fensie) en minister Van Agt (justitie). Ook de handtekenin-gen van minister Vredeling (defensie) en minister Boers-ma (sociale zaken) staan er onder.

Samengevat is de nieuwe re-geling als volgt:

• Een brief aan de minister van defensie is voldoende. • Toetsing van de gewetens-bezwaren zal alleen geschie-den als meer dan achtduizend opgeroepen dienstplichtigen onder de dienstplicht uit willen komen.

• Wie als gewetensbezwaar-de wordt erkend moet ver-vangende dienstplicht vervul-len. Dat duurt een derde lan-ger dan de normale dienst-vervulling, met een minimum van achttien maanden. • Men kan worden erkend als men principieel tegen elke vorm van geweld is, als atoompacifist, als men be-zwaar heeft tegen het gebruik van bepaalde wapens, of als men krijgshandelingen van een navo-partner in strijd met het internationale recht vindt. Van Lent heeft gezegd dat het voldoende is om de bezwaren schriftelijk uiteen te zetten via een speciaal formulier. Het is de bedoeling om de uitvoerige toetsing van die bezwaren door een speciale commis-sie achterwege te laten. Maar als het te gek wordt (meer dan achtduizend gewetens-bezwaarden) dan wordt de toetsingscommissie wel weer van stal gehaald.

Bedenkelijk

Eén van de defensiespecialis-ten van de VVD-fractie, Keja,

VVD-Kamerlid G. Keja . . . veel bezwaren

Staatssecretaris Van Lent . . . geestelijke vader

gaf als zijn persoonlijke reac-tie: "Dat er pas toetsing op-treedt als zich meer dan acht-duizend dienstweigeraars aan-melden vind ik een heel be-denkelijke zaak. Het lijkt alsof het kabinet het met de ver-ruiming nu mooi in orde heeft maar in feite is dit twij-felachtig. Beoordeling van ge-wetensbezwaren is altijd een moeilijke zaak en het is on-zin dat iemand alleen op re-ligieuze gronden erkend zou kunnen worden, zoals tot nu toe vooral gebeurde.

Maar om de toetsing nu ge-heel op te hangen aan het aantal aanmeldingen is ver-keerd".

Keja noemt als voorbeeld dat bij 7500 aanmeldingen voor gewetensbezwaren het licht

uitge-komen.

op groen wordt gezet. Maar zijn het er 8100 dan gaat het licht op rood en worden alle 8100 uitvoerig onderzocht. "ban is het toch veel be-ter om iedereen te toetsen, onafhankelijk van het aantal dat zich aanmeldt", meent Keja.

Hij heeft bovendien tegen de nu voorgestelde regeling als bezwaar dat daarmee het vrijwilligersleger in huis wordt gehaald. "In de VVD-fractie bestaan daartegen nogal wat bezwaren", zegt Keja. Ook ziet hij niet goed in wat dan nog de taak zou zijn van de commissie-Mommersteeg die alle voor- en nadelen van een vrijwilligersleger moet gaan bestuderen.

Tegenvaller

Conclusie van Keja: ",k zie veel bezwaren in deze metho-de. Ik moet ook zeggen dat het me tegenvalt waar het ka-binet nu mee is gekomen. Verwacht was dat het kabi-net via een wetswijziging pre-cies zou aangeven wat nu eigenlijk onder gewetensbe-zwaren wordt verstaan. Door met deze getalregeling te werken geeft' het kabinet te kennen dat ze op die vraag geen antwoord hebben kun-nen vinden. Ze zijn er gewoon niet uitgekomen".

Keja verwacht overigens dat de grens van achtduizend hoog genoeg zal zijn om toet-sing uit de weg te kunnen gaan. ",k vermoed dat men onder die grens zal blijven. Maar dat is nattevingerwerk. Niemand weet het".

ln.!Jit artikel besteedt Ph. C. la Chapelle aandacht aan de ruimtelijke ordening, naar aanleiding van het onlangs in d&':Tweede Kamer·gehóudèn ·· begrotingsdebat. Het artikel.ls gebaseerd op . een gesprek met

vvo-Kamerlid drs. · ... ·· .•. ·.•· , J. F. Scherpenhli!ize:ri en op enkeré gegevens van de dienst ·

vootlièhting vl!ln.hitt · mlriistèrie van Verkeér .. . en yiiatenftaat, ·

De h;er. Scherpen.hq~en heeft soclale· geogràfie gestudeerd met als spec::ialisatie de planol9gie, Ti)dens zijn .. studie washij leraar· aardrijkskunde, daarna was hij als planoloog werkzaam bij de gemeente Groningen. . Hij is lid van de

Provinciale Staten van Groningen en sinds januari 1973 lid van de Tweede Kamer. Dat de Kamer hem vorige inaand benoemde tot voorzittin van de bijzondere Kamercommissie voor nationalw landschapsparken is een succes voor de WD, rnaar zeker niet minder :èen persoC!nfijk succes voor het l'log jonge Kámerlid. Aan die nàt!onale

landschapsparken hopen · wij overigens in een der

komende nummers van ons blad afzonderlijk aandacht te besteden. Zeer onlangs is de heer Scherpenhuizen .benoemd tot lid van de

(5)

' ' ,, . '. '• / ,' "\ . . .

ia.k

vanfléXihelè

Met elkaar maken wij voor allerlei doeleinden aanspraak op de grond, bijvoorbeeld om te wonen, te werken, ons te verplaatsen en om te re-creëren. Die aanspraken zijn groter dan de beschikbare ruimte. Dat betekent dat prio-riteiten gesteld moeten wor-den. En daarmee komt men op het begrip ,.ruimtelijke or-dening": de planning die noodzakelijk is om zoveel mo-gelijk aanspraken te verwe-zenlijken door een maximaal gebruik van de ruimte bij een minimale aantasting van de vrijheid.

Deze omschrijving is afkom-stig van drs. J. F. Scherpen-huizen, Tweede Kamerlid voor de VVD en eerste woordvoer-der van onze fractie op het gebied van de ruimtelijke or-dening. Een voor ons kleine land uitzonderlijk belangrijke zaak, die veel meer aandacht ·verdient dan zij doorgaans in de publiciteitsmedia krijgt . .,Er wordt in het parlement wel degelijk uitvoerig over ruim-telijke ordening gepraat", zegt Scherpenhuizen, .. maar meest-al vmeest-alt dat samen met debat-ten over volkshuisvesting en woningbouw, die veel eerder de kranten, radio en televisie halen. Wij hebben een minis-terie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Eigenlijk is die naam fout. Het zou be-ter zijn te spreken van een ministerie van ruimtelijke or-dening en volkshuisvesting, omdat volkshuisvesting een onderdeel is van ruimtelijke ordening en niet omgekeerd". Belangstelling

De VVD wordt wel verweten dat zij voor ruimtelijke orde-ning niet zoveel belangstel-ling heeft. Scherpenhuizen: .,Dat wordt misschien ver-oorzaakt, zoals ook wel op andere terreinen, door onze rationele benadering en onze (te) weinig emotionele

opstel-VVD-Kamerlid J. Scherpenhuizen

ling. Maar de indruk en het verwijt zijn onjuist. Dat mag ook blijken uit het succes, dat wij in de Tweede Kamer met onze voorstellen hebben". Scherpenhuizen doelt daar-bij o.a. op enkele door hem· ingediende moties bij het on-langs gehouden debat over de begroting van minister Gruy-ters. Zijn motie, waarin hij pleitte voor een doelmatige procesplanning bij het natio-naal ruimtelijk beleid, mede-ondertekend door de PvdA D'66 en de PPR, werd door de Kamer aangenomen (KVP, ARP en CHU waren tegen). Een andere motie-Scherpen-huizen, vragend om bekorting van de bestemmingsplanpro-cedures, werd met een grote meerderheid aangenomen

(al-leen CPN, PSP en PPR te-gen).

