• No results found

Daarmee gaat hij bovendien in tegen het negatief advies van de afdeling Monumenten en Landschappen van 8 juni 1998

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Daarmee gaat hij bovendien in tegen het negatief advies van de afdeling Monumenten en Landschappen van 8 juni 1998"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 182 van 15 februari 1999

van de heer JOHAN MALCORPS

Bouwvergunningen nabij beschermde dorpsgezich- ten – Grimbergen

In Grimbergen is al enige tijd verzet aangetekend door bewoners tegen het bouwproject ter vervan- ging van het voormalige bejaardenhome Heilig Hart door een nieuw complex met 64 appartemen- ten en 6 handelsruimten, dit in het onmiddellijke gezichtsveld van het beschermd dorpsgezicht van de dorpskern van Grimbergen.

De gemachtigd ambtenaar van Stedenbouw heeft terzake twee tegenstrijdige adviezen afgeleverd.

Op een eerste bouwaanvraag reageerde hij in een advies van 12 december 1997 afwijzend, omdat de omvangrijke vervangingsbouw geen architecturale verrijking zou betekenen voor de omgeving. Op een tweede aanvraag, die architectonisch en urba- nistisch grotendeels gelijk was, reageert hij echter wel positief in een advies van 9 september 1998 : de constructie zou nu ineens wel een stedenbouwkun- dige verrijking vormen voor het gebied. Daarmee gaat hij bovendien in tegen het negatief advies van de afdeling Monumenten en Landschappen van 8 juni 1998. Op basis van voorgaande gegevens werd ook door een plaatselijke monumentenvereniging beroep aangetekend bij de Raad van State.

1. In welke mate kan het behoud van het specifiek karakter van dorpsgezichten effectief een rol spelen in de beoordeling van bouwaanvragen, als het gaat om gebouwen die zelf geen be- schermd statuut hebben ? Kan de bescherming van een dorpsgezicht hierbij überhaupt als argu- ment worden ingeroepen, of blijft de bescher- ming als stedenbouwkundig dorpsgezicht een zuiver symbolisch, niet-toepasbaar gegeven ? 2. Waarom werd in de specifieke slopings- en ver-

vangingsbouwaanvraag in Grimbergen de nabij- heid van het beschermd dorpsgezicht uiteinde- lijk toch niet meer als argument in aanmerking genomen ?

3. Voor dit gebied zijn normaal gezien maar twee woonlagen toegelaten. Toch werden voor dit project vier bouw- en woonlagen vergund, dus twee meer dan wettelijk toegelaten.

Hoe kan de minister dit verantwoorden ?

Antwoord

De gemachtigde ambtenaar van de afdeling Ruim- telijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (ROHM) Vlaams-Brabant heeft op 9 september 1998 aan het gemeentebestuur van Grimbergen een gunstig advies uitgebracht over de aanvraag voor het slopen van de bestaande gebou- wen van het voormalige bejaardenhome Heilig Hart en het bouwen van 64 appartementen en 6 handelsruimten.

Volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse, vastgesteld bij koninklijk besluit van 7 maart 1977, is het terrein gelegen in een woongebied. Het ter- rein is gelegen op enige afstand van het bescherm- de dorpsgezicht gevormd door de dorpskern van Grimbergen. De afdeling Monumenten en Land- schappen bracht op 8 juni 1998 een ongunstig ad- vies uit.

Tijdens het openbaar onderzoek werden geen be- zwaren ingediend. Niettemin kwam de afdeling ROHM Vlaams-Brabant op 23 juli 1998 in het bezit van de opmerkingen van de monumentenver- eniging "Eigen Schoon Grimbergen". Dezelfde op- merkingen werden bezorgd aan de afdeling Ste- denbouwkundige Vergunningen, aangevuld met een "nieuwsbrief" en een petitie. Het dossier bevat geen aanwijzingen waaruit blijkt dat deze opmer- kingen ter kennis werden gebracht van het college van burgemeester en schepenen. Niettemin werden de opmerkingen nader onderzocht en behandeld bij het uitbrengen van het advies aan het college van burgemeester en schepenen.

Het ingediende project stemt qua bestemming overeen met de planologische voorschriften van het gewestplan, namelijk met artikel 5 van het ko- ninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpge- westplannen en de gewestplannen.

De beoordeling over de sloop van de gebouwen gebeurt met het oog op de architecturale en ruim- telijke kwaliteiten van de bestaande gebouwen enerzijds, en de architecturale en ruimtelijke kwali- teiten van de voorgestelde vervangingsbouw an- derzijds.

In het advies van de afdeling Monumenten en Landschappen wordt betreurd dat er geen poging wordt ondernomen om de meest markante vleugel langs de Rijkenhoekstraat te renoveren en te in- corporeren in een nieuwbouwproject. Dit advies is niet gemotiveerd en voert geen argumenten aan die de voorkeur voor het behoud van deze gevel moeten staven. De monumentenvereniging "Eigen Schoon Grimbergen" refereert aan het ongunstig advies van de afdeling Monumenten en Land- schappen en verwijst naar de stabiliteit van het ge-

(2)

bouw. De nieuwsbrief verwijst naar het beeldbepa- lend karakter, naar de waarde van de kapel, naar de geschiedenis van de gebouwen. Deze nieuws- brief verwijst eveneens naar een aantal overwegin- gen die bij dergelijke voorstellen in acht zouden dienen te worden genomen, vooraleer tot de sloop van bestaande gebouwen wordt overgegaan.