Prognoses

Bij het ruimtelijk beleid moet men uitgaan van een bepaald verwachtingspatroon. Van cij-fermatige prognoses dus, bij-voorbeeld omtrent de bevol-kingsgroei, omtrent de gezins-samenstelling, de welvaarts-toeneming, de industriële ont-wikkeling, de behoefte aan re-creatiegebieden enz. Aan de hand van zulke prognoses moet een beleid worden vast-gesteld. De kunst is om dat een dynamisch beleid te doen zijn, want men wordt gecon-fronteerd - ondanks de prog-noses - met een telkens wis-selend patroon van aanspra-ken op het gebruik van de ruimte.

In het verleden heeft men bij-voorbeeld een veel grotere be-volkingsgroei verwacht dan thans. De snelle verandering in bepaalde opvattingen (het gebruik van de pil en der-gelijke) heeft men niet zien aankomen, evenmin als de daling van de huwelijksleef-tijd en de grote toeneming van het aantal echtscheidin-gen en onvolledige gezinnen. Typische welvaartsvragen zo-als: .,willen we liever een kind of liever een auto?" zijn een rol gaan spelen. Het zijn dit soort factoren waar-door de prognoses niet uitko-men.

Windmolens

Opvattingen veranderen voort-durend. Scherpenhuizen haalt graag een uitspraak aan van zijn fractiegenoot Tuijnman, die jarenlang de ruimtelijke ordening heeft behartigd: .. Als men· 200 jaar geleden aan ruimtelijke ordening had ge-daan, zouden we in ons land geen windmolens hebben. Want een dergelijke aantas-ting van het landschap zou men niet hebben getole-reerd". Nu staan de windmolens zeer terecht overigens -op de monumentenlijst. Wie weet staan de rijkswegen en klaverbladen er in het jaar 2200 ook op ....

(6)

prognoses niet uit zullen ko-men of dat prognoses die thans opgesteld worden on-der invloed van modieuze op-vattingen 1ater onjuist zullen blijken.

Flexibele planning

Het is de vraag of je des-kundige toekomstvoorspel-lers dit soort dingen kwalijk kunt nemen. ,.Dat geloof ik niet", zegt Scherpenhuizen, ,.want je moet tenslotte er-gens van uit gaan. Maar ik vind het ook niet zo belang-rijk. Belangrijker is wat je met de prognoses doet. Steeds worden daarbij minima en maxima aangegeven. Bij het beleid moet je naar mijn me-ning van de minima uitgaan, maar de planning zó maken dat de maxima zo nodig te verwezenlijken zijn. Dat ver-eist een flexibele planning, een voortdurend bijstellen van de plannen".

Nu is dat, voor elke over-heid van welke politieke sa-menstelling ook, bepaald ni.et eenvoudig. Op een gegeven ogenblik worden beslissingen genomen en wordt een begin gemaakt met de uitvoering daarvan, naar men moet ho-pen op grond van de beste inzichten op dat moment. Het terugdraaien van de zaak is dan niet altijd meer mogelijk, zelfs niet als iedereen eigen-lijk vindt dat het zou moeten gebeuren. Vooral bij projecten op de lange termijn komen die problemen aan de orde, zou men niet zelden enorme kapi-taalvernietigingen onder ogen moeten zien. Het .. afmaken waar je eenmaal mee begon-nen bent" komt dan te staan tegenover de eis van een flexi-bele planning en het wordt een afwegen van belangen.

Markerwaard

Een voorbeeld is de Marker-waard. Toen in 1918 de Wet op afsluiting van de Zuiderzee

Een van de zes varianten voor de Markerwaard

werd aangenomen, werd te-vens in principe besloten tot inpoldering, niet alleen van de inmiddels tot stand gekomen Noord Oost Polder en de twee zuidelijke IJsselmeerpolders, maar ook van de Marker-waard.

We leven nu bijna 60 jaar later en de vraag is gerezen of men indèrdaad tot inpol-dering van de Markerwaard moet beslissen. Op zichzelf is de flexibele planning in dit opzicht goed gelukt: men kan nog steeds besluiten om wèl of om niet in te polderen. De zaak is verheven tot plano-logische kernbeslissing en in een rapport van Rijkswater-staat (daterend van december 1972) worden zes variariten opgesomd voor de toekomsti-ge vorm van het toekomsti-gebied, van geen inpoldering via beperkte inpoldering tot grote inpolde-ring met randmeren. Het

wachten is op een advies van de Raad van de Waterstaat, waarna kabinet en parlement zich over de zaak zullen moe-ten uitspreken.

Intussen is de dijk Enkhuizen-Lelystad op een gat van 2,7 km na voltooid.

Die dijk wordt nodig geacht om waterhuiskundige redenen en ter verzekering van de veiligheid van de kust van Noordholland. Tegenstanders van de inpoldering van de Markerwaard vrezen dat de dijk als eerste stap tot inpol-dering gezien moet worden en dat straks het argument ge-hanteerd zal worden: ,.nu de dijk er éénmaal is, ten koste van vele honderden miljoe-nen, moeten we ook verder gaan".

Bestemming

,.Dat is natuurlijk helemaal

8!!$l.!lAI\IL1 PI.AN - - -0\JK - . ~ HOfJFOVF.I'!B!Nl'HNG - - &:t.AM\f'oi,)Kf: NEV,NVERB"'O<NGI 1'\AI~Vf.rHliN!;IING' KANAAl • f!l G.itMAA~ C~" C~."' ,S1,\JJS, K!;EfHH\!IS I

ua

H!JHlH STtrDHI,!Kli ~)f!BOUWINtl ! MARKERWAARD vaf'iant mi

niet nodig", zegt Scherpen-huizen hierover . .,Ik wil mij op dit ogenblik niet uitspreken vóór of tegen inpoldering en bovendien ligt dat meer op het terrein van mijn fractie-genoten Waalkans en De Beer. Maar wel kan ik een aantal punten van overwe-ging aangeven, op grond waarvan men een politieke keus moet maken.

(7)

overweging nemen. Het invul-len van de Markerwaard is na-tuurlijk óók een planologische zaak, .maar kan los staan van het besluit het gebied in te polderen.

Besluit men niet tot inpolde-ring over te gaan, dan geloof ik- dat je daarbij in de eerste plaats zou moeten opmerken dat het geen besluit voor de eeuwigheid hoeft te :Zijn. Zou-den de inzichten zich wijzigen, dan is inpoldering later im-mers altijd nog mogelijk. Niet-inpoldering betekent dat je het gebied desgewenst óók een recreatieve bestemming kunt geven, met name in de sfeer van de watersport. Tus-sen haakjes kun je daarbij overigens aantekenen dat daarvan het meest de bezit-ters Van grote jachten plezier zouden hebben (voor wie er altijd toch nog 1200 vierkante kilometer IJsselmeer over-blijft, ook na eventuele inpol-dering van de Markerwaard), terwijl de mensen . met een klein bootje meer hebben aan kleine randmeren".

Scherpenhuizen geeft, zoals hij zegt, wat overwegingen aan, zonder volledig te zijn en zonder een oordeel uit te spreken. Waar het in het ka-der van dit artikel om gaat is te signaleren dat lange-termijn-beslissingen enerzijds bijzonder moeilijk zijn, · an-derzijds niet desastreurs hoe-ven te zijn als men maar bij elke stap voldoende mogelijk-heden houdt om zo nodig van koers te kunnen wijzigen. Kleine kernen

Een ander actueel onderwerp op het terrein van de ruimtelij-ke ordening is de groei van kleine kernen. In de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening is als beleidslijn aangegeven dat kleine kernen nog slechts be-perkt zouden mogen groeien.

Van dat beleid is weinig te-recht gekomen. De grote ste-den en de aangewezen groei-kernen zijn niet in staat ge-weest een woningpakket te bieden waar kennelijk wel vraag naar was. Dat heeft de groei van kleine kernen, tegen het voornemen in, tot gevolg gehad.

.. Minister Gruyters wil die groei nu abrupt stoppen en daartoe o.a. zijn bevoegdhe-den gebruiken bij het afge-ven van bouwvergunningen. Op zichzelf vind ik dat niet onjuist, want ik sta in dit opzicht achter het in de Twee-de Nota neergelegde uit-gangspunt. Mijn bezwaar richt zich echter tegen het abrupte. Ik vind dat de afremming ge-leidelijk moet geschieden en dat je de kleine kernen gele-genheid moet geven tot een afronding te komen. Je moet bijvoorbeeld rekening houden met het verzorgingsniveau en de groei van de eigen bevol-king.

Het beleid heeft wat die kleine kernen betreft de afgelopen jaren gefaald.

I

Er is een stuk wildgroei ge-weest. Maar je kunt ook niet zeggen dat er helemaal niets is gebeurd. Zonder de maat-regelen die wêl genomen zijn, zou die wildgroei veel ernsti-ger vormen hebben aangeno-men. Nu is de zaak beslist nogwel te redden. Maar men moet oppassen dat de gevol-gen van het falend beleid niet zonder meer afgewenteld worden op die kernen, die het slachtoffer dreigen te wor-, den".

Per incident

Scherpenhuizen karakteri-seert het gevoerde beleid, van Gruyters en zijn voorgangers, als: een beleid per incident. Men is teveel vooruitgelopen op nog vast te stellen plan-nen. Dat wordt algemeen er-kend, getuige het feit dat de Kamer de eerder bedoelde motie aannam om tot bekor-ting van de procedures te ge-raken.

Maar met die bekorting alleen is men er niet. Er zal ook veèl meer gestreefd moeten worden naar het op een rijtje

zegt het al!

Vraag Inlichtingen en offerten biJ :

...

Bosstraat 105 Swalmen Telefoon 04740-2220

zetten van een aantal be-langrijke uitgangspunten voor een landelijk concept. ..Er moet", aldus Scherpenhuizen, .. een tijd- en relatieschema komen en daarom heb ik in mijn aangenomen motie dan ook gevraagd. Wetten moeten op elkaar afgestemd worden, er moeten structuurschema's komen bijvoorbeeld voor ver-keer en vervoer, voor de zeehavens, voor de scheep-vaartwegen. Vastgesteld moet worden op welke termijnen aangekondigde nota's zoals over de verstedelijking en over militaire oefenterreinen het licht zullen zien en hoe de onderlinge relaties zijn. Want zonder die uitgangspun-ten blijft het een beleid per incident.

Een voorbeeld daarvan is, dat Gruyters nu al, naar aanlei-ding van de begroting, een deel van de oriënteringsnota over de kleine kernen gaat herschrijven".

Macht

Er is bij Gruyters een tendens te bespeuren naar meer macht voor de minister, ten koste van de provinciale en gemeentelijke besturen. .. Voor je nieuwe machtsmid-delen vraagt moet je kijken of je de aanwezige wel (juist) hebt gebruikt", .,vindt Scher-penhuizen. ..Natuurlijk moet er een landelijk concept zijn, maar de gedetailleerde invul-ling daarvan kan naar mijn mening het beste op plaatse-lijk niveau gebeuren. Op die manier kun je ook het beste de belangen van de indivi-duele burger waarborgen, die overigens wel eens kunnen botsen met het algemeen be-lang, dat nu eenmaal gediend is met een ordenende invloed van de overheid bij de verde-ling van de schaarse ruimte".

(8)

Kamerjournaal

,.Ik ben bang dat Den Uyl de Colijn van de jaren zeven-tig zal worden. Net als Co-lijn voor de oorlog wordt Den Uyl gedreven door edele motieven. Maar juist edele motieven als mondigheid, ge-luk en inspraak van de werk-nemer zijn de oorzaak van een beleid, dat onnodig de werk-loosheid laat voortduren". Oud-minister van econo-mische zaken Langman (VVD) heeft dat gezegd op een bij-eenkomst van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel in Utrecht. Hij ver-weet de premier dat die de moed niet heeft om zijn achterban te vertellen hoe de vork op dit moment werkelijk in de steel zit. , In het kielzog van zijn kritiek op Den Uyl nam Langman NVV-voorman Arie Groene-velt mee, die volgens de oud-minister bevolkingsgroepen tegen elkaar ophitst. De lei-ders van de linkse partijen hebben weer iets om over na te denken.

Lot

Staatssecretaris Klein heeft een niet getrokken in zijn eigen loterij. Alle fracties in de Tweede Kamer, met uitzonde-ring van Kleins PvdA, trokken een prijs. Het ging om de lo-tingskans voor kandidaatstu-denten om toegelaten te wor-den tot overvolle studierich-tingen.

Klein had iedereen een ge-lijke kans willen geven. Dat klinkt eerlijker dan het is. Want een middelbare scholier die goed zijn best doet of zeer begaafd is haalt betere cijfers dan wie de kantjes er af loopt of het niet bij kan be-nen. En het mag toch niet onredelijk genoemd worden dat iemand met goeie cij-fers een grotere kans krijgt om een universitaire oplei-ding te volgen dan iemand die op het nippertje zijn eind-examen heeft gehaald.

Onderzoeken hebben immers aangetoond dat er een ver-band bestaat tussen de cij-fers op de middelbare school en de kans om een universi-taire studie met succes te vol-tooien.

De Tweede Kamer bracht daarom in het voorstel van Klein een aantal wijzigingen aan om de inlotingskans te laten afhangen van het eind-examengemiddelde.

Ook werd een motie van me-vrouw Ginjaar (VVD) aange-nomen dat Klein binnen twee jaar voorstellen op tafel moet leggen voor een definitieve regeling van dit probleem. Fiscus

Het heeft enige tijd geduurd maar nu ziet toch ook staats-secretaris Van Rooijen in dat er best wel eens verband zou kunnen bestaan tussen de enorm hoge belastingdruk en de ontduiking. Hij heeft dat publiekelijk nog niet toegege-ven, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Naar aan-leiding van de verhalen die de VVD-fractieleden Koning en Joekes hierover in de Tweede Kamer hebben ge-houden heeft Van Rooijen nu toch maar besloten om dit eens te laten uitzoeken. Er komt een wetenschappelijk onderzoek. Dat kan best eens aardige resultaten opleveren. Bijvoorbeeld dat de fiscus wat milder moeten worden.

Eigen huis

De VVD vecht samen met de ARP al enige tijd vergeefs voor het opnieuw aftrekbaar maken van de onderhouds-kosten van het eigen huis. Niet omdat eigenhuisbezitters aan alle kanten in de watten moeten worden gelegd, maar gewoon omdat aan die maat-regel een aantal voor de volkshuisvesting voordelige

kanten zitten.

Om' er twee te noemen: er zou veel minder werk zwart worden gedaan, wat gunstig is om de officiële werkloos-heid in de bouw te bestrij-den. En de kwaliteit van het woningbestand is er bij ge-baat.

Oud-minister Langman . . . onnodige werkloosheid

(9)

[)en

Uyl als Colijn

Joekes diende bij het kamer-debat over financiën een mo-tie in om de onderhoudskos-ten weer aftrekbaar te maken. De VVD-fractie had dit bij de , begroting van volkshuisves-ting ook gevraagd in ·een motie.

Toen was die verworpen on-der het motto dat dit bij de ' begroting van financiën thuis- 1 hoorde. Dat bleek slechts een smoes, want de motie werd nu weer verworpen, op on-duidelijke gronden. Het was maar .. krappies an".

De Tweede Kamer kon de af-gelopen weken zijn lol niet op met de staatssecretarissen want ook dit item van het . kamerjournaal gaat over een staatssecretaris, namelijk Ha-zekamp. Hij zorgt binnen 'dit kabinet voor de middenstand, tenminste voorzover je bij dit kabinet kan spreken van zorg i

voor de middenstand

Er is een wetsontwerp inge- : diend dat een eind moet ma-i

ken aan de cadeauacties van : bedrijven en organisaties. Ook ·

als het tegen bijbetaling gaat mag dat straks niet meer. De bedoeling is dat het vanaf 1 juli 1977 helemaal verboden wordt. U zult er dus de ko-mende twee jaar nog het no-dige over lezen, gratis, bijbe-talen hoeft niet.