In de bezwaren en opmerkingen worden nauwe- lijks architectonische waarden vermeld. Het ge- bouw is niet beschermd. Evenmin is het opgeno- men in de inventaris van het cultuurbezit "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen". Hiermee wordt evenwel niet beweerd dat de gebouwen ar- chitecturaal zonder waarde zouden zijn. Dit plaatst de architecturale beoordeling in de gepaste con- text.

Het jaren lange vertrouwd zijn met het karakter van het gebouw heeft inderdaad een beeldbepa- lend en herkenningseffect. Dit heeft evenwel geen uitstaans met de architectonische waarde van het gebouw. Het betreft een gebouw uit het begin van deze eeuw, met een vormgeving eigen aan die tijd, zonder dat van een bijzondere architectuur gewag kan worden gemaakt.

Het college van burgemeester en schepenen weer- legt de vraag van de afdeling Monumenten en Landschappen met de opmerking dat de oude ge- bouwen niet in het nieuwe project "kunnen" wor- den geïntegreerd, aangezien de voorgevel van de nieuwe gebouwen 7 meter achteruit wordt ge- bouwd.

Hiermee wordt het stedenbouwkundig aspect van de aanvraag aangesneden. Het bestaande gebouw langs de Rijkenhoekstraat is op de rooilijn opge- richt. De straatbreedte (rooilijnbreedte) bedraagt 9 meter. De bouwhoogte is niet in verhouding tot de straatbreedte. Er is een smal voetpad. Uit beide factoren blijkt dat de huidige stedenbouwkundige situatie niet voldoet aan de normaal geldende ste- denbouwkundige regels (zie hiervoor onder meer de toelichting bij de toepassing van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse).

De voorgestelde nieuwbouw komt door het voor- zien in een achteruitbouwstrook langs de Rijken- hoekstraat aan deze gebreken tegemoet. De

"pleinvorming" is bovendien in het nieuwbouw- project terug te vinden, aangevuld met een groen- aanplanting in de achteruitbouwstrook. Volgens het oprichtingsplan wordt het voetpad thans niet verbreed, maar de achteruitbouw biedt hiertoe de mogelijkheid, zodat het voorstel in de gegeven om- standigheden de toekomstige aanleg van het ge- bied niet in het gedrang brengt.

De hoogte van de thans bestaande bebouwing is niet in verhouding tot de bestaande bebouwing langs de straat. Het gebouw neemt een dominante positie in. Het nieuwbouwproject voorziet in een lagere bebouwing. Op die manier wordt de nor- maal te verwachten dominante positie van de ab- dijkerk hersteld en wordt een stedenbouwkundig ongewenste toestand weggewerkt.

Op basis van deze overwegingen werd op 9 sep- tember 1998 aan het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies uitge- bracht.

Intussen is evenwel een vordering ingesteld tot schorsing, bij uiterst dringende noodzakelijkheid, van de tenuitvoerlegging van het besluit van 21 september 1998 van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Grimbergen waar- bij de bouwvergunning werd verleend.

Aangaande de specifieke vragen kan nog het vol- gende worden gesteld.

1. Uiteraard speelt het behoud van het specifiek karakter van dorpsgezichten effectief een rol in de beoordeling van bouwaanvragen, ook als het gaat om gebouwen die zelf niet als monument zijn beschermd. Alle gebouwen binnen een be- schermd dorpsgezicht dragen immers bij tot de eigenheid en de specifieke waarde ervan. Op te merken valt hier evenwel dat het terrein en de bestaande gebouwen geenszins zijn gelegen bin- nen de grenzen van het dorpsgezicht, maar enkel in het gezichtsveld van het beschermde dorpsgezicht ; met andere woorden, de bestaan- de gebouwen zijn noch als monument be- schermd, noch zijn ze gelegen binnen het be- schermde dorpsgezicht.

2. De sloop werd uiteindelijk aanvaard gelet op de bestaande stedenbouwkundig minder gewenste toestand, namelijk de ligging van de bestaande gebouwen op of op te geringe afstand van de rooilijn.

3. Het ontwerp blijft beperkt tot twee woonlagen.

Handelsruimten (zoals op het gelijkvloers ten opzichte van de Vilvoordsesteenweg) worden, zoals is gesteld in de desbetreffende bestem- mingsvoorschriften van het gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse, niet als een woonlaag be- schouwd. Een duplex-appartement, met slaap- en sanitaire ruimten onder het dakvolume die behoren bij de onderliggende woonruimten, wordt als één woonlaag beschouwd.

In de gegeven omstandigheden is aan de beper-

(3)

king van het aantal woonlagen voldaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- uitbreiding plasberm in de breedte (vanaf de IJzer tot aan de voet van de nieuwe dijk): tot 300 m landinwaarts; maximale diepte: variabel tussen 1,60 en 2, 00 m TAW; openingen

[r]

Twee van deze soorten, de driedoornige stekelbaars en de Europese paling, zijn potentiele trekvissen die een groot voordeel kunnen ondervinden van een goede verbinding

1 De Centrale Raad van beroep stak een stokje voor deze ‘innovatieve’ praktijk, omdat de daarvoor vereiste wettelijke basis ontbreekt.. 2 De Raad trekt daarbij een vergelijking met

Met de inzichten die via dit onderzoek worden verkregen, kunnen niet alleen de gemengde scholen hun eigen functioneren verbeteren, maar kunnen ook studenten van het domein Opvoeding

Zoals eerder vermeld worden er in een teeltsysteem met de aantallen ingebogen takken en scheuten gespeeld en bekeken of de plant voldoende productie haalt. Er wordt getracht om met

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Voor het afrittencomplex van de E17-N16 in Sint-Niklaas worden aan de hand van de ecologie en beheeraspecten die van belang zijn voor het behoud van een