H:wr

Alle huurders kunnen vanaf 1 juli subsidie krijgen. Het geeft niet om wat voor woning het gaat. Voorwaarde is dat de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. Twee ca-tegorieën vallen af. Dat zijn huizen die een huur doen van meer dan 450 gulden per maand, en huurders die een inkomen hebben van boven de 30.000 gulden per jaar. De regeling is te ingewikkeld om in dit bestek verder uit de doeken te ·doen. Inlichtin-gen: op het gemeentehuis.

Het topoverleg over de onaf-hankelijkheid van Suriname verloopt uiterst moeizaam. Het zal nog maanden duren voordat Nederland en

Suri-name elkaar met pijn weten te vinden op een voor beiden bevredigende )oslatingsrege-ling".

Suriname vraagt voor de ko-mende tien jaar hulpverlening tot een bedrag van ongeveer acht miljard gulden. De

Ne-Top-overleg Nederland-Suriname. V.l.n.r. de heren Croes (Antillen), Pronk (Ned.). Hoost (Suriname). Arron- (Suriname). Den Uyl (Ned.), Evertzs (Antillen) en De Gaay Fortman (Ned.).

derlandse regering denkt aan een bedrag dat hierbij niet in de schaduw kan staan. Eén ding staat vast: men moet het eens worden, want in no-vember wordt de onafhan-kelijke staat Suriname gepro-clameerd.

Doctor Freddy·.

In Elseviers Magazine van 22 maart heeft hoofdredacteur dr. F. A. Hoogendijk commen-taar geleverd op de algemene ledenvergadering van de VVD te Breda. Hij construeert daar-in een tegenstelldaar-ing tussen enerzijds mevrouw Vah So-meren en Wiegel, anderzijds Korthals Altes.

Mevrouw Van Someren en Wiegel hielden beiden .. een rechtse rede, polariserend te-genover links," aldus Hoogen-d ijk, en .. Korthals Altes zegt dat de WD in het politieke midden thuis hoort.'' Verder beweert hij dat de WO-lei-ding .. nog steeds niet heeft uitgemaakt of de VVD een middenpartij moet zijn of een rechtse partij."

Het is dat doctor Freddy zo'n bekendheid geniet als

tele-visiester, wat hem voor een deel van het grote publiek het aureool van een .,deskundige" geeft. Anders zouden we niet op deze onzin reageren. Freddy voert geen enkel argument aan om zijn stelling te bewij-zen dat Haya en Hans een .. rechtse rede" hielden. Hij heeft kennelijk ook. minder goed geluisterd dan bijvoor-beeld Piet Heil van Het Vrije Volk, die in zijn krant tot de conclusie komt: .. De VVD heeft zijn koers weer iets verder naar het midden ver-legd."

Freddy heeft eens tegen de WD aan willen schoppen. Een mode waar blijkbaar ook Elseviers Magazine aan mee moet doen.

Ph. C.

(10)

door onze redacteur buitenland

Drie brandpunten

in de urereldpolitiek

Het is moeilijk te zeggen wel-ke internationale gebeurtenis in de afgelopen weken het belangrijkst voor onze wester-se wereld genoemd moet worden, de ontwikkelingen in Cambodja waar Lon Nol het onderspit lijkt te gaao delven, in Vietnam waar de situatie voor Thieu ook al niet roos-kleurig is, de dood van koning Feisal en het falen van Kis-singer om de vrede in het Midden-Oosten naderbij te brengen of de ontwikkelingen in Portugal waar een mislukte coup van rechts de linker zijde aanzienlijk versterkte. Al deze gebeurtenissen kun-nen gezien worden in het licht van de Amerikaanse buiten-landse politiek, daar de Vere-nigde Staten er zeker in de eer-ste drie gevallen zeer nauw bij betrokken zijn. En Portu-gals lidmaatschap van de NATO maakt dat Washington ook in het laatste geval de gebeurtenissen nauwelijks als een neutrale waarnemer kan volgen, al lijkt het vooralsnog onwaarschijnlijk dat de linkse militairen de NATO de rug zul-len toekeren.Bovendien wordt in Portugal niet de belangrijk-ste bondgenoot in de alliantie gezien.

Zuidoost-Azië

Moeilijker heeft president Ford het voorlopig met de situatie in Zuidoost-Azië. Zijn herhaalde dringende verzoe-ken aan het Amerikaanse Congres vinden geen welwil-lend gehoor. Het Congres is vastbesloten de buitenlandse politiek niet opnieuw aan zijn greep te laten ontsnappen en ziet in Fords pogingen de hulp aan Vietnam en Cambodja te intensiveren een begin van een nieuw Amerikaans mili-tair avontuur in dit deel van de wereld, een avontuur waar men zich twee jaar geleden pas met zoveel moeite aan had ontworsteld. Fords argu-menten klinken dan ook

wei-nig overtuigend. Dezelfde redeneringen van weleer dui-ken op, door de NRC-com-mentator met .. versleten reto-riek" aangeduid: de domino-theorie, de geloofwaardigheid van Washington als bondge-noot, het spook van het iso-lationisme, en de illusie dat Zuidoost-Azië met nog wat extra hulp in staat zal zifn op eigen benen te staan. In Cambodja heeft Washington de domino zelf omgegooid toen het toeliet dat de nog enigszins neutrale Sihanoek werd verdreven om plaats te maken voor de pro-westerse Lon Nol. Het akkoord van Pa-rijs dat in Vietnam de vrede moest brengen heeft die be-lofte van begin af aan nauwe-lijks ingehouden, maar bood Washinton de gelegenheid zich uit het wespennest terug te trekken. Omkering van die situatie behoort niet tot de mogelijkheden. Het Congres zal daarin zeker niet toestem-men, noch kan Ford rekenen op een volmacht als waar president Johnson na het ,.Tonkin-incident" over kon beschikken om de zaken naar eigen inzicht te regelen. Met dit alles is vooral de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Kissinger in een zeer moeilijke posite geraakt. Hij was het immers die als eerste verantwoorde-lijke voor de Parijse akkoor-den gezien kan worakkoor-den. Sa-men met de Noordvietnamese onderhandelaar mocht hij er eens de Nobelprijs voor de vrede voor ontvangen, een vrede die nooit werkelijkheid is geworden.

Midden-Oosten

Des te zwaarder zal het hem gevallen zijn juist nu te moe-ten aanvaarden dat hij er op een ander terrein niet in ge-slaagd is iets tot de vrede bij te dragen in deze wereld. Zijn onvermoeibaar heen en

weer reizen in het Midden-Oosten heeft hem deze keer niets opgeleverd. Een nieuwe deelovereenkomst tussen Is-raël en Egypte, waarbij de eerste bereid was grote delen van het op Egypte veroverde gebied prijs te geven, is niet tot stand gekomen. De Egyp-tenaren weigerden in welke vorm dan ook te verklaren dat zij af zouden zien van mili-taire acties tegen Israël en dit had het laatste land als voorwaarde voor een over-eenkomst gesteld. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat een man als Kissinger de il-lusie kon koesteren dat hij beide partijen op dit punt tot elkaar zou hebben kunnen brengen. Hij kon weten dat president Sadat van Egypte nooit bij machte zou zijn - al zou hij het zelf wel willen -een dergelijke stap te doen. Zowel in het binnenland als in de omliggende Arabische landen zou deze hem immers niet in dank zijn afgenomen. En voor Israël zal de ontwik-keling in Zuidoost-Azië nau-welijks een aanmoediging ge-weest zijn om zich tot vage en halve akkoorden met Egypte te laten verleiden, waarbij het een deel van zijn bufferstaat en - naar zijn ge-voel - een belangrijk deel van zijn veiligheid zou opof-feren in ruil voor, ja, voor wat eigenlijk, terwille van Kissin-gers prestige?

Wat nu voor het Midden-Oosten nog rest is een her-vatting van de .Conferentie in Genève, dit tot groot ge-noegen van Moskou, Syrië en de Palestijnen. Kissinger heeft zijn best gedaan dat perspectief te vermijden. Dat met het mislukken van poging de vrede dichter bij is gekomen kan niet wor-den gezegd - dat die vrede echter wel afhankelijk is van de medewerking van alle

be-trokkenen, dus ook van Mos-kou, Syrië en de Palestijnen staat echter vast. De weg daarheen lijkt nog zeer lang en men kan alleen maar hopen dat hij niet door nieuwe oorlogen zal worden onder-broken.

Wat de gevolgen zullen zijn van de moord op koning Fei-sal van Saoedi-Arabië is op dit moment nog niet te over-zien. Zeker is dat met hem een van de stabiliserende factoren in het Midden-Oosten dwenen is. Washington ver-loor opnieuw een trouwe - zij het ongemakkelijke - bondge-·noot.

Portugal

(11)

door F. Wijsenbeek, secretaris van de liberale groep in het Europese parlement

Europese

verkiezingen in zicht

Op de Algemene ledenverga-dering is het belangrijke be-sluit genomen om tot de Europese federatie van libe-rale partijen toe te treden. Dit is belangrijk in verband met de verkiezingen voor het Europese Parlement, die na de Europese topconferentie in december in Parijs in ver-schiet zijn gekomen. De libe-ralen in Europa zijn op het punt van samenwerking alle andere politieke groeperingen ver vooruit, zoals we vorige week al meldden.

In het slotcommuniqué con-stateerden de regeringsleiders in december dat het in het Verdrag van Rome gestelde doel, te weten algemene ver-kiezingen voor het Europese Parlement, zo spoedig moge-lijk dient te worden verwezen-lijkt. Het parlement werd aan-gespoord voorstellen in deze uit te werken.

Volgend jaar zal het parle-ment over de uitgewerkte

voorstellen moeten beslissen en dat betekent dat ook de politieke partijen, zowel natio-naal als met elkaar binnen de Negen Europese landen, zich serieus op deze verkiezingen zullen gaan moeten voorbe-reiden.

Hoe de Europese verkiezingen zullen plaatsvinden valt nog niet te voorspellen. Maar het is zeker dat het uitgesloten is dat de politieke partijen op nationaal niveau, elk afzon-derlijk en eigenmachtig kun-nen beslissen hoe de verkie-zingen in hun werk zullen gaan, volgens welk systeem, met welke kandidaten en met welk programma.

Wanneer er vanuit Nederland

27 afgevaardigden naar dit direct gekozen parlement zul-len gaan, zulzul-len daar ten-minste vijf liberalen bij zijn. Bij de eerstvolgende kandi-daatstelling voor de Tweede Kamer zou dus tegelijkertijd

Taakverdel!:pg · ·

Het Dágelijks Bestuur, dat op de Algemene Vergadering van

14 en 1 5 ·maart j.l. tot stand is gekomen, heeft de taken vot~r­ lopig als volgt verdeelt:

Mr. F; KORTHALS ALTES-voorzitter

- o.m>politieke contacten met Eerste en Tweede Kamerfractie .Mr. H. P. TALSMA-ondervoorzitter

- voorzitter Stichting "Vrijheid en Democratie" - voorzitter redactieraad "Vrijheid en Democratie"

- advh~erend bestuurslid Vereniging van.Staten- en Raadsleden

van

de WO ·· '

- secretaris Groep Nederland van de liberale Internationale - internationale contacten liberale Internationale

- ledenadministratie · ·

W. J. A. VAN DEN BERG - algemeen secretaris

· - zorg voor algemeen secretariaat en correspondentie - kadervorming

·- contacten met nader te bepalen partijcommissies H. V. VAN SOMEREN-DOWNER -penningmeester

- financiën· - informatiedienst

- integratie werkzaamheden stafTeldersstichting, partijcommis-sies (via alg. secretariaat) en staf Tweede-Kamerfractie ·

voorzien kunnen worden in een kandidatenlijst voor het Europese Parlement.

Verder zal men trachten de liberale partijen uit de negen landen bij elkaar te brengen om een gemeenschappelijk optreden te bevorderen. Een instrument om dit in goede banen te leiden is de in ok-tober te Florence ontworpen Federatie van liberale partijen in Europa, waartoe de VVD thans is toegetreden. De liberalen zijn de andere partijen daarbij vooruit. De christendemocraten hebben een Unie van Europese chris-tendemocraten, die echter niet verder gaat dan regelma-tige ontmoetingen op topni-veau. De socialisten kunnen het over niet veel méér eens worden dan dat zij samen iets moeten doen en ondanks het feit dat zij een Federatie van socialistische partijen in Euro-pa hebben, zijn zij niet erg ver gevorderd op het pad naar gecoördineerde politiek of

daadwerkelijke samenwer-king.

Berkhouwer

In verband met de Europese verkiezingen moet de naam van mr. dr. C. Berkhouwer worden genoemd, die op 11

maart zijn tweejarig mandaat als voorzitter van het Europe-se Parlement heeft neerge-legd. Onder en in grote mate dank zij Berkhouwer heeft het parlement zijn positie aan-zienlijk versterkt. Aan de voor-bereiding van de topconferen-tie in Parijs heeft Berkhouwer intensief via vele persoonlijke contacten o.a. met president Giscard d'Estaing meege-werkt.

De Federatie van liberale partijen in Europa vindt in hem die alle negen landen van de Gemeenschap uit eigen ervaring kent, een warm voor-stander.

Dr. R.

W.

DE KORTE - secretaris voor de voorlichting

- propaganda (o.a. LPC en NKW) - ledenwerving

- radio- en t.v.-uitzendingen

- internationale contacten liberale Internationale

F. LAUXSTERMANN-secretaris voor de organisatie

- kadervorming en organisatie kadercursussen Ir. T. THALHAMMER -secretaris voor de organisatie

- kadervorming en organisatie daarvan

.- organisatie(-problemen) in kamercentrales 's-Hertogenbosch, · Tilburg en Limburg ·

- informatiedienst

P. Ch. VOGELY-secretaris voor de organisatie

·- organisatie(-problemen) kamercentrales, ondercentrales en afdelingen '

- contact JOVD en LSVN

De kadervorming en de organisatie daarvan is in gezamenlijk'e . Handen van de heren Van den B.erg, Lauxermann en That-hammer. Voor de regionale kadercursussen vindt nauw overleg plaats met de Vereniging voor ·staten~ en Raadsleden en met de besturen van de kamercentrales. ·

De contacten met de Prof. Mr. B. M .. leidersstichting worden in het bijtonder onderhotJden door de voorzitter, de ondervoor-zitter eh de penningmeester, die tev,èns curator van deze stich-ting zijn. ·

De contacten met de liberale Internationale worden voorname- ~

(12)

Door onze parlementaireredacteur

Leerplicht~et,

een.

staaltje

haast~erk

Met de nieuwe leerplichtwet heeft de Tweede Kamer weer een weergaloos staaltje haastwerk van het kabinet-Den Uyl beleefd. Op de laat-ste dag voor het paasreces moest de kamer dit voorstel van minister Van Kemenade in een vloek en een zucht scheren. Als het om een hamerstuk gaat is dat niet zo kwalijk, maar bij deze wijzi-ging van de leerplichtwet lag dat iets anders.

Waar ging h~t om? Het kabi-net wil met ingang van het nieuwe schooljaar een volle-dige leerplicht invoeren voor vijftienjarigen. In combinatie daarmee wordt voor zestien-jarigen een tweede vormings-dag per week ingevoerd.

De kamer stond hier zeer aar-zelend tegenover. Niet omdat er iets tegen zou zijn om jongelui betere onderwijskan-sen te geven, wel omdat

zo-vervolg van pagina 11

wel het schoolapparaat als het bedrijfsleven een derge-lijke maatregel moeten kun-nen verdragen zonder dat de scholieren en werkende jon-geren er de dupe van worden. Mevrouw Smit-Kroes waar-schuwde daar namens de VVD-fractie voor. En zij niet alleen. Ook de. confessionele fracties hadden grote angst dat dit regeringsvoorstel op dit moment nog niet rijp was en tot brokken zou leiden. De houding van de VVD en van de confessionele frac-ties kwam tot uiting in twee moties. KVP en CHU vroegen in een motie-Hermes om de leerplicht voor vijftienjarigen nog niet door te voeren. De VVD vroeg in een motie-Smit-Kroes om de tweede vor-mingsdag voor vijftienjarigen nog niet in te voeren.

"Een schoolvoorbeeld van

lijk door dè heer Talsma onderhouden, bijgestaan door de. heer De Korte; de voorzitter is q.q. lid van het bestuur van de Groep Nederland van de Liberale Internationale.

Deze taakverdeling zal, na enige ervaring te hebben opgedaan, nader worden uitgewerkt.

/

Secretariaat

Een globale taakverdeling van de staffunctionarissen van het algemeen secretariaat is:

MEJ. Mr. M. M. F. VAN EVERDINGEN -secretaresse van het

hoofdbestuur

- dagelijkse leiding van het algemeen secretariaat - notulering hoofdbestuur en dagelijks bestuur

- administratieve voorbereiding algemene vergaderingen, partij-raad e.d.

- kandidaatstellingen

- toepassing statuten en reglementen - financiën

- topkadercursus - handboek VVD

T. TEN BRUGGENCATE, ing. -staffunctionaris voor de

organi-satie

- propaganda

- ledenwerving en ledenenquêtering - radio- en t.v.-uitzendingen

doordrammen", zo typeerde mevrouw Smit-Kroes het voorstel v;;~n minister Van Kemenade. In plaats van een nuttig stuk gereedschap krij-gen de zestienjarikrij-gen een stuk ballast in hun schooltas, zo betoogde zij. De jeugdwerk-loosheid is op dit moment toch al enorm hoog. Deze maatregel op dit moment zou dit volgens haar alleen nog maar verergeren. Tegen de volledige leerplicht voor vijf-tienjarigen had de VVD-fractie minder bezwaren.

Het haastige kamerdebat le-verde uiteindelijk op dat de beide moties werden verwor-pen en dat minister Van Ke-menade zijn plannen mag doorzetten.

De VVD had liever gezien dat over de tweede vormingsdag pas een besluit zou zijn ge-nomen bij het debat over de werkgelegenheid, dat kort na het paasreces in de kamer

wordt gehouden. Volgens mi-nister Van Kemenade zou dit te laat zijn omdat er dan te weinig tijd overblijft om de maatregel administratief voor te bereiden.

Volgens minister Van Keme-nade gaat het om een groep van 8000 1 5-jarigen die zon-' der deze maatregel geen vol-ledig dagonderwijs zouden volgen.

Over de tweede dag voor zes-tienjarigen gaf minister Boers-ma (sociale zaken) toe dat de maatregel inderdaad tot grotere werkloosheid zou lei-den omdat dit een deel van het bedrijfsleven voor onover-komelijke problemen stelt. Desondanks: het kabinet neemt dit op de koop toe. Goedkoop is duurkoop. Dat zullen de zestienjarigen spoe-dig ervaren, zo moet worden gevreesd.

- overige publiciteit (brochures, pèrscontacten enz.)

- organisatie(-problemen) kamercentrales, ondercentrales en afdelingen ·

- technische uitvoering informatiedienst - regionale kadercursussen

- redactieraad

MEVR. H. S. VAN AARTSEN-WARSEN - adjunct-secretaresse - informatiedienst

- ~preekbeurten kamerleden en leden van het dagelijks bestuur - notulering hoofdbestuur en dagelijks bestuur

- beoordeling reglementen van afdelingen - secretariaat diverse partijcommissies - topkadercursus

MEJ. M. TH. M. TANGEL- 2e adjunct-secretaresse - spreekbeurten

- notulering hoofdbestuur

- secretariaat diverse partijcommissies - topkadercursus

MEVR. M. C. VAN DER LOG-VISSER- secretaresse van mej.

van Everdingen

· · - handboek WD - algemene informatie

C. L. J. VAN DER MEER -administrateur - boekhouding

- ledenadministratie.

(13)

De prof. mr. B. M. Telders-stichting heeft onlangs drie rapporten het licht doen zien en zoals vorige week op deze plaats werd aangekondigd zal nu in het kort op de inhoud van de rapporten worden in-gegaan.

Het eerste rapport (no. 24 in de reeks) is gewijd aan de landbouw en is getiteld

Naar

een liberaal landbouwbeleid

(93 pag.

f

12,50). Het rap-port is ontstaan, zeggen de samenstellers, ,.uit de be-zorgdheid, die in liberale kring (en bepaald niet alleen daar) bestaat over de ontwikkeiing en de resultaten van de Euro-pese landbouwpolitiek .... De opzet van dit geschrift is een liberale visie te pre-senteren voor de ontwikkeling van de Europese landbouw op korte en lange termijn, als-mede een beleidsvorm om aan die visie gestalte te ge-ven".

,.Uitgangspunt vormt de over-tuiging dat het economische leven het meest gebaat is bij een ondernemingsgewijze agrarische productie en dat een vrije wereldmarkt nog steeds ·het beste allocatie-middel is voor productieve krachten". Het EEG-beleid zoals dat nu gevoerd wordt is vaak onnodig kostbaar. Boven-dien bleef het gemeenschap-pelijke structuurbeleid beperkt tot de coördinatie van het subsidiebeleid van de lid-staten. Het bestaan van mar-ginale bedrijven wordt zo ge-rekt en de agrarische onder-nemers die zouden willen uitbreiden krijgen onvoldoen-de kansen.

. De rapporteurs willen dat agrarische ondernemers die lange tijd met een remmende overheidsbemoeienis gecon-fronteerd zijn, de mogelijk-heid krijgen zelf weer een ac-tieve rol te gaan spelen in

Drie rappOrten. van.

de Télderss·tichtii1g

het herstructureringsproces. De rapporteurs bepleiten ver-der de verruiming van finan-cieringsmogelijkheden o.m. door verhoging van de pacht-prijzen tot een redelijk eige-naarsrendement en de oprich-ting van een .. Maatschappij voor Grondkrediet". Een ob-jectieve prijsbepaling van landbouwartikelen is mogelijk door de prijzen van landbouw-produkten te koppelen aan de kostenontwikkelingen op de grensbedrijven, aldus de rap-porteurs.

VII.U.B

Het tweede rapport (no. 25 in de reeks; 120 pag.

f

12,-) is getiteld

Universiteit,

de-mocratie en wetenschap

en handelt over de Wet Uni-versitaire Bestuurshervor-ming en zijn gevolgen voor het functioneren van de uni-versiteit. ..Als opvolger van de in een a'antal opzichten verouderde Wet op het We-tenschappelijk Onderwijs (die uit 1960 dateert) heeft de W.U.B. ontegenzeggelijk be-langrijke verbeteringen moge-lijk gemaakt. Door aan alle leden van de universitaire gemeenschap de gelegenheid te geven aan het universitaire bestuur deel te nemen, is een toestand geschapen waarin meer beslissingen in het openbaar genomen worpen en waarbij degenen die de beslissingen nemen ter ver-antwoording geroepen kun-nen worden", aldus de com-missie die verantwoordelijk is voor de samenstelling van het rapport.

De rapporteurs hebben echter kritiek op de toepassing van het begrip democratie in -ver-band met de bestuursstruc-tuur. Het staatskundige de-mocratiebegrip is niet op elke willekeurige deelgemeen-schap van toepassing, ,.maar slechts op die deelgemeen-schappen waarvan de leden

functioneel aan elkaar gelijk zijn (b.v. een vereniging). In der,gelijke gemeenschappen kunnen de leden gelijkelijk deelnemen aan de interne be-sluitvorming. De universiteit is niet opgebouwd uit functio-neel aan elkaar gelijke indi-viduen".

Men onderscheidt studenten,

!

wetenschappelijk personeel en overig personeel, waarbij volgens de commissie de zeg-genschap over de inhoud van onderwijs en wetenschappe-: lijk onderzoek - ,.de wezen-lijke taken van·de universiteit" - zou moeten berusten bij de-genen die in de kern van de zaak voor de inhoud en onder-zoek verantwoordelijk zijn: het wetenschappelijk personeel. Deze zeggenschap behoort niet ongeveer gelijk verdeeld te worden onder direct bij het universitaire werk betrokken geledingen zoals dat in de W.U.B. gebeurt. De commis-sie bepleit de instelling van vakgroepen, bestaande uit wetenschappelijk personeel, ; en overkoepelende

faculteits-raden. De vertgenwoordiging van de studenten moet in bei-de gevallen beperkt zijn.

M1heu en groe1

Milieu, groei en schaarste

is de titel van het derde rap-port (no. 26 in de reeks; 204 pag.

f

16,50) dat de Telders-stichting onlangs het licht deed zien. Hierin wordt zowel . aandacht besteed aan de

mi-lieu- als de grondstoffen-schaarsteproblematiek, o.m. ' aan de hand van hetgeen de Club van Rome ten aanzien ' hiervan te berde heeft

ge-bracht.

, .. Vooropgesteld zij dat men vanuit een liberale invalshoek zowel kan streven naar een ' zo schoon mogelijk milieu met , als randvoorwaarde een

re-delijke voorziening met goe-deren en diensten als naar een zo hoog mogelijke pro-duktie van goederen en

dien-sten met als randvoorwaarde een draaglijk milieu". Daarbij wijzen de commissieleden dwangmaatregelen in principe van de hand. ,.Beperking van de vrijheid van individu of onderneming kan alleen dan worden aanvaard wanneer aangetoond is dat deze nood-zakelijk is omdat algemeen

aanvaarde doelen anders in gevaar komen .... Ons maat-schappelijk stelsel is bij uit-stek geschikt om de proble-men van milieu en schaarste aan te vatten. De scheiding van machten tussen publieke en private sector maakt het , voor de overheid mogelijk ' regels te stellen en te

contro-leren, waaraan het bedrijfsle-ven dient te voldoen .... Een zelf producerende over-heid zal veel minder geneigd zijn straffe regels te stellen, omdat budgettaire overwe-gingen dit zullen bemoei-lijken ....

De overheid zal zoveel moge-lijk tot een geïntegreerd en op lange termijn gericht beleid dienen te komen, zodat alle relevante aspecten in ogen-schouw worden genomen .... Bij '!doorberekening van de maatschappelijke kosten aan de vervuilerszal rekening~moe­

ten worden gehouden met de internationale verhoudingen". Er zal een beleid moeten worden geformuleerd dat vooral aandacht schenkt aan: Beperking van de bevolkings-groei; beperking van de mi-lieuvervuiling; beter gebruik van energie en grondstoffen; bevorderen van internationale samenwerking. Tot zover heel in het kort de voornaamste punten van het rapport, dat veel interessante gedachten bevat.

(14)

In de Telegraaf van 8 maart heeft Tom Brouwer een inter-view ,gepubliceerd, waarin de heer J. Vecht, voorzitter van het onlangs opgerichte .. Ac-tie-comité tot redding van de Nederlandse Confectie-In-dustrie", zijn visie op het be-leid van de Nederlandse re-gering uiteengezet.

De heer Vecht betoogt in het kort het volgende: Doordat de vakbonden de looneisen en de regering de sociale lasten en de belastingen steeds verder opgedreven hebben, zijn de gezamenlijke, directe- en indi-recte loonkosten in de Neder-landse confectie-industrie uit-eindelijk zo sterk gestegen, dat de Nederlandse bedrijven niet meer kunnen concurreren met soortgelijke industrieën in andere landen met lagere loonkosten. Zulke landen zijn bv. de landen achter het IJzeren Gordijn, Noord Afrika, Hongkong.

De Nederlandse bedrijven kunnen dan kiezen uit twee dingen. Zij kunnen de produk-tie verplaatsen naar een van deze landen met lagere loon-kosten en dan vervolgens de aldaar geproduceerde goe-deren in Nederland impor-teren, of zij kunnen het gehele bedrijf liquideren. In beide gevallen heeft dat tot gevolg dat in de Nederlandse con-fectie-industrie 35.000 werk-nemers werkloos worden.

De heer Vecht wil nu trachten deze werkgelegenheid voor Nederland te behouden en vraagt daartoe een zodanige overheidssteun, dat een vol-ledige ondergang van de nog overgebleven bedrijven kan worden voorkomen. De rege-ring is echter niet van plan om deze gevraagde steun, die rond

f

65 miljoen zou moeten kosten, te verlenen.

Daarom heeft de heer Vecht onderstaande berekening op-gesteld, waarin voor twee gevallen de financiële conse-quenties voor de overheid worden berekend: in het ge-val, dat de steun wel wordt verleend en in het geval, dat de steun niet vitordt verleend.

Als de steun wel wordt ver-leend betalen de 35.000

werknemers in de confectie-industrie gemiddeld per werk-nemer

f

11.000,- sociale lasten +

f

3.200,- loon-belasting. Dat is dus per werk-nemer een betaling van

f

14.200,-aan de overheid. Van de gezamelijke confec-tie-industrie ontvangt de regering dan 35.000 x

14.200 =

f

500 miljoen. Trekt men hiervan dan de

f

65 miljoen af, die de rege-ring als steun heeft gegeven, dan blijft er nog netto

f

435

miljoen aan ontvangsten voor de staatskas over.

Worçlt de steun van

f

65

miljoen geweigerd, dan zullen de confectiebedrijven moeten kiezen tussen: uitwijken naar het buitenland, of liquideren. In beide gevallen neemt het aantal werklozen in Neder-land met 35.000 toe, wat voor de Nederlandse staatskas de volgende verliezen veroor-zaakt. De 500 miljoen gulden, die de staatskas in geval (a) zou ontvangen als sociale las-ten en loonbelasting, vallen weg. Elke werkloze kost ge-middeld

f

1 6.000 per jaar. Dat is voor de 35.000 nieuwe werklozen uit de confectie-industrie 35.000 x 16.000

=

f

560 miljoen per jaar. Uit bovenstaande berekening blijkt, dat als de

f

65 miljoen

aan de Nederlandse Confec-tie-industrie wordt geweigerd, dit een schadepost van rond

f

1 miljard per jaar voor de Nederlandse Staatskas tot ge-volg zal hebben. Tot zo ver het interessante en originele betoog van de heer Vecht.

Origineel

Het originele van dit betoog zit hem niet in de conclusie, want de heer Wiegel heeft al een zelfde aanpak bepleit en ook de regeringen van Duitsland en de Verenigde Staten hebben al verlichting van de lasten van het bedrijfs-leven ingevoerd, om hiermee de werkloosheid te bestrijden. Dit betoog is origineel omdat niet alleen de behandeling van de economische problemen zodanig werd vereenvoudigd, dat de meerderheid der kie-zers die problematiek kan be-grijpen, maar bovendien wordt de grootte van de schade, die het onjuiste be-leid van de Nederlandse rege-ring veroorzaakt, op eenvoudi-ge wijze berekend en in cijfers uitgedrukt.

Pas als de gevolgen van een bepaald economisch beleid in geld worden uitgedrukt, kunnen de kiezers zich een juist oordeel over dat beleid vormen.

De heer Vecht heeft om zijn betoog zo kort en zo eenvou-dig mogelijk te houden, een aantal factoren buiten be-schouwing gelaten, zoals bv. de vennootschap-belasting, de inkomsten-belasting en de indirecte schade voor de schatkist als gevolg van het feit dat het wegvallen van werkgelegenheid in de con-fectie-industrie op zijn beurt weer nieuwe werkloosheid en verminderde inkomsten ver-oorzaakt in andere bedrijfs-takken. Al deze buiten be~

schouwing gelaten factoren

veranderen echter niets aan de juistheid van het betoog van de heer Vecht, want de niet in rekening gebrachte factoren veroorzaken allen een verdere verhoging van de schade die de schatkist leidt.

Als men deze indirecte fac-toren ook in aanmerking zou nemen, dan zal blijken dat de totale schade voor de Ne-derlandse schatkist nog be-langrijk hoger is dan

f

1 mil-jard per jaar.

De heer Vecht heeft er voor gewaarschuwd, dat datgene wat zich momenteel bij de confectie-industrie afspeelt,

Gastschrijver is deze keer ir. A. Hoogendoom uit Amsterdam. Hij is al lange tijd lid van de VVD, zat in tal van

commissies en was

lid van de bestuursraad van de afdeling Amsterdam. Ir. Hoogenboom is werktuigkundig ingenieur en gepensioneerd leraar van een hts.

Voor de oorlog was hij werkzaam in Indonesië. In zijn gastartikel bespreekt hij de wenselijkheid van regeringssteun aan de Nederlandse confectie-industrie. Ir. Hoogendoom kijkt, zoals hij zelf zegt, als technicus anders tegen de problemen aan dan beoefenaren van gedragswetenschappen.

(15)

zich .straks zal herhalen bij andere industrieën die nu nog net het hoofd boven water kunnen houden. Die voor-spelling lijkt niet onwaar-schijnlijk, te meer omdat wij weten, dat in de afgelopen jaren al vele industrieën de confectie-industrie zijn voor-gegaan op de weg naar het buitenland. Naarmate de ont-wikkelingslanden zich verder ontwikkelen zullen zij steeds meer industrieën van ons kun-nen overnemen.

Overigens is niet in te zien waarom dit verschijnsel zich tot de industrie zou moeten beperken en waarom handel en verkeer, land- en tuinbouw daar niet ook voor in aan-merking zouden komen. Als de huidige ontwikkeling zich voortzet zullen vermoedelijk steeds meer arbeidsintensieve bedrijfstakken vervangen wor-den door zeer kapitaal-inten-sieve geautomatiseerde be-drijven, waar de loonkosten slechts een ondergeschikte rol spelen.

Milieu

Het nadeel van een dergelijke ontwikkeling is dat het gehele bedrijfsleven een zeer een-zijdig karakter zou krijgen, wat dan op zijn beurt vermoe-delijk weer ongunstig zal in-werken op het leefmilieu en het leefklimaat. Ik vraag mij dan ook af of de voordelen van een dergelijke ontwikke-ling wel opwegen tegen de nadelen die er aan vast zitten. Als wij bv. ons speciale geval van de Nederlandse Confec-tie-Industrie nog eens nader beschouwen, dan blijkt dat het financiële nadeel van het verlies van deze industrie al-leen al voor de Nederlandse staatskas minstens 15 keer zo groot is als het offer nodig voor het behoud er van.

Daar-bij komen dan nog de indi-recte verliezen, waarvan geen gegevens bekend zijn en die wij niet in cijfers kunnen uit-drukken. Het zelfde geldt voor de persoonlijke nadelen van de tienduizenden werknemers, die hun werkkring zullen ver-liezen en waarvan een niet onbelangrijk deel vermoede-lijk nooit meer in het bedrijfs-leven zal terugkeren.

Persoonlijk kan ik mij dan ook nauwelijks voorstellen, dat de factoren op grond waarvan de regering heeft besloten om het grootste deel van de con-fectie-industrie naar het bui-tenland af te stoten voor de Nederlandse gemeenschap zulke grote voordelen zullen opleveren, dat zij tegen bo-vengenoemde nadelen op-wegen.

Als de regering echter van oordeel is dat de voordelen van afstoten groter zijn dan de nadelen, dan hoop ik dat de regering de kiezers daar-omtrent zal inlichten en dat zij dan meteen zal aantonen waarom de berekening van de heer Vecht volgens haar niet klopt.

Voorkeur

In het algemeen zal het aan-tal bestaande

arbeidsplaat-sen,datdooreenaangepa~e

lastenverlaging kan worden behouden, een veelvoud zijn van het aantal nieuwe ar-beidsplaatsen, dat met een even groot financieel offer aan regeringssteun, kan wor-den geschapen. Ik ben dan ook van mening dat het bij de huidige grote werkloosheid zowel uit een oogpunt van welvaart al van welzijn, verre de voorkeur verdient om waar mogelijk bestaande werkge-legenheid te behouden door een aangepaste lastenverla-ging en hiervan zowel midden-stands- als grotere bedrijven te laten profiteren.

Congres in Parijs

De Franse regering heeft in het kader van het Jaar van de Vrouw van 1-3 maart een drie-daags internationaal congres belegd in het congrespaleis in Parijs. In totaal hebben zo'n tweeduizend vrouwen van 53 nationaliteiten het evenement bijgewoond. Het programma bestond uit anderhalve dag plenair vergaderen en een dag in commissieverband. De ple-naire vergadering werd o.m. toegesproken door de Franse president Giscard d'Estaing en de Franse premier. Het werkgedeelte van het congres eindigde met de aanneming van een zestal moties van zeer algemeen karakter. Aan de regeringen van de verschillen-de lanverschillen-den werd daarin o.a. gevraagd alle VN-verdragen over de rechten van de vrouw te ondertekenen, meer vrou-wen tot allerlei functies toe te laten en het stelsel van socia(e verzekeringen te wijzigen ten gunste van de vrouw. Daarna werden de congre$gangers ten stadhuize ontvingen en woonden zij de opvoering van de opera Don Carlos bij in I' Opera.

Emancipade

Zoals in ons vorige nummer reeds werd vermeld zal onze Organisatie op het Politieke Plein op de Emancipade in de Jaarbeurs te Utrecht van 21 mei tot 8 juni a.s. een eigen stand inrichten. Het ligt in de bedoeling dat in deze stand. steeds vier vrouwen aanwezig zullen zijn voor het geven van informatie en het verstrekken van propagandamateriaal. De openingstijden zijn van 1 0 uur tot 18 uur. Willen de VVD-vrouwen uit de Provincie Utrecht, die bereid zijn één of meer dagen onze stand te helpen "bevrouwen", zich mel-den bij mevr. A. G.

Richard-Kopij voor dezerubriek zenden aan: mevr. E. de Roock-Bedding, J~ Stadhoudersplantsoen'r: 212, Den Haag.

Snethlage, Prins Hendriklaan4 te Baarn, tel. 02154- 3289? Reiskosten en lunch zullen worden vergoed. Ons Bestuur hoopt op uw aller medewer-king want onze Organisatie moet goed voor de dag komen. Noord-Holland

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beslispunt: - de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (PARKEERVERORDENING 2012) vast te stellen (waarin het

Als gevolg daarvan liggen bij veel gemeentes in Nederland bouw- en ontwikkelprojecten (waaronder woningbouw, aanleg van duurzame energie, evenementen, wegenbouw, etc.) stil. De

Deze verschillen zijn onderbouwd op basis van het verbrandingsgedrag van groen gas dat niet geheel gelijk is aan dat van aardgas.. Het advies van SodM geeft een onderbouwing

Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke stoffen – De wijzigingen hebben gevolgen voor bedrijven die handelingen met bepaalde afvalstoffen verrichten.. Wat is

standaardbeleid voor de openbare ruimte of gebiedsontwikkeling waarin groen belangrijk wordt gemaakt en zijn waarde kan laten zien op alle hiervoor genoemde

Kennis over ‘resistente’ (tolerante) essensoorten Opvallend is dat iets meer dan de helft van de respondenten zegt te weten welke soorten resi- stent zijn, maar dat het gros

In bos en heide is er een mindervalide- pad dat met verschillende informatieborden uitleg geeft over het landschap in braille.’ In het project Ermelo Onbelemmerd Zorgzaam past ook

Om beide groe- pen goed van water te kunnen voorzien hebben we een apart watergeefsysteem voor de bomen bedacht terwijl de beplanting wordt besproeid.. Langs de randen van de bak